Op de raadsvergadering van 21 september stond de coalitie van SP, D66, GL een motie van wantrouwen te wachten. Dat was al weken geleden door de LDIJ aangekondigd, nadat de wethouder van het CDA was opgestapt. Aanleiding voor die motie waren de perikelen rond de samenwerking met Montfoort, waar vorige colleges voor verantwoordelijk zijn, maar waarvan de schuld nu in de schoenen van dit college wordt geschoven.

De overgebleven wethouders, Marijke Beukering(D66), Hans Lappee (GL) en Chris Baerveldt  (SP) hebben daarom meteen na het begin van de raadsvergadering de volgende verklaring afgelegd:

“Voorzitter.

Namens de drie wethouders van het college wil ik hierbij de volgende verklaring doen. Daarna volgen nog afzonderlijke persoonlijke verklaringen van de wethouders.

Op 31 augustus stapte het CDA, voor ons onverwachts en met een bijzonder vage motivering, uit de coalitie. We weten al weken lang via de media dat LDIJ met een motie van wantrouwen gaat komen die in ieder geval gesteund gaat worden door de VVD en de PvdA. De CDA heeft de laatste weken niet gereageerd op pogingen om tot een vergelijk te komen. Kortom, wij gaan er van uit dat dit college niet meer het vertrouwen van de gemeenteraad heeft.

Tot op dit moment is ons niet duidelijk wat de inhoudelijke redenen zouden zijn van de motie van wantrouwen. Die motie zou en moest er komen, want hoe dan ook: dit college moest weg.

Het vorige college is opgestapt precies om de zaken die nu uitgebreid in het raadsonderzoek zijn beschreven.

Dit college startte in maart en mag alleen beoordeeld worden op wat het in de afgelopen zes maanden heeft gedaan.

In die tijd is er veel gebeurd door college en personeel om de problemen aan te pakken. Ik geef hierbij wat steekwoorden:

De begroting is nu realistisch en was dat niet De administratie is opnieuw ingericht. De personeelsadministratie wordt nu gekoppeld aan financiële  administratie Medewerkers zijn in vaste teams geplaatst . Er zijn teamregisseurs aangesteld De accountant heeft de jaarrekening van IJsselstein beter beoordeeld. De werving van de concerncontroller is gestart Er is nu een effectieve bewaking van de inhuur Er is nu een nieuwe manager bedrijfsvoering Er wordt een nieuwe verdeelsleutel ontworpen

Natuurlijk moet er nog meer gebeuren.

Dat is deels omdat met de raad was afgesproken om de uitkomsten af te wachten van de onderzoeken die vorige week zijn gepresenteerd.

Deels ook omdat elk uur er een is, er zijn niet genoeg mensen om alles tegelijk te doen.

Niet alle lijnen zijn duidelijk omdat de raad nog moet beslissen over:

of en hoe de samenwerking met UW wordt doorgezet de invulling van wat met regie bedoeld wordt waar en in welke mate er geharmoniseerd.

Maar het idee dat er weinig of niets gebeurd zou zijn is belachelijk

Wij hebben ook een duidelijk beeld van wat er de komende maanden gebeuren moet.

De presentatie aan de raad van de nieuwe door ons aangestelde directeur geeft aan in welke richting wij willen. Er moet, samen met het personeel gewerkt worden aan een nieuwe en sluitende structuur; ook bij de top.

Op 5 oktober start er een projectgroep bij elkaar met vertegenwoordigers van het personeel.

Op 9 oktober volgt dan een plan van aanpak; er volgt een stappenplan met duidelijk meetbare doelen en deadlines nog dit jaar.

Maar al dit werk telt kennelijk niet. Het mag allemaal niet baten, want die motie werd aangekondigd komt er toch; hij moet en hij zal. De uitkomst is voorspelbaar slecht voor de stad, maar dat is kennelijk minder belangrijk dan politiek gewin.

 

Wij concluderen dat de discussie die wij met elkaar voeren niet meer over inhoudelijke argumenten gaat. Dat maakt hoe dan ook dat het college nu ‘bungelt’. Als we nu niet naar huis gestuurd zouden worden zou dat de volgende keer wel gebeuren met welk excuus dan ook.

Wij constateren dat we door dergelijke omstandigheden niet in staat gesteld worden om de stad daadkrachtig te besturen. Daarom nemen wij nu het besluit om op te stappen als wethouders van IJsselstein”.