Poliflw

De SP wil dat de directeuren van de woningbouwcorporaties zo snel mogelijk onder de Balkenende-norm gaan vallen. Raadslid Burak Yildiz heeft daarom het debat aangevraagd voor de actualiteitenraad van aanstaande donderdag.

Bij Woonstad Rotterdam, Woonbron en Vestia kreeg de leiding in 2016 meer dan 230.000 euro per jaar. Havensteder betaalde haar directeur Hedy van den Berk ‘slechts’ 219.000 euro. In alle vier gevallen gaat het om een bezoldiging, die ruim boven de 181.000 euro ligt. Dat is het maximumsalaris volgens de Wet Normering Topinkomens (Balkenendenorm). Hoeveel de directeuren in 2017 of 2018 - nu dus! - krijgen, is nog niet bekend.SP-raadslid Burak Yildiz vindt het absurd dat de corporaties zoveel geld kwijt zijn aan de bezoldiging van hun directeuren: 'Er zou een moreel appel aan hen moeten worden gedaan om naar die 181.000 euro te gaan,' vindt Yildiz. 'Dat kan de wethouder mooi aanstaande donderdag bij het debat op de valreep nog doen.

De SP’er weet dat er sinds 2013 een overgangsrecht geldt voor de veelverdieners in de publieke en semi-publieke sector. Maar dat houdt in dat pas in 2022 de corporatiedirecteuren op het niveau van die 181.000 euro zullen zitten.  'Dat tempo van neerwaartse bijstelling van die topsalarissen gaat veel te langzaam. Bovendien leert de praktijk dat de zittende directeuren blijven plakken op hun plek. Want bij een eventuele overstap naar een andere corporatie vervalt hun overgangsrecht en zouden ze een aanvangssalaris van 181.000 euro kunnen krijgen. En daar passen zij voor.'Volgens Yildiz zou het een goede zaak zijn als wethouder Robert Simons (Leefbaar Rotterdam) donderdag actie zou ondernemen. 'Vorig jaar deed toenmalig minister Blok met succes een moreel appel op de Amsterdamse  politiechef Bernhard Welten om geld in te leveren. Waarom zou Simons niet iets soortgelijks doen?', vraagt het raadslid zich af.

Rotterdammers willen niets liever dan snel van A naar B kunnen reizen. Dat stelde burgerraadslid Dave Boomkens gisterenavond tijdens een debat over het Rotterdamse parkeerbeleid. Volgens de VVD’er houdt een bereikbare stad onder meer in dat je goed en betaalbaar kunt parkeren. ‘Helaas is dat de laatste tijd steeds minder vanzelfsprekend geworden,’ stelt Boomkens vast. ‘Doordat parkeren in het centrum fors duurder is geworden, ervaren bewoners op bijvoorbeeld het Noordereiland dagelijks overlast. Een onverteerbare situatie. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het opschroeven van de parkeertijden (van 18.00 tot 23.00 uur) in Noord. Heel veel bewoners ondervinden daar hinder van.’ 

Wethouder Joost Eerdmans (Leefbaar Rotterdam) is de enige Rotterdammer die nog gelooft dat de stad schoner is geworden. Dat stelde VVD-fractievoorzitter Jan-Willem Verheij gisteren tijdens zijn bijdrage aan het verantwoordingsdebat: de traditionele terugblik op succes en falen van vier jaar collegebeleid. ‘De rondslingerende chipszakken, verdwaalde matrassen, oude keukenkastjes of vuilniszakken naast de bak. Joost Eerdmans ziet ze niet. Die andere 650.000 Rotterdammers zien deze verschrikkelijke troep wel. Wat zegt dit over de realiteitszin van dit college?’ vroeg de liberaal zich publiekelijk af. 

De afvalproblematiek die Rotterdam al jaren teistert, was niet de enige kritische noot die Verheij tijdens het debat kraakte. Zo uitte de VVD’er eveneens zijn zorgen over het functioneren van verschillende afdelingen binnen de gemeente. Verheij: ‘Ik vraag mij sterk af of de gemeentelijke organisatie qua kennis, kunde en mankracht opgewassen is tegen de grote projecten die op ons afkomen. Denk daarbij aan de Hoekse Lijn, het depotgebouw, de herinrichting van de Coolsingel en Feyenoord City. Op de een of andere manier zijn niet alle afdelingen in staat dergelijke projecten tot een goed einde te brengen. Kijk maar naar de miljoenenfraude rondom poppodium Waterfront. Dat mondde uit in een ambtelijk debacle.’ 

Hoekenezen bepalen hoe de kust van Hoek van Holland eruit komt te zien. En niet D66-wethouder Pex Langenberg. Dat stelt de Rotterdamse VVD-fractie naar aanleiding van een brief over de kustontwikkeling van Hoek van Holland. ‘Daarin staat te lezen dat de wethouder – op eigen houtje – een overeenkomst heeft gesloten met Stichting Duinbehoud en Stichting Westlands Natuur,’ laat VVD-fractievoorzitter Jan-Willem Verheij weten. ‘Zonder enige vorm van overleg met bewoners, ondernemers, de gebiedscommissie Hoek van Holland en de Rotterdamse gemeenteraad. Dat is écht not done. Zo werkt democratie dus niet.’ 

Met de overeenkomst hoopte de wethouder de inrichting van het gebied tussen het Noorderhoofd, de Zeekant, de Badweg en de Strandweg flink naar zijn hand te kunnen zetten. Dit ten koste van bewoners en ondernemers. Verheij: ‘Met bewoners en ondernemers wordt al jaren gesproken over het ontwikkelen van toerisme van Hoek van Holland. Het plan dat er nu ligt, is om van Hoek van Holland een vierseizoenenbadplaats te maken. Dat de wethouder – zonder de Hoekenezen vooraf te consulteren – zomaar een overeenkomst sluit, kan gewoon echt niet. Daarom hebben wij een motie ingediend om bij het maken van het bestemmingsplan de nog vast te stellen toeristische visie als uitgangspunt te hanteren en niet deze overeenkomst met Stichting Duinbehoud en Stichting Westlands Natuur.’

Een ruime meerderheid van de Rotterdamse gemeenteraad stemde voor de motie van VVD-raadslid Verheij. Zo schaarden onder meer de PvdA, het CDA én Leefbaar Rotterdam zich achter de motie van de liberaal. Volgens Arjen van der Lugt, die namens de VVD actief is in Hoek van Holland, is de motie een helder signaal richting de wethouder. ‘Glashelder zelfs. Bewoners, ondernemers en gebiedscommissie moeten gaan over de inrichting van Hoek van Holland. Juist zij weten wat goed is voor onze prachtige badplaats. Juist zij weten hoe je dit gebied een toeristische impuls zou kunnen geven zónder dat het ten koste gaat van de natuur.’