Fractie blijft voortouw nemen bij vraagstukken Sociaal Domein
Vanaf het moment dat per 1 januari 2015 het Sociaal Domein (Participatie wet, de nieuwe WMO en Jeugdwet) onder de verantwoordelijkheid van gemeenten is komen te vallen, blijft het een zoektocht naar de manier waarop gemeenten met deze verantwoordelijkheid om moeten gaan.
Het Sociaal Domein is het grootste domein binnen het takenpakket van gemeenten geworden. Voor de VVD is dit in veel gevallen nog steeds wennen. Wij zijn immers de partij die van oudsher opkomt voor de ondernemers, wars is van inkomenspolitiek en vooral ook de partij van de eigen verantwoordelijkheid: pak je kansen waar dat kan en maak wat van je leven en van je leefomgeving. Het Sociaal Domein steekt daar maar stoffig bij af. Het voelt vaak nog steeds wat onwennig om juist op dit onderwerp als VVD het voortouw te nemen. Maar dat is wat we als VVD fractie in Meppel wel doen.
De gemeente heeft steeds meer zicht op-, en inzicht in, de wijze waarop organisaties en samenwerkingsverbanden hun werk doen. Waardoor een betere regierol mogelijk is. Maar tegelijkertijd blijven er ook veel vragen onbeantwoord en blijven de uitgaven hoger dan de inkomsten binnen het Sociaal Domein. De Drentse gemeenten hebben hier recent weer een brandbrief over gestuurd naar de Kamer; gemeenten blijven het signaal afgeven dat de gelden die vanuit het Rijk komen, ver achter blijven bij de eisen en de opdracht die de uitvoering van het Sociaal Domein met zich meebrengt. Maar ondertussen moeten we in Meppel natuurlijk wel verder. In 2018 is het Interventieplan Sociaal Domein in het leven geroepen. Als gemeente Meppel hadden we in 2019 een taakstelling van E 294.000,- om te bezuinigen en van 2020 tot het einde van deze periode een jaarlijkse taakstelling van E 680.000,- Hoe het daarmee staat en of de taakstelling vorig jaar gehaald is, is nog steeds niet duidelijk.
Het lijkt soms wel een doel om zaken zo ingewikkeld te maken, en weer zoveel andere stof op te laten waaien, dat het voor een raadslid bijna onmogelijk wordt om antwoord te krijgen op een vraag. Recent is het rapport van de Rekenkamercommissie uitgekomen. In opdracht van de Raad, met uw VVD als initiator, is gekeken naar de hoeveelheid overhead binnen de gemeentelijke organisatie (afdelingen Jeugd) en bij organisaties specifiek binnen de Jeugdzorg. Doel van
het rapport was om te achterhalen of er, naast het interventieplan Sociaal Domein, nog andere knoppen zijn om als Raad aan te draaien ten behoeve van meer grip op de zorg. Dit rapport heeft in eerste instantie goed inzichtelijk gemaakt hoe de overhead wordt berekend binnen een gemeentelijke organisatie. En wat we wel en niet weten van dit onderwerp bij organisaties waar we als gemeente zaken mee doen. Aan overhead binnen onze gemeente wordt voor wat betreft Jeugdzorg ca. 15% van de begroting uitgegeven (volgens de rekenmethode van de RKC). Hoe de overhead zich verhoudt tot directe zorg bij instanties die Jeugdzorg leveren, is niet bekend. We hebben als Raad het college opgeroepen om hier binnen het samenwerkingsverband afspraken over te maken en dergelijke info ook mee te nemen in aanbestedings- en evaluatiegesprekken.
Dit is echter niet zonder slag of stoot gegaan. De VVD is hiervoor met een amendement gekomen omdat het erop leek dat het hele rapport van de Rekenkamer in een la zou verdwijnen. Dat ook de hoeveelheid overhead bij zorginstellingen een punt van gesprek moet worden bij aanbestedingen of evaluaties, vinden we als VVD erg belangrijk. Dit aspect hoeft niets te zeggen over het beleid binnen een instelling, maar het kan wel. En hoe meer overhead hoe minder directe zorg. En, last but not least, veel overhead kan ook iets zeggen over praktijken die het daglicht mogelijk niet kunnen verdragen; de zogenoemde fraude in de zorg waar de media heel regelmatig over berichten en waar schrijnende gevallen over bekend zijn.
Een paar dagen nadat ons amendement was aangenomen werd er in de media bericht over een instelling die in andere plaatsen van het land geweerd werd wegens mogelijke fraude en waar wij als gemeente vanaf 2019 mee in zee zijn gegaan. De VVD heeft hier vragen over gesteld. U kunt deze vinden in het openbare gedeelte van IBabs. De vragen zijn aan het begin van het reces ingediend. We wachten nog op antwoord. Wanneer hier belangrijke zaken uitkomen die ook voor u interessant zijn om te weten, houden we u uiteraard op de
hoogte.
Wanneer er vragen of opmerkingen zijn naar aanleiding van bovengenoemde informatie kunt
u contact opnemen met ons raadslid Simone Schonewille.