In de 30e begrotingswijziging 2015 werd voorgesteld om een bedrag van 375.000 Euro vrij te maken voor de vervroegde uittreding van drie medewerkers van de gemeente Elburg. Het gaat de VVD te ver om een dergelijke begrotingswijziging voor kennisgeving aan te nemen. Daarom is dit onderwerp op verzoek van de VVD opgewaardeerd tot debatonderwerp.
Vanzelfsprekend heeft de VVD respect voor de privacy van
de betrokken medewerkers, maar dat houdt niet in dat er geen debat over dit
onderwerp mogelijk moet zijn. Hoewel de VVD vindt dat de raad zich niet hoort
te mengen in de bedrijfsvoering op het gemeentekantoor, vinden we het te ver
gaan om zonder debat een dergelijk bedrag uit te geven.
De VVD heeft er moeite mee dat de Elburger
belastingbetaler op moet draaien voor deze extra uitgaven. Ook in Elburg zijn
er voldoende belastingbetalende inwoners die hun AOW-datum zagen naderen, maar
die enige tijd geleden hoorden dat ze toch nog even een tijdje door moeten werken.
De VVD vindt het daarom onverkoopbaar om drie medewerkers
van het ambtenarenkorps vaarwel te zeggen onder medeneming van bijna vier ton
aan belastinggeld. Zeker gezien de Belastingverordeningen 2016, waarin het
College voorstelt om de onroerendezaakbelasting met 2% te laten stijgen. Dat is 0,43% méér dan is afgesproken met het
Rijk, want vanuit Den Haag is gesteld dat de OZB met maximaal 1,57% mag
stijgen.
De VVD heeft daarom een aantal vragen gesteld aan
portefeuillehouder burgemeester De Lange. Hierin werd gevraagd of het te rijmen
is dat de vervroegde uittreding van medewerkers gefaciliteerd moet worden met
een bedrag van 375.000 Euro dat moet worden opgehoest door de Elburger belastingbetaler.
Daarnaast constateert de VVD dat personeelszaken op het
gemeentekantoor ernstig tekort is geschoten, nu de raad, en daarmee de
belastingbetaler, met deze bijna 4 ton kostende begrotingswijziging wordt
geconfronteerd. Mede daarom is gevraagd om een extern onderzoek toe te zeggen,
om zo een herhaling in de toekomst te voorkomen.
Verder was de VVD benieuwd in hoeverre er al toezeggingen
aan de betrokken medewerkers waren gedaan, of dat er nog kansen bestonden om
dit voornemen terug te draaien. Met andere woorden, of het debat zin had of dat
de raad voor een voldongen feit geplaatst werd.
De beantwoording van deze vragen heeft niet geleid tot
een gewijzigd standpunt van de VVD die daarom samen met de eveneens kritische
CDA-fractie in een hoofdelijke stemming tegen het voorstel heeft gestemd.