Nieuws van politieke partijen in 's-Gravenhage inzichtelijk

35 documenten

Geen waarborg voor groencompensatie bij uitbreiding Madurodam

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij GroenLinks Partij voor de Dieren 's-Gravenhage 19-07-2019 14:04

Het kan verkeren in de politiek. Partijen als GroenLinks en Groep de Mos protesteerden voor de verkiezingen nog fel tegen uitbreiding van Madurodam. Maar stemmen – nu ze in het college zitten – kritiekloos in met de plannen voor uitbreiding. En de Haagse Stadspartij – die in 2017 nog onder voorwaarden had ingestemd – stemt nu tegen. Fractievoorzitter Joris Wijsmuller legt uit wat er in de raad van 18 juli 2019 gebeurde.

“Het besluit voor uitbreiding van Madurodam is een ingrijpend besluit vanwege de aantasting van de Scheveningse bosjes ter grootte van een voetbalveld. De Haagse Stadspartij zat in 2017 in het college en heeft toen uiteindelijk ingestemd met deze uitbreiding onder voorwaarde dat de aantasting van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur volledig gecompenseerd wordt met een nieuw en aaneengesloten stuk bos. Gerwin van Vulpen heeft zich hier destijds hard voor gemaakt. Maar in het voorgestelde bestemmingsplan wordt alleen het talud als groencompensatie opgevoerd (een strook die al groen is maar ingeklemd tussen wegen ligt), en dat biedt onvoldoende compensatie. De Bomenstichting Den Haag heeft aangetoond dat hier hooguit 58 bomen bijgeplant kunnen worden, en niet 125 zoals veronderstelt wordt. Om volledige compensatie zeker te stellen heb ik namens de Stadspartij een motie ingediend waarin het college opgedragen wordt om nog dit jaar een bestemmingsplan aan de raad voor te leggen om het noordelijke deel van de Ver Huellweg en het werkterrein aan de Dr. Aletta Jacobsweg te vergroenen en aan de natuur terug te geven. Want dit was de afgesproken compensatie, en een bestemmingsplan biedt rechtszekerheid dat het kan worden gerealiseerd. Maar mijn voorstel werd door de huidige collegepartijen verworpen.

Verder valt op dat de begrenzing van Madurodam nu in het bestemmingsplan afwijkt van het Planuitwerkingskader (PUK) uit 2017 met name bij de dienstingang aan de Haringkade. Een verslechtering ten opzichte van de PUK. Daarom stelde ik een wijziging voor om de plankaart te corrigeren in overeenstemming met de PUK. Maar ook dit voorstel werd door de collegepartijen op advies van wethouder Revis verworpen. En daarnaast heb ik de motie ‘PAS op de plaats’ van Robert Barker (PvdD) mee ondertekent; dit gaat over de normen voor de uitstoot van stikstof (bedreiging voor biodiversiteit) die na een recente uitspraak van de Raad van State veel strenger moet worden bewaakt. Ook op dit punt klopt het bestemmingsplan niet. Maar zelfs dit werd door de collegepartijen gebagatelliseerd. Voor de Haagse Stadspartij restte daarom maar 1 conclusie: het bestemmingsplan kon niet onze instemming krijgen.

Tot slot heb ik de wethouder nog om uitleg gevraagd hoe het nu zit met de zogenaamde ‘businesscase’ waarover veel verwarring bestaat. Want een van de vier uitgangspunten in het besluit van 2017 was dat bewoners bij de uitwerking van de businesscase zouden worden betrokken. Maar bewoners hebben nog nooit een businesscase gezien! De wethouder beweert nu dat de businesscase al in 2017 bij de vertrouwelijke stukken zat. Die heb ik opgezocht en 2 notities gevonden: een variantenstudie, en een notitie van Madurodam over nut en noodzaak. Als de wethouder deze notities bedoelt, kan hij beter hierover open en transparant zijn en deze stukken openbaar maken, zo legde ik hem voor. Maar de wethouder wil hier niet langer bij stilstaan; hij wil door en Madurodam geen strobreed in de weg leggen. Dat heeft Revis ook in het coalitieakkoord laten opnemen, en hier hebben GroenLinks en Groep de Mos braaf voor getekend. Ze verschuilen zich daarbij nu achter ‘een eerder genomen besluit’ terwijl ze andere eerder genomen besluiten – zoals bv het migratiemuseum, betaald parkeren bij de Haagse markt, of om de Eneco-aandelen NIET te verkopen – wel zonder problemen terugdraaien. Het kan verkeren in de politiek.”

Geen plannen, geen vlammen!

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 19-07-2019 14:02

Regeren is vooruitzien. Maar bij de vuurstapels op Scheveningen is het stadsbestuur als een konijn dat in de koplampen staart, en dat loopt meestal niet goed af. Daarom heeft Joris Wijsmuller in de laatste raad voor de zomervakantie namens de Haagse Stadspartij het voorstel ingediend om de komende jaarwisseling geen vuurstapels op het strand in Scheveningen en Duindorp toe te staan indien de raad voor 1 oktober geen plan heeft ontvangen voor de toekomst van de traditie.

De burgemeester gaf echter nog steeds niet thuis, wilde niet eens een termijn noemen die de gemeente nodig heeft voor het organiseren van een veilige jaarwisseling, en ontraadde de motie. Ze wil alleen het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid afwachten, maar de OvV maakt helemaal geen plannen. De motie werd weggestemd omdat alle collegepartijen tegenstemden. Kennelijk is een veilige jaarwisseling nu ook een politieke kwestie geworden tussen oppositie en coalitie.

Motie: Geen plannen, geen vlammen

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 18 juli 2018, ter bespreking van de brief van de burgemeester over Evaluatie jaarwisseling 2018 – 2019.

Constaterende, dat:

▪ De bijna-ramp met de vuurstapel op Scheveningen de afgelopen jaarwisseling heeft overschaduwd;

▪ De Onderzoeksraad voor Veiligheid onderzoek doet naar de vreugdevuren in Scheveningen en Duindorp waarbij gekeken wordt naar de voorbereiding en naar de problemen die zijn ontstaan na het ontsteken ervan;

▪ Het beleidskader voor de komende jaarwisseling pas in het 4e kwartaal wordt verwacht.

Overwegende, dat:

• Bij een evenement – zeker met grote vuren – de veiligheid altijd voorop dient te staan, en de aansprakelijkheid helder geregeld moet zijn;

• Onduidelijk is wanneer het onafhankelijk onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid zal zijn afgerond;

• Voldoende voorbereidingstijd noodzakelijk is om een en ander zorgvuldig en met toepassing van een vergunningsprocedure verantwoord te kunnen organiseren;

• Er nog altijd geen dialoog is opgestart met betrokkenen om te bezien of en zo ja op welke (alternatieve) wijze de oud- en nieuwtraditie komend jaar op Scheveningen kan worden voortgezet;

• Zorgvuldige behandeling door de gemeenteraad van de uitkomsten van onderzoek en de gevolgtrekkingen en een voorstel voor het vervolg tijd nodig heeft.

Verzoekt het college om voor de jaarwisseling 2019/2020 geen vuurstapels op het strand toe te staan indien de raad vóór 1 oktober 2019 nog geen concept-voorstel over de toekomst van de vuurstapels van het college heeft mogen ontvangen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij

Vragen over oplopend lerarentekort, tijdelijke inhuur en wurgcontracten

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 08-07-2019 12:06

Opnieuw is het lerarentekort gegroeid, zo blijkt uit onderzoek in opdracht van de landelijke PO-raad. Reden voor raadslid Joris Wijsmuller om het college om opheldering te vragen over de Haagse situatie. Wijsmuller vindt dat het college het lerarentekort in Den Haag beter moet registreren, en daarbij ook in beeld moet brengen of dit tot grotere verschillen tussen scholen leidt waardoor de kansenongelijkheid toeneemt. Ook stelt hij de rol van uitzendbureaus aan de kaak. Volgens Wijsmuller lekt door tijdelijke inhuur via uitzendbureaus veel geld weg dat eigenlijk bedoeld is voor de kwaliteit van het onderwijs. Tot slot stelt de Haagse Stadspartij grote vraagtekens over de raamovereenkomsten die schoolbesturen met uitzendbureaus hebben gesloten. Daarin hebben ze afgesproken dat ze geen leerkrachten bij uitzendbureaus wegkapen. Wijsmuller: “Dit is de omgekeerde wereld! Het belang van scholen om aan voldoende leerkrachten te komen moet centraal staan, en niet het verdienmodel van een uitzendbureau.”

Schriftelijke vragen: Lerarentekort, tijdelijke inhuur en wurgcontracten uitzendbureaus

Datum: 8 juli 2019

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Met bijna 3500 lege plekken is het lerarentekort in het primair onderwijs voor het komend schooljaar landelijk opnieuw met 5 % gegroeid, zo blijkt uit representatief onderzoek dat de PO-raad liet uitvoeren. De verwachting is dat de komende weken een deel van de plekken nog wel ingevuld gaan worden, maar gevreesd moet worden dat er komend jaar onbevoegden voor de klas worden gezet of misschien wel klassen naar huis gestuurd moeten worden. Een ander effect van het lerarentekort is dat de verschillen tussen basisscholen groter worden, zo blijkt ook uit het onderzoek. In de grote steden kiezen leraren bijvoorbeeld voor banen op ‘makkelijkere’ scholen qua populatie zodat de kinderen die het hardst goede leraren nodig hebben, het zwaarst worden getroffen. Een van de manieren om de lege plekken in te vullen is het aantrekken van tijdelijke leerkrachten via uitzendbureaus. Maar ook hier kleven nadelen aan, zo blijkt onder meer uit het artikel ‘Leraar waarschuwt voor wurgcontract van uitzendbureau’ dat op de site van de Algemene Onderwijsbond staat.

1. Kan het college aangeven hoe groot precies het lerarentekort op dit moment is bij de Haagse PO-scholen?

2. In de commissiebrief Voortgangsrapportage aanpak lerarentekort van 28 mei jl. staat: ‘Ramingen geven aan dat de onvervulde vraag naar leraren in het basisonderwijs (po) oploopt van 86 in 2019 tot 184 fte in 2024. Maar de signalen van de Haagse schoolbesturen zijn dat de tekorten sneller oplopen dan deze ramingen aangeven.’ Is het college bereid om samen met de schoolbesturen de problematiek van het Haagse lerarentekort in de praktijk in kaart te brengen door deze te registreren? Zo nee, waarom niet?

3. Kan het college aangeven hoe het lerarentekort in Den Haag verspreid is over de verschillende scholen? Klopt het dat de tekorten bij ‘makkelijkere’ scholen minder groot zijn en zo de verschillen tussen basisscholen groter worden? Zo nee, waarom niet?

4. Kan het college aangegeven hoeveel van de in Den Haag werkzame leerkrachten een tijdelijk contract via een uitzendbureau hebben?

5. Wat is voor een school gemiddeld het verschil in kosten tussen een leerkracht in vaste dienst en het inhuren van een leerkracht via een uitzendbureau voor een vergelijkbaar aantal uren?

6. In het artikel geeft een woordvoerder van de Haagse Scholen aan dat zij raamovereenkomsten met drie bureaus hebben gesloten waarin ze, simpel gesteld, afspreken dat ze geen kandidaten wegkapen. Zo heeft het arbeidsbemiddelingsbureau Brixs met schoolbesturen een clausule afgesloten waarin staat dat scholen een leerkracht die binnenkomt via een bureau daarna een bepaalde tijd – grofweg tussen een half en een heel jaar – alleen in vaste dienst mogen nemen als er een afkoopsom wordt betaald omdat dit anders het verdienmodel van het uitzendbureau zou schaden. Is het college met mij van mening dat dit de omgekeerde wereld is en het belang van scholen om aan voldoende leerkrachten te kunnen komen centraal dient te staan, en niet het belang van een uitzendbureau? Zo nee, waarom niet?

7. Door de inhuur van tijdelijke leerkrachten lekt er geld weg uit het onderwijs dat bedoeld is voor de kwaliteit van het onderwijs. Heeft het college dit fenomeen met de schoolbesturen besproken en ziet het college mogelijkheden voor schoolbesturen om dit tegen te gaan, bijvoorbeeld door het maken van onderlinge afspraken en het zelf organiseren van een poule voor leerkrachten die liever tijdelijke functies willen betrekken? Zo nee, waarom niet?

Joris Wijsmuller

Park Oostduin geen speeltuin van Shell

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 04-07-2019 11:08

In een artikel in de wijkkrant van het Benoordenhout roept Shell bewoners op om ideeën aan te dragen om Park Oostduin aan te passen. Fractievoorzitter Joris Wijsmuller is hier niet van gediend en heeft het college van burgemeester en wethouder om opheldering gevraagd. Wijsmuller: “Den Haag staat toch niet in de uitverkoop, mag ik hopen? Park Oostduin is beschermd stadsgezicht en zeker niet van Shell. Ik vermoed dat dit bedrijf met wat centen wil strooien om haar bedenkelijke reputatie op te vijzelen, maar ik neem aan dat het college hier een stokje voor steekt.”

Schriftelijke vragen: Oproep ideeën voor Park Oostduin

Indiener: Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij

Datum: 4 juli 2019

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Naar aanleiding van het artikel in de wijkkrant van het Benoorderhout juni 2019 “Investeren in Benoorderhout, creatief meedenken over Park Oostduin” (bijgevoegd) waar Shell bewoners oproept om ideeën aan te dragen voor aanpassingen in Park Oostduin.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij de volgende vragen:

1) Is het college bekend met de oproep van Shell aan bewoners om met ideeën te komen voor veranderingen aan park Oostduin?

2) Wie is eigenaar en/of beheerder van park Oostduin?

3) Park Oostduin is aangewezen tot beschermd stadsgezicht en heeft een beheersplan. Hoe verhoudt dit gegeven zich tot een oproep van een private organisatie om veranderingen aan te brengen zoals de suggestie voor een sportveld?

4) Is het college met mij van mening dat het niet aan private organisatie is, maar het aan de beheerder is voorbehouden om eventueel op te roepen voor ideeën die kunnen leiden tot veranderingen in het beschermd stadsgezicht? Zo nee, waarom niet?

5) Door wie wordt het ‘winnende’ idee gekozen, en welke status heeft dit dan?

6) Is het college bereid om Shell er op te wijzen dat zij geen rol spelen bij veranderingen in beschermd stadsgezicht, en dit ook via de wijkkrant te communiceren? Zo nee, waarom niet?

Joris Wijsmuller

Onderdeel Rotterdamsebaan valt duurder uit: HSP wil opheldering

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 02-07-2019 07:31

Het project Rotterdamsebaan werd vorig jaar met een ander project (een bediencentrale in de haven) uitgebreid, en nu blijkt juist dit onderdeel alweer uitgebreid te worden. De geraamde kosten zijn van 10,8 naar 14,65 mln. gestegen, een kostenoverschrijding van maar liefst 4 mln. Joris Wijsmuller vroeg om opheldering.

Het project Rotterdamsebaan is uitgebreid – dat heet een scopeuitbreiding -met de bouw van een nieuwe bediencentrale in de Scheveningse haven vanwaaruit de Rotterdamsebaan en ook andere tunnels en het havenverkeer aangestuurd gaan worden. De nieuwe bediencentrale zou 10,8 miljoen kosten. Maar uit de voortgangsrapportage blijkt nu dat deze scopeuitbreiding alweer wordt uitgebreid van 10,8 naar 14,65 mln. Dat is een kostenstijging van maar liefst 35%.

Op het totale budget van de Rotterdamsebaan van bijna 700 mln lijkt dit peanuts, maar een tegenvaller van bijna 4 miljoen – vergelijkbaar met de recente tegenvallers bij Busplatform en fietsenstalling KJ-plein – is niet niks. Dit is een majeure afwijking die expliciet gemeld moet worden, en die ook in het meerjaren investeringsplan MIP hoort te worden opgenomen. Reden voor Wijsmuller om de wethouder om uitleg te vragen: wat is er misgegaan?

In antwoord stelde wethouder Revis dat er geen probleem was. Volgens hem wordt de bediencentrale alleen groter en uitgebreider dan aanvankelijk gedacht, maar past dit makkelijk binnen het budget. Hoe het plan naast de visafslag op het Noordelijk havenhoofd precies gaat worden kon hij nog niet vertellen. Het voorlopig ontwerp wordt nu gemaakt, en hij zei toe om de raad in het najaar te informeren zodra het voorlopig ontwerp klaar is.

Wijsmuller vroeg Revis ook over een ander punt om opheldering: in de voortgangsrapportage staat namelijk dat – los van de werkzaamheden Rotterdamsebaan – de verkeersintensiteiten op de gemeten wegvakken nu al zijn toegenomen. Dit wordt verklaard met ‘autonome groei’, en ook de reistijden zijn hierdoor toegenomen. Kennelijk was deze groei van het aantal auto’s niet voorzien. Bekend is al wel dat de capaciteit van deze tunnel verkeerstechnisch zowel aan de rijkswegen-kant als aan de centrumring-kant problematisch is; de kruispunten aan beide kanten zullen met verkeerslichten moeten worden geregeld, wat wel een beetje gek is bij een tunnel die juist voor betere doorstroming bedoeld is. De wethouder antwoorde dat de toename het gevolg was van de economische groei en hij verwachtte niet dat dit in de toekomst tot capaciteitsproblemen met de tunnel zal gaan leiden. Wijsmuller plaatst hier vraagtekens bij: “We weten allemaal dat meer asfalt meer auto’s aantrekt. Loopt het bij de Rotterdamsebaan straks niet helemaal vast?”.

Zie ook het bericht op OmroepWest:

HSP, PvdA en PvdD: acties nodig voor duurzaam voedsel

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij GroenLinks PvdA Partij voor de Dieren 's-Gravenhage 11-06-2019 09:12

Het Haagse gemeentelijke voedselbeleid moet worden uitgebreid, vinden Partij voor de Dieren, Haagse Stadspartij, en PvdA. Ze dienen vandaag een voorstel in met acht maatregelen voor gezond, lokaal, seizoensgebonden en duurzaam geproduceerd voedsel.

‘Mes en vork zijn onze belangrijkste wapens in de strijd tegen klimaatverandering,’ vindt Robert Barker (PvdD). ‘De gemeente heeft hier een voorbeeldfunctie, maar geeft daar op dit moment halfslachtig invulling aan. De gemeente moet bij eigen bijeenkomsten en door in gesprek te gaan met horeca de vleesconsumptie verminderen en voedselverspilling tegengaan.’

Door voedsel van dichtbij te halen is ook een wereld te winnen voor het klimaat, vindt Janneke Holman (PvdA). ‘Waarom zouden we tomaten van duizenden kilometers verderop importeren, als we naast de kassen in het Westland wonen? In Den Haag kunnen we veel meer inzetten op lokaal, seizoensgebonden en betaalbaar voedsel, bijvoorbeeld op scholen en in verzorgingstehuizen.’

‘Gezond voedsel kan de verschillen tussen arm en rijk verkleinen’, weet Joris Wijsmuller (Haagse Stadspartij). Uit onderzoek blijkt dat een kwart van de inwoners uit Haagse krachtwijken te weinig geld heeft om gezond eten te kopen. ‘Met kennis, een bewustwordingscampagne en het stimuleren van gemeenschapsinitiatieven rond voedsel kan de gemeente hier het nodige aan doen.’

Wethouder Van Tongeren (GroenLinks) wilde voedsel niet in het besluit over de nieuwe kadernota duurzaamheid opnemen omdat zij naar zeggen ‘de financiële consequenties nog niet kan overzien’. Met het voorstel ‘Duurzaam voedsel, nog een tandje bijzetten’ helpen de initiatiefnemers het college verder op weg naar Den Haag klimaatneutraal in 2030.

‘Auto moet juist minder ruimte krijgen’

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 03-06-2019 10:02

De hoofdroutes voor autoverkeer moeten juist wél worden versmald. Alleen zó kan het autoverkeer worden teruggedrongen, vindt Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij. Hij reageert hiermee op het commentaar ‘Verkeersinfarct in de maak’ in Den Haag Centraal van 23 mei.

‘Door de ligging aan zee is Den Haag voor de auto een doodlopende weg. In de gouden eeuw lag Den Haag nog aan de Hofvijver, en liep met de aanleg van verharde uitvalswegen naar iedere windrichting internationaal voorop. De beroemdste geplaveide weg is de Scheveningseweg uit 1665, maar ook de Rijswijkseweg (1663) en de Loosduinseweg (1693) stammen uit die tijd. In de eeuwen erna groeide Den Haag naar meer dan een half miljoen inwoners, en met de industrialisatie deden nieuwe vervoersmiddelen hun intrede.

Den Haag was de eerste stad in Nederland met een stoomtram (1879), en de eerste stad met een elektrische trein (1908). Met de opkomst van de auto werden nieuwe verkeersplannen bedacht: stadsbouwmeester Dudok tekende het wederopbouwplan (1949) met grote invalswegen die we nu kennen als de Utrechtsebaan en de Rotterdamsebaan. Het idee was om de verkeersdoorbraken door te trekken dwars door het centrum, maar buurtbewoners verenigd in actiegroep ‘Weg met de dwarsweg’ wisten in 1975 het oprukkende asfalt een halt toe te roepen. Deze belangrijke trendbreuk kreeg later vervolg met de Kern Gezond (1989) en het Verkeerscirculatieplan (2009). Inmiddels worden nu plannen gemaakt om het Prins Bernhardviaduct verder af te breken en is het Schenkviaduct bijna rijp voor de sloop.

Autoluwe stad

Het terugdringen van het autoverkeer uit het Haagse centrum staat niet op zichzelf. Iedere zichzelf respecterende Europese stad werkt aan vergaande plannen om autoluw te worden. Want het besef is alom doorgedrongen dat een auto – naast het voorzaken van vervuiling, lawaai en verkeersonveiligheid – vooral heel veel ruimte in beslag neemt. Zowel de rijdende als de geparkeerde auto is een ruimtevreter die moet worden teruggedrongen om ruimte te maken voor andere vervoerswijzen. Zo hou je de stad leefbaar en bereikbaar. “Als iedereen autorijdt, staat uiteindelijk iedereen stil. Dat is een eenvoudige wet van de mobiliteit, die al in 1930 is ontdekt. Ze heet ‘de veroorzaakte verkeersvraag.’ Hoe meer wegen je bouwt, hoe meer auto’s je krijgt.”, aldus planoloog en mobiliteitsexpert Brent Toderian. “Het is eenvoudig. Zet wandelen boven op je prioriteitenlijst en particulier autovervoer onderaan, met daartussenin fietsen en openbaar vervoer en richt je stad volgens die principes in. Mensen zullen wandelen, fietsen en de bus of tram nemen.”

Ik sluit me hier graag bij aan. Den Haag heeft de hoogste autodichtheid van het land, en het autoverkeer in onze stad kent de meeste vertraging van de G4-steden. Ook het OV-netwerk heeft hier last van met een toenemende ‘traagheid’ (nu nog maar 16 km/h terwijl de gewenste snelheid 25 km/h is).

De stad groeit naar verwachting door naar 600.000 inwoners in 2040 en verkeerswethouder Van Asten waarschuwt nu dat een verkeersinfarct dreigt als er niets veranderd. Parijs en Amsterdam willen auto’s met verbrandingsmotor verbieden vanaf 2030, Oslo wil een volledig autovrij centrum, en in Londen werd een opstoppingsheffing ingevoerd en met de opbrengsten worden fietspaden gebouwd en het openbaar vervoer verbeterd. En Den Haag? Ooit liep deze stad voorop met nieuw verkeersbeleid. Het is tijd dat we nieuwe stappen zetten om het ruimtebeslag van de auto terug te dringen en zo onze groeiende stad aantrekkelijk en leefbaar houden.’

Joris Wijsmuller is fractievoorzitter van de Haagse Stadspartij en oud-wethouder voor die partij

Successen HSP: Burgerplatform luchtkwaliteit en benutten bodemenergie

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 21-05-2019 07:35

Er is nog een lange weg te gaan om de noodzakelijke klimaatdoelen te bereiken, maar iedere stap in de goede richting is er een. De Haagse Stadspartij heeft succes geboekt met twee aangenomen moties: op voorstel van Joris Wijsmuller gaat het college beleid maken om het beschikbare potentieel aan bodemenergie optimaal te benutten. En het college gaat onderzoeken of er een burgerplatform luchtkwaliteit kan worden opgezet om tot een fijnmazig en flexibel meetnet te komen.

Bodemenergie

De toepassing van bodemenergiesystemen – met bodemlussen en warmte koude opslag – is een robuuste en rendabele techniek die een belangrijke bijdrage kan leveren aan het reduceren van CO2-uitstoot. Maar de energetische capaciteit van de bodem is niet ongelimiteerd, en ongecoördineerde toepassing in onze dichtbevolkte stad is ineffectief. Daarom heeft de gemeenteraad een motie aangenomen waarin het college is opgedragen om de groeiende vraag naar bodemenergie op elkaar af te stemmen en het beschikbare potentieel optimaal te benutten.

Burgerplatform luchtkwaliteit

Vervuilde lucht met roetdeeltjes en fijnstof is schadelijk voor de gezondheid en beperkt de levensduur. Den Haag voldoet niet aan de normen voor luchtkwaliteit van de ‘World Health Organization’ van de Verenigde Naties, en dit vraagt om nieuwe actie. De luchtkwaliteit kan echter sterk verschillen per locatie en tijdstip, maar er is maar een beperkt aantal meetstations zodat de luchtkwaliteit op veel locaties niet wordt gemeten maar wordt geschat via berekeningen en aannames. Omdat het belangrijk is om de burger erbij te betrekken en de bewustwording hierover te vergroten, gaat het college nu op verzoek van de raad onderzoek doen om een burgerplatform luchtkwaliteit voor Den Haag en omgeving op te zetten. Doel hiervan is om in samenwerking met deskundige partijen te komen tot een fijnmazig en flexibel meetnet waarmee een actueel en gedetailleerd beeld van de kwaliteit van de leefomgeving wordt verkregen.

Nieuwe kadernota Duurzaamheid ongeloofwaardig

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij GroenLinks 's-Gravenhage 17-05-2019 10:28

Hoe geloofwaardig is een kadernota duurzaamheid die gebaseerd is op plannen voor klimaatneutraal in 2040 terwijl de ambitie 2030 is? Deze vraag stond centraal tijdens de behandeling in de gemeenteraad van misschien wel het belangrijkste voorstel in deze raadsperiode voor GroenLinks wethouder Liesbeth van Tongeren. Fractievoorzitter Joris Wijsmuller: “De kadernota mist urgentie en heldere tussendoelen, en mist belangrijke uitgangspunten om de woonlasten van (sociale) huurders te bewaken, om prioriteit te geven aan lokale warmte, om voedselinitiatieven te stimuleren, en om aan de slag te gaan met circulaire economie.” Nadat eerder op de avond 9 insprekers uit de stad zich vanuit verschillende invalshoeken al kritisch over de nota hadden uitgelaten, deed de Haagse Stadspartij samen met andere oppositiepartijen verwoede pogingen en vele voorstellen om de kadernota aan te scherpen. Maar het mocht niet baten: alle amendementen (wijzigingsvoorstellen) liepen stuk op een negatief advies van de wethouder, en werden vervolgens weggestemd door de collegepartijen. Wel boekte de Haagse Stadspartij succesjes met twee aangenomen moties: er wordt een aanpak gemaakt om het beschikbare potentieel aan bodemenergie optimaal te benutten, en het college gaat onderzoeken of er een burgerplatform luchtkwaliteit kan worden opgezet om tot een fijnmazig en flexibel meetnet te komen. Maar dit was samen met andere aangenomen moties nog onvoldoende om het raadsvoorstel geloofwaardig te maken in relatie tot de doelstelling klimaatneutraal in 2030. De Haagse Stadspartij heeft daarom tegen de kadernota gestemd die door een ruime meerderheid (36 voor, 7 tegen) werd aangenomen.

Hieronder het betoog van Joris Wijsmuller:

“In de afgelopen 30 jaar heeft de mensheid meer broeikasgassen uitgestoten dan in de 250 jaar ervoor. Als gevolg hiervan warmt de wereld in ongekend tempo op, en door deze klimaatverandering worden 1 miljoen soorten met uitsterven bedreigt. Om de opwarming te beperken tot 1,5 graden moeten we de mondiale uitstoot in 2030 gehalveerd hebben, en in 2050 naar nul hebben gebracht. We hebben nog één generatie om het tij – letterlijk – te keren. Voorzitter, het is dit gevoel van urgentie dat ontbreekt aan het voorliggende raadsbesluit over de kadernota duurzaamheid.

En aan de kadernota ontbreekt meer:

Energietransitie is een verdelingsvraagstuk, maar er is geen visie op solidariteit;

Het ontbreekt aan prioriteit voor lokale duurzame warmte zoals bodemenergie en laagtemperatuursystemen, en er is geen visie op de toepassing van Haagse restwarmte waarmee nu nog het stadsverwarmingsnet wordt gevoed;

Circulaire economie en voedsel worden allebei niet benoemd als belangrijke pijlers voor het Haagse duurzaamheidsbeleid en ontbreken als uitgangspunten in het raadsbesluit;

Concrete maatregelen voor schone lucht zijn ver te zoeken;

Er zijn geen heldere en meetbare tussendoelen.

Den Haag heeft sinds vorig jaar de ambitie nog hoger gesteld met klimaatneutraal in 2030, en dit wordt internationaal gewaardeerd. Den Haag staat hiermee op een A-lijst van steden, maar hoe geloofwaardig is deze hoge ambitie wanneer het onderliggende beleid niet meer bevat dan het staande beleid voor klimaatneutraal in 2040? Er zijn zelfs onderdelen waarop waar we achteruitploegen ten opzichte van het staande beleid. Maar voorzitter, vanavond richt ik liever mijn energie op het geloofwaardig maken van deze kadernota in relatie tot de ambitie van klimaatneutraal in 2030. De Haagse Stadspartij heeft moties en amendementen van andere partijen mee getekend voor o.a.:

Heldere doelen en tussendoelen

Kies voor lokale duurzame warmte en stimuleer laagtemperatuursystemen

De rol van de STEG aan het De Constant Rebequeplein

Betaalbaarheid, en met name de positie van hun huurders

Energieopslag

Milieuzone en concrete maatregelen schone lucht

Aanpak fossiele bedrijven

En zelf dien ik nog de volgende amendementen en moties in:

Amendement Stimuleer Voedselinitiatieven, waarmee voedselbeleid als uitgangspunt wordt toegevoegd.

Amendement Actieprogramma Circulair Den Haag, waarmee ook de inzet op circulaire economie een van de uitgangspunten wordt.

Motie Raadsbesluit Leiding door het Midden; het college werkt aan een uitvoeringsplan om de huidige Haagse restwarmte van de Electriciteitcentrale aan De Constant Rebequeplein in te ruilen voor vuile restwarmte uit Rotterdam door een dure pijplijn naar de fossiele industrie in de Rotterdamse haven aan te leggen. Met deze motie spreekt de raad uit dat dit niet zomaar kan, en er in ieder geval eerst nog een raadsbesluit moet worden voorgelegd waarin inzichtelijk wordt gemaakt onder welke voorwaarden, met welke temperatuur, aan welke bronnen precies dit gaat gebeuren, en hoe de financiele risico’s voor klanten en/of de overheid worden afgedekt.

Motie Ondersteuning Energiecoöperaties, om bewonersinitiatieven financieel te ondersteunen bij de benodigde kennis en capaciteit om tot realisatie te komen.

Motie Bodemenergiebeleid, om het beschikbare potentieel aan bodemenergie optimaal te benutten.

Motie Burgerplatform luchtkwaliteit, om tot een fijnmazig en flexibel meetnet te komen.

Voorzitter, tot slot: in de kadernota zelf staan heel veel zaken waar je niet tegen kunt zijn, zeker niet als je zelf voor het leeuwendeel verantwoordelijk bent geweest. Maar zoals ik al zei gaat het om de geloofwaardigheid van de kadernota afgezet tegen de ambitie om al in 2030 klimaatneutraal te zijn. Je kunt niet de lat/ambitie 10 jaar hoger leggen, zonder extra en betekenisvol beleid. Je kunt niet wachten totdat er volgend jaar misschien een beetje geld uit de verkoop van Eneco komt, en zo een paar jaar verspillen in de wetenschap dat alles waar je nu mee wacht de opgave alleen nog maar veel moeilijker en veel duurder maakt. Over de financiële kant het verhaal komen we zeker nog te spreken bij de komende begroting. Of de Haagse Stadspartij vanavond uiteindelijk met de kadernota kan instemmen, hangt af van de vraag of de vele noodzakelijke moties en amendementen vanavond worden aangenomen.”

“Wees wijs en kijk naar de Domstad ‘’

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 10-04-2019 14:33

De prachtige kastanjes aan de Noordwal worden als het aan wethouder De Mos ligt allemaal gekapt. De kades zouden mede door het gewicht van de bomen sneller verzakken dan eerst werd aangenomen. De Haagse Stadspartij vindt dit een voorbarige en onzorgvuldige conclusie, en ook in strijd met het coalitieakkoord waarin staat: ‘Bomen worden alleen gekapt als het aantoonbaar niet anders kan.’ In de brief van de wethouder wordt niet aangetoond dat het echt niet anders kan, en ook ontbreekt het aan het gebruikelijke onderzoek: er is geen boominventarisatie, en er is ook geen bomen-effect-analyse opgesteld. Daarnaast is niet onderzocht of er alternatieve methoden zijn om de kademuur te herstellen zonder de bomen te kappen, zoals ‘de buispalenmethode’ die nu bij het herstel van de kademuren in Utrecht wordt toegepast.

Joris Wijsmuller, fractievoorzitter van de Haagse Stadspartij; “Laat wethouder De Mos een kijkje gaan nemen in Utrecht daar staat het behoud van zoveel mogelijk bomen voorop. Sterker nog, laten we dat met de hele raadscommissie gaan doen. Het behoud van de karakteristieke boombeplanting aan de gracht verdient veel meer inzet van de gemeente. Wat de wethouder nu laat zien is een aanfluiting. Hij moet eerst maar eens zijn stinkende best gaan doen om de mooie woorden over bomen in het coalitieakkoord waar te maken.” Inmiddels zijn er aan de Noordwal al maatregelen getroffen om de kademuren te stabiliseren, zodat er nog tijd is. Wijsmuller zal dan ook bij wethouder De Mos aandringen om die tijd te benutten voor nader onderzoek. De toekomst van de bomen van de Noordwal staat donderdag a.s. op de agenda van de raadscommissie Leefomgeving.​

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.