Poliflw

Tijdens de raadsvergadering van 27 januari stond afvalscheiding op de agenda. Voorstel van het college is om in te zetten op een nieuw betaalsysteem; het recycletarief. Ook vroeg het college aan de raad om in te stemmen met het doel van 60 kg restafval per persoon per jaar in 2025. Samen met anderen dienden we twee voorstellen in voor nog betere afvalscheiding.

Als GroenLinks Noordoostpolder zijn we erg blij met het voorstel van het college. Wij staan achter het principe dat de vervuiler betaald en zijn daarom voorstander van het 'recycletarief' wat inhoud dat we gaan betalen voor elke keer dat de grijze container word geleegd. Ons voormalig raadslid Judo Bakker heeft hier tien jaar geleden al voor gepleit.

Tijdens de raadsvergadering hebben we twee voorstellen ingediend om afvalscheiding verder te verbeteren. Samen met de CU/SGP dienden we een amendement in om, als ambitie toe te voegen dat we in 2030 gemiddeld op 30 kg restafval per persoon per jaar gaan uitkomen. Deze 30 kg is de doelstelling die het Rijk voor 2025 hanteert, daarom lijkt ons dit voor 2030 zeker haalbaar.

Het amendement is met 16 stemmen voor en 13 stemmen tegen aangenomen. Lees hier het persbericht

Het tweede voorstel was een motie die we samen met het CDA indiende. Met deze motie pleitten we voor gescheiden afvalbakken in het centrum van Emmeloord. De gemeente kan het goede voorbeeld geven door afvalscheiding ook in de openbare ruimte te faciliteren. Volgens ons heeft het daarnaast een stimulerende werking op mensen om thuis en op hun werk ook beter te gaan scheiden.

De motie werd met 26 stemmen voor en 3 stemmen tegen aangenomen. Lees hier het persbericht

Het voorstel van het college is ook met ruime meerderheid aangenomen. Daarmee gaat het voorstel nu verder uitgewerkt worden. In het najaar besluiten we verder over de invoering.

We moeten kiezen

Dat is de eerste zin in de programmabegroting.

We moeten kiezen, want het budget is beperkt en de uitdagingen zijn groot.

De laatste tijd is er in de media een zin die hier erg op lijkt.

‘Niet alles kan.’

Dat is de titel van het rapport van de commissie Remkes over de stikstofcrisis.

Niet alles kan, want de grenzen van de natuur zijn bereikt.

We moeten dus keuzes maken.

Keuzes die hun invloed zullen hebben op de toekomst.

Niet alleen de nabije toekomst, maar ook de vele jaren daarna.

Als GroenLinks kiezen we voor:

Het Klimaat

Voor het klimaat zijn de komende tien jaar bepalend voor het wel of niet halen van de 2 graden doelstelling. Lokaal doen we al veel, maar toch is het nog steeds niet genoeg. De opgave is groot en de tijd dringt. Woonwijken en bedrijventerreinen zullen gasloos worden. Daarom willen we de komende jaren geld investeren in het ontwikkelen van een sociale wijkaanpak en het aantrekken van voldoende personeel om met bewoners in gesprek te gaan.

Circulaire economie.

Grondstoffen raken uitgeput en de winning is steeds schadelijker. Onze economie vormen we daarom om van een weg-werp-maatschappij naar een circulaire economie. Dit is een enorme uitdaging waar we nog maar net aan begonnen zijn. Wij willen daarom investeren in een goed economisch programma dat ons lokale bedrijfsleven ondersteunt en stimuleert. We willen investeren in het sluiten van ketens, in innovaties, in productontwikkeling. Dit is de nieuwe economie en hier liggen de nieuwe kansen. Wij verwachtten dan ook dat de verkenning die nu in de begroting wordt genoemd zal leiden tot het opnemen van circulaire economie als ambitie, zoals beoogd met de aangenomen motie tijdens behandeling van de perspectiefnota.

Ontwikkelingsmogelijkheden van inwoners

We willen investeren in mensen.

In het terugdringen van armoede, het bestrijden van eenzaamheid en In goede zorg die dicht bij huis word georganiseerd. Wij willen investeren in integratie van nieuwe nederlanders, in goed onderwijs en in mogelijkheden van onze jeugd om zich te ontplooien. In sport en cultuur die toegankelijk is voor iedereen.

Wij willen investeren in de mogelijkheid van mensen om op een goede manier aan onze samenleving mee te kunnen doen.

Kiezen voor wat je belangrijk vind is niet zo moeilijk.

Kiezen wat je moet laten is veel moeilijker.

Daarom een paar keuzes.

liever energieneutraal en circulair bouwen, dan een golfslagbad

Liever een hoge biodiversiteit dan onkruidvrije perken

Liever meer groen in de wijk dan overal voldoen aan de parkeernormen

Liever investeren in sociale cohesie dan het moeten bestrijden van eenzaamheid

Liever goede banen waar mensen zich voor in willen zetten, dan iedereen verplicht aan het werk

Liever investeren in integratie dan naast elkaar leven

Liever milieuproblemen nu oplossen, dan onze kinderen met ‘de rekening opzadelen’ onze shit opzadelen.

We moeten kiezen en niet alles kan.

Als GroenLinks kiezen we daarom voor de lange termijn. 

Voor mensen en voor duurzaamheid.

We leven in bijzondere tijden.

De samenleving om ons heen veranderd in snel tempo.

En wij als politiek moeten ons daarop aanpassen, midden in de samenleving staan en ons beseffen dat wij zelf ook niet alle antwoorden hebben.

Onze samenleving veranderd en is steeds ingewikkelder geworden. Voor sommige mensen TE ingewikkeld. Door digitalisering is er nu zo’n overload aan informatie dat een deel van de mensen niet meer goed mee kan komen. Wij vinden het van groot belang dat iedereen mee kan doen. Een belangrijke sleutel daarvoor is taal, daarom willen we dat daar goed op wordt ingezet. Niet door een taaleis met sancties voor asielzoekers. Maar ondersteuning van iedereen die laaggeletterd is, voor alle bewoners die moeite hebben met lezen en schrijven.

Wij constateren dat eenzaamheid steeds vaker voorkomt in onze individualistische samenleving. Wij willen dat er meer aandacht gaat naar onze eenzame inwoners zodat dit afneemt. Buurthuizen en andere instanties willen we faciliteren bij het bestrijden van eenzaamheid door hen de mogelijkheid te geven hier extra mankracht voor in te zetten.

Ook de zorg is steeds complexer geworden. Daarom zijn we onze aanpak aan het veranderen, van genezen naar preventie. Het voorkomen van problemen is altijd de meest effectieve oplossing, die ook het meest recht doet aan mensen. Bij problemen in het gezin, bij kinderen en bij ouderen moet breed gekeken worden waar de zorgvraag vandaan komt en dit moet zo snel mogelijk worden gesignaleerd. Wij kiezen voor maatwerk per gezin. Denken buiten de kaders is daarbij toegestaan.

Wij pleiten ervoor dat op alle onderdelen van het sociale beleid goed samen wordt gewerkt om zo een integraal beleid te krijgen. Een écht integraal beleid. Dat passend is bij de complexiteit van de samenleving.

Onze samenleving veranderd

En dat is maar goed ook. Want we staan voor de uitdaging om de impact die we als samenleving hebben, binnen de ecologische grenzen van de aarde te brengen. Want we veranderen het klimaat, zorgen voor vervuiling, voor uitputting van grondstoffen en voor verlies van plant en diersoorten.

Lokaal dragen we bij aan deze problemen. Laten we daarom, meer dan we nu doen, bijdragen aan de oplossingen. Want die zijn er in overvloed.

We willen snelheid houden met het ontwikkelen EN het uitvoeren van de wijkaanpak om stap voor stap alle gebouwen in onze gemeente van het aardgas te halen. Dit is een grote opgave! In het Nederlandse klimaatakkoord wordt het ‘de grote verbouwing’genoemd. 

Wij willen een juiste balans tussen snelheid en zorgvuldigheid. Bewoners moeten mee kunnen praten en inbreng hebben, en tegelijk moeten we  keuzes durven maken en doorpakken. Ook wanneer het even moeilijk wordt.

Onze samenleving veranderd. En onze economie en landbouw zullen mee veranderen. Kringlooplandbouw en de circulaire economie zullen steeds meer leidend worden voor onze economie. Het Rijk heeft richting en kaders bepaald. Aan ons om deze uitdagingen op te pakken en de kansen die dit biedt te benutten.

We zullen straks een motie indienen waarmee we het college verzoeken (en wethouder Wijnants uitdagen) om circulaire economie als ambitie op te nemen in het programma economische ontwikkeling.

Onze samenleving verandert. En wij als politiek moeten ons daarop aanpassen, midden in de samenleving staan en ons beseffen dat wij zelf ook niet alle antwoorden hebben.

GL en D66 missen in het stuk over het Meedoen-pakket 2018 hoe we onze inwoners bereiken voor wie deze regeling bedoeld is. In deze doelgroep is een grote groep laaggeletterd, en juist deze doelgroep moet bereikt worden.

Uit onderzoek blijkt dat in onze gemeente 19% van de inwoners laaggeletterd is en dat is ruim 3% meer dan landelijk. We hebben het dus over 1 op de 5 inwoners die laaggeletterd zijn. Wij willen dan ook dat de communicatie naar onze inwoners op die manier wordt gedaan dat deze voor iedereen begrijpelijk is.

Volgens GL/D66 is het dan ook van belang dat de afdeling communicatie van de gemeente NOP hiermee aan de slag gaat. Wij kiezen voor deze aanpak omdat wij willen dat dit voor alle communicatie vanuit de gemeente moet gaan gelden, zowel in de krant, als briefwisseling en digitale dienstverlening en niet alleen voor wat betreft dit onderwerp.

Als wij willen dat iedereen mee kan doen in onze samenleving is het van groot belang dat we de informatie naar onze inwoners voor iedereen begrijpelijk maken. Zowel schriftelijk als gesproken tekst en met verhelderend plaatjes. Ook telefonisch of persoonlijk contact met de inwoners hoort daarbij. Dit om er zeker van te zijn dat de informatie die voor onze inwoners bestemt is door iedereen wordt begrepen.

Wij willen dus een integraal beleid voor heldere communicatie. Verder is het ook van belang dat alle partijen hierbij worden betrokken, ook de laaggeletterden zelf. Zij krijgen niet de aandacht die ze verdienen, zeker omdat deze mensen, vaak door schaamte voor hun laaggeletterdheid, al tot een kwetsbare groep behoren.

Wij willen een toezegging van de wethouder dat we hier met de meedoen-regeling mee beginnen en dat we het integraal beleid gaan ontwikkelen.

Als het college ons een toezegging wil geven dat zij hiermee aan het werkt gaat hoeven wij hier geen motie voor in te dienen.

NB:

De toezegging hebben we van het college gekregen.

GL en D66 missen in het stuk over het Meedoen-pakket 2018 hoe we onze inwoners bereiken voor wie deze regeling bedoeld is.

In deze doelgroep is een grote groep laaggeletterd, en juist deze doelgroep moet bereikt worden. Uit onderzoek blijkt dat in onze gemeente 19% van de inwoners laaggeletterd is en dat is ruim 3% meer dan landelijk. We hebben het dus over 1 op de 5 inwoners die laaggeletterd zijn. Wij willen dan ook dat de communicatie naar onze inwoners op die manier wordt gedaan dat deze voor iedereen begrijpelijk is. Volgens GL/D66 is het dan ook van belang dat de afdeling communicatie van de gemeente NOP hiermee aan de slag gaat. Wij kiezen voor deze aanpak omdat wij willen dat dit voor alle communicatie vanuit de gemeente moet gaan gelden, zowel in de krant, als briefwisseling en digitale dienstverlening en niet alleen voor wat betreft dit onderwerp. Als wij willen dat iedereen mee kan doen in onze samenleving is het van groot belang dat we de informatie naar onze inwoners voor iedereen begrijpelijk maken. Zowel schriftelijk als gesproken tekst en met verhelderend plaatjes. Ook telefonisch of persoonlijk contact met de inwoners hoort daarbij. Dit om er zeker van te zijn dat de informatie die voor onze inwoners bestemt is door iedereen wordt begrepen. Wij willen dus een integraal beleid voor heldere communicatie. Verder is het ook van belang dat alle partijen hierbij worden betrokken, ook de laaggeletterden zelf. Zij krijgen niet de aandacht die ze verdienen, zeker omdat deze mensen, vaak door schaamte voor hun laaggeletterdheid, al tot een kwetsbare groep behoren. Wij willen een toezegging van de wethouder dat we hier met de meedoen-regeling mee beginnen en dat we het integraal beleid gaan ontwikkelen. Als het college ons een toezegging wil geven dat zij hiermee aan het werkt gaat hoeven wij hier geen motie voor in te dienen. NB: De toezegging hebben we van het college gekregen.