Poliflw

Op donderdag 7 november 2019 werd er tijdens de raadsvergadering gesproken over de begroting 2020. Deze begroting bevat weinig nieuwe beleidsvoornemens omdat er binnenkort een kerntakendiscussie zal starten. Alle taken van de gemeente zullen dan onder de loep worden genomen. Bij deze begroting werden maar liefst 26 nieuwe voorstellen gepresenteerd. De CDA-fractie liet zich hier bij monde van fractievoorzitter André Burger positief over uit. De CDA-fractie belichtte tijdens de Algemene Beschouwingen een aantal thema’s: Financiële situatie en kerntakendiscussie, Dorpskernenbeleid, Sociaal domein en Cultuur. Daarnaast werden er door het CDA twee moties ingediend: één met als onderwerp “Ontwikkelen dorpsvisie” en één met als onderwerp “Verhoging aantal betaaltermijnen gemeentelijke belastingen”. Tijdens het debat kreeg de CDA-fractie de toezegging dat het ontwikkelen van een dorpsvisie betrokken wordt bij het ontwikkelen van de omgevingsvisie en dat er overlegd zal worden met Heemstede en Zandvoort over het verhogen van het aantal betaaltermijnen. Daarop konden de moties worden ingetrokken. Na een debat van bijna 5 uur ging de raad vrijwel unaniem akkoord met de begroting voor het komend jaar.

Jaarlijks stelt de raad de uitgangspunten vast voor de begroting in het daaropvolgende jaar. Uit de Kadernota 2020 blijkt dat de komende begrotingsjaren, als gevolg van een aantal ontwikkelingen, sprake is van tekorten en niet wordt voldaan aan de eigen uitgangspunten en die van het financieel toezicht. Op basis van de nu bekende informatie zou het begrotingssaldo een tekort laten zien van rond de 1 miljoen euro in 2020/2021 aflopend naar ongeveer 0,5 miljoen euro in 2022. Na de forse verhoging van de onroerendzaakbelasting (OZB) van dit jaar vindt de CDA-fractie een nieuwe verhoging niet wenselijk. Daarom diende het CDA samen met VVD en D66 een motie in waarin het college gevraagd wordt een voorbereidende notitie op te stellen ten behoeve van een kerntakendiscussie. Een kerntakendiscussie is naar de mening van het CDA bedoeld om te kijken naar een herschikking van de beschikbare financiële middelen. In de motie wordt ook gevraagd structurele onderuitputting in bestaande budgetten in beeld te brengen. De motie werd met een ruime meerderheid aangenomen. De tekst is te lezen via de volgende link.

GrL Bloemendaal ondersteunt verzoek om opheldering. Is een financiële bijdrage - die Bloemendaal niet wil geven en daarom ook uit de Stuurgroep is gezet - belangrijker dan ARGUMENTEN tegen de Duinpolderweg (-Middenvariant)?? Zie bericht GrL prov. Zuid-Holland: 24 december 2018 GroenLinks heeft het provinciebestuur opheldering gevraagd over de situatie in de stuurgroep Duinpolderweg. Daar zijn de helft van de gemeenten tegen hun zin uit de stuurgroep zijn gezet. Met steun van andere partijen wil GroenLinks snel weten wat er aan de hand is en wat het betekent voor de plannen van Duinpolderweg. Berend Potjer, statenlid voor GroenLinks: “Het is nogal heftig om de helft van de gemeenten tegen hun wil uit de stuurgroep te zetten. Wij willen weten wat er is gebeurd. Ook willen wij weten of de plannen voor de Duinpolderweg nu worden aangepast of het hele plan van tafel gaat, nu de argumenten voor het wegenplan wegvallen en het zo’n splijtzwam is voor de regio.” Het provinciebestuur heeft beloofd uiterlijk 11 januari op de volgende vragen van GroenLinks te reageren, zodat de Provinciale Staten het op 16 januari in de commissie Verkeer en Milieu kunnen bespreken. GroenLinks heeft hierover de volgende vragen gesteld aan het provinciebestuur van Zuid-Holland: 1. Wat is er gebeurd in de stuurgroep? 2. Wat was de rol van Zuid-Holland hierbij? 3. Waarom zijn Provinciale Staten niet geïnformeerd over de onvrijwillige uitzetting van de gemeenten? 4. Wat betekent dit voor de plannen voor de Duinpolderweg? Dit aangezien: a. de Duinpolderweg de verkeersoverlast bij Vogelenzang zou moeten oplossen en de betreffende gemeente (Bloemendaal) nu niet meer is betrokken; b. de provincie bij de Duinpolderweg is betrokken vanwege het bovenregionale karakter, maar dit nu lijkt te vervallen aangezien de bovenregionale gemeenten uit de stuurgroep zijn gezet; c. Het uitzetten van de helft van de gemeenten uit de stuurgroep en de weerstand bij minstens éénderde van de resterende gemeenten tegen de middenvariant niet bepaald een teken is van lokaal bestuurlijk draagvlak en dat wel het argument was voor de middenvariant als voorkeursalternatief.