Nieuws van politieke partijen over CDA inzichtelijk

3 documenten

CDA WATERLAND KIEST VOOR ZELFSTANDIGHEID

CDA CDA Waterland 07-10-2019 07:33

CDA WATERLAND KIEST VOOR ZELFSTANDIGHEID Het CDA Waterland kiest op dit moment voor een zelfstandige gemeente boven een niet toekomstbestendige fusie met Landsmeer en Edam-Volendam. Dat is de conclusie van bestuur en fractie op basis van onderzoeken, documentatie en de openbare discussies eerder dit jaar binnen de gemeente met inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden. Argumenten De argumenten voor dit standpunt zijn dat voorlopig een onontkoombare noodzaak tot fusie ontbreekt: de dienstverlening en voorzieningen worden door inwoners over het algemeen goed gewaardeerd en een fusie leidt niet per definitie tot een beter bestuur en/of een betere financiële positie. Belangrijke argumenten voor de afweging zijn: deze dienstverlening aan de inwoner in stand houden nu en in de toekomst met alle uitdagingen die op ons afkomen. En een sterke speler in de regio zijn. Het CDA Waterland verwacht deze twee aspecten beter te kunnen uitvoeren als zelfstandige gemeente. Grondige studie Woordvoerder bestuurlijke toekomst Bert Enderink: ‘Een ieder weet dat deze kwestie voor onze partij een zwaarwegende is. Onze achterban, maar ook de overige inwoners zijn verdeeld. In tegenstelling tot wat velen dachten hadden wij echt nog geen standpunt ingenomen en hebben wij pas recent na een grondige studie ons standpunt bepaald. Die keuze is dat volgens het CDA Waterland de beperkte, onzekere voordelen van een fusie met Landsmeer en Edam-Volendam niet opwegen tegen de inspanningen en energie die een dergelijke fusie vraagt. Een gedegen lange termijnvisie ontbreekt en tegelijkertijd is een bestuurlijke fusie wel een onomkeerbare stap.’ Impuls voor de ambtelijke organisatie Fractievoorzitter Simone Boogaard vult aan dat ‘de ambtelijke organisatie een impuls nodig heeft, kwalitatief en kwantitatief en ongeacht de keuze voor zelfstandigheid of fusie. Er zijn op dit moment veel eenpitters binnen de organisatie en dat maakt je kwetsbaar. Zodra de raad een besluit heeft genomen zal de raad een plan van aanpak moet worden voorgelegd voor het versterken van de organisatie. Daar hebben wij ook zeker ideeën over; zoals samenwerken op belangrijke strategische thema’s als bereikbaarheid en uitbesteden aan de markt daar waar kan. Wij begrijpen ook dat hier middelen voor nodig zijn. Dit zal ook zo zijn wanneer er een bestuurlijke fusie komt. Dan heb je ook nog te maken met een periode van improductiviteit. Een keuze voor een krachtige, zelfstandige gemeente Waterland is pas kansrijk als alle partijen bereid zijn om te investeren in de organisatie.’ Voor de CDA fractie is het duidelijk: over de bestuurlijke toekomst wordt verschillend gedacht en dat maakt een besluit niet eenvoudig. De komende maanden zal na consultatie van inwoners op 14 oktober en de discussie in de raad deze winter een besluit vallen. Voor het CDA Waterland is het cruciaal dat te maken keuze kansrijk is. Dit zal dus ook afhangen van de andere partijen in de raad.

CDA fractie dringt aan op verbetering van de doorstroming op de N247

CDA CDA Waterland 01-03-2019 19:35

Het CDA Waterland maakt zich zorgen over de toename van verkeer op de N247. Simone Boogaard roept op om collega-politici bij de provincie onderdruk te zetten om te laten zien welk probleem er voor de gemeente Waterland is. Klik hier voor het hele artikel in het Noordhollands Dagblad.

CDA zet vraagtekens bij het Leidse bestuursakkoord

CDA CDA GroenLinks VVD D66 PvdA Leiden 13-04-2018 18:08

In een open brief aan zijn collega-raadsleden zet CDA fractievoorzitter n.a.v. het debat over de overschrijding in het project huisvesting statushouders en bijzondere doelgroepen vraagtekens bij het Leidse bestuursakkoord. Het akkoord dateert uit 2010 en had (heeft) als doel om de verzuurde verhoudingen in de Leidse Raad te verbeteren. Bleijie zet daar na afgelopen donderdag zijn vraagtekens bij. “Als het akkoord betekent dat we wethouders blijven sparen en ze niet meer verantwoordelijk willen houden omdat dat onvriendelijk overkomt en niet past in onze collegiale omgang met elkaar, dan weet ik niet of het CDA dat bestuursakkoord nog moet ondertekenen. In het DNA van onze partij zit dat we fatsoenlijk met mensen omgaan en dat we niet te pas en te onpas met moties van wantrouwen wapperen. Dat mogen andere partijen van het CDA verwachten. Het is echter ook zo dat er iemand politiek verantwoordelijk is voor het uitvoeren van het beleid. Niet alleen in goede tijden als er successen te vieren zijn, maar ook als het faliekant mis is gegaan. Het college is politiek verantwoordelijk en als wij als Raad ons controle-instrument vanwege de Leidse bestuursakkoord en de daarbij horende bestuurscultuur te grabbel gooien omdat we kosten wat het kost vriendelijk met elkaar om willen gaan, dan moeten we bij onszelf te rade gaan. De bestuurscultuur moet niet ten koste gaan van de plicht die wij als Raadsleden hebben om een college te controleren en het verantwoordelijk te houden als dat nodig is.” Lees onderstaand de open brief van Bleijie aan zijn collega Raadsleden: Beste collega-raadsleden, Afgelopen donderdag ontving ik net als jullie het boek ‘ De Gemeenteraad, ontstaan en ontwikkeling van de lokale democratie’ van de hand van onder andere mijn goede vriend Geerten Boogaard. Met Geerten zat ik tussen 2006 en 2008 in de Commissie Bestuur en Leefbaarheid van de Leidse Gemeenteraad. Geerten was een dijk van een Raadslid en bovenal een bijzonder leuke, gezellige en capabele collega. En inmiddels universitair docent Staats- en Bestuursrecht aan de Universiteit Leiden. Man wat hebben wij vaak met een pils in de hand gelachen om wat er in ‘het theater’ aan de Breestraat zoal plaatsvond. Vooral om de stok waarmee de partijen die toen nog het leuke, lekkere, linkse, Leidse college vormden terug het hok in werden geslagen Als er al een bestuurscultuur was in die tijd, dan werd die vorm gegeven door de lange rode knuppel die in een hoek van de PvdA-fractiekamer stond. En het collegeprogramma was net zo dichtgetimmerd als Fort Knox. Het was een mooie samenloop van omstandigheden dat we juist afgelopen donderdag het boek van Boogaard e.a. kregen. Boogaard is namelijk samen met CDA-er Wouter den Hollander en D66-Tweede Kamerlid Paul van Meenen architect van de nieuwe Leidse bestuurscultuur zoals we die sinds 2010 kennen. Een nieuwe manier van omgaan, vastgelegd in een bestuursakkoord met als doel om niet bij iedere scheet het vertrouwen in een wethouder op te zeggen, niet bij ieder zuchtje kritische tegenwind de collegepartijen terug het hok in te slaan en niet bij iedere Raadsvergadering te grossieren in allerlei jij-bakken die de sfeer en de besluitvorming in de Raad niet ten goede komt. De Raad moest weer de ruimte krijgen om de instrumenten te gebruiken om het college te kunnen controleren. Een akkoord overigens waarbij ten overvloede werd afgesproken dat het college de Raad adequaat en afdoende informeert, ook als dat lastig of negatief is. Het bestuursakkoord en de inherente collegiale manier van samenwerken komt immers van twee kanten. Juist die manier van omgaan stond afgelopen donderdag tijdens het interpellatiedebat centraal. Saillant detail was dus dat het boek van een van de geestesvaders van dit akkoord bij ons op de leggers lag. Waar ging het interpellatiedebat dan om? Twee dingen: als eerste kostenoverschrijding van € 1,2 miljoen die Wethouder Van Gelderen aan de Raad moest melden op het project huisvesting van statushouders en bijzondere doelgroepen. In februari meldde de wethouder het tekort in het college en die besloot pas op 27 maart, een week na de verkiezingen, de Raad hierover te informeren. Het was overigens niet het eerste tekort dat er op dit project te melden was. In 2017 moest de Raad ook al eens een half miljoen bij plussen. Het tweede ging over de informatievoorziening aan de Raad. Die rammelde niet alleen als een ouwe Oost-Duitse Trabant, maar tevens staat die haaks op het gesloten bestuursakkoord. Hadden we immers niet met elkaar afgesproken dat de Raad juist en tijdig geïnformeerd zou worden, ook als het nieuws minder rooskleurig is? Ook als het verkiezingstijd is? Tijdigheid voor volledigheid? Het college wist al veel eerder van dit tekort en toch koos ze ervoor om het pas een week na de verkiezingen aan de Raad te melden. Van Gelderen probeerde de Raad nog te overtuigen dat het ‘echt een toevallige samenloop van omstandigheden was geweest’. Ik vind dat maar lastig te geloven. Na het debat van gisteravond vraag ik me hardop af of de houdbaarheidsdatum van dit bestuursakkoord niet verstreken is. De Raad controleert het college en als de Raad vanwege de bestuursakkoord niet meer van plan is wethouders verantwoordelijk te houden dan is het eind zoek. Anders gesteld: Wat moet een wethouder in Leiden nog doen om politiek verantwoordelijk te worden gehouden? Gaan we alles met de mantel der bestuursakkoordliefde bedekken? Gaan we nu bij ieder debacle ons verschuilen achter het bestuursakkoord om zodoende wethouders maar niet verantwoordelijk te hoeven houden omdat dit onze gezellige manier van samenwerken kan schaden? Natuurlijk ben ik er geen voorstander van dat wethouders te pas en te onpas weggestuurd worden, maar een project dat 2x zo duur wordt, waar 2x geld bijgelegd moet worden en waarvan de Raad al dan niet vanwege de verkiezingen half en veel te laat over geïnformeerd is, is in veel gemeenten gewoon reden tot vertrek. Sterker nog, het controle-instrument van de Raad waarover ook Boogaard in zijn boek schrijf, is wel aan heel veel slijtage onderhevig als een Raad dit vanwege de bestuursakkoord weigert te gebruiken. Maar waarom heeft het CDA dan geen motie van wantrouwen ingediend? Simpel, omdat die het niet zou halen. Andere partijen vonden en vinden dat je zo niet met wethouders omgaat. Het bestuursakkoord en de controlerende rol van de Raad stonden dus lijnrecht tegenover elkaar. Het bestuursakkoord won. Een meerderheid in de Raad vond dit namelijk geen reden om middels motie het vertrouwen in de wethouder op te zeggen omdat dit niet past bij de manier van omgaan met elkaar. Dus werd het de veel minder zware variant van treurnis gebruikt. Het hoogst haalbare voor het CDA om onze verontwaardiging kenbaar te maken. Dan rijst nogmaals de vraag: wat moet je in Leiden dan wel doen om politiek verantwoordelijk te worden gehouden? En waar ligt de grens tussen het bestuursakkoord en de politieke verantwoordelijkheid van een wethouder? Ik kan slechts concluderen dat die grens gisteravond nog verder is opgerekt. Het bestuursakkoord en de inherente manier van aardig met elkaar omgaan is heilig, zelfs als een wethouder een project financieel uit de hand laat lopen en het college er voor kiest de Raad maar half en veel te laat daarover te informeren. Als de Raad niet meer haar tanden wil laten zien omdat ze bang is de goede lieve vrede te verstoren, wordt ze een tandeloze tijger. Af en toe brullen, maar nooit bijten als dat nodig is. Een slechte zaak als je het mij vraagt. Gelukkig krijgen we binnen een maand een nieuwe kans als het college, wellicht nog in de persoon van Van Gelderen inhoudelijk verantwoording af zal leggen over het onderzoek naar dit financiële en organisatorische debacle. Ik ben benieuwd. Ter afsluiting nog een saillant detail: D66, GroenLinks en de VVD werken momenteel aan een nieuw college en hebben daarbij de wens uitgesproken om het bestuursakkoord net als vier en acht jaar geleden opnieuw te bekrachtigen. Als dat in de lijn van het debat van gisteravond betekent dat we wethouders blijven sparen en ze middels onze controlerende taak niet meer verantwoordelijk willen houden, dan weet ik niet of het CDA dat bestuursakkoord nog moet ondertekenen. In het DNA van onze partij zit dat we fatsoenlijk met mensen omgaan en dat we niet te pas en te onpas met moties van wantrouwen wapperen. Dat mogen jullie van het CDA verwachten. Het is echter ook zo dat er iemand politiek verantwoordelijk is voor het uitvoeren van het beleid. Niet alleen in goede tijden als successen te vieren zijn en als er complimenten worden uitgedeeld, maar ook als het faliekant mis is gegaan zoals gisteravond. Het college is politiek verantwoordelijk en als wij als Raad ons controle-instrument vanwege de Leidse bestuursakkoord en de daarbij horende bestuurscultuur te grabbel gooien, dan moeten we bij onszelf te rade gaan. De bestuurscultuur moet niet ten koste gaan van de plicht die wij als Raadsleden hebben om een college te controleren en het verantwoordelijk te houden als dat nodig. Dat was afgelopen donderdag helaas wel het geval. Joost Bleijie, fractievoorzitter CDA Leiden

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.