Voorzitter,
voor onze fractie is het ongelofelijk wat ons is overkomen na de vergadering
van 20 februari. We zijn nog geen 24 uur verder, of persberichten, brieven en
berichten op en via sociale media over de zandwinning Beuningse plas vallen over
ons heen. En het meest erg vindt onze fractie, en dat is echt onze mening, dat
wij, Beuningen, door uw handelen als Leugenaar door de pers weggezet worden.Wij
benoemden reeds dat wij vinden dat u de regie volledig kwijt bent, dat elke
vorm van bestuurlijke sensitiviteit in dit dossier ontbreekt, en willen daaraan
toevoegen dat u uw onkunde volledig ten tonele spreidt. Ik herhaal het nog maar
een keer: het is gemodder waar u mee bezig bent! Het is onbestaanbaar wat er
allemaal gebeurd is tussen 20 februari en heden, wij vinden dat u veel te veel uitgaat
van “goed vertrouwen”.Wat
voor ons ook blijft, is dat u in uw eigen sprookje leeft en u ons daar graag in
mee zou willen nemen.Wij
hebben onze twijfel geuit of de door u voorgestelde route, en door D66 en BNenM
in de raad van 20 februari jl. gevolgd, wel de juiste zou zijn. U hebt ons in
die raadsvergadering er in elk geval niet van kunnen overtuigen. Wat ons
betreft tonen de afgelopen 4 dagen aan dat er nog veel gaten in het zandpad
zitten, die voorlopig niet gedicht lijken te worden. En wat wordt het resultaat
zoals het er naar uitziet? Dat Beuningen met de gebakken peren zit, onze inwoners
opdraaien voor de kosten en partijen meer en meer tegenover elkaar komen te
staan.Waar
moeten we beginnen, voorzitter, in deze ellende? Hoe krijgen we in hemelsnaam
onze inwoners nog uitgelegd waar wij in deze raadszaal mee bezig zijn waar u
als college mee bezig bent? Het was al niet begrijpelijk, maar het lukt u,
college, totaal niet er nog enige helderheid in te scheppen.Laten
we het in eerste termijn niet te complex maken, en slechts een aantal
vragen aan het college stellen naar aanleiding van blijkbaar ter discussie
staande documenten en verschenen berichtgevingen.Notitie
11 december 2017 en brief 22 februari gemeente Nijmegen:
-
Wat
is volgens het college de status van de “notitie van 11 december”?
-
Waarom
had deze volgens het college niet bij de
stukken aan de raad mogen zitten?
Naar aanleiding van het artikel van RN7:
-
Welke
bestuurlijke contacten (overleg momenten, e-mails en telefoongesprekken) zijn
er, in hoofdlijn, na 11 december tot op heden met de provincie geweest en wat
is de exacte uitkomst of het resultaat van die contacten?(Denk aan contacten tussen collegeleden, wellicht
contacten over het voorstel aan uw raad en terugkoppeling daarop etc.)
Brief
gemeente Nijmegen van 22 februari 2018
In onze brief (VVD gericht aan college)
van 22 december schrijven wij u reeds: “Wij zijn van mening dat hetgeen u
schetst in uw brief van 20 dec. jl. ten aanzien van "bestuurlijke
afstemming met gemeente Nijmegen" geen goed doet aan de positie van
gemeente Beuningen ten opzichte van gemeente Nijmegen. Wij begrijpen en
realiseren ons dat wij gemeente Nijmegen nodig hebben om de zandwinning te
realiseren, maar zijn van mening dat u de zoals door uzelf benoemde veilig te
stellen belangen van gemeente Beuningen ontkracht….”“Ons beeld is dat in deze situatie
"gelijk oversteken" de meest zuivere oplossing is.”Gisteren
ontving u een brief vanuit gemeente Nijmegen. In uw begeleidende email schrijft
u dat het u deugd doet en u vindt dat Nijmegen met kracht afstand neemt van de
bewering van onjuiste voorstelling van zaken door Beuningen.Wat
ons betreft een brief, niet meer en niet minder, om de schade en
gezichtsverlies van het college van onze én Nijmeegse zijde te beperken.Wat
is belangrijk in dit dossier?
Regie!
Een
goede bestuurlijke afspraak én goede bestuurlijke afhechting, de basis van het werk van het college.Dat
onze inwoners kunnen vertrouwen op kunde van het college.Bestuurlijke
sensitiviteit én als we penvoerder zijn, dan zouden we dus ook de enige regievoerder
moeten zijn.Het
mag niet kunnen gebeuren dat er, als het om dit soort zaken en bedragen gaat,
enig verschil van inzicht is.Maar
wat is er werkelijk aan de hand, voorzitter?-
in
uw brief van 15 december schrijft u: “na uitvoerig afwegen van de diverse
varianten is met de gemeente Nijmegen bestuurlijke overeenstemming over de
volgende beslispunten: - Akkoord over de
verdeling van de meerkosten met een maximale bijdrage vanuit Nijmegen van 1,4
miljoen ex btw”
- In
de vastgestelde besluitenlijst van 19 december 2017 meldt de heer Driessen: De
gemeente Nijmegen zal ook bijdragen want die voelt zich ook verantwoordelijk”.
- Afgelopen
dinsdag heeft onze wethouder de woorden gebruikt:
“wij als gemeente Beuningen, gelet op de
toezeggingen die we daarvoor hebben met andere partijen”
- En
dan: In de brief van Nijmegen van 22 februari staat dat in Nijmegen geen
besluiten genomen zijn.
Aanvullend
voorzitter, zegt wethouder Zoetelief van Nijmegen op 21 februari op vragen van
de VVD en Groen links letterlijk: “Nee, wij hebben geen toezeggingen gedaan” en
“er is geen sprake van dat wij een toezegging hebben gedaan van 1,3 miljoen euro”.
Ik
verwijs u hiervoor naar de bandopname van 21 februari die van dit gesprek
beschikbaar is.
U
schrijft dat u vindt dat Nijmegen met kracht afstand neemt van de bewering dat
u een onjuiste voorstelling van zaken gedaan zou hebben, maar Nijmegen schrijft
tevens dat er geen enkel besluit is. En
dit terwijl onze wethouders anders beweren.
Hoezo,
een contradictie? Hoezo in tegenspraak? Hoezo geen onjuiste voorstelling van
zaken?Voorzitter,
de fractie van de VVD is de weg volledig kwijt en vindt zich onzorgvuldig,
onvolledig en niet op de allerlaatste plaats ook onjuist geïnformeerd. De
wethouders Driessen en de Klein hebben gewoonweg niet afgedekt dat de
toezeggingen hard zijn.Onze
laatste vraag aan het college, in totaal dus vier vragen, in eerste termijn:Wie
spreekt hier nu bezijden de waarheid of om bij de woorden van de pers, de heer
Jaspers, te blijven:
- wie liegt hier nu als het gaat om de toezeggingen?
De wethouders van Gemeente
Beuningen of de wethouders van Gemeente Nijmegen?