GroenLinks stemt niet in met programmabegroting 2020-2023

Op 31 oktober vond in het gemeentehuis de begrotingsbehandeling plaats. Daaraan voorafgaand hadden de fracties al op 10 oktober hun algemene beschouwingen uitgesproken en toegelicht. Evenals de moties en amendementen die op 31 oktober verder werden behandeld en in stemming gebracht.

GroenLinks was initiatiefnemer van drie moties, te weten: een motie over de invoering van de jaja-sticker, waarbij ongeadresseerd drukwerk (reclamefolders) alleen nog wordt bezorgd bij de woningen waar deze sticker op de deur is geplakt. Invoering van deze sticker voorkomt veel onnodig drukwerk in de bus en mensen geven hiermee aan bewust te kiezen voor het ontvangen van de reclamefolders. GroenLinks riep het college op te komen met een Plan van Aanpak om deze sticker in te voeren. Het college, bij monde van wethouder Vos, gaf aan ‘geen behoefte te hebben aan deze motie’. De motie werd met 11 stemmen voor en 18 stemmen tegen afgewezen. SP, D66, SGP, PvdA en CU waren mede-indiener.

Ten tweede was er de motie Diftar. Diftar is een systeem waarbij er sprake is van een vast tarief en een variabel tarief voor afvalaanbieding- de hoogte van het variabel tarief is afhankelijk van het aantal keren dat de container voor rest-afval wordt opgehaald en geleegd. Het gaat uit van het principe ‘de vervuiler betaalt’. Met deze motie verzocht GroenLinks het college dit systeem te onderzoeken, mee te nemen in het afvalbeleid en hierover terugkoppeling te geven aan de raad.

Tijdens de algemene beschouwingen op 10 oktober had wethouder Vos gevraagd deze motie aan te houden omdat op de bijeenkomst over Afvalbeleid op 28 oktober de mogelijkheid van Diftar ook zou worden besproken. In plaatsen namelijk waar dit systeem was ingevoerd, waren de resultaten van dien aard, dat dit systeem als een van de betere en goedkopere systemen werd beschouwd. Diftar zou dus nader worden bekeken -de aanwezige fracties tijdens deze afvalbijeenkomst gaven allen aan geen bezwaren te hebben tegen (het onderzoeken van) DIftar. GroenLinks, inmiddels met mede-indiener SGP, besloot de motie toch in te brengen. Het college, wederom bij monde van wethouder Vos, vond de motie overbodig. Ook de rest van de raad wees deze motie af.

Tenslotte diende GroenLinks een motie vreemd aan de orde van de dag in, namelijk voor hulp aan de Molukken. De Molukken worden sinds eind september geteisterd door aardbevingen en naschokken. Hierbij vielen tientallen doden, honderden gewonden en vluchtten nog eens circa 200.000 mensen de bergen en heuvels in. Landelijk is er weinig nieuws over deze ramp, terwijl er mensen onder erbarmelijke omstandigheden moeten zien te overleven. Hulpacties zijn vooral kleinschalig en particulier, terwijl er veel meer nodig is.

De eerste motie vroeg ook om een financiële ondersteuning, maar toen bleek dat dit geen bijval van een meerderheid van de raad zou krijgen, besloot de fractie van GroenLinks de motie aan te passen met de oproep aan het college om samen met de Molukse gemeenschap en de hulpverlenende instanties te onderzoeken waar de gemeente kon helpen én om initiatieven van de Molukse gemeenschap waar mogelijk te steunen en te faciliteren. Tevens diende deze motie als een blijk van support en medeleven aan de Molukse gemeenschap in Hoogeveen. SGP en SP hadden zich inmiddels aangesloten als mede-indiener van de motie. Het college nam de motie over en de rest van de raad stemde bijna unaniem -met uitzondering van de VVD- in met deze motie.

GroenLinks was daarnaast ook mede-indiener van negen andere ingediende moties en amendementen, waaronder vinger aan de pols houden bij bezuinigingen voor Thuishulp, betrekken bewoners bij begroting en Stichting Leergeld een betere positie geven voor uitvoer van hun taken.

Bij het stemmen voor de begroting in zijn geheel, stemde GroenLinks tegen -met name omdat de fractie zich niet kan vinden in de zware bezuinigingen binnen het Sociaal Domein. Of zoals fractievoorzitter Catharina van Hien vorig jaar al stelde bij de algemene beschouwingen 2018: “Een samenleving kun je beoordelen aan de hand waarop ze met hun meest kwetsbaren de maatstaf omgaat. Dat zou voor de uitgaven moeten zijn”