Nieuws van politieke partijen in Bedum inzichtelijk

14 documenten

Raadsbijdrage raadsvergadering 11 december 2019

PvdA PvdA Bedum 13-12-2019 10:12

Raadsvergadering

Opening en mededelingen Vaststellen agenda Vragenuur Besluitenlijst Ingekomen stukken

Besluitvormend

Bestemmingsplan De Kortsluiting

Woordvoerder: Jaap Heres

Besluitvormend

Vergunning b&b Onderdendam

Woordvoerder: Jaap Heres

Subsidieregeling dorpsbudget

Woordvoerder: Jan Willem Nanninga

Onlangs hadden twee leden van onze fractie een gesprek bij een vereniging in een kleiner dorp. Toen het dorpsbudget ter sprake kwam, was de reactie ongeveer als volgt: ‘De gemeente kan zelf niet kiezen en laat het daarom aan het dorp over. Doar kin ’n hoop geduvel van kom’n ien dörp’. Gelukkig vervolgde hij: ‘Veurzitter dörpsbelangen zee al, wie mott’n snel om toavel’.

Wij zijn heel blij met het dorpsbudget. Dat hebben we onze gesprekspartner ook voorgehouden. Maar met dat ‘geduvel’ had hij wel een punt. Hoe bewaak je het draagvlak en voorkom je ‘geduvel ien dörp’? Daar geven de stukken geen antwoord op. Wellicht moet dat ook niet. Immers je wilt de regeling zo eenvoudig mogelijk houden en maximale ruimte laten aan het initiatief, maar het is wel een punt van zorg. Wij komen dan toch uit bij de dorpencoördinatoren. Hun rol is in dit kader van groot belang. En dan is draagvlak in een klein dorp nog makkelijker te organiseren dan in de grotere kernen van onze gemeente. Met name de mogelijkheid om op te potten vraagt afstemming en breed draagvlak in het dorp.

Er wordt gehoopt op inclusie, staat in het raadsvoorstel. Dat wordt echter nergens uitgewerkt. Als je er niet op stuurt, dan zal het bij hoop blijven. Dat betekent dat je erop gaat sturen en anders sleep je het er met de haren bij. Wij hebben de indruk dat het laatste het geval is.

Minimabeleid 2020-2024

Woordvoerder: Jan Willem Nanninga

Wij zijn blij met het gelopen proces. De plannen zijn tot stand gekomen in dialoog met de partners. Die betrokkenheid aan de voorkant is heel plezierig en moet de partners ook goed doen. Daarmee is het beleid inclusief uitvoeringsplan gedeeld beleid geworden en dat heeft ook betekenis voor onze rol. In het voorstel zitten een aantal wijzigingen t.o.v. het eerdere minimabeleid. Daar kun je van alles van vinden, maar op gezinsniveau weet je niet hoe het uitpakt. Dat maakt een goede evaluatie van groot belang. Doe die evaluatie niet alleen op basis van cijfers, maar voer interviews met mensen uit de doelgroep.

Pilot OV juichen we toe. In een gemeente met veel kleine dorpen waarin ‘voorzieningen’ verdwijnen is mobiliteit van groot belang. Dus zeker ook voor deze doelgroep. Wij vragen ons af of het wel een besparing op het leerlingenvervoer gaat opleveren. Zij zullen immers vaak in de spits moeten reizen. Zij blijven daardoor afhankelijk van het Provinciaal Groninger studiefonds en de bijzondere bijstand.

CER voor mensen met chronische ziekte of handicap. Wij hebben in het verleden geageerd tegen te late wijzigingen in de regeling, namelijk ver na januari. Goed dat er nu voor de jaarwisseling bekend is hoe de regeling er gaat uitzien. Toch zit hier nog een pijnpunt. De groep die vorig jaar voor het eerst gecompenseerd is en toch binnen de wtcg-groep valt, krijgt dit jaar niets omdat nu drie jaar achtereen het eigen risico volledig benut moet zijn. College, is daar geen mouw aan te passen?

De pilot OV en de CER-regeling maken nog eens duidelijk dat er een zekere spanning zit op enerzijds de wens om je beleid te vernieuwen en anderzijds de continuïteit van regelingen, die voor de doelgroep duidelijkheid schept. Met de pilot en te weinig structurele middelen voor CER blijft ons beleid instabiel naar de toekomst toe.

Wij betreuren het dat er geen ruimte is om ervaringsdeskundigen in dienst te nemen.

Er wordt voor en intensievere dienstverlening gekozen. Minder mensen krijgen in kortere tijd intensievere begeleiding, terwijl anderen in de wacht worden gezet. We gaan er vanuit dat dit ook bij de evaluatie wordt betrokken.

Uit het verleden herinneren we ons dat er beperkt gebruik gemaakt wordt van de collectieve ziektekostenverzekering en met name ook de aanvullende verzekering, omdat die zou aanvullen waar mensen geen behoefte aan hebben. In de stukken lezen we daar niets over, terwijl er wel keuzen op dit vlak gemaakt worden. Komt dit ook terug in het klanttevredenheidsonderzoek en worden mensen die er geen gebruik van maken ook bevraagd?

Terug naar de partners. Voor de uitvoering van het beleid valt de gemeente terug op een aantal organisaties zoals Stichting Leergeld, die gerund worden door vrijwilligers. Voor de solidariteit in onze Hogelandster samenleving is dat goed, maar die afhankelijkheid van vrijwilligers maakt het ook kwetsbaar. Het college moet zich daarvan bewust zijn en daar aandacht voor hebben. Vanaf deze plaats wil de PvdA zijn grote waardering voor al die vrijwilligers uitspreken.

Tot slot, de nieuwe regeling geeft vertrouwen en zorgt ervoor dat mensen zelf keuzen kunnen maken.

 

Bestemmings- en beeldkwaliteitsplan Maarweg Uithuizen

Woordvoerder: Jaap Heres

 

Verordening kwaliteit uitvoering VTH taken

Woordvoerder: Jaap Heres

 

Toedeling middelen NPG

Woordvoerder: Mädi Cleerdin

“Als je niet begint met zelf vertrouwen te geven, dan krijg je het vertrouwen nooit terug” Deze uitspraak deed de Nationale Ombudsman afgelopen zondag in Buitenhof.

Laten we deze uitspraak ter harte nemen, als we nu én in de toekomst praten over ons Nationaal Programma Groningen. Het vertrouwen ten alle tijden in ons achterhoofd houden bij álle te nemen besluiten voor ons Nationaal Programma Groningen.

Het is ingewikkeld om tot een verdeelsleutel voor ons Nationaal Programma Groningen te kunnen komen en daarmee financiële duidelijkheid scheppen voor gemeenten in het aardbevingsgebied en de provincie Groningen. De duidelijkheid is nu gekomen, we hebben de komende 4 jaar voor ons Hogeland €22.500.000 (twee en twintig en een half miljoen euro) tot onze beschikking!

Daarmee hebben we het heft voor de toekomst van ons Hogeland in eigen handen!

De kunst is deze gelden samen met onze Hogelandsters om te zetten in nuttige projecten welke Het Hogeland verrijken.

Brede Welvaart is nu slechts een begrip, in de toekomst de realiteit!

Schouders eronder en kop d’r voor!

 

Najaarsnota 2019

Woordvoerder: Jan Willem Nanninga

 

Belastingverordeningen 2020

Woordvoerder:

 

Sluiting

Het bericht Raadsbijdrage raadsvergadering 11 december 2019 verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Praatjesmaker

PvdA PvdA GroenLinks Bedum 11-11-2019 21:37

Om mijn kleinzoon van 9 eens te laten zien wat ik zoal uitspook in de gemeenteraad, liet ik hem en mijn kleindochter van 7 vorig jaar beelden zien van een vergadering van de gemeenteraad van de voormalige gemeente Winsum. Uiteraard liet ik alleen beelden van opa zien. Enige ijdelheid is mij niet vreemd en bovendien streef ik er nog altijd naar om mijn PvdA-gen door te geven. Bij mijn dochters is dat maar matig gelukt. Ik weet dat ze af en toe of bijna altijd op de PvdA stemmen, maar GroenLinks heeft ook wel enige sympathie. Het lidmaatschap van ‘mijn club’ zit er dus helemaal (nog?) niet in. Daarom heb ik mijn hoop gevestigd op de tweede generatie. Maar of dat lukt is maar zeer de vraag.

Deze week werd ik keihard geconfronteerd met het matige resultaat van mijn zendingswerk. Tot ergernis van mijn kleinzoon moet ik wel eens verstek laten gaan op onze vaste oppasdag , omdat ik een vergadering van de gemeenteraad of de PvdA heb. Donderdag kondigde mijn vrouw alvast aan dat ik de volgende week eerder naar huis moet voor een vergadering van de lokale afdeling van de PvdA. Dat viel dus niet in goede aarde. Dat betekent dat hij weer eens niet met me kan voetballen, hockeyen of stoeien. Hij baalt daarvan en verzuchtte: ‘Die praatjesmakers van de gemeente ook …..’. En dat terwijl ik alle moeite doe om bij hem het sociaaldemocratisch vuur te doen ontbranden, wakker ik al op jonge leeftijd een afkeer van de politiek aan. Dat is vervelend te constateren, maar dat ‘praatjesmaker’ kwam keihard aan. En dat terwijl ik bij het overlijden van mijn vader, die wel altijd op Den Uyl stemde, maar nooit lid van de partij is geweest, min of meer helzelfde heb gezegd. Ik sprak toen de volgende woorden: ‘Hij handelde als sociaaldemocraat en ik lul erover’. Dat is toch ongeveer identiek als ‘praatjes maken’.

Martin Drent van RTVNoord had het wel niet over een ‘praatjesmaker’, maar zo voelde ik me wel een beetje toen hij me woensdag vroeg: ‘Jan Willem, hoe zit het nu met die borden bij de entree aan de zuidzijde van Winsum?’  Om het geheugen op te frissen, ga ik even terug in de tijd. Op 23 april bij de bespreking van het collegeprogramma deed ik de volgende uitspraak: ‘Terzijde en daarmee sluiten we af, de PvdA vindt de entree aan de zuidzijde van Winsum met de vele reclame- en promotieborden een rommeltje’. Martin Drent pikte dit op en zond er een stuk over uit. We zijn nu zes maanden verder en de borden staan er nog. Logisch dat hij me er nog eens fijntjes aan herinnerde. Op dit soort momenten denk ik ook wel eens wat doet het er eigenlijk nog toe wat ik zeg. Om in de woorden van mijn kleinzoon te blijven, dan voel ik me een praatjesmaker.

Twee dagen later liep ik samen met mijn vrouw langs de historische begraafplaats Bellingeweer. In het verlengde van de oude stenen muur heeft een bewoner van de oude wierde een houten bouwwerk opgericht. Een aanfluiting en een miskenning van de waarde van een dergelijke historische plek. In de tijd dat de oude gemeente Winsum nog bestond heeft deze ‘verkrachting’ al politieke aandacht gekregen en niet alleen van de PvdA. Hoewel ik weet dat het handhavingstraject loopt en we dus geduld (hoe lang nog?)moeten hebben , ontsiert het bouwwerk nog altijd Bellingeweer. Stilletjes liep ik naast mijn vrouw voort. Doodsbenauwd dat enig woord van mij bij haar de volgende reactie zou oproepen: ‘Praatjesmakers, die lui van de gemeenteraad’.

Soms is het goed om je eigen rol en de betekenis die jouw bijdrage heeft op de Hogelandster samenleving te relativeren. En altijd is het goed dat er mensen in je omgeving zijn die je met beide benen op de grond houden, zoals mijn kleinzoon en mijn vrouw.  Maar ‘praatjesmaker’ klinkt niet alleen heel negatief, het is ook net of politiek bedrijven er niet toe doet. Dat wil ik toch bestrijden. Natuurlijk doet de gemeenteraad ertoe. Kijk eens rond op Het Hogeland naar zaken die, hoewel het soms lang duurt, gerealiseerd zijn of op korte termijn gaan worden. Ik noem dan bijvoorbeeld één school met één ingang in Baflo, school en zorg ineen in De Tirrel in Winsum en een compacter en nu al veel levendiger centrum van Winsum. Ik laat het bij deze voorbeelden uit mijn eigen politiek verleden als raadslid van het Winsumer deel van onze nieuwe gemeente.

Ik ben er heilig van overtuigd dat de gemeenteraad ertoe doet, dat ik met mijn bijdragen in de raad het leven van individuele Hogelandsters in meer of mindere mate kan beïnvloeden en een positieve wending kan geven aan het samenleven op Het Hogeland. Ik ga toch niet voor de flauwekul twaalf jaar in de gemeenteraad zitten, terwijl ik ook met mijn kleinzoon kan voetballen, hockeyen en stoeien? En ja, dat doe ik wel door te debatteren, te discussiëren en de praatjesmaker uit te hangen.

Het bericht Praatjesmaker verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Boeren, burgers en ‘buiten’lui

PvdA PvdA D66 Bedum 14-10-2019 12:54

Ondanks dat ik zelf geen actievoerder of staker ben, vind ik dat in een democratie iedereen de gelegenheid moet hebben om te demonstreren. Zo ook de ‘boeren’. Hoewel boeren? Ik heb niet de indruk dat alle boeren erg ingenomen waren met de actie van twee weken geleden. En al helemaal niet met de acties die nog volgen. Waar ik in het vervolg in generaliserende zin schrijf over ‘boeren’, wil ik zeker niet alle boeren over één kam scheren. Dit even tussendoor  om mijn opvattingen bij voorbaat te nuanceren.

Maar wat had ik een moeite met die actie van 1 oktober. Waar ging het de actievoerders nu eigenlijk om? De indruk werd gewekt dat het zou gaan om het respect en de waardering van parlementariërs in het bijzonder en de Nederlands bevolking in het algemeen. Steeds meer bekroop me het gevoel dat het daar helemaal niet om ging. Mijn gevoel zei me dat het draaide om de onwelgevallige maatregelen die het kabinet zal moeten opleggen aan met name de veeteelt om onze natuurgebieden en de biodiversiteit nog enigermate overeind te houden. De roep om waardering en respect verdween gaandeweg naar de achtergrond en druk op kabinet en Tweede Kamer kwam steeds nadrukkelijker op de voorgrond te staan. Daardoor en door de intimiderende wijze waarop tractoren als machtsmiddelen werden ingezet (wat respect?), verdween mijn sympathie voor deze actie als sneeuw voor de zon.

Tot overmaat van ramp word ik, als burger ook nog eens gebruikt als zou ik achter de actie staan. Op internet bladerend door allerlei sites staat te lezen dat een groot deel van de Nederlandse bevolking achter deze ‘helden’ (Geert Wilders) staat. Ja, de inwoners van ons land hebben makkelijk praten. Het kost ze niets. Maar vraag diezelfde Nederlanders eens een eerlijke prijs voor een ‘eerlijk’ stukje vlees of pak melk te betalen, hoeveel steun zou er dan nog zijn?

Terug naar het aanvankelijk zo benadrukte respect en waardering. Het slaat toch helemaal nergens op om dat tot doel van je actie te kiezen? Respect en waardering is toch niet voorbehouden aan een bepaalde beroepsgroep? Respect verdient toch iedereen? Of  je nu boer bent of politieagent of leraar of werkt in de zorg of toevallig De Groot heet en van D66 bent en een iets andere opvatting hebt over stikstofmaatregelen dan de doorsnee boer, ook dan verdien je respectvol benaderd te worden.

Terwijl ik het schrijven van deze column even onderbreek, zie ik op het journaal van vrijdag 11 oktober weer boeren  voorbijkomen. Friese blokkeerboeren hebben politie en autoriteiten volledig verrast door het centrum van Leeuwarden plat te leggen en het provinciehuis te blokkeren. Schielijk trekt het provinciebestuur zijn plannen in. ‘Dat gaat makkelijk’, denk je dan als buitenstaander, ‘demonstrerende boeren laten een scheet, de stikstof is nog niet neergedaald en ze krijgen hun zin al’.

Hoe anders is dat met het andere item waar op datzelfde journaal aandacht aan wordt besteed. Dat gaat over jongeren met ernstige psychische klachten, die op een wachtlijst worden geplaatst en als ze dan eindelijk behandeld kunnen worden, met meerdere en wisselende zorgverleners te maken krijgen. Ook nu weer wordt er voor deze ongewenste situatie in de jeugdzorg door, in dit geval een kinderarts, nadrukkelijk aandacht  gevraagd. En dat is niet de eerste keer. Horden artsen, psychiaters, verpleegkundigen en ouders ageren al tijden tevergeefs tegen de problemen in de jeugdzorg. Zelfs noodkreten van de gemeenten bieden geen soelaas. Jongeren en hun ouders beschikken helaas niet over een groen gevaarte op wielen en gemeenten kunnen het zich niet permitteren om met al hun rijdend materieel in actie te komen.

Ondertussen trekt de groene karavaan op intimiderende wijze verder. Provinciale acties zijn aangekondigd en ‘Farmers Defence Force’ roept de boeren op woensdag 16 oktober naar het Binnenhof op te trekken. Kijk voor de aardigheid eens op de site van deze groep. Je vindt er geen enkele informatie. Wat valt er te verbergen? En kijk ook eens goed naar het logo. De groene karavaan trekt op naar het Binnenhof en eist dat de groene wind, die er al jaren waait, onverminderd blijft waaien.

Het bericht Boeren, burgers en ‘buiten’lui verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

In de spiegel kijken

PvdA PvdA Bedum 01-10-2019 09:16

Woensdag 18 september vond de eerste raadsvergadering van Het Hogeland weer plaats na een lange zomervakantie. Maar wel zonder mijn aanwezigheid. Als senior doe ik aan vakantiespreiding. Ondanks dat ik in de raad zit, sta ik mezelf toe één of twee keer een raadsvergadering te verzuimen en te genieten van een korte vakantie op een ogenblik dat ouders met kinderen weer hun verplichtingen hebben. En zo wandelden mijn vrouw en ik in de Vogezen ten tijde van die eerste raadsvergadering. Dat keertje spijbelen voelde goed. Het schoolkind in me is nog steeds niet ver weg.

Op de agenda van de raadsvergadering stond ‘Startnotitie lokale inclusie agenda’. Een onderwerp waar ik normaal het woord over voer namens de PvdA. Ondanks dat ik niet aanwezig zou zijn, was ik bij de voorbereiding van dit onderwerp volop betrokken. Uiteraard had ik de startnotitie gelezen. Maar ik had ook enige mensen uit ‘de doelgroep’ gevraagd het stuk te lezen en van commentaar te voorzien. Zij waren daar gelukkig toe bereid en mailden mij hun inhoudelijke reacties. Eén van mijn meelezers begon met een niet-inhoudelijke opmerking. Haar opmerking betrof de vorm van de startnotitie en luidde ongeveer als volgt: ‘Jan Willem, wat heb ik een respect voor je dat je dit soort stukken al vanaf 2010 leest, ik was op bladzijde 2 al afgehaakt.’

Ik schrok van die opmerking. In de eerste plaats omdat ik me realiseerde dat ik het zelf in eerste instantie niet opgemerkt had. Kennelijk raak je gewend aan het lezen van stukken die niet zo makkelijk leesbaar zijn. Na negen jaar in de raad gezeten te hebben, ontwikkel je kennelijk een vorm van (beroeps)deformatie. Maar als ik er nog eens over nadenk, dan komen er toch wel regelmatig moeilijk leesbare stukken voorbij. Stukken die je niet even vlot leest, die te groot van  omvang zijn of te veel bijlagen bevatten.

De schok is nog groter als je bedenkt dat het mensen die nauw bij dit of een ander onderwerp betrokken zijn, al afschrikt om een stuk even vlot te lezen. Als zij al afhaken, wie leest het dan nog wel? We willen toch dat onze inwoners betrokken zijn bij de lokale politiek? We willen toch dat ze daaraan op een bij hun passende wijze een bijdrage leveren? En de schok wordt nog groter als je bedenkt dat in een democratie iedereen uit de Hogelandster samenleving in de gemeenteraad zou moeten kunnen zitten. De raad moet een afspiegeling zijn van die samenleving. Dan mag het raadswerk niet exclusief voorbehouden zijn aan inwoners die in staat zijn moeilijke en omvangrijke stukken te lezen.

Onder het agendapunt D.10 ‘Startnotitie Lokale Inclusie Agenda Het Hogeland 2020-2022’ staat het volgende en ik citeer: ‘Onder inclusie wordt verstaan dat alle inwoners, ongeacht culturele achtergrond, leeftijd, taal, sekse, seksuele geaardheid, status, talenten en/of beperkingen moeten kunnen meedoen’.  Dat roept de vraag op waaraan alle inwoners moeten kunnen meedoen. Mijn antwoord: ‘Alle inwoners moeten overal aan kunnen meedoen en dus ook aan het raadswerk en de politiek, indien ze dat tenminste willen’.  En mijn boodschap: ‘Als we werkelijk inclusief willen zijn, dan zullen we in de spiegel moeten kijken, te beginnen bij de gemeente’.

Het bericht In de spiegel kijken verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Zorg op afstand van Het Hogeland

PvdA PvdA Bedum 09-02-2019 19:24

Mijn columns of weblogs komen meestal tot stand op basis van nieuws. Kranten en tv bieden veel onderwerpen voor mijn schrijfsels. Maar ook persoonlijke ervaringen vormen soms een inspiratiebron. Zoals deze keer.

In de aanloop naar de raadsverkiezingen van Het Hogeland hebben we veel gefietst. Tijdens één van die fietstochten kwam ik ten val en raakte gewond aan mijn hand. Ik vond het noodzakelijk om een arts te raadplegen. Maar helaas, in het weekeinde kan dat niet in de eigen woonplaats. De verpleegkundige die ik telefonisch consulteerde bood me twee mogelijkheden, of Leek of de post bij het Martiniziekenhuis. In Leek kon ik eerder terecht en dus koos ik voor die plaats. Niet een onoverkomelijke reis, maar toch ruim een half uur rijden.

Dan de tweede persoonlijke ervaring. Op een zondagochtend een paar weken geleden voelde mijn vrouw zich niet topfit. De verpleegkundige adviseerde haar medicatie. Maar goed, in Winsum niet meer te krijgen op zondag en dus togen we naar de apotheek in het Martiniziekenhuis. Niet een onoverkomelijke reis, maar toch.

Toch vreemd als je bedenkt dat politici en zorgverleners het uitgangspunt hanteren dat zorg steeds meer bij de mensen thuis of dichtbij huis moet worden georganiseerd. Maar ondertussen verdwijnt de huisartsenpost uit Winsum. Het is zo ontstellend  tegenstrijdig. Terwijl ik dit zo schrijf blik ik even terug op een artikel in ‘de Volkskrant’ van nog niet zo lang geleden. Het volgende citaat trekt mijn aandacht: ‘Zilveren Kruis, de grootste zorgverzekeraar van het land, wil bijvoorbeeld dat in 2021 tien procent van de zorg die nu nog in het ziekenhuis wordt geleverd, voortaan verplaatst naar zorg bij mensen thuis of dichtbij hun huis. Een longfunctie kan met de huidige technische mogelijkheden ook prima thuis worden gemonitord, en een cardioloog kan samen met een huisarts een spreekuur houden in de woonplaats van de patiënt. Dat scheelt dure ziekenhuisopnames. Daarom krijgen de wijkverpleegkundigen en de huisartsen er de komende jaren fors geld bij, terwijl de ziekenhuizen vanaf 2022 juist op de nullijn worden gezet’.

Dat klinkt me bekend in de oren. Dit is het anderhalvelijnscentrum waarvoor ik in 2014 een pleidooi heb gehouden in de gemeenteraad van Winsum en een artikel schreef voor de site van de PvdA onder de kop ‘Regiohospitaal’. Ook heb ik het woord mini-ziekenhuis wel eens laten vallen. Ik zal dat artikel van toen toevoegen aan de site van PvdA Het Hogeland. We zijn inmiddels vijf jaar verder en in de verste verte is nog niet zo’n centrum te bekennen. Tenminste niet in onze gemeente en gezien de grootte van Het Hogeland is ‘in de verste verte’ dan toch niet teveel gezegd. Elders lukt het wel, zoals in Delfzijl. Maar goed dat was natuurlijk als compensatie van de sluiting van het Delfzicht ziekenhuis. Maar ook in Veendam is het gelukt en daar is nooit een ziekenhuis geweest. En niet te vergeten Valthermond, of all places.

Wat maakt dat het hier maar niet tot stand komt? Helaas speelt ‘de politiek’ hierin geen grote rol. ‘Ze’ kunnen wel stimuleren en mogelijk enigermate faciliteren, maar ‘ze’ kunnen geen zorgcentrum opzetten. Als ik stukken over anderhalvelijnscentra lees, dan lijken huisartsen een cruciale rol te vervullen. Zien zij de noodzaak van een dergelijk centrum niet in, hebben ze het al te druk met hun patiënten en kan dit er niet nog even bij, staan zorgverzekeraars een dergelijke ontwikkeling in de weg of kent de zorg teveel schotten? Ik ken het antwoord niet, maar zie wel grote mogelijkheden. Juist in combinatie met een verpleeghuis als De Twaalf Hoven. Ik heb de wijsheid niet in pacht. Mocht ik een te simpele kijk op de zaak hebben, dan hou ik mij aanbevolen voor ‘wijze’ woorden.

Het bericht Zorg op afstand van Het Hogeland verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

‘Het rode geweten’ met de mond vol tanden

PvdA PvdA Bedum 09-09-2018 10:57

De gemeenteraad is in de zomermaanden niet bijeen geweest. Alle tijd en gelegenheid voor mij om klussen om het huis te doen, prachtige boeken te lezen, te wandelen en te fietsen. Op één van die vele prachtige zomerdagen liep ik met een vriend een rondje Schaphalsterzijl. De snelheid zat er niet erg in. Enerzijds omdat wij ontstellend veel gespreksstof hadden, anderzijds omdat zijn trouwe viervoeter doorlopend op zoek was naar mollen. Het ging zelfs zo traag dat bij mij de vrees rees dat we de finish (een terras met een heerlijk blond Belgisch biertje) niet tijdig zouden halen. Het is gelukkig goed gekomen.

Op het terras ging ons gesprek gewoon door. Uiteraard was ook de Winsumer politiek onderwerp van gesprek. Nadat ik had afgerekend, werd ik aangeklampt door een inwoner van Winsum met de vraag of hij mij iets mocht vragen. Natuurlijk bood ik die gelegenheid graag. Uiteindelijk ben ik volksvertegenwoordiger. Mijn gesprekspartner begon over een raadsvergadering van 29 mei. Eigenlijk stelde hij me daarover geen vraag, maar wilde hij zijn ergernis daarover kwijt.

Laat ik even kort over die vergadering iets zeggen. In die vergadering spraken wij over de financiële regeling chronisch zieken en gehandicapten. Ik kan daar inhoudelijk heel veel over vertellen, maar dat ga ik niet doen. In 2016 is er, nadat het rijk het met korting heeft overgeheveld naar de gemeenten, een regeling voor deze doelgroep bedacht.  Ook is vastgesteld dat die regeling in 2017 geëvalueerd zou worden.  Om op basis daarvan te besluiten of en in welke vorm de regeling zou kunnen blijven voortbestaan. In de raadsvergadering van 29 mei 2018 bespraken wij de evaluatie. Vijf maanden te laat! En moesten we beslissen over een nieuwe regeling ingaande 1 januari 2018. Met terugwerkende kracht dus. Onze inwoners werden dus vijf maanden te laat geïnformeerd over een regeling die ook nog eens slechter uitviel dan die van 2016 en 2017.

Dat kan gewoon niet. In de raad heb ik gezegd dat ik dat op z’n minst niet netjes vond, maar het is natuurlijk gewoon onbehoorlijk. Bovendien was er geen enkele speelruimte meer. Naar mijn gevoel kon je er als raad vrijwel niets meer aan veranderen, vooral ook niet omdat de onzekerheid voor de betrokken inwoners dan nog langer zou aanhouden. In het debat heb ik dan ook geroepen dat ik mij met de kloten voor het blok gesteld voelde. De Ommelander Courant ‘kopte’ daarmee. Ik was boos en voelde me machteloos. Maar erger vond ik het voor de Hogelandsters om wie het gaat. Weer minder geld om te besteden!

Terug naar het terras. Degene die me aanklampte begint me uit te leggen hoeveel kosten hij maakt door zijn chronische aandoeningen. Hoe onterecht hij een korting vindt en uiteraard beklaagde hij zich over het proces. Vijf maanden niet weten welk bedrag je gaat krijgen, terwijl je wel extra kosten maakt. Hoge kosten zelfs, die betaald moeten worden van een uitkering. Tussen neus en lippen door verontschuldigde hij zich voor de glas cola die hij op het terras nam. Alsof hij niet eens op een terras zou mogen zitten en daar nog een schuldgevoel over moet hebben ook.

En ik? Ik kon alleen begrip tonen en stamelen dat hij gehoord had hoe ik in de raad gereageerd had. Uiteraard heb ik hem gelijk gegeven. Maar eigenlijk stond ik met de mond vol tanden. En dat is geen fijn gevoel! Gelukkig heeft wethouder Westerink mij deze week weer een oppepper gegeven, door mij ‘het rode geweten’ te noemen. Hetgeen ik als een geuzennaam beschouw. Neemt niet weg dat ‘het rode geweten’ met de mond vol tanden stond.

Het bericht ‘Het rode geweten’ met de mond vol tanden verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Trouw aan mijn idealen

PvdA PvdA Bedum 22-05-2018 07:43

Deze week ben ik officieel gekozen tot lijsttrekker van de PvdA. In november mogen we immers de gemeenteraad kiezen voor onze nieuwe gemeente Het Hogeland.  In mijn dankwoord aan de leden heb ik, alvorens op mijn politieke drijfveren in te gaan, stilgestaan bij mijn eigen wortels. Hoewel ik me bewust was van de invloed van mijn levensloop op de dingen die ik belangrijk vind, maakte onze lijstduwer en mijn politieke maat Romke Visser mij er nog eens op attent. Laat ik daarom maar even kort ingaan op mijn roots.

Ik ben uit Oldambster ouders in Sint Jacobiparochie geboren. Op mijn vierde kwam ik in Baflo terecht. Dat was in 1958. In een mum van tijd was de Friese taal vervangen door het Gronings. Dat was immers de voertaal en op straat burger je snel in. Onze hele samenleving was in die jaren sterk verzuild. Zo ook in Baflo. De gereformeerden en de ‘openbaren’ gedoogden elkaar, maar leefden verder in strikt gescheiden werelden. Elke zuil had zijn eigen voetbal-, gymnastiek- en muziekvereniging. Verder was er nog een sterke scheiding, namelijk die tussen de ‘dikke boeren’ en de ‘arbeiders’. Wat dat betreft is er veel ten positieve veranderd. De zuilen zijn geïntegreerd en CSB en Marcia zijn gefuseerd. Zelfs de scholen gaan binnenkort in één gebouw, hoewel het voorlopig twee scholen blijven onder het mom van ‘samen waar het moet, apart waar het kan’.

In de laatste klas (toen nog de zesde klas) van de openbare lagere school mocht ik naar de zaterdagochtend brugklas van de Rijks HBS in Warffum. Feitelijk werd er na de vijfde klas op 11-jarigeleeftijd al voorgesorteerd op je schoolkeuze. Naast mij en nog een aantal leerlingen van de openbare lagere school, ging ook de dochter van onze huisarts naar de brugklas. Eén van de docenten van die brugklas had niet veel aandacht voor haar tot hij opmerkte dat zij een dochter van de dokter van Baflo was. ‘Ach kind had me toch verteld dat je vader dokter was’, sprak hij uit. Ik zie de man nog voor me en kan z’n uitspraak nog letterlijk citeren. Het heeft me gekrenkt. Hij maakte me ervan bewust dat de één meer was dan de ander. En dat alleen op basis van wat je pa deed, op basis van je afkomst!

Niet alleen door deze ervaringen, maar ook door mijn opvoeding (je doet iets voor een ander en de samenleving!), meldde ik me in 1974 aan als lid van de PvdA. Het kabinet Den Uyl bestond een jaar. Het was een tijd van hoop. We droomden van een betere wereld, zonder vrede en onrechtvaardige verschillen. Niet voor niets had Den Uyl het over spreiding van kennis, inkomen en macht en stond er op een verkiezingsaffiche van de PvdA: ‘Niet je afkomst maar je toekomst telt’.

Ondanks dat de samenleving nu minder hoopvol is, zijn spreiding van kennis, inkomen en macht, voor mij nog altijd leidend. De sleutelbegrippen voor mij als sociaaldemocraat zijn bestaanszekerheid, goed werk, verheffing en binding. Daar heb ik naar gehandeld en dat zal ik blijven doen.

Op Het Hogeland mag geen kind in armoede opgroeien, mag niemand zich eenzaam voelen, mag geen mantelzorger gebukt gaan onder de zorg, heeft iemand met een uitkering en die wil werken ook daadwerkelijk werk, heeft een inwoner met een beperking ook keuzemogelijkheden bij het zoeken van een huurwoning, liggen juist in de huursector zonnepanelen op het dak en worden mensen met een uitkering niet ingedeeld in kansrijk en kansarm.

Ik vind het belangrijk dat onze inwoners van dorpen en wijken elkaar ontmoeten, dat vrijwilligers en mantelzorgers ondersteuning krijgen en de zorg betaalbaar en bereikbaar is. Ik wil staan voor een samenleving waarin alle inwoners zich gewaardeerd en van waarde voelen. Mensen die het alleen even niet redden, mogen niet als kostenpost worden gezien, maar krijgen ondersteuning. Dat gebeurt op basis van vertrouwen. Ik wil dat er zo weinig mogelijk verantwoording en administratie gevraagd wordt en wil zeker geen tegenprestatie eisen.

Al schrijvend constateer ik dat ‘trouw’ een grote rol speelt in mijn leven. Trouw aan mijn roots, trouw aan het Hogeland, trouw aan de PvdA en vooral trouw aan mijn idealen. En vooral dat laatste wens ik zo te houden.

Het bericht Trouw aan mijn idealen verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

In gelul kun je niet wonen

PvdA PvdA Bedum 19-04-2018 08:20

Onlangs stelde ik schriftelijke raadsvragen over het grote aantal woningzoekenden en de lange wachttijden voor sociale huurwoningen. Mijn vragen zijn door het Dagblad van het Noorden opgepikt en verwerkt in een artikel in die krant. Naar aanleiding daarvan werd ik gebeld door een inwoner met beperkingen, die woonachtig is in Winsum. In dat telefonische gesprek zei ze dat zij al vele jaren zeer hoge ‘drempels’ ondervindt in haar woning. Voor mij een belangrijke reden om bij haar langs te gaan. Te meer omdat mijn laatste twee columns gingen over ‘drempels’, die mensen met een beperking verhinderen om volwaardig mee te kunnen doen.

Terug naar onze inwoonster met beperkingen en ‘drempels’. Tijdens mijn bezoek was mij direct duidelijk dat haar woning niet geschikt was, ondanks enige aanpassingen, zoals een traplift. Ik heb daarbij de volgende zeer globale meetlat gehanteerd: Een passende woning is een woning waarin mensen zo weinig mogelijk hinder hebben van hun beperking. Als dat de meetlat is, dan voldoet haar woning daar in de verste verte niet aan. Uiteraard heeft ze bij Wierden & Borgen (W&B) geïnformeerd naar een andere, meer passende woning. Ja, die zijn er! Maar helaas, alleen seniorenwoningen. Ook die woningen zijn niet altijd geschikt voor haar. Bovendien hebben seniorenwoningen niet direct haar voorkeur. Zij wil niet alleen tussen ouderen wonen, maar in een gemengde buurt. Gezien haar leeftijd een begrijpelijk argument.

Onderweg naar huis worstelde ik met de vraag of mensen met een beperking zich tevreden moeten stellen met het aanbod dat er is (een seniorenwoning met nog steeds teveel ‘drempels’) of dat ze, zoals iedere andere inwoner ook wat te kiezen mogen hebben. Ik was er snel uit. Als we vinden dat iedereen(met welke beperking dan ook) mee moet kunnen doen in welke context dan ook en als we het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap serieus nemen, dan moeten ook zij keuzemogelijkheden hebben. Artikel 19 van het VN-verdrag zegt dat mensen met een beperking het gelijke recht als ieder ander hebben om zelfstandig te wonen en dat ze het gelijke recht hebben om hun verblijfplaats te kiezen en te kiezen waar en met wie zij wonen.

Die keuze is er in de gemeente Winsum niet en zoals ik hiervoor al schreef, er zijn zelfs geen passende woningen voor rolstoelgebruikers. Het lijkt er sterk op dat W&B in dit opzicht tekort schiet. Is de woningcorporatie op de hoogte van het VN-verdrag en is ze van plan die te gaan naleven? Dat zijn vragen die bij mij opborrelen. Zo ja dan zal er gebouwd moeten worden. Zo nee, wat is dan de reden om het niet te gaan doen? Voorlopig geldt dus ook in dit geval:  ‘Inclusie, prachtig woord, maar  in de praktijk komt er nog geen klap van terecht’.

In de dagelijkse praktijk ontmoet onze inwoonster nog vele andere hindernissen. Neem alleen al het totale gebrek aan empathie van een maatschappelijke organisatie als W&B. De woningcorporatie plaatste onlangs een nieuwe schuifpui. Prachtig zou je zeggen, maar als je in een rolstoel zit moet die pui wel makkelijk open en dicht kunnen, anders voelt het al snel als een trein die je in beweging moet brengen. En als je de deur dan al open hebt, dan rolt onze inwoonster tegen een heuse drempel. Ook haar terras is aangepakt. W&B had immers een mooie schuifpui geplaatst en moet in een dergelijk geval ook het terras ophogen, voor een rolstoelgebruiker moet de drempel immers niet al te hoog zijn. Mooie service van W&B, maar het spoelzand moet ze zelf inwassen en verwijderen. W&B vind kennelijk dat ze daarvoor haar netwerk maar moet aanspreken en die heeft ook net haar huis geverfd en behangen. Kom op W&B een beetje ‘meedenken’ is toch niet teveel gevraagd?

Er valt over haar situatie en haar ervaringen met W&B nog veel meer te vertellen, maar dat ga ik niet doen. Dat zou mijn gesprekspartner ook niet willen. Zij is niet het type dat ‘zielig’ gevonden wil worden en dat is ze ook in de verste verte niet.  Geloof me als ik zeg dat dit maar een paar hobbels zijn die zij dagelijks ervaart. In het algemeen kun je uit haar ervaringen zeggen dat het mensen met een beperking niet komt aanwaaien. Ze moeten overal voor vechten en lopen tegen een muur van onbegrip en weerstand op. ‘Mensen worden er  moe van’, zegt ze. Daar draagt W&B in ieder geval zijn steentje aan bij.

Ik heb hiervoor de bal bij W&B gelegd. Maar is dat fair en wat is de rol van de gemeente als het gaat om wonen? De gemeente maakt prestatieafspraken met W&B over aantal en type woningen voor alle inwoners die in aanmerking komen voor een sociale huurwoning. Het is niet meer dan logisch dat de gemeente met W&B ook afspreekt passende woningen te bouwen, waarin ook nog eens maatwerk mogelijk is. De vraag is echter of W&B wel naar de gemeente luistert. De corporatie is immers autonoom. Wat is leidend voor W&B de klant of de poen? En als raadslid sta je tamelijk machteloos. Toch te gek voor woorden dat je als gemeenteraad zo weinig invloed hebt op het wonen van onze inwoners!

Als we willen dat inclusie en participatie niet alleen maar mooie woorden blijven, dan zullen we nu eindelijk eens moeten doorpakken, ook W&B. Zo niet, dan blijft het bij mooie woorden, maar komt er in de praktijk geen klap van terecht. In de richting van W&B citeer ik graag mijn overleden partijgenoot, oud-staatssecretaris en wethouder Jan Schaefer die ooit de volgende legendarische uitspraak deed: ‘In gelul kun je niet wonen’.

Het bericht In gelul kun je niet wonen verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Participatie en inclusie, mooie woorden, maar in de praktijk ………..

PvdA PvdA Bedum 19-02-2018 12:37

We worden tegenwoordig doodgegooid met begrippen als ‘participatie’ en ‘inclusie’. Daarmee bedoelen we dat iedereen moet kunnen meedoen, dat er geen drempels bestaan om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer, voor wie dan ook. Als we het dan hebben over maatschappelijk verkeer, dan gaat het niet alleen om werk en onderwijs, maar ook om wonen, reizen, theaterbezoek, winkelen, sporten en cafébezoek. Ongetwijfeld ben ik dan nog lang niet volledig.

Het zijn prachtige woorden ‘inclusie’ en ‘participatie’. Niemand kan er tegen zijn, maar ze betekenen pas iets als we ernaar handelen. In mijn somberste buien denk ik wel eens ‘Participatie en inclusie, mooie woorden, maar in de praktijk komt er nog geen klap van terecht’. Laat ik dat met een paar voorbeelden verduidelijken.

Denk alleen al eens welke barrière er in Winsum op het station wordt opgeworpen voor mensen met een beperking. Veelvuldig kunnen ze het perron niet bereiken en als de lift het dan al wel eens doet, dan moet je de urinestank op de koop toenemen.

Ander voorbeeld, onlangs meldden de media ons dat voor het eerst in enige jaren de toeloop tot het speciaal onderwijs weer toenam. Welke redenen daar ook aan ten grondslag liggen, dat neemt niet weg dat er voor sommige kinderen kennelijk een te hoge drempel bestaat om naar de gewone basisschool in de buurt te gaan. Wat passend onderwijs, wat inclusie, wat insluiten! We sluiten bepaalde kinderen nog steeds buiten!

Nog maar even een voorbeeld. Vluchtelingen worden onder het mom van ‘ze beheersen de taal nog niet’, van werk uitgesloten. Terwijl werk juist een heel goed middel zou kunnen zijn om de Nederlandse taal machtig te worden. Tot overmaat van ramp moeten ze ook nog eens hun eigen taalcursus uitzoeken en betalen. Aan de vluchteling wordt de taal-eis gesteld en verder geeft de overheid niet thuis.

Onlangs sprak ik met iemand uit de zorg. Zij zei, ik zeg het even in mijn woorden, ongeveer het volgende: ‘Doordat de toegang tot de zorg moeilijker is geworden, zie ik in de zorginstelling waarin ik werk, mensen binnenkomen die veel slechter zijn dan vroeger en hun mantelzorgers zijn op het moment van opname totaal overbelast’. Ieder mens met gezond verstand begrijpt dat dergelijke mantelzorgers niet meer optimaal kunnen meedoen aan het maatschappelijk verkeer.

En hoe zit het met sportdeelname? Ja, je leest over walking football, de oudjes kunnen blijven voetballen, maar hoe zit het met mensen met een beperking? Wellicht ken ik de mogelijkheden niet goed genoeg, maar hebben zij de mogelijkheid om zich op Het Hogeland bij een sportvereniging aan te sluiten en daadwerkelijk actief te sporten? Ik zou het hen gunnen, maar ik heb mijn twijfels. Vooral omdat een tweetal verenigingen in de discussie rond de sporthal bij De Tirrel zo nadrukkelijk hun eigenheid naar voren brachten.

Mooie woorden, maar in de praktijk komt er nog geen klap van terecht en dat terwijl in juli 2016 het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap is bekrachtigd. Dat verdrag is niet vrijblijvend voor gemeenten. Het verplicht gemeenten om, in samenspraak met de doelgroep, drempels te slechten en ervoor te zorgen dat ze mee kunnen doen in onze samenleving. Die verplichting hebben de bestaande gemeenten Bedum, De Marne, Eemsmond en Winsum en die heeft ook de nieuwe gemeente Het Hogeland. Ik weet niet hoe nadrukkelijk dit onderwerp op de agenda van Bedum, De Marne en Eemsmond staat, maar ik kan me wel veroorloven te zeggen dat het onderwerp in Winsum nog te weinig aandacht heeft. Er ligt dus een mooie uitdaging voor Het Hogeland.

Ongetwijfeld zullen er krachten zijn, die zeggen dat ik te somber ben: ‘We realiseren toch maar mooi even De Tirrel en dat is inclusie optimaforma’. Daar ben ik het mee eens. We hebben de voorwaarde gecreëerd, maar daarmee is inclusie nog niet gerealiseerd. Ook als het gebouw er eenmaal staat, dan nog geldt voor De Tirrel: ‘Inclusie klinkt prachtig, maar het begrip betekent pas iets als we ernaar handelen en doen we dat niet, dan komt er geen klap van terecht’

Het bericht Participatie en inclusie, mooie woorden, maar in de praktijk ……….. verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Mantelzorg, onze gezamenlijke zorg (reactie op een reactie)

PvdA PvdA Bedum 08-02-2018 22:24

Een reactie van Jan Willem Nanninga op de reactie van Marc Verschuren naar aanleiding van de vorige column. Het is weer een column op zich geworden.

Beste Marc,

Hartelijk dank voor je reactie op mijn column/open brief onder de titel ‘Grenzen aan mantelzorg’. Ik vind het heel plezierig dat we op deze wijze publiekelijk met elkaar in debat kunnen gaan over een voor veel inwoners belangrijk onderwerp. Het brengt de politiek dichterbij onze inwoners dan de mogelijkheden die een raadsvergadering biedt. Daarom, en omdat ik sterke aandrang voel om op je reactie te reageren, volhard ik dan ook maar in ons publieke debat.

Laat ik beginnen met je laatste alinea. Daarin schrijf je dat je niet kunt garanderen dat een situatie zoals in ‘de Volkskrant’ is geschetst zich hier niet voor zou kunnen doen. Daar heb ik alle begrip voor, een 100% garantie is nooit te geven. Dat vraag ik echter ook niet. Wat ik, en met mij alle inwoners, mogen vragen is een zodanige inrichting en afstemming van de zorg dat risico’s tot een minimum zijn beperkt. Daarop blijf je mij het antwoord echter schuldig. Ik kom daar later op terug. In diezelfde laatste alinea schrijf je dat je wel kunt garanderen dat iedereen binnen de gemeenten zijn of haar stinkende best doet. Die indruk deel ik met je. Tijdens de gesprekken die ik heb met medewerkers van gemeenten en zorgprofessionals krijg ook ik de indruk dat iedereen de beste bedoelingen heeft en zijn stinkende best doet. Maar, het spijt me dat ik het moet zeggen, daar gaat het niet om. Het gaat om het resultaat en dat is kort gezegd optimale ondersteuning bieden aan mantelzorgers en hun netwerk, overbelasting voorkomen en oplossingen bieden in geval van een crisissituatie.

Even terug naar mijn open brief. Ik stelde daarin drie vragen. In mijn open brief zijn ze in de tekst verwerkt en daarom mogelijk niet nadrukkelijk genoeg naar voren gebracht. Ik zet ze daarom nog maar even op een rij:

Is hier voldoende aandacht voor welzijn en draagvlak van de mantelzorgers? Is hier sprake van een voldoende samenspel tussen de zorgprofessionals onderling (huisarts, wijkverpleegkundige, thuiszorg en steunpunt mantelzorg) en met de betrokken mantelzorgers? En als het dan onverhoopt toch tot een crisissituatie leidt, is de gemeente Winsum dan in staat om een individuele oplossing te bieden

In je reactie beantwoord je eigenlijk alleen mijn eerste vraag, zonder dat heel expliciet te doen. Laat ik daarom aan mijn eerste vraag nog een vraag aan toevoegen. Heeft mantelzorg in het perspectief van alle maatschappelijke ondersteuning, die de gemeente moet bieden, voldoende aandacht of sneeuwt dit onderdeel onder bij alle andere vormen van ondersteuning? Koppel deze vraag bij je beantwoording niet alleen aan de gemeentelijke organisatie, maar ook aan de integrale teams met medewerkers die minder op hun specialisme bevraagd worden. Vraag 2 wordt niet beantwoord. Wellicht moeilijk te beantwoorden, maar hoe zijn je ervaringen en wat doet de gemeente eraan om dit samenspel zo optimaal mogelijk te laten verlopen? Zijn er afspraken gemaakt, kennen de verschillende zorgprofessionals hun rol en verantwoordelijkheden? Ook vraag 3 blijft helaas onbeantwoord, terwijl de gemeente, volgens mij verplicht is een individuele oplossing of maatwerk te bieden in een dergelijke situatie.

Je sluit je reactie af met een prachtige zin. Ik citeer: ‘We moeten het samen doen, zeker als het tegenzit. Ons uitgangspunt is niet voor niets: Zorg voor elkaar’. Helemaal mee eens. Onze participatiesamenleving vraagt dat we voor elkaar zorgen en als we emotioneel iets verder van iemand met een beperking afstaan, op z’n minst enigermate op elkaar letten. Ik druk me wellicht wat moeilijk uit, maar ik bedoel dat als er bijvoorbeeld iemand met de ziekte van alzheimer bij je in de buurt woont, dat je in dat geval als buurtgenoot hem of haar toch wat in de gaten houdt en eens bij de mantelzorger binnenloopt voor een kopje koffie. Dat is echter niet vanzelfsprekend en roept een nieuwe en aanvullende vraag bij me op, namelijk:

‘Hoe realiseren we dat en welke rol ziet de gemeente hierin voor zichzelf weggelegd?’

Ik realiseer me dat ik jou en de gemeentelijke organisatie belast met de beantwoording van mijn vragen. Tevens realiseer ik me dat dit voor een raadslid niet de gebruikelijke weg is. Formeel heb ik de mogelijkheid om schriftelijke en mondelinge raadsvragen te stellen. Hoewel ik hoop dat je nog publiekelijk zult reageren, heb ik er alle begrip voor als je na deze reactie ons publieke debat als beëindigd beschouwt en mij wijst op de formele mogelijkheden die ik als raadslid heb.

 

Jan Willem Nanninga, fractievoorzitter PvdA Winsum

Het bericht Mantelzorg, onze gezamenlijke zorg (reactie op een reactie) verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.