Nieuws van SP in Veenendaal inzichtelijk

7 documenten

Een bijzonder Novemberdebat

SP SP Veenendaal 11-11-2019 06:30

Gelijkwaardigheid in een ongelijke samenleving

Op woensdagavond 20 november organiseert de SP haar jaarlijkse novemberdebat. Vanaf 19:30 gaat de zaal open in Activiteitencentrum Duivenwal, aan duivenwal 1 te Veenendaal. Het onderwerp is 'Gelijkwaardigheid in een ongelijke samenleving'. De toegang is gratis en iedereen is welkom.

Dit jaar is het Novemberdebat extra bijzonder. Het is namelijk het 15-jarige jubileum.Op 9 november 2004 vond het eerste Novemberdebat plaats, naar aanleiding van de val van de muur, 15 jaar eerder.

https://veenendaal.sp.nl/nieuws/2019/11/een-bijzonder-novemberdebat

Het thema van dit jaar, Gelijkwaardigheid, is één van de drie kernwaarden van de SP. In het beginselprogramma, 'Heel de Mens', staat hierover het volgende:

"Een beschaafde samenleving vereist de fundamentele erkenning dat alle mensen gelijkwaardig zijn. De een is nooit méér dan de ander. Willen we iedereen op deze manier bejegenen dan vereist dat de aanwezigheid van brede tolerantie in de hele samenleving en de afwezigheid van elke vorm van discriminatie en achterstelling."

Meer informatie over het Novemberdebat is te vinden op de website; veenendaal.sp.nl. Hier worden in de aanloop van het debat ook blogs over het thema geschreven, door verschillende Veense SP'ers.

Zie ook: Voorbereidingen Novemberdebat 2019 gestart BAUKJE HIEMSTRA: Muren slechten

 

Zie ook: Novemberdebatten

Rekenkamercommissie Veenendaal: "Gemeente heeft geen volledig inzicht."

SP SP Veenendaal 25-10-2018 05:40

Rapport 'Meldingen, klachten en bezwaren'

De Rekenkamercommissie Veenendaal heeft onderzoek gedaan naar de afhandeling van meldingen, klachten en bezwaren bij de gemeente. Het onderzoek toont aan dat het beleid goed is ingericht en de processen op orde zijn. Uit het onderzoek blijkt dat het inzicht over de mate van (on)tevredenheid niet volledig is, omdat registratie van informeel afgehandelde klachten niet plaatsvindt. De gemeente ontzegt zich hiermee een mogelijkheid om kennis te nemen van mogelijk bestaande onvrede bij informeel afgehandelde klachten en om daarvan te leren, zo stelt de rekenkamercommissie in haar rapport ‘Meldingen, klachten en bezwaren’.    

Eerder onderzoek

De rekenkamercommissie deed in 2010 eerder onderzoek naar het beleid en de uitvoering rondom meldingen bij de gemeente. Zij concludeert nu dat de aanbevelingen uit dat eerdere rekenkameronderzoek zijn opgevolgd en uitgevoerd. Zowel organisatorisch als in processen zijn diverse verbeteringen doorgevoerd. Het instellen van een Klant Contact Centrum (KCC) en de samenwerking daarvan met de vakafdelingen heeft daaraan bijgedragen.

Informele afhandeling

De gemeente heeft de ambitie om meldingen, klachten en bezwaren zoveel mogelijk informeel af te handelen. Dit gebeurt door een laagdrempelige intake waarbij de inwoner in kwestie ruimte krijgt om zijn verhaal te doen. Ook wordt ernaar gestreefd om de klacht meteen in het eerste contact op te lossen. Als dat het geval is, dan wordt de klacht verder niet als zodanig geregistreerd. Ook bij formele klachten streeft de gemeente naar informele behandeling, door middel van pre-mediation. De rekenkamercommissie concludeert dat uitingen van onvrede na informele afhandeling niet geregistreerd worden en daardoor geen opvolging krijgen om ervan te leren binnen de gemeente.   

Aanbevelingen

De belangrijkste aanbeveling die de rekenkamercommissie doet, is het verbreden van de registratie van informeel afgehandelde uitingen van onvrede. De rekenkamercommissie beveelt ook aan om de betrokken inwoners beter te informeren over de voortgang van de afhandeling van een klacht of bezwaar. Het verdient aanbeveling om  de klanttevredenheid op een meer systematische wijze te meten, waarbij kwantitatieve en kwalitatieve methoden worden gecombineerd. Als laatste adviseert de rekenkamercommissie de gemeenteraad om een actievere rol in te nemen rondom het thema meldingen, klachten en bezwaren. Naar verwachting spreekt de gemeenteraad in de raadscyclus van november over dit rekenkameronderzoek. De rapportage is digitaal beschikbaar via

http://gemeenteraad.veenendaal.nl/rapporten-rekenkamercommissie Rol Rekenkamercommissie Veenendaal

De Rekenkamercommissie Veenendaal is een onafhankelijke commissie die de gemeenteraad ondersteunt bij haar controlerende taak en die onderzoekt of het gemeentelijke beleid het gewenste effect heeft gehad. Zij kijkt daarbij ook of geld doelmatig is ingezet. Met de onderzoeken levert de rekenkamercommissie een constructieve bijdrage aan de kwaliteit van het bestuur van de gemeente.

Cor & Cor - Mannen van Stavast

SP SP PvdA Veenendaal 24-10-2018 06:48

Ik praat met Cor van Londen en met Cor Sukkel. Beiden SP'ers en mannen van stavast bij IW4, die met trots vertellen over hun werk. Voor het gemak noem ik de een Cor en de ander Cor Su.

Jullie werken nu al jaren bij IW4. Hoe ben je daar terecht gekomen? Cor  antwoordt als eerste: "In de jaren 80 werkte ik bij Brooks. Een technisch bedrijf. Maar op een gegeven ogenblik moest ik daar weg omdat ik niet de juiste papieren had. Brooks heeft me geholpen dat ik bij IW4 terecht ben gekomen. Ik heb heel veel praktijkervaring en ondertussen heb ik ook een aantal certificaten. En met die ervaring en met die certificaten ben ik nu onderhoudsmonteur bij IW4. Ik houd de machines draaiend, ik keur de machines en zijner problemen, dan  los ik ze op. Vaak zoek ik op internet en dan heb ik het snel gevonden. Maar ik heb zo al heel wat kosten bespaard bij IW4. Eens was een machine kapot. Toen wilden ze een dure expert uit België halen en moest er een  printplaatje van wel € 600,00 aangeschaft worden. Dat is toen niet gebeurd. Ik heb het voor €16,00 weer voor elkaar gekregen." Cor Su knikt en hij valt in: "Klopt. Ik kan het weten. Ik werk al 43 jaar bij IW4. Ik zat op school en ik werd daar ziek. Ik had steeds maar hoofdpijn. Toen ben ik van school afgegaan en via maatschappelijk werk kwam ik bij IW4 terecht. Eerst in de Zuivelstraat. Toen heette het nog Sociale werkvoorziening Zuid Oost Utrecht. Later naar de Wageningselaan. Ik ben meewerkend voorman op de inpakafdeling. Als de chef ziek ik, dan neem ik zijn werk over. Dan geef ik leiding. Dat gaat mij heel goed af."

Jullie werken er nu drieëndertig en drieënveertig jaar. Is er in die tijd veel veranderd? Cor Su vindt van wel: "Vroeger was er veel werk. Ik heb voor Gotan gewerkt en voor Wehkamp, voor Overeem en voor Leco. Dat is nu niet meer. Het is nu veel rustiger geworden. En we hebben nu mensen erbij die voor de gemeente werken of die een taakstraf hebben. Daar merken wij verder niet zoveel van. Die zitten op een heel andere afdeling. Maar het is wel fijn. Want het helpt IW4 het hoofd boven water te houden.""De houtafdeling is gesloten," zegt Cor. "En de metaalafdeling is ook veel kleiner geworden. Er gaan wel mensen weg., maar er komen  geen nieuwe mensen bij. Het is minder gezellig. Dat is de schuld van de regering. Die wil dat de sociale werkplaatsen sluiten. Dat hebben we te danken aan Rutte en aan Jetta Kleinsma. Van de PvdA nog wel. Nu komen er mensen van Reinaarde bij ons werken."

Ik las dat de directeur weggaat. Als jullie directeur zouden worden, wat zou er dan veranderen? Cor weet het meteen: "Er zijn  nu driedirecteuren. Ik zou die dure manen eruit doen. En ik zou de mensen die het werk doen, wat meer salaris geven. Dat hebben ze nodig en ze verdienen het ook! En ik zou eens laten opmeten of er niet teveel straling is van de hoogspanningskabel. Die hangt te laag boven het gebouw. Daar kan je ziek van worden." Cor Su heeft andere plannen. "De afdelingen zou ik kleiner maken. We hebben niet zoveel mensen. Dan hoeft de afdeling ook niet zo groot. Die ruimte kan je dan verhuren. Dat levert weer wat op. Maar ik word geen directeur. Dat hoeft ook niet. Ik werk nu 43 jaar bij IW4. Ik heb al drie jubileums meegemaakt. Ik hoop ook dat ik mijn vijftigjarig jubileum mee mag maken. Weer een feestje. Maar volgend jaar eerst het feest van het zestig jarig bestaan van IW4."

LEES OOK: Besluit over IW4 - op naar de toekomst Blaas de sociale werkvoorziening nieuw leven in

Macht aan de Verbeelding

SP SP VVD Veenendaal 06-05-2018 09:14

Deze maand is het vijftig jaar geleden dat er in Parijs een studentenopstand uitbrak die uitliep op een algemene staking door heel Frankrijk, waar ook veel arbeiders aan deelnamen. Het jaar 1968 wordt wel eens het revolutiejaar genoemd omdat er overal in de wereld protesten waren. Dat gold ook voor Nederland, hoewel de PROVO beweging zichzelf eerder al had opgeheven.

De eerste naoorlogse generatie was opgegroeid met veel kennis, materiele en technische vooruitgang. De politieke machthebbers echter, leken niet met hun tijd mee te zijn gegaan. De onvrede onder jongeren groeide. Er was onvrede over het onderwijs, over de werkgelegenheid, over het oorlogsgeweld en over de sociale positie van zwarten, vrouwen en homoseksuelen. Maar bovenal was er onvrede over de gevestigde orde in zijn algemeenheid, of die nou links of rechts was. Er kwam veel geweld aan de protesten te pas, van beide kanten. (N1) Tegenwoordig wordt er soms met schaamte terug gekeken op deze periode, of het wordt gebruikt als wapen tegen de politiek van links.

'De verbeelding aan de macht' was een veel gehoorde slogan in die tijd. Het was ook het thema van de maand van de Filosofie van 2018 die in april plaatsvond. Bijbehorend essay heet 'Macht en verbeelding' en is geschreven door Femke Halsema. Halsema onderzoekt hoe het er nu, vijftig jaar later, voor staat met Nederland. Ze vraagt zich af waarom we zo’n progressieve periode uit onze geschiedenis zo’n slechte plek in ons collectieve geheugen geven. De "revolutie" heeft in politiek opzicht inderdaad niet veel teweeg gebracht, de verschillende groepen erkenden en steunden elkaars belangen vaak niet. Tegelijkertijd is er in sociaal opzicht wel het een en ander veranderd; er kwam veel meer ruimte en vrijheid voor het individu. (N2)

Progressie en vernedering

Door zich uit schaamte te distantiëren van de jaren ’60 en ’70 lijkt het alsof de progressieve periode alleen slechte dingen heeft gebracht. Dat maakt het makkelijk voor conservatieven om de herinnering over te nemen en negatief te duiden. Een voorbeeld van conservatieven die de progressieve geschiedenis kapen vind ik in het boek 'Feminisme, terug van nooit weggeweest' van Anja Meulenbelt uit 2017. Meulenbelt haalt hier een uitspraak van de toenmalige minister Schippers aan: "onze cultuur is superieur aan anderen, want wij, met onze 'joods-christelijke' achtergrond, vinden het normaal dat mannen en vrouwen gelijk worden behandeld en dat homo’s gelijke rechten hebben." Meulenbelt heeft een aantal opmerkingen bij deze uitspraak: Is het wel terecht dat er wordt gedaan alsof gelijkheid een gegeven is, terwijl er in feite een lange strijd voor gestreden is/wordt; is het niet zo dat de joden lange tijd helemaal niet zo populair waren; is het niet zo dat juist de christelijke kerk heeft bijgedragen aan achterstelling van vrouwen en homoseksuelen? (N3) Daar komt nog bij dat de VVD aanvankelijk helemaal niet zo happig was op voorstellen betreffende de emancipatie vrouwen en homoseksuelen.

Meulenbelt spreekt in haar boek letterlijk over 'links', Halsema hanteert de term 'progressief'. Dat betekent natuurlijk niet hetzelfde, maar al lezende moet ik tot de conclusie komen dat de begrippen in deze boeken voor een groot deel overeen komen. Halsema definieert 'progressie' niet zozeer als zijnde gericht op verandering, maar als de mate waarop we onszelf verbeteren, waarbij ze verwijst naar Richard Rorty en Thomas Kuhn. Een samenleving verbetert zich volgens haar als we onszelf en elkaar, vooral de meest kwetsbaren, beter weten te vrijwaren van vernedering. De vernedering van bijvoorbeeld geweld, slavernij, armoede, kansloosheid, uitbuiting. (N4)

Dit doet mij denken aan het boek 'De Fatsoenlijke samenleving' van filosoof Avishai Margalit die ook in gaat op het begrip vernedering. Margalit stelt dat er sprake van is vernedering als vormen van gedrag of omstandigheden iemand een gegronde reden geven om zich geschaad te voelen in zijn of haar zelfrespect. De nadruk ligt op redenen om zich, als het resultaat van het gedrag van anderen, vernederd te voelen. Het is gebaseerd op het feit dat mensen pijn en leed kunnen ervaren, niet alleen als gevolg van fysieke handelingen, maar ook als gevolg van symbolisch geladen handelingen. Een fatsoenlijke samenleving is volgens Margalit een samenleving waarvan de instituties mensen niet vernederen. Vernedering kan gezien worden op de volgende manieren; als uitsluiting van mensen uit de menselijke gemeenschap, of als verlies van fundamentele autonomie. (N5) Daar zijn veel voorbeelden van te bedenken. Vaak voorbeelden waarbij de mensen uit de samenleving het niet met elkaar eens zijn, zoals de Zwarte Piet discussie. Maar ook kennen we de voorbeelden uit wat Halsema de "verzorgingsbureaucratie" noemt. Denk aan de drugsverslaafde die de kliniek die hem zou moeten helpen uit wordt gezet omdat hij drugs heeft gebruikt, terwijl hij daar natuurlijk niet voor niets zit. Deze verzorgingsbureaucratie is in de plaats gekomen van het oorspronkelijke ideaal van de verzorgingsstaat en de wens mensen te kunnen behoeden voor de vernedering van uitbuiting en armoede.

Als we de begrippen hanteren zoals Halsema en Margalit ze hanteren, dan zouden nu dus kunnen zeggen dat een fatsoenlijke samenleving misschien ook wel een progressieve samenleving zou moeten zijn. Progressiviteit is volgens Halsema streven naar een rechtvaardige en eerlijke samenleving, zelfs als we weten dat we die nooit helemaal zullen bereiken. Conservatieven willen behouden wat we hebben. Er spreekt weinig hoop uit, maar eerder een 'beter dan dit wordt het niet'. Een voorbeeld daarvan is het neoliberalisme van de jaren ’80 waarin werd gezegd; "er is geen alternatief". De markt zou de oplossing zijn voor alle sociale vraagstukken. Deze kijk op de toekomst heeft onze verbeelding volgens Maarten Hajer, aangehaald door Halsema, de afgelopen decennia gedomineerd. (N6)

Verbeelding en het publieke domein

Maar welke macht heeft de verbeelding eigenlijk? Volgens Hajer zou het beheersen van de verbeelding van mensen zou wel eens de hoogste vorm van machtsuitoefening kunnen zijn. Verbeelding is een sociale handelingspraktijk en in die verbeelding ontstaan gemeenschappen. Halsema concludeert uit analyses van onder andere Hajer dat de verbeelding van de gemeenschap, onze gedeelde identiteit, voorwerp is van de strijd. Wat is het verhaal van onze samenleving, wat is belangrijk in onze geschiedenis? En hoe ziet onze gedeelde toekomst eruit?

Een belangrijke plek van verbeelding is het publieke domein. Hier worden ervaringen gedeeld, herinneringen aan belangrijke gebeurtenissen gereproduceerd, er worden symbolen en rituelen uitgekozen. (N7) Een verzorgingsbureaucratie als verlengstuk van een slecht functionerende controlestaat, dat is nooit de bedoeling geweest van onze publieke instellingen. Die zouden juist het publieke domein moeten ondersteunen. Halsema haalt Hannah Arendt aan wanneer zij het heeft over het publieke domein. Het publieke domein is volgens Arendt de plek die wij gemeen hebben, de plek die ons samenbrengt, maar die tegelijkertijd voor komt dat we "over elkaar struikelen". Het is de plek waar de samenleving zich vormt. Arendt vergelijkt het publieke domein met een tafel; een geordende ontmoetingsplek die mensen met elkaar verbindt en tegelijkertijd scheidt. (N8)

Politiek van de terugtocht

Progressieven hebben het niet makkelijk om de verbeelding, en daarmee de richting van de samenleving, te kunnen beheersen. Geen verantwoordelijkheid meer durven nemen voor hun bijdrage aan het recente verleden, uit angst voor een aanval uit de conservatieve hoek, maakt het alleen nog maar erger. (N9) Afscheid nemen van ideologieën zou voor links noodzakelijk zijn geweest volgens sommigen, alsof het ging om een "beknellend geestelijk harnas". Links zou onrealistisch zijn. Schaamte voor een omstreden verleden, schaamte om progressief te zijn, is volgens Halsema pas werkelijk gevaarlijk. Dan worden er alleen nog maar kleine stapjes gemaakt die nog slechts door kleine gedachten worden begeleidt. Halsema noemt dit "de politiek van de terugtocht". (N10) Meulenbelt geeft in haar boek een soort gelijke boodschap als ze zegt: "We moeten ophouden met te denken dat redelijke oplossingen altijd in het midden liggen." en "Links moet zichzelf opnieuw uitvinden, en dat is niet eenvoudig." (N11)

Het is overigens niet zo dat Halsema pleit voor een grootscheepse revolutie. In tegendeel; kleine stapjes, kleine experimenten die niet het complete sociale weefsel aantasten, zijn veel wenselijker. Waar het om gaat is dat achter de kleine stapjes wel grote gedachten zitten. Waarom niet een kleine utopie die zich binnen de grenzen van de democratische rechtstaat afspeelt? Kijk bijvoorbeeld naar de experimenten met het basisinkomen.

In wat voor maatschappij willen we leven?

Als linksen en/of progressieven meer wil bereiken zou er veel meer samenwerking tussen verschillende groepen moeten zijn, zo maakt Meulenbelt duidelijk. Eén van de redenen dat de revolutie van vijftig jaar terug weinig politieke betekenis had, had te maken met het feit dat verschillende groepen hun eigen strijd streden en elkaars doelen niet overnamen. Tegenwoordig lijkt er langzaam iets op gang te komen; belangengroepen van vrouwen, mannen, zwarten, LHTBI’s steunen elkaar en elkaars acties. Maar dat is nog niet genoeg. Daarnaast hebben we ook te maken met steeds meer globalisering en het feit dat de 'working class', zoals Meulenbelt zegt, niet meer zo eenduidig is als vroeger. Toch moeten we proberen om samen op te trekken. Het socialisme moet erkennen dat die working class voor een overgroot deel bestaat uit vrouwen en mensen met een migranten achtergrond. Het feminisme moet beseffen dat veel vrouwen werken in sectoren die niet gebaat zijn bij het neoliberalisme. Een paar plaatsen aan de bestuurstafel is niet genoeg. Beiden moeten zich afvragen; in wat voor maatschappij willen we leven? (N12)

De verbeelding is aan de macht. Dat betekende in 1968 dat protestbewegingen geen genoegen meer namen met 'smalle marges' maar zich schaarden achter grootse ideeën en utopisch idealisme. Laten we dat 50 jaar later weer doen, maar dan beter! Laten we de linkse progressieve handen ineenslaan! Laten we niet bang zijn om de (kleine) utopieën en de idealen op te eisen! Laten we zorgen dat hoop op een betere toekomst zonder vernedering onze verbeelding in beslag neemt! Laten we ons een utopische, idealistische rechtvaardige samenleving verbeelden! En laten we die dan in kleine stapjes nastreven.

Meer lezen? Macht en Verbeelding – Femke Halsema Feminisme. Terug van nooit weggeweest – Anja Meulenbelt De Fatsoenlijke Samenleving – Avishai Margalit Noten N1: https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/25117/het-revolutiejaar-1968.html https://www.ad.nl/overig/1968-een-magisch-en-onvergetelijk-jaar~a32fbb50/ N2: https://www.maandvandefilosofie.nl/home/ N3: A. Meulenbelt, Feminisme. Terug van nooit weggeweest, 2017 N4: F. Halsema, Macht en verbeelding, 2018 N5: A. Margalit, De Fatsoenlijke Samenleving, 2001 N6: F. Halsema, Macht en verbeelding, 2018 N7: F. Halsema, Macht en verbeelding, 2018 N8: F. Halsema, Macht en verbeelding, 2018 N9: F. Halsema, Macht en verbeelding, 2018 N10: F. Halsema, Macht en verbeelding, 2018 N11: A. Meulenbelt, Feminisme. Terug van nooit weggeweest, 2017 N12: A. Meulenbelt, Feminisme. Terug van nooit weggeweest, 2017

 

Zie ook: Wie is Barbara Passchier?

SP: Minimumloon in Veenendaal geldt voor iedereen!

SP SP Veenendaal 12-04-2018 09:25

ook voor mensen met een arbeidsbeperking!

Veenendaal mag niet accepteren dat werknemers met een beperking in onze gemeente onder het minimumloon gaan verdienen. Die oproep doet SP-Raadslid Jan Breur.

"Als het aan het kabinet ligt mogen mensen met een arbeidsbeperking onder het minimumloon gaan verdienen én wordt hun pensioen afgepakt. Maar het minimumloon is niet voor niets het minimum. Dat geldt voor iedereen. Wij staan niet toe dat er mensen in onze gemeente, vanwege hun beperking, door de bodem zakken." Tijdens de gemeenteraadsvergadering van 25 april zal hij hiervoor een tweetal moties indienen.

Het kabinet Rutte-II deed de sociale werkplaatsen, waar mensen met een arbeidsbeperking nuttig werk deden, op slot. Dat moest een bezuiniging van 1,2 miljard euro opleveren. Nu komen mensen met een arbeidsbeperking nauwelijks meer aan de slag. Daarom wil staatssecretaris Van Ark het mogelijk maken dat deze groep mensen onder het minimumloon aan het werk moet en wil ze hun pensioen afpakken.

Breur: "Als we niks doen is dit weer een stapje verder in de afbraak van onze beschaving. Daarom moet onze gemeente aan dit kabinet duidelijk maken dat wij niet op dit plan zitten te wachten. In Veenendaal blijft wat ons betreft het minimumloon gelden. Voor iedereen. Als het kabinet dit onzalige plan er toch doorheen drukt dan willen wij dat de gemeente er zelf voor zorgt dat het minimumloon voor iedereen blijft gelden. Omdat wij een beschaafde gemeenschap willen zijn waar het minimumloon voor iedereen het minimum is: dus ook voor mensen met een arbeidsbeperking."

Meer over dit onderwerp: Column Lilian Marijnissen: Door de bodem

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.