Utrecht groeit, zo ook het aantal Utrechters met een bijstandsuitkering. Maar de stad doet het slecht als het erom gaat te voorkomen dat mensen in de bijstand komen, laat staan ze uit de bijstand te helpen. Ten opzichte van 2010 is het aantal bijstandsgerechtigden gestegen met bijna 50 procent naar 12.770 Utrechters. Dit terwijl Amsterdam en Rotterdam te maken hebben met een groeiend aantal bijstandsgerechtigden van respectievelijk 18 procent en 21 procent. Deze steden doen het beter dan het Utrechtse college van burgemeester en wethouders. Belangrijke reden hiervoor is dat de huidige coalitie van D66, GroenLinks, SP en VVD ervoor kiest weinig tot geen nieuw beleid te maken op dit belangrijke beleidsveld. Ze sluit zich liever aan bij de in 2012 aangenomen economische agenda. Daarin stond dat de stad er makkelijk vanuit kon gaan dat wie in een uitkering terecht zou komen dat alleen nog maar tijdelijk (8 maanden) zou doen.

Enkeltje armoede

Stadsbelang Utrecht-fractievoorzitter Cees Bos: “De bijstand is een enkeltje armoede. Hoe fout kun je zitten door aan te nemen dat er alleen nog maar werkloosheid zit bij Utrechters die van de ene naar de andere baan gaan. De realiteit van vandaag is ernstig, als we alleen al kijken naar Utrechters in de bijstand zit meer dan 77 procent langer dan 1 jaar in de bijstand, 38 procent zit langer dan 4 jaar in de bijstand.” Utrechters in de bijstand hebben het zwaar, hun inkomen ligt op niveau sociaal minimum, elk dubbeltje moet worden omgedraaid. Veel gezinnen hebben te maken met problematische schulden en premieachterstanden. Zo’n 72 procent van de huishoudens met een bijstandsuitkering heeft een migratieachtergrond, een aanzienlijk deel heeft een vluchtelingenstatus.

Stadsbelang Utrecht vindt het tijd voor een Actieplan Bijstand.

Cees Bos: “Wij willen dat iedere Utrechter meedoet in de samenleving. Uitkeringsgerechtigden moet perspectief worden geboden door middel van opleiding, herscholing, verplicht vrijwilligerswerk en het aanbieden van (beschut) werk en plaatsing bij reguliere werkgevers met zo nodig loonsuppletie van de gemeente.”

Het actieplan zegt ook dat mensen met een migratieachtergrond Nederlands moeten leren, om meer kans te maken op de arbeidsmarkt (bij weigering korten op de bijstand). Er moet extra worden geïnvesteerd in voor- en vroegschoolse educatie, geen kind verdient het met een taalachterstand aan de basisschool te beginnen.

Cees Bos: “Wij pleiten voor Wijkinformatiepunten waar mensen aan de balie of, desgewenst in een spreekkamer voorlichting kunnen krijgen over alle hulp, bijstand, zorg en werk. Eenmaal contact opgenomen, neemt het zogeheten buurtteam het over. Iedereen doet mee, iedereen doet ertoe.”