8 mei 1972: de kaping van een vliegtuig van Sabena, vlucht 571, door vier terroristen van de terreurorganisatie Zwarte September, een aftakking van de Palestijnse bevrijdingsorganisatie PLO.

Hannie zit in de zesde klas van de lagere school als ze door dit nieuws geraakt wordt. Als twaalfjarig meisje is ze geschokt door het onrecht dat onschuldigen, de passagiers in dit geval, wordt aangedaan om een politiek doel af te dwingen. De complexe politieke situatie als achtergrondverhaal van deze kaping intrigeert haar en roept een verlangen in haar op te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. Met deze vliegtuigkaping begint Hannies interesse in geschiedenis en politiek. Hannie volgt vanaf dat moment de actualiteiten op de voet en is altijd op zoek naar literatuur over de feitelijke achtergronden. Haar voortdurende zoektocht naar verbanden brengt haar ook bij D66.

Hannie is een geboren en getogen Gouwenaar, met een onderbreking van tien jaar. Vanaf haar achtste tot haar achttiende woont ze in Bodegraven. Van deze tijd herinnert ze zich hoe er vanuit de plattelandsgedachte gekeken wordt naar de stad Gouda: ”Je ging liever naar Woerden of Alphen dan naar Gouda, want daar was het veiliger, maar als je erin woont zie je het anders. Dan merk je de criminaliteit niet zo.” Dat Gouda snel ten prooi valt aan criminaliteit, wijt Hannie aan de centrale ligging van Gouda in de Randstad, die een gemakkelijke uitvalsbasis is voor allerlei zakelijk verkeer en dus ook voor criminaliteit.

Als Hannie haar kweekschoolopleiding heeft afgerond zitten we middenin de werkloosheidsgolf van de jaren 80. De helft van haar vrienden zit thuis. Hannie laat zich niet ontmoedigen door de gelaten houding van haar omgeving: er is nu eenmaal geen werk voor iedereen, een uitkering is ook wel best. Ze pakt koekjes in, wordt telefoniste, directiesecretaresse, scholingsdeskundige bij integratietrajecten, gaat in de avonduren Kunst en Cultuurgeschiedenis studeren, wordt uiteindelijk toch nog juf en vervolgens docent Nederlands en hoofd studentenzaken aan het ROC Albeda in Rotterdam.

Door haar geloof in een actieve opstelling en in het nemen van de eigen verantwoordelijkheid stemt Hannie in eerste instantie een paar keer VVD, maar het ontbreken van aandacht voor de noden van anderen en een langetermijnvisie, brengen haar al snel bij D66, waar ze die aandacht en visie wel vindt. Dat D66’ers oog hebben voor de langere termijn en daardoor ruimte creëren voor een flexibele afweging van keuzes, versterkt haar keuze voor D66. Als het kabinet Rutte I in 2010 met gedoogsteun van de PVV aantreedt, vindt Hannie het tijd zich actief met de politiek te gaan bemoeien. Ze meldt zich als actieve D66’er bij de werkgroep cultuurbezuinigingen in Gouda, wordt in 2012 lid van de programmacommissie en in 2014 gemeenteraadslid. Ze beheert de portefeuilles Cultuur, Onderwijs en Veiligheid.

Veiligheid De kadernota van de Veiligheidsregio Midden Holland vormt in 2014 al meteen een mooie uitdaging. De door het Rijk opgelegde bezuinigingen worden niet behaald en keer op keer uitgesteld. Er moeten duidelijke afspraken met een harde datum worden gemaakt. De motie van Hannie daartoe krijgt brede steun en is de opmaat om kritisch te kijken naar een ander samenwerkingsverband in wording, nl. de Nieuwe Regio (nu Regio Midden-Holland). Dat is uiteindelijk een netwerkverband geworden, waarin op projectbasis kan worden samengewerkt en waaraan meegedaan kan worden in verschillende samenstellingen. Er is veel reden om samen te gaan werken op gebieden als klimaat, werkgelegenheid, de woningopgave, mobiliteit. ‘Dat gebeurt nog onvoldoende,” aldus Hannie.

Onderwijs Een belangrijke vraag op het gebied van het onderwijs is hoe om te gaan met de toenemende krimp, die nu al speelt in het basisonderwijs. Deze situatie vraagt om keuzes in kwesties als wijkbereikbaarheid, vrijheid van schoolkeuze, de spreidingsmaat voor een wijk, nieuwbouw of opknappen. Samen met het CDA heeft Hannie vorig jaar een thema-avond over onderwijs georganiseerd om de problemen in kaart te brengen. Dat personeelsproblemen opgelost kunnen worden door logistieke problemen op te lossen en dat het onderhoud niet de sluitpost mag zijn van de begroting zijn belangrijke conclusies. Andere aandachtspunten wat het onderwijs betreft zijn voor Hannie de samenwerking tussen beroepsonderwijs en arbeidsmarkt, de voorschoolse opvang en het taalonderwijs voor de laaggeletterden.

Cultuur “Cultuur is heel belangrijk. Cultuur verbindt!” Door minder waardering te hebben voor kunst en cultuur glijden we volgens Hannie als beschaving af. Hannie vindt het belangrijk dat mensen deelnemen aan cultuur en ze ziet het faciliteren van cultuur als een noodzakelijke voorwaarde daarvan. Er is in Gouda heel veel op het gebied van cultuur, maar volgens haar wordt de jongerencultuur bijvoorbeeld onvoldoende erkend en gestimuleerd. Jongerenoverlast wordt ook veroorzaakt doordat jongeren geen plekken hebben om bij elkaar te komen. Het probleem wordt in de Raad vaak afgedaan met ‘jongeren kunnen het zelf organiseren’, maar zo zegt Hannie: “We laten ze aan hun lot over en voorstellen in de Raad om dit te veranderen, halen het niet. Men is wel bereid om te investeren in sport, maar er zijn jongeren die liever dansen etc..” Hannie vindt wel dat toerisme de stad nieuw leven heeft ingeblazen en dat we moeten blijven investeren in toerisme: het maakt de stad levendig en ook de eigen inwoners profiteren daarvan.

Speerpunten voor de toekomst Als eerste punt noemt Hannie een intensiever jeugdbeleid. Ze ziet hierin twee sporen, namelijk aan de ene kant het stimuleren van de eigen ontwikkeling en motivatie voor onderwijs bij de jongeren en aan de andere kant het terugdringen van overlast. We moeten jongeren behouden voor Gouda. Als tweede punt noemt Hannie het Cultureel Erfgoed. Haar doel is de energietransitie, bouwopgaven en klimaatbeheersing integraal in de omgevingsvisie te brengen en naar regionale oplossingen te zoeken voor interne en externe problemen. Tot slot spreekt Hannie haar vertrouwen uit in de verkiezingen van 21 maart en met name in het nieuwe team.