Vanavond werd tijdens een extra ingelaste raadsvergadering gesproken over de zandkwestie die Barneveld al lange tijd bezig houdt. Er hebben een aantal onderzoeken plaatsgevonden, onder andere naar de bodemkwaliteit en naar het handelen van de gemeente als opdrachtgever en toezichthouder. Lees hieronder de bijdrage van onze fractievoorzitter Koos van der Tang, die op de uitkomst van deze onderzoeken reageerde.
Mijnheer de voorzitter,
Vandaag gaat het over zand. De afgelopen tijd heb ik als raadslid weleens gedacht is er nog iets anders dan zand waarmee we ons bezig kunnen houden? Nu is het zo dat als we goed kijken naar zand dan zien we dat er eindeloos veel zandkorrels zijn en als we nog beter kijken dan zien we dat al die zandkorrels verschillend zijn. Daaraan moest ik denken bij het schrijven van deze bijdrage. Want als er iets opvalt in deze zandkwestie of zandcrisis dan is het wel dat er bijna overal veel van zijn. Veel betrokkenen, veel meningen, veel nota’s, veel rapporten, veel gesprekken, veel vergaderingen en die rij kunt u verder wel aanvullen.
Wie van ons had kunnen denken dat we als gemeenteraad zoveel tijd en energie zouden steken in “zand” of meer precies “toegepast zand.” Of nog meer precies “toegepast zand in woonwijken”. Daar gaat het dus over: toegepast zand in woonwijken.
En dan denk ik in eerste instantie aan al onze bewoners die hier direct mee te maken hebben gekregen. Dat is geen kleinigheid. Je zal maar in een wijk wonen die in de media wordt besproken zoals we allemaal weten hoe die besproken is. Of je zult maar werken bij het bedrijf dat het betreffende zand heeft geleverd of de project ontwikkelaar die het heeft toegepast of ambtenaar die vanuit de overheid betrokken is bij procedures rond het toegepaste zand. En tenslotte je zult maar raadslid in de gemeente Barneveld zijn en overspoeld worden met alle betreffende rapporten en meningen van allerlei betrokkenen in deze hele kwestie. Dat is voorwaar voor al die mensen geen kleinigheid!
We zaten met zijn allen in een lange donkere tunnel. Gelukkig was er op het moment dat we er als raad mee geconfronteerd werden een lichtpuntje, of beter gezegd een lichtpunt: de GGD heeft verklaard dat het toegepaste zand geen gevaar opleverde voor de volksgezondheid. Dat was een belangrijk gegeven. Onze burgers hebben geen gevaar gelopen wat hun gezondheid betreft. Gedurende het proces maakten we ons nog wel zorgen of er mogelijk stoffen in het toegepaste zand zouden zitten die niet in een woonwijk horen. En daarnaast of dat van negatieve invloed zou zijn op inwoners danwel op de waarde van hun huizen. Uit gedegen onderzoek dat door de gemeente heeft laten doen door gerenommeerde instituten is gebleken dat dat niet het geval is. Er is één spot gevonden met styreen en die wordt verwijderd. En wat de prijzen van de huizen betreft blijkt uit recente voorbeelden dat huizen in de betreffende wijken voor net zulke hoge prijzen worden verkocht als elders in Barneveld. Al met al is er inmiddels gelukkig veel licht ontstaan in de tunnel.
Er wordt door de verschillende gespecialiseerde bureaus nog wel van gedachten gewisseld over allerlei interpretaties van protocollen en uitkomsten van onderzoeken maar dat laten we wat de SGP betreft maar liggen bij die specialisten. Er zullen nog vele uren van vele mensen in gaan zitten en daar zal ook veel geld mee gemoeid zijn. Maar vandaag in onze raad spreken we over de voorliggende onderzoeken die zijn afgerond. Enkele zaken daaruit wil ik in mijn bijdrage benoemen.
In het raadsvoorstel staat op blz. 2, 3e alinea in de laatste zin: ‘deze aanbeveling nemen wij over.’ Bij de gevraagde beslissingen komt zien we dit niet terug. Wij vragen een toezegging van het college dat alle aanbevelingen uit het RHDHV rapport en het BMC rapport worden overgenomen door het college zodat wij als raad bij instemming met dit raadsvoorstel deze aanbevelingen overnemen.
Verder willen we naar aanleiding van de vragen die we als SGP hebben gesteld nog opmerken dat we er blij mee zijn dat De Omgevingsdienst De Vallei ofwel de OddV toe ziet, op een juiste en zorgvuldige verwijdering van die ene spot waar Royal Haskoning styreen heeft aangetroffen.
En dat er voor de bewaking van afspraken en werkprocessen rondom grondstromen binnen de organisatie eind 2018 een grondstromencoördinator is aangesteld.
Later in deze vergadering zullen we als raad nog een opdracht geven tot een laatste onderzoek die ons inzicht moet geven in de lessen die getrokken kunnen worden uit deze zandkwestie.
Samenvattend is de SGP blij dat onderzoek heeft uitgewezen dat het zand geen gevaar oplevert voor de volksgezondheid, dat de spot met styreen die is gevonden zal worden gesaneerd. Verder willen we onze dank uitspreken naar het college, de ambtenaren, de onderzoekers, leden van de klankbordgroep en iedereen die heeft bijgedragen aan het tot stand komen van de informatie om onze raad te informeren.
Wij kunnen instemmen met het raadsvoorstel.
