Poliflw

Het Klok & Peelmuseum heeft de afgelopen jaren een ongekende groei doorgemaakt. Het recent uitgebrachte onderzoeksrapport is daar niet alleen een bevestiging van, want die bevestiging van die groei zit ´m vooral in de vele vrijwilligers en Astenaren die het museum een warm hart toedragen. Dat is een compliment richting het museum, en laat er geen twijfel over bestaan: het museum hoort bij Asten en ook binnen onze partij is iedereen het eens over de meerwaarde van het museum voor onze gemeente. Hoe we die meerwaarde gaan koesteren in de toekomst, en welk financieel perspectief of plaatje daar bij past is de vraag die nu voor ons ligt. Als gemeenteraad worden we eens in de zoveel tijd voor lastige dilemma’s gesteld, en Astenaren vertrouwen er op dat wij alles overwegen. Dat hebben we ook nu gedaan. Als gemeente staan we voor keuzes, en niet alles kan hoe graag we dat misschien ook zouden willen. Dat betekent ook iets voor het museum. We zijn tot die conclusie gekomen aan de hand van de volgende argumenten. Het museum presteert zeker in vergelijking met andere soortgelijke musea goed. Dit is voornamelijk te danken aan de tomeloze inzet van het bestuur en een grote groep vrijwilligers. Hierdoor kun je echter ook de conclusie trekken dat het museum leeft boven haar stand. Dat is lang niet zichtbaar geweest door de inzet van de vrijwillige bestuursleden maar komt nu naar boven als een structureel probleem. Willen we als Asten een museum dat toekomstbestendiger is, zoals ook het rapport onderschrijft, dan zal er moeten worden gezocht naar structurele oplossingen.Er moet nu bovendien een oplossing worden gevonden passend bij de tijd waar we in zitten. Het is beslist geen geheim dat gemeenten, ook wij, worstelen met tekorten. Asten investeert al jaren fors in het museum zo blijkt ook uit de benchmark. Een extra langdurige investering vanuit de gemeente vinden wij daarom niet wenselijk, zeker niet in deze tijd: door de Coronacrisis is het maar zeer de vraag hoe ons huishoudboekje er uit komt te zien, maar ook hiervoor al worstelden we zogezegd. De scenario’s die in het rapport worden geschetst gaan allen uit van meer financiering vanuit Rijk of Provincie, of andere mogelijke bronnen. Het is gebleken in het verleden dat het museum succesvol een beroep op verschillende subsidiepotten kon doen, op gezette momenten en tijden, maar het is allerminst onzeker of we daar in de toekomst ook zomaar van uit mogen gaan. In scenario´s 2 en 3 wordt daarmee naar onze mening te rooskleurig ingeschat dat we een beroep op die extra subsidiemogelijkheden kunnen doen. Het is lastig een inschatting te maken, maar de Coronacrisis en economische situatie lijken de komende tijd van doorslaggevende betekenis te zullen zijn. Of er opnieuw aangeklopt kan gaan worden bij de provincie is een goed streven maar gelet op recente ontwikkelingen vragen we ons af wat de budgetten voor cultuur gaan worden vanuit Den Bosch. Alle hoop die dan resteert is dan gevestigd op bijvoorbeeld een bijdrage vanuit de Bankgiroloterij, zoals in het rapport als optie staat genoemd. Ik speel zelf niet mee met een loterij, maar ik weet wat die kansen zijn. Beperkt. Voor scenario 1 vinden wij het echter ook te vroeg. Gelet op de investeringen en inzet in het verleden verdient het museum minimaal de kans om het maximale eruit te halen binnen wat betaalbaar is of moet blijken. Als blijkt dat scenario’s 2 en 3 niet structureel sluitend te maken zijn, dan kom je uiteindelijk toch op scenario 1 uit. Tot die tijd zouden wij als fractie scenario 2 willen laten onderzoeken als voorkeursvariant. Scenario 3 klinkt uitdagend en ambitieus, legt de lat nog hoger en de vraag is of dat haalbaar, en ook uitlegbaar, is in deze tijden. Bovendien zien wij weinig toegevoegde waarde in het plan om het museum te verplaatsen naar het centrum, ook vanwege de vele investeringen die in het verleden al zijn gedaan. Dat teniet doen is op z’n zachtst gezegd zonde. Aangezien het museum onmiskenbaar bijdraagt aan de identiteit van Asten en omdat wij er door de jaren heen al veel geld in hebben gestoken, is het wat ons betreft niet meer dan vanzelfsprekend, dat we positief staan ten opzichte van een bijdrage in de overbruggingsperiode van een of enkele jaren voor bijvoorbeeld het aanstellen van de interim-manager. Ja, het is veel geld, maar we kunnen niet het risico nemen om al dat geïnvesteerde geld kwijt te geraken, of dat het museum genoodzaakt is om te moeten stoppen. Zeker ook gelet op de vele uren die vrijwilligers in het museum hebben gestopt, dat zou onrechtvaardig zijn. Maar ook gelet op de rol van Senzer, de investeringen in het verleden en het prachtige gebouw dat er nu staat. Maar nogmaals het is zoeken naar structurele oplossingen, niet naar nieuwe structurele uitdagingen. Wij gaan voor scenario 2. Mits de uitwerking van dat scenario voldoende aanknopingspunten geeft om te vertrouwen in de toekomstbestendigheid van het museum. Wij geven het museum een kans, maar de uitdagingen zijn onmiskenbaar groot, en zijn door de omstandigheden alleen maar groter geworden. Het museum is van waarde voor Asten, voor ons allemaal, maar de onzekere financiële toekomst vraagt ook om offers. Als CDA pleiten we ervoor om te doen wat mogelijk is, maar groei kent uiteindelijk grenzen. Iets waar we vandaag de dag steeds meer tegenaan lopen in onze samenleving. Ook de groei van het museum kent grenzen, en wat die grenzen zijn daar zullen we samen inhoud aan moeten geven.

Het Klok & Peelmuseum heeft de afgelopen jaren een ongekende groei doorgemaakt. Het recent uitgebrachte onderzoeksrapport is daar niet alleen een bevestiging van, want die bevestiging van die groei zit ´m vooral in de vele vrijwilligers en Astenaren die het museum een warm hart toedragen. Dat is een compliment richting het museum, en laat er geen twijfel over bestaan: het museum hoort bij Asten en ook binnen onze partij is iedereen het eens over de meerwaarde van het museum voor onze gemeente. Hoe we die meerwaarde gaan koesteren in de toekomst, en welk financieel perspectief of plaatje daar bij past is de vraag die nu voor ons ligt. Als gemeenteraad worden we eens in de zoveel tijd voor lastige dilemma’s gesteld, en Astenaren vertrouwen er op dat wij alles overwegen. Dat hebben we ook nu gedaan. Als gemeente staan we voor keuzes, en niet alles kan hoe graag we dat misschien ook zouden willen. Dat betekent ook iets voor het museum. We zijn tot die conclusie gekomen aan de hand van de volgende argumenten. Het museum presteert zeker in vergelijking met andere soortgelijke musea goed. Dit is voornamelijk te danken aan de tomeloze inzet van het bestuur en een grote groep vrijwilligers. Hierdoor kun je echter ook de conclusie trekken dat het museum leeft boven haar stand. Dat is lang niet zichtbaar geweest door de inzet van de vrijwillige bestuursleden maar komt nu naar boven als een structureel probleem. Willen we als Asten een museum dat toekomstbestendiger is, zoals ook het rapport onderschrijft, dan zal er moeten worden gezocht naar structurele oplossingen.Er moet nu bovendien een oplossing worden gevonden passend bij de tijd waar we in zitten. Het is beslist geen geheim dat gemeenten, ook wij, worstelen met tekorten. Asten investeert al jaren fors in het museum zo blijkt ook uit de benchmark. Een extra langdurige investering vanuit de gemeente vinden wij daarom niet wenselijk, zeker niet in deze tijd: door de Coronacrisis is het maar zeer de vraag hoe ons huishoudboekje er uit komt te zien, maar ook hiervoor al worstelden we zogezegd. De scenario’s die in het rapport worden geschetst gaan allen uit van meer financiering vanuit Rijk of Provincie, of andere mogelijke bronnen. Het is gebleken in het verleden dat het museum succesvol een beroep op verschillende subsidiepotten kon doen, op gezette momenten en tijden, maar het is allerminst onzeker of we daar in de toekomst ook zomaar van uit mogen gaan. In scenario´s 2 en 3 wordt daarmee naar onze mening te rooskleurig ingeschat dat we een beroep op die extra subsidiemogelijkheden kunnen doen. Het is lastig een inschatting te maken, maar de Coronacrisis en economische situatie lijken de komende tijd van doorslaggevende betekenis te zullen zijn. Of er opnieuw aangeklopt kan gaan worden bij de provincie is een goed streven maar gelet op recente ontwikkelingen vragen we ons af wat de budgetten voor cultuur gaan worden vanuit Den Bosch. Alle hoop die dan resteert is dan gevestigd op bijvoorbeeld een bijdrage vanuit de Bankgiroloterij, zoals in het rapport als optie staat genoemd. Ik speel zelf niet mee met een loterij, maar ik weet wat die kansen zijn. Beperkt. Voor scenario 1 vinden wij het echter ook te vroeg. Gelet op de investeringen en inzet in het verleden verdient het museum minimaal de kans om het maximale eruit te halen binnen wat betaalbaar is of moet blijken. Als blijkt dat scenario’s 2 en 3 niet structureel sluitend te maken zijn, dan kom je uiteindelijk toch op scenario 1 uit. Tot die tijd zouden wij als fractie scenario 2 willen laten onderzoeken als voorkeursvariant. Scenario 3 klinkt uitdagend en ambitieus, legt de lat nog hoger en de vraag is of dat haalbaar, en ook uitlegbaar, is in deze tijden. Bovendien zien wij weinig toegevoegde waarde in het plan om het museum te verplaatsen naar het centrum, ook vanwege de vele investeringen die in het verleden al zijn gedaan. Dat teniet doen is op z’n zachtst gezegd zonde. Aangezien het museum onmiskenbaar bijdraagt aan de identiteit van Asten en omdat wij er door de jaren heen al veel geld in hebben gestoken, is het wat ons betreft niet meer dan vanzelfsprekend, dat we positief staan ten opzichte van een bijdrage in de overbruggingsperiode van een of enkele jaren voor bijvoorbeeld het aanstellen van de interim-manager. Ja, het is veel geld, maar we kunnen niet het risico nemen om al dat geïnvesteerde geld kwijt te geraken, of dat het museum genoodzaakt is om te moeten stoppen. Zeker ook gelet op de vele uren die vrijwilligers in het museum hebben gestopt, dat zou onrechtvaardig zijn. Maar ook gelet op de rol van Senzer, de investeringen in het verleden en het prachtige gebouw dat er nu staat. Maar nogmaals het is zoeken naar structurele oplossingen, niet naar nieuwe structurele uitdagingen. Wij gaan voor scenario 2. Mits de uitwerking van dat scenario voldoende aanknopingspunten geeft om te vertrouwen in de toekomstbestendigheid van het museum. Wij geven het museum een kans, maar de uitdagingen zijn onmiskenbaar groot, en zijn door de omstandigheden alleen maar groter geworden. Het museum is van waarde voor Asten, voor ons allemaal, maar de onzekere financiële toekomst vraagt ook om offers. Als CDA pleiten we ervoor om te doen wat mogelijk is, maar groei kent uiteindelijk grenzen. Iets waar we vandaag de dag steeds meer tegenaan lopen in onze samenleving. Ook de groei van het museum kent grenzen, en wat die grenzen zijn daar zullen we samen inhoud aan moeten geven.

Nog voordat de raadsvergadering in Asten op dinsdag 14 april jl. begon, was het al een van de meest bijzondere in de Astense geschiedenis. Vanwege het coronavirus vond de bijeenkomst in de hal van het gemeentehuis plaats en werd iedereen minstens anderhalve meter van elkaar gepositioneerd. Maar de vergadering moest en zou plaatsvinden, want: onze wethouder Theo Martens werd na vijftien jaar opgevolgd door John Bankers. Lees meer over de installatie in het Peelbelang via deze link Foto: Rob Fritsen

Nog voordat de raadsvergadering in Asten op dinsdag 14 april jl. begon, was het al een van de meest bijzondere in de Astense geschiedenis. Vanwege het coronavirus vond de bijeenkomst in de hal van het gemeentehuis plaats en werd iedereen minstens anderhalve meter van elkaar gepositioneerd. Maar de vergadering moest en zou plaatsvinden, want: onze wethouder Theo Martens werd na vijftien jaar opgevolgd door John Bankers. Lees meer over de installatie in het Peelbelang via deze link Foto: Rob Fritsen

John Bankers is tijdens de ledenvergadering van het CDA Brabant op de zevende plek geplaatst op de kandidatenlijst van het CDA voor de Provinciale Statenverkiezingen. Op de conceptlijst stond hij nog twee plaatsen lager. Dankzij steun van de Peelgemeenten is hij gestegen op de definitieve lijst. Het CDA heeft op dit moment 9 zetels in de Provinciale Staten. Bankers staat daarmee op een verkiesbare plek. Om zeker te zijn van een zetel, moet hij met voorkeursstemmen worden gekozen. Bankers: “Voor een voorkeurszetel zijn waarschijnlijk 4.000 stemmen nodig. Het doel is om dat aantal te halen. Op die manier word ik met een flink mandaat gekozen en kan ik ook goed opkomen voor de belangen van de Peelgemeenten”.

Wij zien als CDA een positieve ontwikkeling aangaande de burgerparticipatie in Asten. In de afgelopen commissies van november stond een evaluatie rondom burgerparticipatie in Asten op de agenda. Gemeenteraadslid Susanne de Groot: "Tal van initiatieven zijn ontwikkeld, en de tevredenheid is groot. Initiatieven voor en door de burgers ontwikkeld, waarbij wij als Gemeente faciliteren. Het draagt bij aan het verbeteren van de leefomgeving in de gemeente Asten en hiermee laten wij zien dat de burger gehoord wordt. Dit is wat wij als CDA voorstaan dat burger en bestuur gezamenlijk hierin optrekken." Als we de lijst van initiatieven doornemen, dan zien we dat het een pluriform beeld geeft: voor diverse doelgroepen en goede spreiding over Asten, Heusden en Ommel. Wij onderschrijven dat de realisaties zichtbaar uitgedragen moeten worden, bijv. op de site van de gemeente en in het Peelbelang, om de burgers voor de toekomst nog verder te stimuleren. Daarnaast lijkt het ons goed om hiervoor een nog breder draagvlak te gaan creëren. Een suggestie hiervoor is om ook Astense ondernemers te benaderen, de werkgevers van onze mensen, om Burgerinitiatieven te adopteren. Dit kan namelijk goed passen in een maatschappelijke doelstelling van onze ondernemers. Wij kijken uit naar de verdere evaluatie die in het najaar plaatsvindt. Eén van de belangrijke punten voor ons is, of het platform TIP Asten voldoende is om de burger te kunnen bereiken of dat er alsnog een Digitaal Burgerpanel in het leven geroepen moet worden. Samenvattend, als CDA vinden wij dat we op de goede weg zijn!

De volgende stap naar een toekomstig gemeenschapshuis: een toetsingsmatrix. Een alomvattend instrument waarmee we als raad straks beter in staat zullen zijn om een afgewogen keuze te maken, met verschillende scenario’s. Deze matrix stond afgelopen commissievergadering op de agenda van de gemeenteraad. Het feit dat de matrix voor ons ligt, juichen we toe. Het geeft ons de gelegenheid om ook weer even bij het proces stil te staan. De matrix zelf ziet er goed uit, en het feit dat de matrix is opgesteld aan de hand van de input van verenigingen en andere belanghebbenden doet ons als fractie deugd. Het is tenslotte in lijn met datgene waar we in het begin van dit traject eerder voor hebben gepleit: voldoende mogelijkheden voor verenigingen en inwoners, maar ook voor ons als raad, om aan de voorkant van dit traject mee te praten. De inbreng van verenigingen en inwoners komt terug in deze matrix en daar zijn we blij mee. De matrix is met name een goed middel om focus aan te brengen, en dat is voldoende geborgd. Als we puur naar de werksessies hadden we graag gezien dat verenigingen zich nog meer betrokken voelen bij dit traject. We vinden het belangrijk dat iedereen goed zijn inbreng kwijt kan in dit proces, en die werksessies (avonden) zijn daar expliciet voor bedoeld. Wel hebben we het idee dat er nu sterker aan getrokken is om verenigingen te betrekken dan in de eerdere ronde. Dus compliment ook op dat vlak. Alleen het laat wel zien dat we mogelijk nog een slag te maken hebben, wat participatie betreft in dit traject. Wat dat verdere traject betreft: de toetsingsmatrix geeft ons nu ook de kans om te kijken naar het vervolgproces. In lijn met ons vorige punt zijn we benieuwd naar de spreiding van toekomstige gebruikers in dit verhaal. Het is belangrijk om te weten wat het draagvlak voor het toekomstige huis van Asten nu echt is, maar ook hoe stabiel dat is. We zijn benieuwd wat de verschillen van wensen tussen verenigingen zijn, en het is wat ons betreft goed om dat in beeld te brengen, zodat wij er als raad wanneer er een besluit moet worden genomen (verwachting daarvan is april, mei volgend jaar) we ook daar rekening mee kunnen houden. We doelen hier dus specifiek op de omvang en wat de wensen van bepaalde verenigingen zijn. Deze opmerking hebben we, bij monde van fractiegenoot Jos Leenders, ook meegegeven in de technische toelichting op de matrix, vorige week. Als laatste opmerking; de input van verenigingen is helder en functionaliteit staat bij hen voorop. Dat waarderen we. Wel geven we mee dat wij als raad straks de verantwoordelijk nemen om een volledige afweging te maken, voor heel Asten. Het toekomstige gemeenschapshuis moet voor de gehele Astense gemeenschap, verenigingen, gebruikers en burgers, betaalbaar zijn en bovenal ook betaalbaar blijven. We wensen de initiatiefnemers, deelnemers en alle Astenaren veel succes in het vervolg van dit traject, en we volgen het uiteraard met veel interesse.

Het CDA Brabant heeft op donderdag 11 oktober de concept-kandidatenlijst bekend gemaakt voor de Provinciale Statenverkiezingen van 20 maart 2019. John Bankers, raadslid voor het CDA in Asten, staat op de negende plaats. Het CDA heeft nu ook negen zetels in de Provinciale Staten. De definitieve kandidatenlijst van het CDA Brabant wordt op zaterdag 24 november door de leden vastgesteld. Bankers: “Vanuit de lokale politiek merkte ik steeds vaker, dat de provincie een belangrijke partij is in de ontwikkeling van onze regio. Ik denk daarbij aan de bereikbaarheid met de N279 en de A67, de economie in Brainport, het stimuleren van duurzaamheid, de toekomst van het buitengebied en de aanpak van de georganiseerde criminaliteit. Door mij kandidaat te stellen voor de Provinciale Staten hoop ik onze gemeenten in de Peelregio ook een stem te geven.” Beoogd lijsttrekker is Marianne van der Sloot uit Den Bosch. Van der Sloot is de huidige fractievoorzitter van het CDA in Provinciale Staten. Met Tanja van de Ven (Beek en Donk, plek 5), Coen Hendriks (Erp, plek 11) en Huseyin Bahar (Helmond, plek 12) staan er nog drie kandidaten uit de Peelregio in de top 15 van de CDA-kandidatenlijst.