Nieuws van politieke partijen over D66 inzichtelijk

13 documenten

CDA zet vraagtekens bij het Leidse bestuursakkoord

CDA CDA GroenLinks VVD D66 PvdA Leiden 13-04-2018 18:08

In een open brief aan zijn collega-raadsleden zet CDA fractievoorzitter n.a.v. het debat over de overschrijding in het project huisvesting statushouders en bijzondere doelgroepen vraagtekens bij het Leidse bestuursakkoord. Het akkoord dateert uit 2010 en had (heeft) als doel om de verzuurde verhoudingen in de Leidse Raad te verbeteren. Bleijie zet daar na afgelopen donderdag zijn vraagtekens bij. “Als het akkoord betekent dat we wethouders blijven sparen en ze niet meer verantwoordelijk willen houden omdat dat onvriendelijk overkomt en niet past in onze collegiale omgang met elkaar, dan weet ik niet of het CDA dat bestuursakkoord nog moet ondertekenen. In het DNA van onze partij zit dat we fatsoenlijk met mensen omgaan en dat we niet te pas en te onpas met moties van wantrouwen wapperen. Dat mogen andere partijen van het CDA verwachten. Het is echter ook zo dat er iemand politiek verantwoordelijk is voor het uitvoeren van het beleid. Niet alleen in goede tijden als er successen te vieren zijn, maar ook als het faliekant mis is gegaan. Het college is politiek verantwoordelijk en als wij als Raad ons controle-instrument vanwege de Leidse bestuursakkoord en de daarbij horende bestuurscultuur te grabbel gooien omdat we kosten wat het kost vriendelijk met elkaar om willen gaan, dan moeten we bij onszelf te rade gaan. De bestuurscultuur moet niet ten koste gaan van de plicht die wij als Raadsleden hebben om een college te controleren en het verantwoordelijk te houden als dat nodig is.” Lees onderstaand de open brief van Bleijie aan zijn collega Raadsleden: Beste collega-raadsleden, Afgelopen donderdag ontving ik net als jullie het boek ‘ De Gemeenteraad, ontstaan en ontwikkeling van de lokale democratie’ van de hand van onder andere mijn goede vriend Geerten Boogaard. Met Geerten zat ik tussen 2006 en 2008 in de Commissie Bestuur en Leefbaarheid van de Leidse Gemeenteraad. Geerten was een dijk van een Raadslid en bovenal een bijzonder leuke, gezellige en capabele collega. En inmiddels universitair docent Staats- en Bestuursrecht aan de Universiteit Leiden. Man wat hebben wij vaak met een pils in de hand gelachen om wat er in ‘het theater’ aan de Breestraat zoal plaatsvond. Vooral om de stok waarmee de partijen die toen nog het leuke, lekkere, linkse, Leidse college vormden terug het hok in werden geslagen Als er al een bestuurscultuur was in die tijd, dan werd die vorm gegeven door de lange rode knuppel die in een hoek van de PvdA-fractiekamer stond. En het collegeprogramma was net zo dichtgetimmerd als Fort Knox. Het was een mooie samenloop van omstandigheden dat we juist afgelopen donderdag het boek van Boogaard e.a. kregen. Boogaard is namelijk samen met CDA-er Wouter den Hollander en D66-Tweede Kamerlid Paul van Meenen architect van de nieuwe Leidse bestuurscultuur zoals we die sinds 2010 kennen. Een nieuwe manier van omgaan, vastgelegd in een bestuursakkoord met als doel om niet bij iedere scheet het vertrouwen in een wethouder op te zeggen, niet bij ieder zuchtje kritische tegenwind de collegepartijen terug het hok in te slaan en niet bij iedere Raadsvergadering te grossieren in allerlei jij-bakken die de sfeer en de besluitvorming in de Raad niet ten goede komt. De Raad moest weer de ruimte krijgen om de instrumenten te gebruiken om het college te kunnen controleren. Een akkoord overigens waarbij ten overvloede werd afgesproken dat het college de Raad adequaat en afdoende informeert, ook als dat lastig of negatief is. Het bestuursakkoord en de inherente collegiale manier van samenwerken komt immers van twee kanten. Juist die manier van omgaan stond afgelopen donderdag tijdens het interpellatiedebat centraal. Saillant detail was dus dat het boek van een van de geestesvaders van dit akkoord bij ons op de leggers lag. Waar ging het interpellatiedebat dan om? Twee dingen: als eerste kostenoverschrijding van € 1,2 miljoen die Wethouder Van Gelderen aan de Raad moest melden op het project huisvesting van statushouders en bijzondere doelgroepen. In februari meldde de wethouder het tekort in het college en die besloot pas op 27 maart, een week na de verkiezingen, de Raad hierover te informeren. Het was overigens niet het eerste tekort dat er op dit project te melden was. In 2017 moest de Raad ook al eens een half miljoen bij plussen. Het tweede ging over de informatievoorziening aan de Raad. Die rammelde niet alleen als een ouwe Oost-Duitse Trabant, maar tevens staat die haaks op het gesloten bestuursakkoord. Hadden we immers niet met elkaar afgesproken dat de Raad juist en tijdig geïnformeerd zou worden, ook als het nieuws minder rooskleurig is? Ook als het verkiezingstijd is? Tijdigheid voor volledigheid? Het college wist al veel eerder van dit tekort en toch koos ze ervoor om het pas een week na de verkiezingen aan de Raad te melden. Van Gelderen probeerde de Raad nog te overtuigen dat het ‘echt een toevallige samenloop van omstandigheden was geweest’. Ik vind dat maar lastig te geloven. Na het debat van gisteravond vraag ik me hardop af of de houdbaarheidsdatum van dit bestuursakkoord niet verstreken is. De Raad controleert het college en als de Raad vanwege de bestuursakkoord niet meer van plan is wethouders verantwoordelijk te houden dan is het eind zoek. Anders gesteld: Wat moet een wethouder in Leiden nog doen om politiek verantwoordelijk te worden gehouden? Gaan we alles met de mantel der bestuursakkoordliefde bedekken? Gaan we nu bij ieder debacle ons verschuilen achter het bestuursakkoord om zodoende wethouders maar niet verantwoordelijk te hoeven houden omdat dit onze gezellige manier van samenwerken kan schaden? Natuurlijk ben ik er geen voorstander van dat wethouders te pas en te onpas weggestuurd worden, maar een project dat 2x zo duur wordt, waar 2x geld bijgelegd moet worden en waarvan de Raad al dan niet vanwege de verkiezingen half en veel te laat over geïnformeerd is, is in veel gemeenten gewoon reden tot vertrek. Sterker nog, het controle-instrument van de Raad waarover ook Boogaard in zijn boek schrijf, is wel aan heel veel slijtage onderhevig als een Raad dit vanwege de bestuursakkoord weigert te gebruiken. Maar waarom heeft het CDA dan geen motie van wantrouwen ingediend? Simpel, omdat die het niet zou halen. Andere partijen vonden en vinden dat je zo niet met wethouders omgaat. Het bestuursakkoord en de controlerende rol van de Raad stonden dus lijnrecht tegenover elkaar. Het bestuursakkoord won. Een meerderheid in de Raad vond dit namelijk geen reden om middels motie het vertrouwen in de wethouder op te zeggen omdat dit niet past bij de manier van omgaan met elkaar. Dus werd het de veel minder zware variant van treurnis gebruikt. Het hoogst haalbare voor het CDA om onze verontwaardiging kenbaar te maken. Dan rijst nogmaals de vraag: wat moet je in Leiden dan wel doen om politiek verantwoordelijk te worden gehouden? En waar ligt de grens tussen het bestuursakkoord en de politieke verantwoordelijkheid van een wethouder? Ik kan slechts concluderen dat die grens gisteravond nog verder is opgerekt. Het bestuursakkoord en de inherente manier van aardig met elkaar omgaan is heilig, zelfs als een wethouder een project financieel uit de hand laat lopen en het college er voor kiest de Raad maar half en veel te laat daarover te informeren. Als de Raad niet meer haar tanden wil laten zien omdat ze bang is de goede lieve vrede te verstoren, wordt ze een tandeloze tijger. Af en toe brullen, maar nooit bijten als dat nodig is. Een slechte zaak als je het mij vraagt. Gelukkig krijgen we binnen een maand een nieuwe kans als het college, wellicht nog in de persoon van Van Gelderen inhoudelijk verantwoording af zal leggen over het onderzoek naar dit financiële en organisatorische debacle. Ik ben benieuwd. Ter afsluiting nog een saillant detail: D66, GroenLinks en de VVD werken momenteel aan een nieuw college en hebben daarbij de wens uitgesproken om het bestuursakkoord net als vier en acht jaar geleden opnieuw te bekrachtigen. Als dat in de lijn van het debat van gisteravond betekent dat we wethouders blijven sparen en ze middels onze controlerende taak niet meer verantwoordelijk willen houden, dan weet ik niet of het CDA dat bestuursakkoord nog moet ondertekenen. In het DNA van onze partij zit dat we fatsoenlijk met mensen omgaan en dat we niet te pas en te onpas met moties van wantrouwen wapperen. Dat mogen jullie van het CDA verwachten. Het is echter ook zo dat er iemand politiek verantwoordelijk is voor het uitvoeren van het beleid. Niet alleen in goede tijden als successen te vieren zijn en als er complimenten worden uitgedeeld, maar ook als het faliekant mis is gegaan zoals gisteravond. Het college is politiek verantwoordelijk en als wij als Raad ons controle-instrument vanwege de Leidse bestuursakkoord en de daarbij horende bestuurscultuur te grabbel gooien, dan moeten we bij onszelf te rade gaan. De bestuurscultuur moet niet ten koste gaan van de plicht die wij als Raadsleden hebben om een college te controleren en het verantwoordelijk te houden als dat nodig. Dat was afgelopen donderdag helaas wel het geval. Joost Bleijie, fractievoorzitter CDA Leiden

D66 en GroenLinks gaan in Leiden college vormen met VVD

CDA CDA GroenLinks VVD D66 Leiden 05-04-2018 10:06

In Leiden gaan D66 en GroenLinks met de VVD onderhandelen over de vorming van een nieuw college van burgemeester en wethouders. De twee informateurs (Fleur Spijker namens D66 en Rob van Lint namens GroenLinks) vinden dit de meest kansrijke combinatie. Zij baseren dit oordeel op gesprekken met alle fracties in de gemeenteraad. D66 en GroenLinks onderschrijven dit oordeel. Zij hebben de VVD uitgenodigd om samen de onderhandelingen te beginnen. De VVD heeft deze uitnodiging geaccepteerd. CDA lijsttrekker Joost Bleijie geeft aan blij te zijn dat de ronde van de informateurs snel is afgerond en dat er gewerkt kan worden aan een nieuw college. “Op basis van de verkiezingsuitslag en de zetelverdeling in de nieuwe raad lijkt het mij logisch dat deze 3 partijen een poging gaan wagen om tot een college te komen. Inhoudelijk wens ik ze veel succes. Het wordt nog een behoorlijke uitdaging om met de inhoudelijke verschillen die er tussen de partijen zijn, een college te vormen. Ik ben erg benieuwd wat daar uiteindelijk uit komt.” De opstelling van het CDA voor de komende periode zal door het bericht van de informateurs niet veranderen. “Plannen die goed zijn voor de stad zullen wij altijd steunen, plannen die minder goed zijn die zullen wij proberen te veranderen zodat ze alsnog de steun van het CDA kunnen krijgen. Bij plannen die slecht zijn voor de stad gaan wij er met gestrekt been in.” Vorige week schoven Joost Bleijie en Roeland Storm namens het CDA aan bij de informateurs om de mening van het CDA over een nieuw te vormen college te geven. “Wij hebben aangegeven dat het CDA graag toetreedt tot een nieuw college en dat wij dat ook vol enthousiasme zouden doen, maar dat we wel onze plek kennen. We hebben een zetel verloren (van 4 naar 3) en dus is onze inbreng kleiner geworden. Bovendien zijn wij cijfermatig ook niet nodig voor een college. Maar het CDA heeft een lange traditie van het nemen van bestuursverantwoordelijkheid en die hadden wij ook dit keer graag willen nemen. Echter, de realiteit is dat andere partijen dan wel groter zijn, dan wel gewonnen hebben. Dan moet je eerlijk en realistisch zijn en een beetje je plek kennen. Wij wensen D66, GroenLinks en de VVD veel succes en wijsheid toe de komende periode bij het schrijven van een coalitieakkoord. Mochten ze er niet uit komen dan kan er altijd een beroep op het CDA gedaan worden.” Opvallend in het rapport van de informateurs is de alinea waarin staat dat de meeste fracties moeite hebben met het bouwstandpunt van het CDA en dat onze partij zich daarmee buitenspel heeft gezet. “Bouwen is het thema geworden tijdens de verkiezingen en zal samen met de donkere wolken die hangen boven de gemeentelijke financiën, hèt thema gaan worden de komende vier jaar. Wij hebben aangegeven dat het CDA best wil bouwen en de noodzaak daar ook voor ziet, maar dat hoogbouw in wijken en het maar volbouwen van groen wat ons betreft niet direct een optie zijn. Het moet wel passen bij de wijk en bij de omgeving. Ik concludeer dat andere partijen dit niet delen en dit zelfs als een soort breekpunt zien. Opvallend, aangezien gaandeweg de verkiezingscampagne de standpunten over de bouwopgave steeds genuanceerder werden. Iedereen ziet volgens mij wel in dat je niet oeverloos kan blijven bouwen in Leiden. Ik ben dan ook erg benieuwd wat er uit de onderhandelingen komt als het om bouwen gaat. Het CDA zal ook in de oppositie blijven strijden voor de menselijke maat op bouwen.” Meer informatie over het bericht van de informateurs is te krijgen via joost@cdaleiden.nl

CDA staat pal voor het behoud van Leidse bedrijven

CDA CDA D66 Leiden 08-02-2018 14:44

“We moeten bedrijven die soms al decennialang in Leiden gevestigd zijn en waar veel Leidenaren een arbeidsplaats hebben, niet de stad uit jagen omdat er zo nodig woningen op gebouwd moeten worden op die bedrijventerreinen”, dat zei CDA Lijsttrekker Joost Bleijie tijdens het Verkiezingsdebat van Ondernemend Leiden. “Woningbouw op bedrijventerreinen beperkt Leidse bedrijven in het ondernemen. Op termijn jaag je ze daarmee de stad uit omdat ze in Leiden simpelweg niet meer kunnen ondernemen omdat wonen in de buurt van bedrijven allerlei restricties met zich meebrengen. Natuurlijk snap ik dat er in Leiden dringende behoefte is aan het bouwen van woningen omdat anders de woningmarkt oververhit raakt. Het CDA gaat graag met andere partijen op zoek naar locaties waar dat kan. Maar om nou tegen bedrijven die soms al decennialang in Leiden gevestigd zijn te zeggen ‘sorry wij pikken uw grond in en gaan er woningen op bouwen’ gaat mij echt veel te ver. Deze bedrijven kunnen in Leiden niet verhuizen, dus jagen we ze de stad en in sommige gevallen zelfs de regio uit. Iets dat ook weer ten koste gaan van de werkgelegenheid in de stad.” Het CDA vindt het dan ook een slecht idee om de woningbouwopgave op te lossen ten koste van Leidse bedrijventerreinen, mede omdat het aantal bedrijventerreinen in Leiden schaars is. Ook de bereikbaarheid van de stad was een thema tijdens het verkiezingsdebat. Waar andere partijen de mond vol hadden over allerlei nieuwe mogelijkheden in de toekomst zoals Lightrail, wees het CDA er fijntjes op dat het voor een goede bereikbaarheid van de stad zaak is eerst de basis op orde moet zijn. “We hebben het ene project nog niet afgerond of de roep om nieuwe, dure en futuristische ideeën om de bereikbaarheid van de stad te verbeteren zijn al weer hoorbaar. De lightrail, ooit door D66 hardgrondig afgeschoten, behoort bij die partij zelfs weer tot de mogelijkheden. Heel mooi allemaal en het CDA is uiteraard bereid om hierin mee te denken, maar een goede bereikbaarheid van de stad en van ondernemers begint bij de basis. Je kan bij een ondernemer niet aan komen zetten met allerlei nieuwe initiatieven als het de gemeente nog niet eens lukt om de brug in de spits gesloten te houden. Als het iedere ochtend en middag vaststaat op het Lammenschansplein. Als het niet lukt om een groene golf te realiseren op de doorgaande wegen. Of een parkeerbelasting te introduceren waar ondernemers fors voor moeten betalen. Dat zijn dingen waar ondernemers nu al mee te maken hebben. Gewoon dat de basis niet op orde is. Wat het CDA begint een goede bereikbaarheid daar en gaan we daar de komende periode hard mee aan de slag.”

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.