Nieuws van politieke partijen in Zuid-Holland inzichtelijk

72 documenten

Opinie: Boeren verdienen ondersteuning bij voorkomen stalbrand

CDA CDA Zuid-Holland 10-09-2019 08:55

Afgelopen zomer werd Nederland opgeschrikt door een aantal stalbranden. Zulke berichten raken mij iedere keer weer, omdat ik van veehouders weet hoeveel leed daarmee gepaard gaat. Naast alle dieren die hulpeloos de dood vinden, zien boerengezinnen in korte tijd hun levenswerk in vlammen opgaan. Dat hakt erin. Allereerst vanwege het verlies van hun dieren, nadat eerst is geprobeerd te redden wat er te redden valt. Maar ook de financiële schade, die al snel in de honderdduizenden euro’s loopt, en de grote maatschappelijke ophef laat boeren natuurlijk niet onberoerd. Het geeft eens te meer aan hoe groot de verantwoordelijkheid is die boeren hebben om zorgvuldig met hun dieren om te gaan. Dat is hun kerntaak. Maar ook dat zij een overheid nodig hebben die zorgt dat zij kúnnen investeren in oplossingen.Elke stalbrand is er één te veel, daar is iedereen het wel over eens. Niet voor niets probeert de sector zelf al jarenlang het aantal branden terug te dringen. Die verantwoordelijkheid nemen zij. Tegelijkertijd moeten we realistisch zijn. Honderd procent zekerheid heb je helaas nooit. Hoeveel stalbranden er ook worden voorkomen: op het moment dat het misgaat, is het direct groot nieuws. Belangrijk is dan vooral dat de overheid niet de fout maakt om meteen extra regelgeving te verzinnen. Er zijn al ontzettend veel regels, en het gaat erom de regelgeving die we hebben beter te handhaven. Vanzelfsprekend moet eerst naar de oorzaken gekeken worden. En de kern daarvan is, los dat de oorzaak in 55% van de gevallen onbekend blijkt te zijn, dat menselijk handelen er over het algemeen aan ten grondslag ligt. Denk aan achterstallig onderhoud, aangevreten kabels door te weinig ongediertebestrijding (waar overigens ook te veel beperkingen door de overheid op worden gelegd) en brandgevoelige materialen die niet in stallen thuishoren. Het vergroten van bewustwording is daarom heel belangrijk. Boeren moeten weten waar de zwakke plekken in hun bedrijf zitten, en hoe dat te kunnen verbeteren.We moeten ons ervan bewust van zijn dat boeren niet alleen aan hoge eisen op het gebied van brandveiligheid moeten voldoen, maar ook als het gaat om bijvoorbeeld milieu en duurzaamheid. Zo waren luchtwassers bijvoorbeeld nodig om de ammoniakuitstoot te verlagen, maar zorgen deze bij brand juist voor een snelle verspreiding van het vuur. Dat is niet eenvoudig, en nieuwe systemen kosten geld. Ondanks de forse kosten die daarbij komen kijken, zijn Nederlandse boeren hard aan de slag met verduurzaming. Terwijl het voor hen steeds moeilijker wordt om een eerlijke boterham te verdienen. En zonder een fatsoenlijk inkomen, is het onmogelijk te investeren. Daar heeft de overheid naar mijn mening ook een verantwoordelijkheid. Daarom heb ik de minister gevraagd in kaart te brengen welke detectiesystemen in stallen mogelijk zijn, en hoeveel dat kost. Wat mij betreft verdienen boeren daarbij een financiële steun in de rug. Zodat we krijgen wat iedereen wil: brandveilige en duurzamere bedrijven.Terwijl onze agrarische sector wereldwijd tot de kopgroep behoren als het gaat om voedselveiligheid, milieu en dierenwelzijn, is er steeds vaker sprake van negatieve beeldvorming. Niet in de laatste plaats door acties van dierenrechten- en klimaatactivisten, die de waarheid geweld aandoen. Maar ik zie het als mijn taak als volksvertegenwoordiger, om ervoor te zorgen de overheid naast onze boeren staat. Zodat we gezond voedsel van eigen bodem, onze voorbeeldfunctie en toekomstige bedrijfsopvolgers niet verliezen. Geen boeren, geen eten. Jaco Geurts

Hoeveel dieren moeten er nog ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 23-08-2019 06:32

Hoeveel dieren moeten er nog verbranden voordat er maatregelen worden genomen? #stopdebioindustrie

We zijn op een #kantelpunt ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 20-08-2019 08:08

We zijn op een #kantelpunt aanbeland. Drie veeboeren roepen collega's op te stoppen met het produceren van dierlijke producten. #groeiendverzet OPINIE VEESTAPEL Veeboeren, het is de hoogste tijd om te zeggen: ‘We stoppen ermee’ Volgens koeienboer Annette Harberink, varkensboer Kees Scheepens en kippenboer Ruud Zanders doen veeboeren er goed aan aan veeboeren met hulp van politiek en goede wil te stoppen. Het rapport van het klimaatpanel IPCC van de Verenigde naties is duidelijk. De wijze waarop mensen land gebruiken en voedsel produceren moet op de schop. De belangrijkste verandering: minder vlees. Dit staat niet letterlijk in het rapport. Dat ligt namelijk voor veel, mogelijk alle, overheden te gevoelig. Maar het rapport roept wel expliciet op tot structurele veranderingen. We zullen land efficiënt moeten gaan gebruiken, lees: voor mensen en niet voor dieren of energie. De reactie van de belangenbehartigers voor de agrarische sector LTO volgde snel: ‘Boeren hebben een oplossing.’ Maar eigenlijk lezen we dan alleen dat we het al zo goed doen en we zelfs de beste van de wereld zijn. Er wordt volledig voorbijgegaan aan het feit dat het rapport juist zegt dat de huidige manier van intensieve productie desastreus is. We zouden de reactie van LTO dan ook anders formuleren, namelijk: ‘Veeboeren hebben een oplossing.’ Waarom zouden we niet nagenoeg geheel stoppen met het produceren van dierlijke producten? Volgens Wagenings onderzoek kunnen we bij een optimaal landgebruik en optimale verwerking van restproducten slechts 20 gram dierlijk eiwit per persoon per dag consumeren. Natuurlijk kunnen we niet voorbijgaan aan problemen die ontstaan bij het afbouwen van de veestapel: gedane investeringen, zoeken naar nieuwe inkomsten, andere landbouwvormen, etcetera. Maar dat neemt niet weg dat we wel al kunnen kiezen om een geheel andere weg in te slaan. Opvolging Laten we er een 20-jarenplan van maken om in 2040 wederom het beste landbouwsysteem ter wereld te hebben. Ieder jaar nemen we 5 procent van onze veestapel uit productie. Te beginnen met boeren die geen opvolging hebben en (bijna) pensioengerechtigden. Dit kan middels opkopen van productierechten. Hiermee kunnen ook eventuele schulden worden afbetaald. Als we dit twintig jaar lang doen en starten in 2020, dan hebben we onze veestapel in 2040 afgebouwd. We hebben dan niet alleen een efficiënter landgebruik, ook de CO2-footprint van ons voedsel wordt aanzienlijk teruggebracht. En zeker zo belangrijk: we kunnen stoppen met het in meer of mindere mate kwellen van speciaal voor ons voedsel gefokte dieren. Tegelijkertijd kunnen we in die tijd een nieuw systeem opbouwen waarin de functie van het dier zoveel mogelijk wordt vervangen. Bemesting van akkers kan via plantaardige landbouw en/of het gebruik van humane mest. Restproducten die nu nog aan dieren worden gevoerd, kunnen we mogelijk via nieuwe technieken verwerken tot producten voor de mens (aardappels konden we ook pas eten nadat we ze gingen koken) of terug aan het land geven als bemesting. Vlees, eieren en melk kunnen we vervangen door plantaardige producten, via schimmels uit het laboratorium of via nieuwe kweekvleesmethodes. Afvalverwerker Dieren die we nog houden (en na 2040 dus heel beperkt), kunnen we benutten als afvalverwerker in ons voedselsysteem of inzetten voor natuurbeheer. Dieren voeren met voor humane consumptie geschikte producten is onaanvaardbaar en moeten we zo snel mogelijk verbieden. Door inkrimping van de veestapel kunnen we dieren veel diervriendelijker gaan houden, waarbij aangetekend dient te worden dat écht diervriendelijk dieren houden op een commerciële manier nagenoeg onmogelijk is. Maar laten we beginnen met erkennen dat productiedieren levende intelligente wezens zijn met emoties en gevoelens. Wat we nodig hebben is ondersteuning om boeren niet met financiële consequenties op te zadelen. 300 miljoen euro per jaar kan zomaar voldoende zijn. Dit is amper 0,5 procent van ons Bruto Binnenlands Product (BBP). Verder moet er een sociaal plan komen om boeren en aanverwante industrie te helpen met omschakelen naar nieuwe werkzaamheden. Evenals ooit sociale plannen zijn opgesteld voor mijnwerkers, de textielindustrie of telegrambestellers. Subsidies, nu nog bestemd voor de intensieve landbouw, zouden hieraan besteed kunnen worden. Kortom, met hulp van politiek en goede wil om het echt beter te doen hebben veeboeren inderdaad een oplossing: ‘we stoppen ermee.’ Annette Harberink is koeienboer, Kees Scheepens is varkensboer en Ruud Zanders is kippenboer. Volkkrant, Annette Harberink, Kees Scheepens en Ruud Zanders 19 augustus 2019, 16:41

Trouw : " Kamerveteraan Esther ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren VVD D66 CDA Zuid-Holland 06-08-2019 18:53

Trouw : " Kamerveteraan Esther Ouwehand haalt lol uit ‘terugvechten’ " De Tweede Kamer lijkt soms een duiventil, waar politici in- en uitvliegen. Deze zomer praten ervaren Kamerleden over hun werk en ontwikkeling. Vandaag Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren): ‘Journalisten weten nóg niet waarom ons verhaal aanslaat.’ Is politiek leuk? Ze fronst haar wenkbrauwen even, denkt een paar seconden na en zegt dan, vrij resoluut: “Nee. Politiek is niet per se leuk. Wat mij blijft motiveren, is de verandering die ik voorsta. Dat is mijn drijfveer. Je moet terugvechten, in mijn geval tegen het conservatieve landbouwbeleid dat Nederland al decennia heeft. Uit dat ­terugvechten kan ik wel lol halen.” Het mag een klein wonder heten dat Esther Ouwehand (43) behoort tot de meest ervaren Tweede Kamerleden. Politieke ambities heeft ze nooit gehad. Aan het einde van het interview zal Ouwehand enigszins ­verbaasd reageren op de vraag of ze ooit leider van de Partij voor de Dieren wil worden. “Nee joh. Ik denk echt niet: gut, fractievoorzitter dat lijkt me nou een mooie carrièresprong, of minister. Zo sta ik niet in het leven.” Ouwehand vertelt over haar parlementaire werk op een terras aan de Singel in Leiden. Dit is haar stad. Althans, het is de plek waar ze woont. Ouwehand groeide op in het gereformeerde Katwijk, de kustplaats waar het geloof voor haar soms als een ‘verstikkende deken’ aanvoelde. Op haar zestiende werd ze vegetariër na het zien van een tv-documentaire over de veehouderij. “Ik had nog nooit gezien dat er in Nederland op die manier met dieren werd omgesprongen. Ik wist toen: daar ga ik me voor inzetten, voor de kwetsbare zonder stem.” Het plan was een baan bij Green­peace of de Dieren-bescherming. De ­Partij voor de Dieren zou pas tien jaar later worden opgericht. De marketing voor Tina Na haar studie beleid, communicatie en organisatie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam belandde Ouwehand bij ­Sanoma Uitgevers, waar ze onder andere de marketing deed voor meidenblad Tina. “Ik wilde eerst ervaring opdoen in het bedrijfsleven, maar haalde geen voldoening uit het halen van verkooptargets”, zegt ze. Na vijf jaar was ze er klaar mee. De Partij voor de Dieren bestond inmiddels. “In 2004 zochten ze iemand om de partij uit de klei te trekken. Er was geen geld, geen kantoor, er waren geen computers, nauwelijks vrijwilligers.” Ouwehand was direct geïnteresseerd. “Wow, dacht ik. Zij vinden wat ik vind. En ik had marketing-communicatie gedaan en ervaring met vrijwilligers door het jongerenwerk dat ik in Katwijk deed. Ik kon wel iets betekenen.” Ze trad in dienst bij de partij in de veronderstelling dat ze achter de schermen zou werken aan de uitbouw van een beweging. Tot in 2006 onverwachts de vraag kwam: wil je politica worden? “Ik weet nog goed dat ik dat helemaal niet wilde. Is er echt niemand anders?, vroeg ik.” Op 30 november dat jaar werden Marianne Thieme en Esther Ouwehand als Tweede ­Kamerleden geïnstalleerd voor de Partij voor de Dieren. We wisten niks Terugkijkend zegt ze: “Wij wisten helemaal niets. We kenden de weg in het Kamergebouw niet. We hadden geen medewerkers die ons even konden rondleiden. Alles was nieuw. Op de eerste dag hadden we direct een belangrijk debat, over het generaal pardon dat er zeer tegen de zin van toenmalig minister van vreemdelingenzaken Rita Verdonk zou komen. Marianne en ik zorgden voor de doorslaggevende stemmen. “De eerste politieke spotprent over ons was van Joep Bertrams. Hij tekende een bulldog, op de halsband stond ‘Partij voor de Dieren’. Uit de mond van de hond staken twee voeten met ‘Rita ­Verdonk’ erop. We stonden meteen vol in de schijnwerpers.” Andere Kamerleden waren overwegend aardig voor de nieuwkomers, herinnert Ouwehand zich, maar een partij die zich sterk maakt voor dieren bleef voor velen een merkwaardig verschijnsel. Ouwehand: “De teneur was: het is leuk tot aan de volgende verkiezingen. Dan is de grap wel weer voorbij. Je zag ze denken: nou meisjes, maak het maar even leuk, straks is het weer voorbij.” Ouwehand is een slordige 4300 dagen Kamerlid. Ze mag zich op het Binnenhof, waar de omloopsnelheid hoog is, een veteraan noemen. Bemestingsnormen voor zaai-uien of snijmais In het prille begin was er vooral onzekerheid. Is dit werk niet te moeilijk? Ouwehand trad toe tot de commissie landbouw, een gezelschap dat in die tijd werd gedomineerd door politici met een boerenachtergrond. Debatten waren technisch en specialistisch. Ze gingen over kentekenplaten voor trekkers, maar ook over bemestingsnormen voor zaai-uien of snijmais. “Dat klinkt niet echt spannend”, zegt Ouwehand, maar ze omschrijft het als een ‘niet te onderschatten kwestie’. “Als je die normen verruimt, kan er meer mest komen. En dus meer ruimte voor bio-industrie. Ik heb de eerste twee jaar van mijn Haagse leven geïnvesteerd in lezen, lezen en lezen. Stapels documenten. Tot ’s nachts drie, vier bleef ik doorwerken. “Zeker in de landbouwdebatten gaat het over details die mede bepalen of de veehouderij meer ruimte krijgt of juist moet krimpen. Het kost een tijdje voor je doorhebt dat je de bemestingsnormen voor zaai-uien beter niet kunt negeren. Als ik in een debat merkte dat de VVD aansloeg op die uien, was ik alert. Dan wist ik: opletten, ze draaien weer aan een knopje met veel grotere gevolgen dan voor die uien alleen.” Ik noem geen namen De verhoudingen met andere Kamerleden zijn altijd wel goed geweest, zegt ze. Ook met haar politieke tegenstanders van VVD en CDA. Haar grote rivaal was lange tijd CDA’er Ger Koopmans, die ‘de meest afschuwelijke dingen zei’. “Maar dat vond hij ook van mij. Het is heel fijn dat je desondanks grappen kunt maken met elkaar. Ik ben vriendelijk tegen iedereen. Helaas merk ik nu wel dat er enkele Kamerleden – ik noem geen namen – het politieke verschil persoonlijk maken. En met die mensen heb ik moeite.” Ouwehand begint opnieuw over het terugvechten, over de strijd die zij en Thieme sinds dag één voeren. In 2007, vrij snel na hun aantreden, verdedigde minister Gerda Verburg (landbouw) haar nota dierenwelzijn. “Voor dit debat zijn wij zo’n beetje opgericht”, zegt Ouwehand. “We wilden zestig moties indienen om de plannen van Verburg bij te stellen. Grote consternatie in de Kamer! Boris van der Ham van D66 stond op, gooide zijn stoel naar achteren en riep: ‘Als het zo moet, stop ik ermee! Ik steun nooit meer iets van jullie!’. Hij vond het belachelijk dat we zo met de instrumenten van de Kamer omsprongen. “Natuurlijk is zestig moties veel. Het is een grijs gebied, in principe moet een partij in zo’n wetgevingsdebat de tijd krijgen alle voorstellen in te dienen die ze wil. We zaten in een commissiezaal, met een afgesproken eindtijd. Dat knelde. Bij motie 41 werd ik afgehamerd. “Maar de pijn bij de anderen ging ook over de inhoud van die moties. Wat wij deden, was plannen uit verkiezings-programma’s van die partijen kopiëren naar onze voorstellen. Ja, dan wordt het voor anderen vervelend als ze moeten tegenstemmen. Wij vinden dat mooi.” Zo hemelbestormend is dit niet Ouwehand beaamt dat dit de kern is van de wijze waarop de Partij voor de Dieren de afgelopen dertien jaar politiek heeft bedreven. Met Thieme probeert ze partijen zo veel mogelijk te confronteren met hun eigen programma’s. “Als wij dan kritiek krijgen dat we iets radicaals bepleiten, kunnen we zeggen: zo hemelbestormend is dit niet. D66 heeft dit zelf een keer voorgesteld, of de PvdA. Het is een kwestie van beloftes nakomen.” Veelgehoorde kritiek op de partij is dat ze zich buiten de orde plaatst door het afwijzen van ieder compromis. De Partij voor de Dieren sluit geen akkoorden met de coalitie en voert geen achterkamertjesgesprekken met minister X of staatssecretaris Y. De invloed die Thieme en Ouwehand hebben is indirect. Ze proberen andere partijen bij te sturen waar ze kunnen. “We willen dat latente bewustzijn bij die anderen aanwakkeren. Of het helpt? Jazeker, de rechten van dieren zijn een niet te vermijden onderwerp van debat geworden. Ons eerste grote landbouwdebat, eind 2006, ging direct voor 90 procent over dierenwelzijn. Dat is sindsdien niet meer veranderd. Tegenwoordig dienen andere partijen ook twintig moties in over de gezondheid van dieren. Dat gebeurde voordat wij in de Kamer zaten echt niet. In het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II stond een verbod op circusdieren. Zonder ons was dat er niet ingekomen.” “Wij zullen onze werkwijze niet veranderen. We zijn er heel diep van doordrongen dat de samenleving fundamenteel moet veranderen, dat de manier waarop we met dieren – en daarmee met onze hele planeet – omgaan, onhoudbaar is. We moeten voorbij kortetermijnbelangen kijken. Die verandering zit niet in kleine stapjes, in marginale dingetjes, in de voldoening van het minimale succes. We voeren de politieke, maar zeker ook de maatschappelijke druk op. Zo krijg je grote doorbraken.” De glossy ‘Gerda’ Een opvallend moment in haar Kamerperiode was de ophef over de glossy ‘Gerda’. Minister Verburg had met overheidsgeld een blad uitgebracht, waarin haar landbouwbeleid werd gepromoot, aangekleed met glanzende foto’s van Verburg zelf. De Partij voor de Dieren sloeg alarm; de minister kreeg een motie van treurnis aan de broek. Ouwehand kijkt daar niet met veel voldoening op terug. Het was schandelijk dat de minister dit deed, zegt ze. Ouwehand vindt de kwestie vooral typerend voor de werkwijze van de parlementaire pers. De Gerda was groot nieuws, zaai-uien zijn dat nooit geweest. Ouwehand zegt: “Journalisten moeten keuzes maken, dat begrijp ik best. Onze partij is vooral actief op een onderwerp dat voor de pers niet zo interessant is. Het meest illustratief vond ik de wijze waarop wij rond de raadsverkiezingen van 2018 werden geduid. De Partij voor de Dieren won zo ongeveer in iedere gemeente waar we meededen. ’s Avonds bij de NOS konden de politieke duiders er geen enkele ­zinnige verklaring voor geven. Na al die jaren wisten de journalisten nog steeds niet waarom ons verhaal aanslaat. De ene verslaggever zei dat we in steden hadden gewonnen, omdat daar een dierentuin is. De andere zei dat het was, omdat in die plaatsen veel katten rondlopen. Heel typisch.” “Het gesprek in de media gaat gewoon niet over ons, wij staan niet op de radar, wij zijn nooit in beeld als de eeuwige vraag opdoemt: en wie wil de in problemen geraakte coalitie helpen? En daar ben ik ontzettend trots op, dat de kiezer ons ook zonder aandacht op tv en in de kranten weet te vinden. Mensen komen niet bij ons omdat wij in het nieuws zijn. Ze komen bij ons omdat we doen wat we doen.” Tips van Kamerveteraan Esther Ouwehand 1. Zorg dat je weet hoe de Kamer werkt. Leer de huisregels uit je hoofd, ken je rechten. Marianne en ik zaten in dat debat over dierenwelzijn met zestig moties, omdat we wisten dat hier ruimte lag voor ons. En het is meerdere keren gebeurd dat ik erachter kwam dat een landbouwminister de volgende dag in Brussel een bepaald standpunt namens Nederland zou innemen — instemmen met de toelating van een nieuw pesticide bijvoorbeeld. Als ik op dat moment een debat had met de minister van infrastructuur, dan vroeg ik de Kamer of ik alsnog een motie mocht indienen, gericht aan de landbouwminister. Met het verzoek om in Brussel vooral een ander standpunt in te nemen. Ik probeer op alle mogelijke manieren maximaal invloed uit te oefenen. Dat ben ik aan onze kiezers verplicht. 2. Focus. Het werk is overweldigend, scherpe keuzes maken is onvermijdelijk. Wij konden alleen zo succesvol worden op het dossier-landbouwgif, doordat we daar continu bovenop zitten. Dat kun je niet met honderd onderwerpen tegelijk. Durf te kiezen. 3. Ga regelmatig naar een bandje ­kijken. Het is goed voor je om even rond te hangen in een vol­ledig andere wereld.

Onacceptabel dat door techisch falen ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 30-07-2019 07:51

Onacceptabel dat door techisch falen honderden varkens zijn overleden. Fractie PvdD Zuid-Holland heeft vragen gesteld. #stopdebioindustrie

De #PvdD wil dat alle dieren ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 26-07-2019 10:23

De #PvdD wil dat alle dieren beschutting en verkoeling moeten kunnen opzoeken als ze dat nodig hebben! Zie je dieren in nood door de hitte? Bel dan de politie via 144 of maak een melding bij de NVWA: nvwa.nl/klacht of 0900-0388.

Tropische temperaturen verwacht: ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 23-06-2019 07:24

Tropische temperaturen verwacht: PvdD wil per direct maat­re­gelen tegen hitte­stress bij dieren. Met voorspelde temperaturen van boven de 35 graden zullen veel dieren komende week te maken krijgen met ernstige hittestress. De Partij voor de Dieren vraagt minister Schouten daarom per direct maatregelen te treffen. “Structureel veel minder dieren, meer ruimte, vrije uitloop met beschutting en geen transport op warme dagen”, vat Esther Ouwehand de maatregelen samen. Het is een groot drama, elke zomer weer. Vrachtwagens propvol met dieren die in de brandende hitte op transport gaan naar het slachthuis. Dieren raken gestresst omdat zij hun hitte niet kwijt kunnen, hebben te weinig ruimte om voldoende te bewegen of te liggen, drogen uit en een flink aantal dieren sterft van ellende. Afgelopen week was het weer raak. Dinsdag - een warme dag van 27 graden - maakte Animal Rights beelden bij slachthuis Vion in Boxtel. Vijftien tot twintig vrachtwagens vol dieren moesten uren rondjes rijden of op zoek naar een schaduwplekje. Ouwehand: “Door de bizarre snelheid van het slachtproces worden dieren in zulke enorme aantallen aangeleverd dat er al gauw oponthoud en lange wachttijden van enkele uren ontstaan. De temperaturen en de stress in de truck lopen dan snel op.” 'Pervers systeem' Hittestress ontstaat ook in potdichte stallen waar de temperatuur op zomerse dagen flink kan oplopen. Varkens nemen modderbaden in hun eigen uitwerpselen in een wanhopige poging verkoeling te vinden. In het huidige beleid wordt de stal dan uitgedund door dieren vervroegd naar de slacht te sturen. “Beter dood dan warm, zo lijkt de gedachte. En dat noemen ze dan een ‘dierenwelzijnsmaatregel’. Typerend voor de perversiteit van het systeem”, zegt Ouwehand. Echte maatregelen blijven uit. De minister houdt liever vast aan het zoveelste vrijblijvende, niet bindende sectorplan. Niet afdwingbaar, omdat de afspraken niet wettelijk zijn vastgelegd. De pluimveesector bijvoorbeeld weigert nu al drie jaar om de afspraken over te nemen. Ouwehand: “Een sector waarin honderden miljoenen dieren per jaar worden gefokt, gebruikt, gedood of geëxporteerd, weigert pertinent haar handtekening te zetten onder afspraken die voor minimale verbetering zouden zorgen, en komt daar nog altijd mee weg.” De Dierenbescherming en Eyes on Animals presenteerden deze maand het rapport ‘Op de bres tegen hittestress’, met daarin goed onderbouwde en met hulp van dierenartsen tot stand gekomen aanbevelingen. De Partij voor de Dieren vindt het onbestaanbaar dat de minister deze aanbevelingen aan de kant schuift en de twee organisaties slechts uitnodigt voor een gesprek met haar ambtenaren. Esther Ouwehand roept de minister daarom op om per direct de volgende maatregelen in te voeren: Structureel minder dieren houden in stallen zodat ze meer ruimte hebben. Alle dieren op veebedrijven moeten naar buiten kunnen en daar mogelijkheden hebben om af te koelen, zoals modderbaden, stofbaden, bomen en schuilstallen in de wei Verbod op diertransporten op zomerse dagen. Verlaging van de snelheid van het slachtproces in slachthuizen. Maximaal een uur wachttijd voor het slachthuis en in de wachtstal. Als het aan de Partij voor de Dieren ligt komt er een Nationaal Hitteplan voor dieren, zoals er ook een Hitteplan voor mensen is. De fractie zal hiertoe op korte termijn een voorstel indienen.

PvdD wil parle­men­taire enquête ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 13-06-2019 10:57

PvdD wil parle­men­taire enquête naar falend toezicht op veehou­derij De Partij voor de Dieren wil een parlementaire enquête naar het toezicht op de veehouderij en vleessector in Nederland. Eerder al bleek de NVWA structureel te falen in het toezicht in slachthuizen en bij veehouderijen: nu blijken er ook exportvergunningen te worden afgegeven voor dieren die te ziek of zwak zijn voor transport. RTL Nieuws bracht dit nieuws vandaag naar buiten, naar aanleiding van informatie die Animal Rights boven tafel heeft weten te krijgen. Het gaat om honderden dieren - varkens en koeien - met wonden en abcessen, die door de pijn nauwelijks meer kunnen lopen. In Nederland gaf de NVWA toestemming voor het transport, maar in België en Duitsland constateerden de toezichthouders bij aankomst in het slachthuis dat de dieren veel te zwak waren om te mogen worden vervoerd. Esther Ouwehand: “Nederlandse boeren en handelaren zetten ernstig zieke dieren systematisch op transport naar het buitenland. De NVWA staat erbij, kijkt ernaar en zet nota bene een krulletje voor akkoord.” Landbouwminister Schouten reageert verbaasd op deze misstanden. “De reactie van de minister is verbijsterend”, vindt Ouwehand: al jaren verschijnt het ene rapport na het andere waaruit blijkt dat er sprake is van grootschalige wetteloosheid in de veesector en dat het toezicht door de NVWA niet deugt. Het ministerie was hier dus allang van op de hoogte, maar koos ervoor de noodkreten te negeren. Dankzij de vasthoudendheid van een klokkenluider moest staatssecretaris Dijksma, de voorganger van minister Schouten, in 2013 toch toegeven dat de handhaving door de NVWA verre van op orde is - onder andere door een te grote verwevenheid van toezichthouders met de veesector zelf. Een effectieve aanpak bleef echter – opnieuw- uit. Ouwehand: “De wetteloosheid in de veesector moet dringend worden aangepakt. De Partij voor de Dieren wil dat boeren, handelaren en transporteurs die zich niet aan de regels houden hun vergunning inleveren. De NVWA moet dringend op de schop en er moet een parlementaire enquête komen naar het jarenlange falende toezicht op de veesector.”

De zeer besmettelijke Afrikaanse ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 11-06-2019 10:56

De zeer besmettelijke Afrikaanse varkenspest grijpt om zich heen in Zuidoost-Azië. In korte tijd heeft het virus tot de dood van tientallen miljoenen varkens geleid. Is dit virus een duwtje in de rug naar een veganistische wereld? Volgens antropoloog Roanna van Voorst is dat moment niet ver meer.

👏👏Partij voor de Dieren ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 24-05-2019 13:35

👏👏

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.