Tijdens de raadsvergadering van 28 mei verweet fractievoorzitter Larry Köster van D66 de nieuwe coalitie op een onverantwoorde wijze bezig te zijn. Door de coronacrisis is het ambtelijk apparaat zwaar belast en zijn er nu geen ambtenaren beschikbaar om een nieuw college in te werken en een collegewissel mogelijk te maken. D66 vindt het niet in het belang van Krimpen aan den IJssel dat de nieuwe coalitie op 2 juli aanstaande een nieuw college wil installeren. Het huidige college is in staat en bereid om met vereende krachten de crisis te bestrijden.

In een brief van 25 maart 2020 riep burgemeester Vroom de partijen op om de coalitieonderhandelingen op te schorten, omdat alle aandacht van met name het ambtelijk apparaat nodig is om de huidige crisis te bedwingen. In een brief van 30 april gaf het huidige college aan dat zij gezamenlijk en met vereende kracht alles kan en wil doen om de crisis te bestrijden. Toch verzoeken de partijen die een nieuwe coalitie hebben gevormd, te weten SGP, VVD, Krimpens Belang, CDA, ChristenUnie en Pvda, om op 2 juli een nieuw college te installeren.

Een collegewissel op korte termijn is niet in het belang van Krimpen

“Het is uiterst respectloos, naar het college, naar de burgemeester maar vooral naar het ambtelijk apparaat om juist nu een verzoek in te dienen om per 2 juli het college te wisselen” aldus Larry Köster. Volgens D66 is het zeker niet in het belang van Krimpen om de inzet die nodig is van het ambtelijk apparaat om de crisis te bestrijden te bemoeilijken door nu te vragen om een nieuw college in te werken.

Dat de partijen de oproep van de burgemeester aan hun laars lappen rekent Köster de partijen zwaar aan. “Op mijn vraag waarom nu deze haast kon geen van de zes partijen een onderbouwd antwoord geven”, aldus Köster.

Geen enkele afstemming met ambtelijke organisatie

Tijdens de discussie werd duidelijk dat de nieuwe coalitie op geen enkele wijze overleg heeft gehad met de zittende wethouders of de ambtelijke organisatie om na te gaan of een collegewissel op dit moment uitvoerbaar is. Ook het goede politieke gebruik om een coalitieakkoord voor te leggen aan de ambtelijke organisatie om haalbaarheid en mogelijke onjuistheden te verifiëren blijkt de coalitie dus (nog) niet te volgen.