Namens Progressief Westerveld voerde fractievoorzitter Michiel van de Kasteelen het woord bij de behandeling van de Voorjaarsnota. Deze jaarlijkse vergadering is het moment, waarop partijen hun standpunten wat breder kunnen neerzetten en middels moties en amendementen kunnen proberen aan het beleid voor de komende periode mee sturing te geven.
De eerste termijn ging wat later van start, omdat het College had gemeend om voorafgaand aan het debat een verklaring af te moeten leggen over besluiten, die die ochtend in de Collegevergadering waren genomen. Bij de drie oppositiepartijen schoot dat volledig in het verkeerde keelgat, maar na een schorsing bleek dat zij toch besloten hadden de raadsvergadering niet te verlaten.
"We leven in een cruciale, maar ook gespannen tijd, voorzitter. Wellicht heeft men dat over andere fasen in de geschiedenis ook gezegd. Maar als ik de periode van mijn leven overzie (en die is behoorlijk lang) dan heb ik dat gevoel nog niet eerder zo gehad. We braken los uit de benauwende jaren 50, 60 met een soort van overmoed. We zochten een weg in de jaren 70, 80, met het idee dat alles mogelijk was en dat we “de goede kant op gingen”. Na de val van de muur dachten sommigen in de jaren 90 dat de geschiedenis ten einde was. Vele crises en conflicten verder weten we beter.
Natuurlijk hadden we het Rapport van de Club van Rome van 1972 en het Brundtland rapport van 1987; ik heb er allerlei discussies over bijgewoond en georganiseerd. Alarmerend zeker. Er waren ‘grenzen aan de groei’, zei men. En dat vonden wij ook. Maar dat was toch op een bijna abstract niveau. In ieder geval op een niveau, waarvan we dachten dat we er nog allerlei kanten mee uit konden. En we hebben geschipperd, gepolderd, overlegd en tafels ingericht. En de tijd schreed voort." Zo opende de bijdrage van de fractievoorzitter van Progressief Westerveld.
Nadat hij drie van zijn inspiratiebronnen had geciteerd, die niet toevallig uit christendemocratische, sociaaldemocratische en liberale hoek afkomstig waren, gaf Michiel van de Kasteelen aan, dat "de fase, die wij nu bereikt hebben, zich kenmerkt door de onmogelijkheid om nog weg te duiken, zoals de politiek dat decennialang gedaan heeft. De wal is het schip aan het keren. De grenzen aan de groei zijn overschreden, voorzitter. De politiek kan niet meer om de feiten heen. Tsja, behalve dan die ver verdwaalde onverlaten als Trump en Baudet
Wat ik wel zie – in Den Haag en ook hier – is een vorm van paniek, in die zin dat men zich realiseert dat het echt en absoluut anders moet, en als men zich dat niet zelf realiseert, is er gelukkig vaak een rechter die eraan helpt te herinneren. Ik verwijs naar het Urgenda-vonnis en naar de PAS-uitspraak van de Raad van State. Op die laatste uitspraak kom ik straks nog terug. Enkele maanden terug was het niet open gaan van Vliegveld Lelystad in 2020 onbespreekbaar (nu is het een feit). Nog maar kort geleden dacht de VVD te kunnen ontkomen aan het rekeningrijden (het kan niet).
Hij vervolgde met: "Westerveld is een gemeente, waarin de agrarische sector, natuur en toerisme de centrale elementen zijn. Ze zijn alle drie, elk voor zich en in hun onderlinge samenhang, essentieel voor deze schitterende gemeenschap. Er is een vreemd en hardnekkig misverstand, voorzitter, en dat is dat wij de agrarische sector als tegenstanders zien. Dat is niet alleen niet zo, maar ik ga een stap verder: wij zijn uiteindelijk de echte medestanders van de agrarische sector. Landbouw en veeteelt hebben te maken met drie sectoren, die hen in de tang houden: de banken (die een financieel valluik creëren), de afnemers (m.n. de grote inkopers en supermarktketens, die de prijzen laag houden), en de producenten vooral van bestrijdingsmiddelen (die een vorm van verslaving in het leven roepen). Omschakeling naar kringlooplandbouw in 2030 is nodig om de landbouw, tuinbouw en visserij nieuwe perspectieven te geven. Het is een omschakeling van voortdurende verlaging van de kostprijs van producten naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en een zorgvuldig beheer van bodem, water en natuur. Voorzitter, dat verzin ik niet, maar de Minister van Landbouw in het 3e Kabinet Rutte. In een recent debat in de Kamercommissie voor Landbouw is over deze omslag in het landbouwbeleid een intensief en goed debat gevoerd. Dat debat heeft uiteindelijk eind vorige week geresulteerd in een serie door de Tweede Kamer aangenomen moties."
De volledige tekst van de eerste termijn van Progressief Westerveld vindt u hier.