'We zijn geen neezeggers, maar wel-doeners.' (een stukje uit mijn congresspeech van vandaag) Afgelopen zaterdag was ik bij een ontbijtbijeenkomst in Rozenburg. Even voor uw beeld: Groenlinks, CDA, D66 en VVD waren toen nog niet als vrienden uit elkaar en Feyenoord was nog lang geen kampioen. Onder dat gesternte zat ik dus in de auto. In alle vroegte, richting Rozenburg, op zaterdagochtend. Om te spreken over het thema hoop. Ik moet eerlijk toegeven: ik heb even moed moeten verzamelen om zo vroeg te gaan rijden. Ik ben toch meer een avondmens geloof ik. Bij Gouda reed ik een prachtige, volle regenboog tegemoet. Dat was al de eerste meevaller van de ochtend. In Rozenburg zelf trof ik zo’n 100 ochtendmensen aan. En wat voor mensen. Aan die 100 ochtendmensen mocht ik iets vertellen over wat wij in de politiek proberen te doen. Over onze agenda van hoop. Na mijn verhaal bij dat ontbijt stond een oudere vrouw op. 82 jaar en ze zat naast haar even oude man. Ze vertelde hoe ze haar geloof niet bij woorden wilde laten. Ze vertelde hoe ze in het dorp altijd langs een groep hangjongeren loopt. En, zo vertelde ze, iedereen noemt hen ´tuig van de richel´, maar weet je, dat is helemaal niet zo. Pas was er weer langs gelopen en was ze even bij ze op hun bankje gaan zitten. Tussen de jongens in. ‘Hoe is het jongens? Doen jullie nu ook examen?’ Want ze wilde zich niet neerleggen bij al die mensen om haar heen die die jongeren tuig noemden. ‘Alles wat ze nodig hebben is een beetje liefde, Gert-Jan. Dat is alles: een beetje liefde. En als ik nu in de stad wat van die jongelui tegenkom, dan groeten ze me, vragen ze me hoe het met me gaat en dan vraag ik hoe het met hun examens is.’ Ik vond dat zo gaaf. Als oudere had ze hoofdschuddend naar die jongeren kunnen kijken. Als christen had ze kunnen klagen over gebrek aan normen en fatsoen bij deze jongeren. Als bezorgde burger had ze snel door kunnen lopen. Maar ze deed het niet. Ze stond stil, ging tussen hen in zitten en gaf een kleine beetje liefde door. Hoe moeilijk kan zoiets makkelijks zijn? Zo stonden er die ochtend meer mensen op. Een raadslid dat een fietsenplan had bedacht voor mensen in de bijstand. Iemand die meedraaide bij de voedselbank. De een na de ander vertelde over zijn of haar vijf broden en twee vissen. En terwijl ik naar de verhalen luisterde, dacht ik, dit is het. Dit is onze beweging. Dit is onze meet-up van mensen die opstaan, doen wat ze kunnen om hun geloof handen en voeten te geven en hun naaste lief te hebben. Als je mij vraagt: wat is de kern van dat hoopvolle realisme waar de ChristenUnie steeds over spreekt? Dan zou ik zou willen antwoorden: dít is de kern. Mensen die opstaan en doen wat ze kunnen. We zijn geen neezeggers, maar wel-doeners. Dat is de beweging waar wij onderdeel van uitmaken. Waar wij de stem van zijn in de politiek. Lees hier de rest van mijn speech: https://www.christenunie.nl/blog/2017/05/20/Congresspeech-Gert-Jan-Segers-We-zijn-geen-neezeggers-maar-wel-doeners.?originNode=30984