Poliflw

Purmerend ontwikkelt zich razendsnel. Op vele plekken in de stad worden de nodige woningen gebouwd. Brantjesoever is een plek met een rijke historie. De naam Brantjesoever komt voor uit de tijd dat er op deze locatie een bloeiende houthandel plaatsvond van Nicolaas Brantjes. Het aangevoerde hout werd verwerkt door de houtzaagmolen ‘De Burcht’ aan de Where, welke 3 eeuwen dienst heeft gedaan. Om de geschiedenis van deze plek voor de toekomst vast te leggen is gekozen om de gebouwen namen te geven die verwijzen naar deze periode. Voordat de sloopwerkzaamheden begonnen heb ik samen met Gerard Wegman van het Gilde het verhaal van de plek vastgelegd. Bekijk hier de vlog die hierover gaat: https://www.youtube.com/watch?v=DMC66dqqIfw Vanuit het stadhuis kan je alle bouwactiviteiten volgen en iedere keer als we vanuit het college praten over hoe snel de stad zich ontwikkelt, wijzen we naar de overkant. Kijk maar: in Purmerend wordt gebouwd. Ook tijdens de coronacrisis. Als verantwoordelijk wethouder voor de binnenstad en het gebied ‘van brug tot brug’ mocht ik samen met Camiel Honselaar, directeur van HSB de officiële handeling verrichten voor de start bouw van het project Brantjesoever. Hiermee worden vele woningen toegevoegd aan de stad met een mooi gemengd programma. Een ontwikkeling met oog voor de historie van het gebied, maar er is ook oog voor de toekomst als het gaat om mobiliteit en duurzaamheid. Een ontwikkeling die veel gaat betekenen voor vele hedendaagse Purmerenders en tegelijkertijd een eerbetoon is aan oud-Purmerend en de mensen die de stad hielpen ontwikkelen. Een ontwikkeling die letterlijk de verbinding legt tussen de historische binnenstad en het stationsgebied waar we gaan bouwen aan een nieuw bruisend deel van de binnenstad. Dat is iets om trots op te zijn. Er is weer een nieuwe mijlpaal bereikt. Ik wens HSB heel veel succes met de bouw!

Kwaliteit boven kwantiteit, dat is de inzet van het Bomenplan dat inmiddels door de raad is vastgesteld. Een boom is van goede kwaliteit als de kronen groot en gezond zijn. Zo heeft iedereen het meeste aan de boom: hij brengt schaduw en verkoeling en biedt een veilig thuis voor vogels, insecten en mossen. Vervangen grote hoeveelheid bomen We verwachten dat in de komende 20 jaar een groot deel van de bomen vervangen moet worden, ongeveer de helft van de bomen die bij de gemeente in beheer zijn. Er zijn vanaf de jaren 70 veel bomen geplant die aan het einde van hun levensduur komen. Wat hierbij meespeelt is dat deze bomen niet de ruimte hebben om gezond te groeien. Denk bijvoorbeeld aan boompjes die je in woonwijken ziet tussen parkeerplaatsen in veel te kleine plantvakken. Een boom heeft onder de grond minstens zo veel ruimte nodig als daarboven. Als die ruimte er niet is omdat vlak naast de boom een parkeerplaats ligt, geeft dat allerlei problemen. De boom kan niet uitgroeien en is daardoor kwetsbaarder. Door wortelopdruk wordt de parkeerplaats stuk gemaakt en de boom zelf groeit minder lang en goed. Ook hebben we vaker te maken met boomziektes waardoor bomen doodgaan of niet meer veilig zijn en daarom moeten worden verwijderd. Investeren in groen Deze periode investeren we fors in het groenonderhoud en de bomen in de stad. Een boom is niet iets wat je neerzet en waar je vervolgens geen omkijken meer naar hebt. Bomen moeten onderhouden worden, gesnoeid en worden minstens eens in de drie jaar grondig gecontroleerd, voor de veiligheid van de boom en de omgeving. Onze bomenploeg werkt keihard om bomen gezond en veilig te houden. Voor goed beheer en de vervanging van bomen zoals opgenomen in het Bomenplan is jaarlijks ruim 1,2 miljoen euro nodig. De investering in bomen is investeren in de toekomst van de stad. Dit is nodig om onze stad leefbaar te houden in een tijd waar we zo veel woningen bouwen. Bomen betekenen zuurstof en groen, parken zijn de longen van de stad. Bij herinrichting van straten en plekken waar nieuwe woningen komen wordt goed gekeken waar er voldoende ruimte is of waar we voldoende ruimte kunnen creëren voor bomen, zodat de bomen die we planten ook uit kunnen groeien tot volwassen oude bomen met veel blad. Met het bomenplan wordt een grote stap naar de toekomst gemaakt, er wordt een duurzame ontwikkeling ingezet voor het behoud van een groene en leefbare stad. Eveline Tijmstra Wethouder

Als je door de stad rijdt zal het je niet ontgaan zijn dat Purmerend een stad in ontwikkeling is. We bouwen de komende jaren veel nieuwe woningen. Dit betekent ook iets voor de openbare ruimte en de leefomgeving. Binnen de stadsgrenzen woningen toevoegen zorgt ervoor dat de openbare ruimte schaarser wordt en we met meer mensen gebruik maken van hetzelfde gebied. Tegelijkertijd zien we dat het klimaat verandert. Het wordt heter, afgelopen zomer hebben we dat kunnen merken. Als het regent, regent het vaak heel hard en krijgen we te maken met een heleboel water. Dat water moet een plek vinden. Water en groen zijn belangrijke elementen om klimaatverandering op te kunnen vangen. We willen voorbereid zijn op deze ontwikkelingen. Daarom denken we na hoe we ervoor kunnen zorgen dat de openbare ruimte prettig blijft voor iedereen die er gebruik van maakt. Hierbij willen we de stad niet alleen leefbaar houden, we willen ook kwaliteit toevoegen. Door steen en groen met elkaar in balans te houden zorgen we voor een leefbaar een aantrekkelijk Purmerend. Het is voor het eerst dat we met elkaar een stip op de horizon bepalen richting 2040 over de ontwikkeling van de stad daar waar het gaat over fysieke leefomgeving. In de visie worden ambities en kansen voor het openbaar gebied en bij bebouwing (bestaande bouw en nieuwbouw) omschreven. Belangrijk bij het openbaar gebied zijn bijvoorbeeld de parken in de stad. Gebieden waar de gebruikskwaliteit verhoogd kan worden, waardoor er meer mensen gebruik van maken. Plekken die uit moeten nodigen tot recreëren, sporten en ontmoeten. In het Kooimanpark is hier al een start mee gemaakt. Er is flink gesnoeid waardoor het gebruik van het park aantrekkelijker is. Ook worden er in de zomer op de speelweide voor kinderen sport en spelactiviteiten georganiseerd. Bij nieuwbouw liggen er vooral veel kansen om klimaatbestendig en natuurinclusief te bouwen, dus met aandacht voor de natuur. Uitvoeren van de visie vraagt om een andere werkwijze dan tot nu toe gebruikelijk was. Nog voor ontwikkelingen starten, zullen we veel meer integraal kijken naar de gewenste aanpak. Dit doen we op sommige plekken al. Bijvoorbeeld bij de visie op het Stationsgebied of de realisatie van de wijk Klein Where. Regenwater wordt hier niet in het riool opgevangen, maar afgewaterd naar wadi’s. Dat is een buffer in de wijk zelf in de vorm van een greppel om de wijk. Zo staat er bij veel regenval water in en is de greppel soms droog. Er zijn groene parkeerplekken en bewoners worden gestimuleerd om hun tuin niet helemaal te verharden. De visie op de Leefbare Stad is bedoeld als richting, een stuk bewustwording en inspiratie. Het is belangrijk dat we inzien dat we niet zomaar overal kunnen bouwen zonder rekening te houden met de natuur, water en klimaat. Deze visie gaat ons helpen de balans tussen groen en steen te behouden zodat we bouwen aan een stad waar het voor iedereen fijn wonen is. De uitwerking van de visie volgt in nieuw beleid op het gebied van bomen, klimaatadaptatie, parken en natuurinclusief bouwen.

Op 11 februari 2020 tekende ik namens het college en Andre Snippe namens ontwikkelcombinatie Snippe/ABB Bouwgroep de aanvullende documenten voor de bouw van appartementen op de locatie van PostNL aan de Gedempte Where (137 koopwoningen). Daarmee is de ontwikkeling van deze locatie in de binnenstad weer een stap dichterbij. De start van het nieuwe college was ook de start van een nieuw proces voor de ontwikkeling van deze locatie in de binnenstad, waar ik als portefeuillehouder voor verantwoordelijk ben. De eerste mijlpaal vierde we, precies na een jaar, met het presenteren van de nieuwe plannen aan de stad. De architectuur waarvoor is gekozen, voegt waarde toe en sluit goed aan bij de uitstraling van de historische binnenstad. Geen hoogbouw en passend bij de omgeving. Doordat de eerdere plannen van hoogbouw terug zijn gebracht naar een bouwhoogte van 5/6 lagen oplopend tot 8 lagen worden er minder woningen gerealiseerd. Daarom worden er ook nog 89 sociale huurwoningen en 61 doorstroomwoningen gerealiseerd in Kop West. Met deze overeenkomsten worden er in totaal 287 woningen toegevoegd aan de stad. Dat de nieuwe plannen goed ontvangen zijn in de stad bleek uit de drukbezochte informatiebijeenkomst die we vorig jaar organiserende voor inwoners om de plannen toe te lichten en het feit dat de gemeenteraad unaniem instemde met de nieuwe plannen en uitgangspunten. De afgelopen 1,5 jaar is er door alle betrokkenen heel veel werk verzet. Daar wil ik iedereen voor danken. De gezamenlijke inspanningen hebben geresulteerd in een mooi nieuw ontwerp voor deze locatie in de binnenstad. De afspraken hierover zijn nu vastgelegd in een Anterieure Overeenkomst, en daar ben ik trots op. Op naar een volgende fase, een nieuw bestemmingplan en de start van de bouw. Eveline TijmstraWethouder

Ontwikkelingen mogen huidige bedrijvigheid niet in de weg zitten.Het college van B&W vraagt de gemeenteraad om mee te denken over verdere stappen in de ontwikkelingen van bedrijventerrein De Koog. Dit is in reactie op een motie die in april 2017 door de gemeenteraad is aangenomen waarin werd gevraagd te onderzoeken welke kansen en mogelijkheden er zijn voor woningbouw op het bedrijventerrein. Het college vraagt de raad nu om zich uit te spreken over de voorgestelde ontwikkelrichting. Dit onderwerp komt daarom naar verwachting op de agenda van de commissie Stedelijke Ontwikkeling en Beheer van donderdag 14 maart voor een meningsvormende discussie. Om de raadsmotie te kunnen beantwoorden heeft het bureau IS Maatwerk vorig jaar in opdracht van de gemeente oriënterend onderzoek gedaan. Daarbij heeft het bureau onder meer workshops gehouden en gesprekken gevoerd met verschillende ondernemers van De Koog. Aan de hand van deze bijdragen en op basis van informatie die al bij de gemeente bekend was, zijn kansen en risico’s in kaart gebracht. RichtingHet college heeft in de beantwoording van de motie aangegeven dat het bereid is om initiatieven voor woningbouw toe te staan, als dit de bedrijfsvoering van huidige bedrijven niet in de weg zit. De gemeente gaat niet actief bedrijven opkopen of zelf op zoek naar initiatieven, maar faciliteert ondernemers en eigenaren die kansen zien om woningen te realiseren in het gebied. Het college ziet dat in de toekomst op De Koog een woon-/werkgebied kan ontstaan met daarin plek voor de huidige bedrijven en nieuwe bedrijven in combinatie met woningbouw. Daarom vraagt het college nu aan de gemeenteraad hoe zij aankijkt tegen de voorgestelde richting. Als de raad de mening deelt om initiatieven voor woningbouw toe te staan, zal het college van B&W een voorstel voorbereiden waarin dit scenario verder wordt uitgewerkt. 2040In de agenda Purmerend 2040 is onder meer de ambitie uitgesproken om circa 10.000 nieuwe woningen te bouwen tot 2040. Eén van de gebieden die daarvoor kansrijk wordt genoemd, is bedrijventerrein De Koog. Het aanwijzen van dit gebied in de agenda Purmerend 2040 heeft geleid tot de motie van 2017. VoorwaardenBij het toestaan van woningbouw op De Koog worden, als het aan het college ligt, bepaalde voorwaarden gesteld. De belangrijkste voorwaarde voor mogelijke ontwikkelingen is dat de huidige bedrijven hun bedrijfsvoering kunnen voortzetten en dat eigenaren zelf initiatief nemen. Daarnaast moet de begane grond beschikbaar blijven voor bedrijven, moeten eigenaren er ‘met de buren uitkomen’ als het gaat om maatregelen vanwege (milieu)activiteiten en moet parkeren op het eigen terrein worden opgelost.

Als wethouder Stadsontwikkeling binnenstad/centrum mag ik mij bezig houden met het behoud en het versterken van de historische binnenstad. Eén van de dossiers waar ik mij in de eerste maanden veel mee bezig heb gehouden is het parkeren in de binnenstad. De komende jaren worden er veel woningen gebouwd in de Purmerend, ook in de binnenstad. Tegelijk willen we ook een goed bereikbaar centrum houden. De parkeerdruk in de binnenstad is op sommige momenten zodanig dat het vinden van een parkeerplaats een ware zoektocht kan zijn. Uit onderzoek blijkt dat de parkeergarages niet allemaal optimaal benut worden. Ook het verwijzen naar parkeergelegenheid aan de randen van het centrum kan beter. De afgelopen maanden heb ik veel ideeën voor bouwprojecten langs zien komen die de komende tijd verder uitgewerkt worden. Deze ontwikkelingen voegen veel toe aan de uitstraling van de stad en leveren ook veel woningen op. Tegelijk gaan ontwikkelingen vrijwel altijd ten koste van parkeerplekken en worden voor de woningen geen nieuwe parkeerplekken meer gerealiseerd. Oplossingen voor het parkeren zie ik ook. Bijvoorbeeld het beter benutten van de bestaande capaciteit en het compenseren van parkeerplekken aan de randen van het centrum. Waar elders parkeerplaatsen verdwijnen is er op verschillende locaties aan de rand van het centrum ruimte om nieuwe parkeerplaatsen aan te leggen. Wat verder kan helpen is spaarzamer omgaan met vergunning parkeren en het uitbreiden van de openingstijden van parkeergarage de Claxonate. Oplossingsrichtingen die verder uitgewerkt moeten worden en waar de gemeenteraad een besluit over moet nemen. Een van de eerste stappen die genomen wordt om het parkeren in de binnenstad te verbeteren is het realiseren van een parkeerverwijssysteem. Dit systeem wordt al succesvol gebruikt in andere grote steden. Op het moment dat je het centrum nadert kan je op een bord zien hoeveel parkeerplekken er in welke parkeergarage nog vrij zijn. Daarnaast worden de verwijsborden naar de andere parkeergelegenheden in en rond het centrum verbeterd. Met deze maatregelen realiseren we nog geen extra parkeerplekken, maar we zorgen er wel voor dat de plekken die we hebben beter benut worden. Bouwprojecten en de oplossingen voor het parkeren hangen nauw met elkaar samen, maar lopen qua tempo niet gelijk op. De grootste uitdaging is om beide processen op een goede manier in elkaar te vlechten. Dat is een ware puzzel met parkeerplekken. Met als doel te komen tot een sluitend plan voor een bereikbare binnenstad waar je prettig kan wonen. Eveline Tijmstra wethouder

Voor de crisis zijn al de eerste stappen gezet om het Wagenweggebied langzaam om te vormen naar een stadswoonwijk. De nu geldende welstandscriteria voor het Wagenweggebied zijn dateren daardoor nog uit 2006. Voor het Wagenweggebied is op 1 juni 2017 een nieuwe ruimtelijke visie opgesteld in de vorm van het Ambitiedocument Wagenweggebied. Het Ambitiedocument gaat uit van een meer organische transformatie van het gebied, waardoor de geldende welstandscriteria zijn achterhaald. Daarom is nu op basis van het ambitiedocument een nieuw beeldkwaliteitsplan voor het Wagenweggebied opgesteld. In de commissie stedelijke ontwikkeling en beheer van september is het beeldkwaliteitsplan besproken in combinatie met de memo van de wethouder over de wens van het college om langs het spoor hoger te kunnen bouwen dan 12 lagen die nu vastgelegd zijn in het ambitiedocument. Het CDA is blij dat het college de vraag nu gelijktijdig voorlegt en niet bij elk afzonderlijk bouwplan achteraf. Alleen zo kan er namelijk een integrale afweging worden gemaakt. Het CDA heeft altijd kansen gezien voor hoogbouw langs het spoor. In die zin zijn wij dan ook niet tegen meer dan 12 bouwlagen op deze locatie, zolang het maar geen doel op zich wordt. Als er hoger gebouwd gaat worden en trouwens ook als het bij de nu genoemde 12 hoog blijft dan is het voor het CDA wel erg belangrijk dat de nieuwe bebouwing goed aansluit op haar omgeving. Dat betekent geen massieve wand van 20 verdiepingen hoog vanaf de P3 naar de Albert Heijn, maar variatie. Naast destedenbouwkundige inpassing is voor ons de afwikkeling van het verkeer en het parkeren een belangrijk onderwerp waar wij kritische naar kijken. Het gaat ons dus om de totale samenhang want wonen is meer dan alleen huizen.Kortom het CDA ziet kansen langs het spoor om hoger te bouwen dan nu opgenomen 12 lagen, mits voldaan wordt aan de hiervoor genoemde punten. De bereidheid om af te wijken van de in het ambitiedocument genoemde hoogtes geldt overigens niet voor de andere locaties in het Wagenweggebied. De meegegeven kaders voor de hoogte zijn wat het CDA betreft daar echt het maximum. Sterker nog wij zouden graag zien dat hier gekozen wordt voor een gemiddelden tussen het minimum en het maximum en niet automatische voor het maximale. Dan het beeldkwaliteitsplan zelf. Het CDA is blij met de getoonde sfeerbeelden die goed aansluiten bij de al gerealiseerde nieuwbouw. Het is belangrijk dat het Wagenweggebied geen lappendeken wordt van allerlei totaal verschillende stijlen, maar een stadswijk met stedenbouwkundige samenhang. Dit zien wij goed vertaald in het beeldkwaliteitsplan met uitzondering voor de ruimtelijke typologie“Plek”. In het beeldkwaliteitsplan staat voor deze locatie: Solitaire gebouwen kunnen qua vormgeving, hoogte, uitstraling, kleuren en materialen afwijken van de rest van het gebied. Het CDA wil deze ruimte niet bieden en is van mening dat er in het Wagenweggebied, zeker gezien de omvang en de geplande bouwvolumes eigenlijk ook geen sprake is van echte solitaire plekken. Zoals gezegd is voor het CDA het uitgangspunt dat alles een vergelijkbare stedenbouwkundige kwaliteit moet hebben, waarbij degetoonde sfeerbeelden en de al aanwezige nieuwbouw maatstaf zijn voor de beeldkwaliteit. Dat wil niet zeggen geen variatie in bebouwing, maar wel met samenhang en een stedenbouwkundige kwaliteit. Daarom zijn wij met een amendement gekomen op dit punt. Helaas is een meerderheid van de raad van mening dat we geen beperkingen in de beeldkwaliteit moeten opleggen en heeft het amendement het niet gehaald. Dat betekent dat het vanuit het beeldkwaliteitsplan nu bijvoorbeeld mogelijk is om voor de typologie “Plek” een wit spiegelend gebouw neer te zetten. Gelukkig maakt de raad bij de benodigde nieuwe bestemmingsplannen nog een definitieve keuze. Als CDA blijven wij dan, uiteraard naast alle andere afwegingen over bijvoorbeeld parkeren en verkeer, inzetten op een goede inpassing en ruimtelijk samenhang met de rest van het Wagenweggebied. Bron illustratie: Beeldkwaliteitsplan WagenweggebiedGemeente Purmerend.

De gemeenteraad besluit met 24 stemmen voor en 10 tegen in te stemmen met het initiatiefvoorstel van het CDA, D66 en GroenLinks. Aanleiding voor het initiatiefvoorstel is de brief van de advocaat van Snippe B.V., de projectontwikkelaar van de locatie PostNL, waarin gevraagd wordt zo snel mogelijk duidelijkheid te geven. Alleen de gemeenteraad kan de gevraagde duidelijkheid geven. Met het aannemen van het voorstel spreekt de raad zicht uit over wat een goede ruimtelijke ordening is voor de historische binnenstad: De historische binnenstad wordt begrensd door het water, dus vanaf de Herengracht, richting de Wolthuissingel naar de Where en vervolgens via de Beemster ringvaart naar het NoordHollands KanaalDe ingeslagen weg van historiserend bouwen zoals bij de Gedempte Singelgracht, Spijkerman en de Nieuwstraat wordt doorgezet om op deze manier de historische binnenstad te versterken. Geen hoogbouw toe te staan, binnen de historische binnenstad, maar te kiezen voor een bouwhoogte die aansluit bij de aanwezige (historische) bebouwing. Het CDA zet zich al een aantal jaren in om de historische binnenstad te beschermen en versterken en is blij met het brede draagvlak voor deze koers in de nieuwe gemeenteraad. De locatie waar vroeger het postkantoor zat, locatie PostNL, valt binnen de vastgestelde begrenzing. De gemeenteraad heeft het college opgedragen om op korte termijn in overleg te treden met Snippe projecten B.V. over de door de raad meegegeven kaders en de gevolgen hiervan voor het project PostNL locatie.