Poliflw

Er is veel kritiek op CETA, het handelsverdrag tussen de Europese Unie en Canada. Programmamaker Froukje Jansen ging op zoek naar het echte verhaal. En viel van de ene verbazing in de andere.

Minister Kaag van Buitenlandse Handel wil dat de Tweede Kamer het verdrag binnenkort goedkeurt en noemt de kritiek op CETA vaak onzin. Maar ondertussen zitten wij met veel vragen waar geen duidelijk antwoord op komt. Want:

Vinden we over een paar jaar hormoonvlees op ons bord? Eten we straks vlees van varkens die hun hele leven lang vast hebben gestaan? Kunnen onze boeren de concurrentie aan met de Canadese boer, die veel meer ruimte heeft, maar ook veel meer mag? Kunnen we straks miljardenclaims verwachten van Canadese bedrijven, omdat we de gaskraan dichtdraaien? En wie gaat dat allemaal betalen?

Benieuwd naar de antwoorden? Bekijk nu de documentaire

De fractie heeft tijdens de raad van 26 september een motie ingediend om de het college om een oproep te doen aan de Tweede en Eerste Kamer om niet akkoord te gaan met CETA in de huidige vorm.  

Dit najaar zal het Nederlandse parlement waarschijnlijk besluiten of het instemt met het vrijhandels- en investeringsverdrag CETA dat de EU met Canada heeft gesloten. Dit verdrag brengt grote beperkingen en risico’s met zich mee voor veel van de 355 Nederlandse gemeenten en de 12 provincies van Nederland. Canadese en Amerikaanse bedrijven die actief zijn in Nederland kunnen overheden in de weg staan bij het uitvoeren van hun democrati­sche bevoegdheden en taken. Als overheden zich niet aan die beperkingen houden, dan riskeren zij forse schadeclaims die buiten de nationale rechtspraak om worden toegekend. Het verdrag is niet bepaald sociaal of duurzaam. Als CETA doorgaat, wordt de macht van multinationals veel groter. Ten koste van mens, dier, milieu en klimaat. CETA is bovendien in strijd met de ambities van het klimaatakkoord van Parijs. Gemeenten die woningen betaalbaar willen hou­den, krijgen onder CETA minder mogelijkheden om regels op te leggen aan buitenlandse beleg­gers. Maatregelen om huren betaalbaar te houden voor middeninkomens kunnen bijvoorbeeld gemakkelijk onderwerp worden van investerings­claims. Dit is een van de vele voorbeelden. En daarmee raakt het ook de lokale democratie. Verschillende organisaties waaronder FNV en Milieudefensie roepen gemeenten en provincies op om kritisch te kijken naar de mogelijke gevolgen van CETA voor de lokale democratie. Daar wilde GroenLinks graag gevolg aangeven door het indienen van de volgende motie.

Helaas heeft de motie het niet gehaald.

Weten welke? 

Bekijk het filmpje.

Weten welke? 

Bekijk het filmpje.

Weten welke? 

Bekijk het filmpje.

Weten welke? 

Bekijk het filmpje.

Weten welke? 

Bekijk het filmpje.

Het is haalbaar om de opwarming van de aarde onder de anderhalve graad te houden, zoals afgesproken in het Parijsakkoord, maar dan moeten de regeringen wel in actie komen. Dat staat in het laatste rapport van de VN-organisatie voor klimaatwetenschap, IPCC. “De klimaatwetenschap laat zien dat het nog mogelijk is om gevaarlijke onvoorspelbare opwarming te voorkomen”, zegt Europarlementariër Bas Eickhout. Op dinsdag bespreken de Europese milieuministers de aanbevelingen.

Eickhout sprak eerder met Bert Metz, vroeger hoofd van een van de werkgroepen van het IPCC, over het rapport. Ze namen samen een podcast op.

Eickhout: “Maar het lijkt er toch op dat de politieke wil ontbreekt. Hoe moeilijk het is om wetenschappelijke data in politieke actie om te zetten, zien we iedere keer als we klimaatwetgeving bespreken, bijvoorbeeld bij de klimaatimpact van auto’s.” Met name de Duitse regering laat zich keer op keer voor het karretje van de auto-industrie spannen. Kortzichtige dwarsliggers die voorkomen dat we een echte impuls krijgen om de auto-industrie te vergroenen.

Ook bij de langetermijndoelen ontbreekt het aan overeenstemming tussen de wetenschappelijke onderbouwen en politiek handelen. “Als de Europese Commissie in november met voorstellen komt, dan moet dat in de richting zijn van een klimaatneutrale economie in 2050.” Eickhout wijst erop dat het dan wel noodzakelijk is om het tussentijdse doel voor 2030 verder aan te scherpen naar min 55 procent, zoals ook de Nederlandse regering bepleit.

Het is haalbaar om de opwarming van de aarde onder de anderhalve graad te houden, zoals afgesproken in het Parijsakkoord, maar dan moeten de regeringen wel in actie komen. Dat staat in het laatste rapport van de VN-organisatie voor klimaatwetenschap, IPCC. “De klimaatwetenschap laat zien dat het nog mogelijk is om gevaarlijke onvoorspelbare opwarming te voorkomen”, zegt Europarlementariër Bas Eickhout. Op dinsdag bespreken de Europese milieuministers de aanbevelingen.

Eickhout sprak eerder met Bert Metz, vroeger hoofd van een van de werkgroepen van het IPCC, over het rapport. Ze namen samen een podcast op.

Eickhout: “Maar het lijkt er toch op dat de politieke wil ontbreekt. Hoe moeilijk het is om wetenschappelijke data in politieke actie om te zetten, zien we iedere keer als we klimaatwetgeving bespreken, bijvoorbeeld bij de klimaatimpact van auto’s.” Met name de Duitse regering laat zich keer op keer voor het karretje van de auto-industrie spannen. Kortzichtige dwarsliggers die voorkomen dat we een echte impuls krijgen om de auto-industrie te vergroenen.

Ook bij de langetermijndoelen ontbreekt het aan overeenstemming tussen de wetenschappelijke onderbouwen en politiek handelen. “Als de Europese Commissie in november met voorstellen komt, dan moet dat in de richting zijn van een klimaatneutrale economie in 2050.” Eickhout wijst erop dat het dan wel noodzakelijk is om het tussentijdse doel voor 2030 verder aan te scherpen naar min 55 procent, zoals ook de Nederlandse regering bepleit.

Het is haalbaar om de opwarming van de aarde onder de anderhalve graad te houden, zoals afgesproken in het Parijsakkoord, maar dan moeten de regeringen wel in actie komen. Dat staat in het laatste rapport van de VN-organisatie voor klimaatwetenschap, IPCC. “De klimaatwetenschap laat zien dat het nog mogelijk is om gevaarlijke onvoorspelbare opwarming te voorkomen”, zegt Europarlementariër Bas Eickhout. Op dinsdag bespreken de Europese milieuministers de aanbevelingen.

Eickhout sprak eerder met Bert Metz, vroeger hoofd van een van de werkgroepen van het IPCC, over het rapport. Ze namen samen een podcast op.

Eickhout: “Maar het lijkt er toch op dat de politieke wil ontbreekt. Hoe moeilijk het is om wetenschappelijke data in politieke actie om te zetten, zien we iedere keer als we klimaatwetgeving bespreken, bijvoorbeeld bij de klimaatimpact van auto’s.” Met name de Duitse regering laat zich keer op keer voor het karretje van de auto-industrie spannen. Kortzichtige dwarsliggers die voorkomen dat we een echte impuls krijgen om de auto-industrie te vergroenen.

Ook bij de langetermijndoelen ontbreekt het aan overeenstemming tussen de wetenschappelijke onderbouwen en politiek handelen. “Als de Europese Commissie in november met voorstellen komt, dan moet dat in de richting zijn van een klimaatneutrale economie in 2050.” Eickhout wijst erop dat het dan wel noodzakelijk is om het tussentijdse doel voor 2030 verder aan te scherpen naar min 55 procent, zoals ook de Nederlandse regering bepleit.