De eerste zestig dagen als Statenlid heb ik achter de rug. Meestal wordt de honderddagenregel toegepast wanneer mensen omkijken naar hoe het begin van hun nieuwe functie in de politiek is verlopen. Voor mij is er een duidelijke reden, of misschien moet ik wel zeggen redenen, om nu al terug te kijken omdat de afgelopen week twee belangrijke stappen voor de komende vier jaar zijn gezet.

De eerste reden is dat ik afgelopen maandag mocht stemmen voor de Eerste Kamer. Een voorrecht dat niet voor iedereen is weggelegd want de Eerste Kamerleden worden getrapt gekozen. Dat wil zeggen dat alleen Provinciale Statenleden hun stem op de Eerste Kamerledenkandidaten mogen uitbrengen. Al weken voor de verkiezing las ik in de media artikelen waarin werd gespeculeerd over de kans dat het huidige kabinet haar meerderheid in de Eerste Kamer mogelijk zou verliezen. Ook binnen onze eigen Statenfractie werd er over gesproken dat toch vooral iedereen aanwezig moest zijn en met de juiste kleur het vakje van haar of zijn kandidaat rood moest maken.

Ik had mijn voorgenomen om op kandidaat nr. 5 van de D66 kandidatenlijst, Boris Dittrich, te stemmen. Op advies van Den Haag heb ik toch maar op nr. 1, Annelien Bredenoord, gestemd. Ik ken Boris al jaren, vind zijn inzet voor de mensenrechten formidabel en we hebben naast dezelfde politieke voorkeur nog iets gemeenschappelijk, we zijn beiden geboren en getogen in Zeist. Maar goed, Boris maakt met zijn plaats nr. 5 op de kandidatenlijst een goede kans in de Eerste Kamer te komen dus een voorkeurstem was niet nodig. Uiteindelijk bleek D66 zeven zetels in de Eerste Kamer te halen, een verlies van drie en dat verlies is minder groot dan verwacht.

De tweede reden om achterom te kijken, is dat twee dagen na de verkiezing van de Eerste Kamerleden het coalitieakkoord ‘Nieuwe energie voor Utrecht’ is gepresenteerd samen met de namen van de nieuwe gedeputeerden. Achter de schermen is de afgelopen weken druk onderhandeld. Voor onze partij hebben Marc de Droog en Pim van den Berg de besprekingen gevoerd. Samen met mijn fractiegenoten: Marianne, Hayat en Lyke hebben wij input voor de onderhandelingen geleverd door in vijf werkgroepen zitting te nemen.

Ondanks het feit dat ik het jammer vind dat er geen breed Statenakkoord is gekomen, vond ik de aanpak wel vernieuwend en verfrissend (stapje voor stapje). Naast de gesprekken met de collegevormende partijen (GroenLinks, CDA, PvdA, CU en D66) hebben ook de acht niet vormende collegepartijen hun inbreng kunnen hebben evenals allerlei maatschappelijk organisaties, instellingen en inwoners die gebruik hebben gemaakt om op 8 mei jl. te komen meedenken en meepraten op het Provinciehuis.

Het zal niet verbazen dat ik ontzettend verheugd ben over wat er in het coalitieakkoord is te lezen over de fiets. We gaan echt stappen zetten op het terrein van de fietsbereikbaarheid, fietsveiligheid, fietseducatie en fietsvoorzieningen. De reden waarom ik hier verheugd over ben, is dat naast fietsen gezond, duurzaam en goed is voor het terugdringen van teveel autogebruik, ik de lijn door kan trekken van het beleid dat wij als D66 op de Utrechtse Heuvelrug al jaren geleden hebben ingezet.

We hebben ons terecht tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2014, toen D66 op de Utrechtse Heuvelrug de grootste werd, afgevraagd welk beleid in onze gemeente ontbreekt. Er was tot dat moment nauwelijks tot geen aandacht voor de fiets. Door de afgelopen jaren maar steeds het belang van een goed fietsklimaat te benoemen, heeft de fiets een meer prominente plaats gekregen. Een van de redenen om mij kandidaat voor PS te stellen is dat ik de aandacht voor de fiets naar een hoger plan wil brengen. De fiets heeft de wind in de rug als het gaat om het maatschappelijk belang en de aandacht hiervoor. En dat is mooi want je doet het immers nooit alleen.

Dat in het coalitieakkoord de Provincie Utrecht wordt benoemd als dé fietsregio van Europa kan voor mij niet mooier zijn. Is het werk nu klaar? Nee, absoluut niet, sterker nog, het begint pas! De mooie plannen moeten nog wel ten uitvoer worden gebracht, de financiële middelen moeten beschikbaar komen en niet onbelangrijk; gemeenten moet nog wel willen meewerken om alle mooie plannen voor de fiets in onze provincie uit te voeren. Voor de gemeenteraadsleden op de Utrechtse Heuvelrug (en daarbuiten) in zijn algemeenheid belangrijk genoeg om zich voor in te zetten en voor de D66 fractie in onze raad in het bijzonder! Ik zie uit naar een constructieve samenwerking.

Erwin Kamp

D66 Statenlid Provincie Utrecht