Poliflw

Een vee-industriebeurs in de Jaarbeurs in Utrecht: dat kan écht niet in een stad die zegt diervriendelijk te zijn. Dat is de conclusie van Partij voor de Dieren werkgroep Utrecht, die afgelopen vrijdag op onderzoek uit ging op de VIV Europe 2018 beurs, waarop bedrijven uit de vee-industrie hun producten toonden om dieren zo snel en zo efficiënt mogelijk te ‘verwerken’ voor consumptie. Apparaat bedoeld om kippen zo snel mogelijk in stukken te hakken Partij voor de Dieren werkgroep Utrecht ging naar de beurs om te controleren of er levende dieren werden gebruikt en welke producten er werden aangeprezen, die mogelijk in Nederland niet eens meer gebruikt mogen worden. Esther Korteweg, werkgroepcoördinator PvdD Utrecht: “Levende dieren waren er gelukkig niet, maar er werden wel dode kippen in stukken gesneden en er stonden opgezette kippen. Er was vooral aandacht voor het huisvesten, vervoeren, doden en ‘verwerken’ van kippen. Zo werden er legbatterijen verkocht en zagen we machines met bijbehorende video’s die erop gericht zijn om zo snel mogelijk zoveel mogelijk dieren (levend en dood) te vervoeren, te doden en in stukken te hakken. De grootschaligheid en de in onze ogen kille bedrijfsvoering hebben ons geschokt. We zagen geen enkel medeleven met de dieren; zij werden uitsluitend als producten gezien” Apparaat bedoeld om kippen zo snel mogelijk in stukken te hakken De Partij voor de Dieren vindt dat de Jaarbeurs dit soort beurzen niet meer zou moeten faciliteren. Er is in de maatschappij een steeds grotere groep mensen die bezig is met dierenwelzijn en plantaardig eten, en er is steeds meer weerstand tegen de intensieve veehouderij. Korteweg: “Waarom vindt de Jaarbeurs – die al meerdere keren ook grootschalige evenementen met dieren organiseerde* – het nodig om buitenlandse vee-industriëlen in Utrecht te ontvangen en hen te tonen hoe je dieren als producten kunt behandelen? Dit past niet in een diervriendelijk Utrecht en we willen dan ook dat de Jaarbeurs haar bedrijfsvoering nu écht diervriendelijker gaat maken. Juist een groot bedrijf als de Jaarbeurs kan veel bewerkstelligen als zij stelling neemt tegen dierenleed.” Kooien voor kuikens/kippen Partij voor de Dieren werkgroep Utrecht heeft haar bevindingen doorgegeven aan de Tweede Kamerfractie van de Partij voor de Dieren, aangezien de vee-industrie onder landelijk beleid valt. * Bijvoorbeeld Kerstcircussen met dieren en dit jaar nog een kindervoorstelling met 70 boerderijdieren in het Beatrixtheater Misleidende reclame van een transportbedrijf Misleidende reclame van een bedrijf dat legbatterijen verkoopt Misleidende voorstelling van hoe het eraan toe zou gaan in de intensieve veehouderij  

Om in Utrecht bomen te mogen kappen is in de meeste gevallen een kapvergunning nodig. Soms legt de gemeente bij het verlenen van een kapvergunning de plicht op nieuwe bomen te planten, maar niet altijd. Dit moet anders, vindt de Partij voor de Dieren. Raadslid Eva van Esch: “Bomen zijn om heel veel verschillende redenen ontzettend waardevol voor de stad. Daarom kunnen we het ons niet veroorloven het bomenaantal te laten krimpen. Als het dan echt onvermijdelijk is om bomen te kappen - wat ons betreft alleen bij ziekte of dreigend gevaar - laten we onszelf en anderen dan op zijn minst verplichten ervoor te zorgen dat er weer minstens zoveel nieuwe bomen worden teruggeplant”. De fractie van de Partij voor de Dieren legde hiertoe in maart 2018 een initiatiefvoorstel voor aan de raad. Dit allereerste initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren wordt vanavond besproken tijdens de commissie Stad en Ruimte. Met haar voorstel roept de Partij voor de Dieren de gemeenteraad op te besluiten de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zo te wijzigen dat herplant voortaan verplicht wordt gesteld bij een kapvergunning. Van Esch: “Dit college zet hard in op groei van de stad en nieuwbouw, en dan is het moeilijk om het aantal bomen op peil te houden, laat staan het aantal te laten groeien. Met dit voorstel willen we regelen dat herplant de standaard wordt. Dat geeft voor iedereen duidelijkheid”. Als het voorstel wordt aangenomen, dan wordt er aan de verlening van kapvergunningen voortaan standaard een herplantplicht gekoppeld.

De Partij voor de Dieren wil dat internationale dienstreizen van het college van B&W en raads- en commissieleden voortaan bij minder dan 750 kilometer per trein worden afgelegd. Mocht er wel gevlogen worden, dan wordt de CO2-uitstoot voortaan standaard gecompenseerd. De Partij voor de Dieren diende hiertoe vandaag een actuele motie in, die werd aangenomen door een grote meerderheid van de raad.  Reden voor het indienen van deze motie is dat het college van B&W, raadsleden en commissieleden voor hun werk soms internationale dienstreizen maken en dit regelmatig met het vliegtuig doen. PvdD-raadslid Maarten van Heuven: “Vliegen is zwaar belastend voor het milieu, het klimaat en de leefomgeving van mens en dier. Een bestemming op 750 kilometer is vaak prima te bereiken met de (snelle) trein. En áls een dienstreis dan per vliegtuig afgelegd moet worden, is nu ook geregeld dat de CO2-uitstoot gecompenseerd wordt. Door dienstreizen op deze manier milieuvriendelijker te maken bereiken we ook sneller een klimaatneutraal Utrecht.”  Een vliegreis belast het milieu vijf tot vijftien keer zoveel als een reis per trein. Het verschil is het grootst op een korte reisafstand. De verbranding van kerosine levert veel CO2-uitstoot op en er komen daarnaast andere schadelijke stoffen vrij, wat een grote bijdrage levert aan de opwarming van de aarde en een versterkt broeikaseffect. “De gemeente speelt hier een voorbeeldfunctie, en we zijn blij dat een raadsmeerderheid dit inziet”, aldus Van Heuven. Tweede Kamer reist al met de trein  In 2014 werd al een soortgelijke motie in de Tweede Kamer aangenomen. Onlangs sloot het Vlaamse parlement zich hierbij aan: voor relatief korte buitenlandse reizen nemen zij niet langer het vliegtuig. Ook een groep grote bedrijven wil het aantal Europese vluchten van eigen medewerkers terugdringen. Van Heuven: “En dat Utrecht dit nu ook gaat doen is natuurlijk winst voor iedereen.”

Het Utrechtse coalitieakkoord “Ruimte voor Iedereen”, dat vandaag gepresenteerd werd door GroenLinks, D66 en ChristenUnie, biedt nauwelijks aandacht aan de dieren die in Utrecht leven. Het akkoord biedt geen nieuwe perspectieven voor een beter dierenwelzijn in de stad. Ondertussen zetten de drie coalitiepartijen wel in op de groei van de stad, waardoor de vraag rijst of er op termijn nog wel echt ruimte is voor mens en dier in Utrecht. De nieuwe coalitie benoemt klimaatverandering tot een groot probleem en neemt maatregelen om de CO2-uitstoot te verminderen. In het akkoord wordt bijvoorbeeld concreet gesteld dat een uitgebreide milieuzone vanaf 2030 alleen emissievrij verkeer in de binnenstad toestaat. “Als Partij voor de Dieren zien we veel stappen in de goede richting. Klimaatverandering is dan ook een enorm en urgent probleem. We vinden het wel jammer dat veel ambities in de toekomst liggen, en dat er geen concrete en afrekenbare tussenstappen gezet worden”, aldus Eva van Esch, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren. Van Esch ziet een aantal gemiste kansen: “Het collegeakkoord biedt bijvoorbeeld geen aandacht aan onze consumptie en eetpatronen, terwijl we weten dat het eten van dierlijke eiwitten bijdraagt aan klimaatverandering”. Het college zegt te gaan investeren in groene en blauwe verbindingen, waardoor dieren meer ruimte krijgen. “Maar eigenlijk is dat eigenlijk al staand beleid, we hebben die structuren namelijk al, waarbij we ook nog eens zien dat die verbindingen onder druk staan door nieuwbouw. En daarmee wil het nieuwe college alleen maar mee doorgaan”, aldus Eva van Esch van de Partij voor de Dieren. Groei Op de groei van de stad wordt door de coalitiepartijen geen rem gezet. Groei van de stad is geen doel op zich, wordt gesteld, maar maatregelen om de groei af te remmen, ontbreken, Sterker nog: evenementen en festivals blijven welkom op grote schaal, internationale sportevenementen, zoals de Vuelta, worden naar de stad gehaald en er blijft gewerkt worden aan het vestigen van meer bedrijven. “Inzetten op groei betekent ook dat er veel nieuwe problemen ontstaan. We hadden dit liever anders gezien”, aldus Van Esch.

De Partij voor de Dieren heeft bezwaar gemaakt tegen het gebruik van 70 boerderijdieren rond de kindervoorstelling Fien & Teun – Feest op de Boerderij! die gisteren plaatsvond in het Beatrix Theater in Utrecht. De partij vroeg de organisatoren vorige week om af te zien van het gebruik van levende dieren in de foyer. Die vonden het echter niet nodig om de dieren achterwege te laten, omdat ‘kinderen kennis konden maken met dieren in een vrije omgeving’. Via social media en mail wees de Partij voor de Dieren de organisatoren erop dat het welzijn van dieren tijdens dit soort evenementen niet gewaarborgd kan worden: “Deze dieren worden blootgesteld aan transporten, stress, herrie, een onnatuurlijke omgeving in een theaterfoyer, zonder daglicht en buitenlucht”, aldus Eva van Esch, raadslid van de Partij voor de Dieren in Utrecht. Op de site van het AD is te zien dat de dieren waren gehuurd bij Bert’s Animal Verhuur, een commercieel bedrijf dat veel dieren houdt en ook de dieren ‘levert’ voor de kerststal in het Catharijne Convent. Van Esch: “Op de video is te zien dat vele dieren door elkaar staan in de foyer van het Beatrix Theater en dat er veel teveel mensen om de dieren heen staan, die ze allemaal willen aanraken. Dieren proberen weg te komen, maar dit is niet mogelijk, omdat ze geen schuilmogelijkheid hebben en omringd zijn door mensen en andere dieren. Dit is dierenleed en dit moet stoppen.” Evenementen met dieren verbieden Het college van B&W stuurde in 2017 op verzoek van de Partij voor de Dieren een brief naar de Tweede Kamer om kenbaar te maken dat de gemeente Utrecht evenementen met dieren zou willen verbieden. Dit omdat de gemeente op dit moment niets kan doen om het gebruik van dieren tegen te gaan bij evenementen waarbij de gemeente zélf niet betrokken is. De PvdD nam daarom direct contact op met het Beatrix Theater, Stage Entertainment en Van Hoorne Entertainment. Van Esch: “Je krijgt dan een reactie waarin wordt gezegd dat ‘de kinderen kennis kunnen maken met boerderijdieren in een vrije omgeving’, maar dat is natuurlijk niet het geval. Vaak wordt niet duidelijk gemaakt hoe dieren bij verhuurbedrijven leven, en daarnaast worden ze vele malen per jaar geplaatst in een niet-natuurlijke omgeving, zoals een foyer van een theater. Wij willen dat hier een einde aan komt, omdat het dierenwelzijn en het natuurlijke gedrag van dieren bij dit soort evenementen ernstig in het gedrang komt”. De Partij voor de Dieren blijft organisatoren van evenementen erop wijzen dat het gebruik van dieren niet ten goede komt aan hun welzijn. Het voorbeeld van afgelopen maandag maakt dit maar weer al te duidelijk.

Dankzij een protestactie van Partij voor de Dieren Utrecht heeft Jumbo toegezegd geen levende kreeften te gaan verkopen in hun nieuwe Foodmarkt in Leidsche Rijn Centrum. Daarnaast gaat de supermarktketen onderzoeken hoe zij verder wil met de verkoop van levende kreeften. In hun Foodmarkten in Amsterdam, Breda en Veghel worden nog wél levende kreeften aan klanten verkocht. PvdD-raadslid Eva van Esch: “De Partij voor de Dieren is erg blij dat Jumbo tot dit besluit is gekomen voor Utrecht.” Van Esch: “In 2016 – toen bekend werd dat er in Leidsche Rijn Centrum een Foodmarkt zou komen – verzochten we Jumbo niet ook in Utrecht levende kreeften te gaan verkopen. Ter ondersteuning van ons verzoek vroegen we in 2017 inwoners van Utrecht samen met ons kenbaar te maken dat we in Utrecht niet zitten te wachten op deze vorm van dierenleed. Bijna 3.500 mensen gaven gehoor aan onze oproep, met resultaat! Hoewel Jumbo vooralsnog aangeeft dat zij voorlópig geen levende kreeften gaat verkopen in Leidsche Rijn zien we hun onderzoek met vertrouwen tegemoet. Het is namelijk al lang bekend dat kreeften veel pijn en stress ervaren door het lange transport vanuit landen als Canada en het verblijf met vastgebonden scharen in de winkel. Thuis worden ze door amateurkoks gedood, wat met veel leed gepaard gaat. Jumbo kan niet anders dan tot de conclusie komen dat de verkoop van levende kreeften moet stoppen”. Kreeftenvissers in de Verenigde Staten Goed nieuws voor filialen in Amsterdam, Breda en Veghel De Jumbo Foodmarkt in Leidsche Rijn opent op 16 mei 2018. Als besloten wordt dat Jumbo helemaal geen levende kreeften meer gaat verkopen, betekent dit ook goed nieuws voor de filialen in Amsterdam, Breda en Veghel. De Partij voor de Dieren zou dit een grote stap voorwaarts vinden in een diervriendelijker supermarktbeleid. Niet alleen de Partij voor de Dieren, maar ook de Vissenbescherming en andere organisaties pleiten al langer voor een stop op de verkoop van levende kreeften. Deze worden, naast Jumbo, nog steeds verkocht in restaurants en toko’s, en soms op Markt Vredenburg. Ook bij deze verkopers heeft Partij voor de Dieren Utrecht ervoor gepleit te stoppen met de verkoop van levende kreeften, krabben en andere dieren.

Utrecht, 5 april 2018 - In de Bekkerstraat in Wittevrouwen is zonder goede afstemming met de buurt en zonder goede redenatie vanuit het college groen verwijderd om parkeerplaatsen aan te leggen. De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren heeft hierover vandaag al voor de derde keer vragen aan het college gesteld. Raadslid Eva van Esch: "Dit is echt een voorbeeld hoe het niet moet in een stad die zegt groen belangrijk te vinden. Er rammelt van alles aan dit dossier en het kostbare groen is hiervan de dupe." Het draait allemaal om het voormalige Anatomiegebouw aan de Bekkerstraat. Dit gebouw had voorheen een maatschappelijke bestemming. Nu worden door een nieuwe eigenaar woningen en bedrijfsruimte in het gebouw ontwikkeld. Bij die nieuwe bestemming zijn volgens de gemeentelijke parkeerregels minder parkeerplaatsen nodig. Omdat het parkeren voor gebruikers van het gebouw altijd plaatsvond in de omliggende straten zou dat na de bestemmingswijziging ook nog prima moeten kunnen. Toch kiest de nieuwe eigenaar ervoor om in de tuin bij het gebouw extra parkeerplaatsen te maken. Dit is ten koste gegaan van de groenstrook die daar aanwezig was. Het bevreemd de Partij voor de Dieren dat het college hier toestemming voor heeft gegeven, omdat het niet noodzakelijk was meer parkeerplekken te realiseren. Raadslid Eva van Esch: “Als het college dan zegt dat ze liever heeft dat mensen op eigen terrein parkeren dan op de openbare weg, dat zou er in dit geval op zijn minst voor gekozen moeten worden om minimaal een vergelijkbaar aantal parkeerplaatsen in de openbare ruimte op te heffen en er een groene invulling aan te geven. Maar ook dat wil het college ook niet. In feite worden er dus gewoon parkeerplaatsen toegevoegd ten koste van groen.” In reactie op eerdere vragen van de Partij voor de Dieren gaf het college aan dat de groenstrook langs de Biltsche Grift in tact zou blijven. Wie ter plaatse gaat kijken ziet echter dat er een grote kaalslag heeft plaatsgevonden. Van Esch: “Dit klopt gewoon niet. Het is overduidelijk dat het groen niet meer in tact is, ik begrijp niet waarom het college dit in haar antwoorden toch beweert. Daarom blijf ik ze hierover bevragen totdat ik een heldere verklaring krijg over de situatie en de gang van zaken.”

Iedereen die 21 maart op de Partij voor de Dieren gestemd heeft, iedereen die zich keihard hiervoor ingezet heeft, iedereen die ons lieve berichtjes stuurde: ontzettend bedankt voor jullie steun! We gaan nu niet meer met één, maar met twéé raadsleden opkomen voor dieren, natuur, milieu en een sociaal Utrecht! #groeiendverzet  Maarten van Heuven en Eva van Esch komen nu voor de Partij voor de Dieren in de Utrechtse gemeenteraad. Eva was al raadslid van de PvdD in Utrecht.

Op zondag 18 maart blokkeerde Partij voor de Dieren Utrecht samen met PvdD Tweede Kamerlid Lammert Van Raan een autoparkeerplaats in de Minrebroederstraat om Utrecht uit te roepen tot Fietsstad. Dit deed de partij door een fietsenrek in de vorm van een auto neer te zetten op een autoparkeerplaats. PvdD-raadslid Eva van Esch: “Fietsen is véél milieuvriendelijker en gezonder dan autorijden, zeker als de binnenstad van Utrecht autovrij wordt (uitgezonderd auto's van hulpverleners en hulpbehoevenden). En dat is een van de speerpunten van de Partij voor de Dieren in Utrecht. Een van onze actieve leden heeft dit prachtige fietsenrek voor ons gemaakt en onze flyeraars namen een flyerpauze om met Lammert en mij op de foto te gaan en aandacht te vragen voor het feit dat de Partij voor de Dieren een stad wil met veel meer ruimte voor fietsers en minder ruimte voor die vervuilende auto’s.” Als het autoverkeer ontmoedigd wordt in Utrecht komt er ook meer ruimte voor groen, dieren, spelende kinderen en wandelaars. De luchtkwaliteit verbetert, de historische binnenstad wordt beter beschermd en het wordt veiliger op straat voor mens en dier. Op de plaats van één auto kunnen meer dan 10 fietsen gestald worden. Die ruimte is hard nodig in de steeds drukker wordende binnenstad. De binnenstad is niet gebouwd voor auto’s. Fietsen, wandelen en openbaar vervoer zijn schonere en veiligere alternatieven waar bijna iedereen die nu nog met de auto in de binnenstad rijdt op kan overstappen. De Partij voor de Dieren wil dan ook dat alle auto’s van mensen die er niet afhankelijk van zijn zo snel mogelijk geweerd worden uit de binnenstad.

In Utrecht, en dan vooral in Leidsche Rijn, liggen te veel terreinen braak. De Partij voor de Dieren wil dat braakliggende terreinen worden benut: ze zijn bij uitstek geschikt voor kleinschalige bewonersinitiatieven die de leefbaarheid in de wijk kunnen verbeteren. Het projectbureau Leidsche Rijn biedt inwoners de kans om een braakliggend tijdelijk te beheren. Actieve leden van de Partij voor de Dieren hebben nu al deze terreinen geclaimd om er groene en diervriendelijke initiatieven te ontplooien.  Locaties waar nog gebouwd gaat worden, mogen soms tijdelijk gebruikt worden voor bijvoorbeeld speelnatuur, bijenvelden, stadslandbouw, of kunnen tijdelijk dienst doen als plek voor een buurtactiviteit. Het projectbureau Leidsche Rijn biedt een online plattegrond aan met beschikbare locaties. De Partij voor de Dieren deed eerder al een verzoek om op een van deze terreinen een bijenveld te mogen aanleggen, maar dat verzoek werd geweigerd omdat politieke partijen niet in aanmerking komen voor het ontplooien van een tijdelijk initiatief op braakliggend terrein. Omdat bewoners wél een aanvraag mogen doen, hebben diverse actieve leden van de Partij voor de Dieren nu alle nog beschikbare braakliggende terreinen geclaimd. Zij willen daarmee duidelijk maken dat er snel iets moet gebeuren met die terreinen, zodat deze vergroend kunnen worden. Met name in Leidsche Rijn vind de Partij voor de Dieren dit hard nodig, gezien de grootschalige bouwplannen in dit gebied. PvdD-raadslid Eva van Esch: “Onze leden, inwoners van Utrecht, geven hiermee een krachtig signaal af. Ze hebben zelf allerlei ideeën voor de invulling van ‘hun’ terrein, bijvoorbeeld een natuurspeelplaats voor kinderen, een buurtmoestuin, tijdelijke natuur of een bloemenveld voor insecten. De boodschap is duidelijk: de vele braakliggende terreinen kunnen goed benut worden voor groene en duurzame initiatieven.” Na 21 maart zal de Partij voor de Dieren-fractie samen met haar leden invulling gaan geven aan deze braakliggende terreinen. Foto: gemeente Utrecht