Nieuws van politieke partijen in Lansingerland over CDA inzichtelijk

173 documenten

Burn-out

CDA CDA Lansingerland 24-06-2021 20:39

De burn-out duikt zichtbaar op in de landelijke- en gemeentelijke politiek. Niet alleen ministers en Kamerleden haken dikwijls voor geruime tijd af, maar ook lokaal komt het steeds vaker voor. In hoeverre ligt een burn-out op de loer bij wethouders en raadsleden? Druk vanuit de samenleving Bestuurders ervaren dagelijks de druk vanuit de samenleving: de hoeveelheid mails en de sociale media, de druk vanuit de fractie en de druk vanuit de pers. Het komt nog steeds voor dat raadsvergaderingen tot ver na middernacht duren. Als in gemeenteraden of colleges de kwaliteit van de besluitvorming achteruitgaat en bestuurders onder druk staan, is er een groter risico dat organisaties afglijden. De werkintensivering, zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)in een rapport schreef, is enorm toegenomen. De verantwoordelijken ervaren in hoge mate hiervan de gevolgen. De rationalisering is steeds verder doorgedrongen in organisaties, er zijn minder buffers in processen en samenwerking. We kijken te veel naarjust in timeen te weinig naarjust in case: Dit maatschappelijke proces is geleidelijk gegaan, maar is een proces dat we moeten keren. Passie Het is heel moeilijk om je het probleem burn-out voor te stellen, als je het niet kent, wat het doet met je gemoed, met je cognitief vermogen. Maar: ook als je het niet herkent, kun je het wel om je heen zien en constateren dat mensen uitvallen. Bestuurders hebben passie. Dat is geweldig. Die wil je vasthouden en faciliteren. Werkdruk hoeft niet slecht te zijn, maar af en toe moet de druk eraf. Werkdruk kan leiden tot stress en langdurige stress tot een burn-out. Als er issues zijn, moet je daar het gesprek over kunnen aangaan. Hoe gaan we daaraan werken? Wat willen we verbeteren, waar willen we naartoe en hoe komen we daar? Het gaat dus niet alleen om werkdruk, maar ook om waarde-creatie in de organisatie, vertrouwen, en hoe je besluiten neemt. Het is een integrale ontwikkeling. Rol van bestuurders Er is niet één aanpak voor. Je moet werken aan het probleemoplossend vermogen van mensen. Als mensen meer knoppen hebben om aan te draaien en we de organisatie daarop inrichten, dan gaat het de goede kant op met productiviteit en kwaliteit van werk. Maar het draaien aan de knoppen van de toekomst doen we niet als we in de werkdruk zitten. Daarom vraagt dit een rol van bestuurders. Samen moeten we met elkaar nadenken over waar we willen staan in de nabije toekomst. Creëer een focuspunt in hoe je wilt werken en samenwerken. Stel je kompas daaropaf, dan weet je ook zelf beter welke keuzes te maken. Van reactief naar proactief. Niet de abstracte toekomst, maar de overzienbare toekomst. Het gesprek brengt je ook op de behoefte aan meer vertrouwen in elkaar en hoe dat te herwinnen. Bestuurders hebben allereerst een eigen verantwoordelijkheid, maar je kunt die wel ondersteunen. Je wilt de mentale vermogens niet overbelasten, maar op een goede manier benutten. Dat is ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid. En daarin is veel mogelijk. Je kunt mensen inzicht geven in hun objectieve werkbalans en rekening houden met onvoorspelbaarheid. Voer het gesprek over wat waardevol is en over wat ieders rol is, over structuur, strategie en cultuur. Per organisatie is te bepalen wat de goede invalshoek is. Als je in een crisis zit als organisatie, kijk je naar strategie. Structuurdiscussies zijn er al vrij snel in onze institutionele cultuur. Voor de intrinsieke motivatie van de mens is vaak weinig aandacht. We moeten opnieuw nadenken over hoe menselijk die organisatie is. En de mens ondersteunen om zijn kwaliteiten goed in te zetten en optimaal te benutten. Solidariteit Een van de grote problemen is de solidariteit. Als je het gevoel hebt dat je er alleen voor staat, is dat een signaal dat het niet goed gaat. Het openbaar bestuur is zich zeer bewust van de risico’s, maar dit risico is toch een ondergeschoven kindje, terwijl het grote invloed heeft op ons functioneren. Feedback is daarom belangrijk. Daar kan ook de Wethouders vereniging iets aan doen. Wethouders kunnen een gesprek ook gezamenlijk in het bestuur voeren. Verantwoordelijkheid moet jezelf hebben, maar ook met elkaar. Het gaat niet om structuren a priori, maar om het goede gesprek. We moeten iets doen aan de kwaliteit van werk. Welke strategie, cultuur en structuur is dan nodig? En welke instrumenten om te ondersteunen? Wat versnelt die ontwikkeling? Een aantal raadsleden in grote steden pleiten voor een flexibelere verlofregeling. De WRR noemde het een urgente opgave, die je niet terzijde kunt leggen.

Burgemeestersambt zonder aanpassingen onhoudbaar

CDA CDA Lansingerland 12-06-2021 17:42

Onderzoekers van de universiteiten Twente, Maastricht, Utrecht en Leiden concluderen dat het burgemeestersambt zoals we dat nu kennen op termijn onhoudbaar is.De verschillende rollen die burgemeesters dienen te vervullen blijken steeds moeilijker te combineren. Er worden hogere en meer tegenstrijdige eisen aan burgemeesters gesteld, waaraan ze steeds lastiger kunnen voldoen. Het gezag, het aanzien en de aantrekkelijkheid van het ambt zullen hierdoor afnemen. De belangrijkste reden hiervoor is dat burgemeesters de afgelopen tien jaar steeds meer onderdeel van het politieke spel zijn geworden, terwijl het voor veel taken nodig is dat ze onafhankelijk zijn en boven de partijen staan. Praktische problemen De onderzoekers signaleren allereerst praktische problemen. De verschillende taken van de burgemeester zijn meer tijd en aandacht gaan vragen, waardoor ze lastiger te combineren zijn. Daarnaast zijn er belangrijke principiële problemen. Er is steeds meer macht bij de burgemeester geconcentreerd, wat zich slecht verhoudt met de eisen die de democratische rechtstaat stelt. Dat de burgemeester tegelijkertijd voorzitter van de gemeenteraad is en voorzitter van het college van B&W is vanuit dat perspectief meer problemen gaan opleveren. Dat geldt ook voor de verantwoordelijkheid van burgemeesters voor openbare orde en veiligheid en voor bestuurlijke integriteit: macht en tegenmacht zijn hier niet in balans. Oplossingsrichtingen De onderzoekers komen tot deze bevindingen op basis van een omvangrijk onderzoek in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Ze schetsen drie oplossingsrichtingen om het burgemeestersambt te versterken. De eerste oplossingsrichting is dat de burgemeester geen taken meer bekleedt waarvoor een neutrale positie nodig is. Hierbij wordt het raadsvoorzitterschap van de burgemeester overgedragen aan een uit de raad gekozen voorzitter. Ook kan worden overwogen om de verantwoordelijkheid voor de bestuurlijke integriteit naar de Commissaris van de Koning over te hevelen. De tweede oplossingsrichting is het verkleinen van de politieke rol van burgemeesters, bijvoorbeeld door hun verantwoordelijkheden op het gebied van openbare orde en veiligheid te verminderen. De laatste oplossingsrichting is de versterking van de zelfstandige rol van de burgemeester. Burgemeesters worden dan rechtstreeks door de kiezer gekozen en niet langer door de gemeenteraad geselecteerd. Sterkere ondersteuning De onderzoekers constateren ook dat de ondersteuning van burgemeesters geen gelijke tred heeft gehouden met de verzwaring van het ambt. Een sterkere ondersteuning van burgemeesters kan dus eveneens enige soelaas bieden voor de geconstateerde problemen. Op grond van recente inzichten uit de literatuur en beleidsdocumenten hebben de onderzoekers in kaart gebracht hoe het burgemeestersambt er anno 2020 voor staat. Verder zijn 21 diepte-interviews gehouden met zittende en voormalige burgemeesters. In aanvulling hierop zijn drie groepsgesprekken gevoerd met in totaal 31 burgemeesters. Tot slot is voor dit onderzoek gebruik gemaakt van een grootschalige enquête onder burgemeesters, wethouders en gemeenteraadsleden en van een burgerpeiling onder inwoners. Bouwstenen Het ministerie van BZK heeft het onderzoek laten uitvoeren om een duidelijk beeld te krijgen van actuele ontwikkelingen in de lokale samenleving en het gemeentebestuur en de betekenis daarvan voor de invulling van het burgemeestersambt, de aantrekkelijkheid van het ambt, de positie van burgemeesters in het lokale krachtenveld en de wijze waarop zij worden geselecteerd, toegerust en ondersteund. Het onderzoek dient bouwstenen aan te leveren voor de agenda burgemeesters, waarin het ministerie van BZK in samenspraak met het ministerie van Justitie en Veiligheid en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters voorstellen doen voor de versterking van het burgemeestersambt.

Gemeentefinanciën onhoudbaar?

CDA CDA Lansingerland 31-05-2021 17:05

Gemeentefinanciën onhoudbaar? De samenleving zat de afgelopen maanden op slot en de economie draaide op halve kracht. Ondertussen is er sprake van een belangrijke versoepeling en zit het tempo nu echt in de vaccinatiecampagne. Het Rijk besteedde tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het was balanceren op het slappekoord. Volgens het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) is het geldgebrek bij gemeenten zo nijpend, dat het een bedreiging vormt voor het aanpakken van de landelijk gestelde prioriteiten op het gebied van woningbouw en de energietransitie. Voor Lansingerland worden de debatten over de Kadernota, die volgende week, verschijnt spannend. Hierin staat de financiële prognose voor de gemeentelijke inkomsten en uitgaven gedurende de komende vier jaar. Uitgegaan wordt van een tekort van 2.5 miljoen op de gemeentebegroting. De Kadernota staat op de agenda van de commissie Algemeen Bestuur van 23 juni en de raad van 8 juli. Dalende reserves Van gemeenten wordt veel verwacht op beleidsterreinen als jeugdzorg, energietransitie en woningbouw. Maar vrijwel allemaal hebben ze daar te weinig middelen voor. Zo zag in de periode 2015 – 2019 meer dan de helft van de gemeenten de reserves dalen. In 2018 bedroeg het tekort van de gezamenlijke gemeenten 200 miljoen euro. Een jaar later was dit al opgelopen tot 765 miljoen euro en had 63 procent van de gemeenten een financieel tekort. In Lansingerland wordt dit in belangrijke mate veroorzaakt door de te lage rijksbijdragen in de kosten van uitvoering van de Jeugdzorg en van de WMO. Bij de WMO speelt vooral de komst van het zogenaamde abonnementstarief een rol. Hierdoor kunnen ook mensen met een relatief hoog inkomen een beroep doen op WMO-voorzieningen zoals huishoudelijke hulp en woningaanpassingen. Daarnaast is ook de lage uitkering uit het gemeentefonds van belang. Dat wordt veroorzaakt door de relatief lage uitgaven die Lansingerland doet aan maatschappelijke ondersteuning en aan uitkeringen en ook aan het hogere inkomstenpotentieel als het gaat om de OZB. Opschalingskorting Zelfs het rijk erkent volgens het onderzoekinstituut dat de groei van het gemeentefonds al tien jaar achterblijft bij de ontwikkeling van de inflatie en het volume van de taken die gemeenten met die uitkering uitvoeren. Dat is nog verergerd door de zogeheten opschalingskorting op het gemeentefonds, die vanaf 2015 oploopt tot 1 miljard euro structureel. Dat bedrag zouden gemeenten moeten kunnen besparen door te fuseren tot megagemeenten. Door die grote herindelingsoperatie ging in een vroeg stadium echter al een streep, maar de kabinetten Rutte hielden wel vast aan die korting. Een ander probleem speelt bij taakoverdrachten van het rijk naar gemeenten, waarbij onvoldoende middelen zijn meegegeven. Alleen al aan jeugdzorg geven gemeenten 1,7 miljard euro per jaar meer uit dan zij van het rijk ontvangen, zo werd onlangs becijferd. Een lichtpuntje is dat de arbitragecommissie volgens RTL Nieuws besloten heeft om het rijk op te dragen om aan gemeenten volgend jaar 1,9 miljard euro extra voor de jeugdzorg te verstrekken. In 2023 en 2024 wordt er jaarlijks 1,6 miljard euro extra aan gemeenten toebedeeld. Daarna lopen de extra budgetten langzaam af tot 800 miljoen euro in 2028. Roofbouw Dat de rek er financieel uit is blijkt uit het feit dat veel gemeenten fors hebben ingeteerd op hun reserves, hun belastingen hebben verhoogd en nu hun begroting optisch sluitend maken door de afschrijvingsduur van bezittingen te verlengen en door de kosten van het vervangen van bestaande voorzieningen slechts gedeeltelijk te begroten. Zo wordt roofbouw gepleegd op de eigen organisatie en hebben gemeenten nauwelijks nog het vermogen om tegenvallers op te vangen. De precieze omvang van de financiële problemen van gemeenten is lastig te meten. Het aantal gemeenten onder preventief toezicht van de provincie zegt bijvoorbeeld weinig. Bij onvoldoende rijksmiddelen accepteren provincies dat gemeenten hun begroting met kunstgrepen sluitend maken. Zo staan zij momenteel toe dat meer dan 70 procent van de gemeenten nog niet toegezegde rijksgelden voor de jeugdzorg als inkomsten boeken. Artikel 12 Gemeenten in zware financiële problemen kunnen in theorie een beroep doen op een noodfonds, de zogeheten artikel 12-steun. Dat vangnet werkt echter alleen bij incidenten. Maar doordat deze steun ten koste gaat van andere gemeenten, kan een sneeuwbaleffect ontstaan wanneer de gevraagde steun omvangrijk wordt. Gemeenten die het nog net redden komen dan in problemen doordat hun gemeentefondsuitkering daalt. Net als elke verzekering kan artikel 12 losstaande incidenten verwerken, maar geen systeemfouten. Natuurlijk zou de rijksoverheid de kosten van artikel 12 in geval van nood kunnen overnemen. Maar volgens COELO moeten we het zover niet laten komen. Wanneer bailouts (overheidsinterventie om een faillissement te vermijden) weer normaal worden, zoals in de jaren zeventig en tachtig, ondermijnt dit de budgetdiscipline. Eigenlijk ziet het onderzoekinstituut maar een oplossing: bij de formatie moet er meer geld worden uitgetrokken voor gemeenten. Hoeveel is echter de vraag, want een fundamenteel probleem is dat er een mechanisme ontbreekt om af te wegen hoeveel geld het Rijk over heeft voor taken die gemeenten in hun opdracht uitvoeren. Voordeelgemeente Het pas later structureel afdekken van de tekorten heeft het voordeel dat dan afgewacht kan worden hoe het nieuwe kabinet denkt om te gaan met de uit de hand lopende jeugdzorg en WMO uitgaven, wat de sociaaleconomische gevolgen van corona zullen zijn en ook hoe de herijking van de inkomsten vanuit het gemeentefonds zich zal ontwikkelen. In het voorstel dat bij de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) ligt voor advies, staat dat gemeente Lansingerland een voordeelgemeente is. Lansingerland krijgt dan 13 euro per inwoner meer (en dat betekent ongeveer 800.000 euro structureel). Kortom, er zijn nu nog zoveel onduidelijkheden dat het niet slim is om nu al aan het bezuinigen te slaan op de gemeentelijke voorzieningen.

Het college van Lansingerland pakt door met de bouw van meer dan 1000 betaalbare woningen op Wilderszijde

CDA CDA Lansingerland 19-05-2021 10:44

Het was in februari een dreun voor Lansingerland. De gemeente liep een rijksbijdrage van 11,6 miljoen euro mis om nieuwbouwwijk Wilderszijde in Bergschenhoek met extra tempo te realiseren. Maar het college van burgemeester en wethouders denkt het project alsnog voor elkaar te boksen, met wat minder groen én wat minder ‘goedkope’ huizen(Mulders, 2021). ,,Optimaliseren en doorpakken’’, zo vat wethouder Jan-Willem van den Beukel (financiën en grondzaken) het weer tegen het licht houden van dit grote bouwproject samen. Rond 2030 moet Wilderszijde zijn voorzien van 2500 tot drieduizend woningen. De gemeente heeft eerder gehint dat 2600 huizen mooi zijn om de wijk ook nog een ruime, groene opzet te kunnen geven. Dat worden er nu ‘wellicht iets meer’, waarbij er door B en W sneller aan enkele tientallen dan aan een paar honderd extra huizen wordt gedacht. Concreet komt het erop neer dat de verdeling van de prijscategorieën van koopwoningen wijzigt. Van den Beukel: ,,We willen 40 procent van de huizen in het betaalbare segment laten vallen en 5 procent moet een zogenoemde bereikbare woning worden.’’ In de definities die door Lansingerland worden gehanteerd voor ‘betaalbare woningen’ en ‘bereikbare woningen’, is dat respectievelijk een huis voor maximaal 254.000 euro vrij op naam (of tot 900 euro huur) en huizen tot maximaal 344.500 euro. Dat laatstgenoemde bedrag is de grens van de Nationale Hypotheek Garantie voor energiebesparende woningen. Prijsklassen Als Lansingerland de rijksbijdrage uit dewoningbouwimpulswél had gekregen, had de helft onder de noemer ‘goedkope’ woning moeten vallen. Eerder beloofdeVan den Beukel in hetADdat die helft dan echt niet allemaal (ver) boven de 3 ton zou zitten. ,,De huizen worden over meerdere prijsklassen uitgesmeerd.’’ Om Wilderszijde op koers te houden, stelt het college nu dus voor om dat bouwdeel waar de middeninkomens zo naar verlangen, bescheidener te maken: van de helft naar 45 procent. Het aandeel dure huizen zal daarmee logischerwijs toenemen op deze lap grond.De CDA-bestuurder vindt de krimp naar 45 procent te verantwoorden, omdat anders het hele project misschien te veel vertraging oploopt. Daar is de huidige woningnood evenmin mee geholpen. Ook wil hij niet dat de inwoners van Lansingerland langer dan nodig moeten blijven opdraaien voor de grondkosten van Wilderszijde. Circa elf jaar geleden hadden hier namelijk al bouwvakkers aan de slag gemoeten. In pakweg een decennium tussen de 1170 en 1200 betaalbare en bereikbare koopwoningen erbij bouwen is iets waar Lansingerland trots op kan zijn, wil hij maar zeggen. Van de betaalbare woningen (< 254.000 euro) wordt overigens een kwart gebouwd voor sociale huur. Groen Verder wil het college ingrijpen in het groen. Er is gezocht naar ‘plekken waar het iets compacter kan’. ,,We gaan van 31 procent groen in de wijk naar 25 procent. Dat is nog steeds een hoger percentage dan in de regio en in onze andere recente nieuwbouwprojecten in Westpolder en Meerpolder.’’ Van den Beukel voegt tot slot toe dat de aanpassingen binnen de grenzen van het eerder door de raad akkoord bevonden masterplan Wilderszijde blijven. Eind juni wil het college het ontwerpbestemmingsplan in procedure brengen en kan iedereen zes weken lang reageren. Deze zomer zijn ook de laatste geluidsrapporten klaar en die zullen bij het ontwerpbestemmingsplan worden gevoegd. Lawaai van provinciale wegen, de nieuwe A16 Rotterdam, de hogesnelheidslijn en het vliegverkeer van Rotterdam The Hague Airport zijn een bron van zorg voor Wilderszijde.De herrie kan mensen ziek maken, waarschuwen experts en critici. Mulders, A. (2021, mei 14). Lansingerland wil minder ‘goedkope’ woningen en groen in Wilderszijde. Opgehaald van AD.nl: https://www.ad.nl/rotterdam/lansingerland-wil-minder-goedkope-woningen-en-groen-in-wilderszijde~a7a4a736/

Formeren is kalmeren

CDA CDA Lansingerland 16-05-2021 14:27

Met Tjeenk Willink is een geweldig brok parlementair geheugen binnengehaald. Met zijn adagium formeren is kalmeren noemt de informateur in zijn eindverslag het conclaaf in het kabinet exemplarisch voor de verknoping van de macht, met zijn eigen tegenmacht, de Kamer. Uit de notulen van enkele ministerraden bleek dat praktisch alle ministers klaagden over te kritische Kamerleden - de Rutte-doctrine bleek een Rutte III-doctrine, andere partijen waren net zo verantwoordelijk. Wat de huidige formatie zou moeten opleveren is meer tegenmacht en een betere scheiding der machten. Meer dualisme in plaats van monisme. Vertrouwen en matiging In zijn eindverslag beschrijft Tjeenk Willink de toeslagenaffaire als een exemplarisch voorbeeld van wat er misgaat als wantrouwen de relatie van de overheid met de burgers beïnvloedt. In dat schandaal hebben én de wetgevende én de uitvoerende én de rechtsprekende macht de goede trouw, dat allereerste beginsel van de rechtsstaat, geschonden. Dat is even onbegrijpelijk als onvergeeflijk. De logische consequentie is dat burgers hun vertrouwen in de rechtsstaat verliezen. Waar het vertrouwen rafelt, rafelt ook de rechtsstaat. De toeslagenaffaire is uitzonderlijk in zijn rampzalige gevolgen voor burgers, schrijft hij, maar geen uitzondering. Daarmee doelt hij op andere publieke diensten die mensen als klant en als kostenpost zien, overeenkomstig de normen van de bedrijfsmatige overheid. Zo sluipt dat wantrouwen in de bejegening van burgers. De democratische rechtsorde is juist gebaseerd op vertrouwen en matiging, schrijft Tjeenk Willink. De Tweede Kamer moet die les ter harte nemen, voegt hij daaraan toe, als het haar menens is met de wens om te breken met de heersende bestuurscultuur. Het kabinet zag de Tweede Kamer dus niet als nuttige tegenmacht, maar als lastige hindermacht en erkende met diepe schaamte hoe machteloos de individuele burger staat tegenover een overheid die hem met valse beschuldigingen achterna zit. Permanente educatie Op haar best is de democratie een lerend systeem. Een permanente educatie over het reilen en zeilen van de samenleving. In het debat over de kabinetsnotulen trok de politiek lessen die voor zowel de democratie als de rechtsstaat zo gek nog niet zijn. In dit licht bezien kende het debat over de kabinetsnotulen legio betekenisvolle momenten waarin de democratie als lerend systeem functioneerde. Het was, in de woorden van politici, een reinigingsritueel waarin het nodige vuil uit zowel de bestuurscultuur als de rechtsstaat is weggewerkt. Tot de humanistische traditie behoort vertrouwen in mensen. Het probleem waarop Tjeenk Willink doelt als hij de toeslagenaffaire beschrijft is een falende overheid die de mensen, de minst weerbaren in het bijzonder, juist steeds meer wantrouwt. Ook in het vreemdelingenrecht en de bijstandsregels bijvoorbeeld is wantrouwen de norm, niet vertrouwen. Het gevolg is, blijkt steeds weer, dat de overheid in de bejegening van burgers rechtsbeginselen als proportionaliteit en rechtvaardigheid nogal eens uit het oog verliest. Humanistisch project Democratie is een humanistisch project. Zij is gebaseerd op het vertrouwen dat de menselijke rede mensen ook tot redelijkheid kan brengen, dankzij de drang die zij op hen uitoefent om na te denken over hun onderlinge verhoudingen. Optimisme is ook een karakteristiek van de democratie: het brengt mensen die anders vreemden voor elkaar zouden zijn met elkaar in gesprek. Dat brengt over en weer klaarheid in hun relaties en vergroot de kans dat zij leren van elkaars fouten. In het notulendebat trok de Tweede Kamer haar les uit deze vermaningen, met een motie die de positie van burgers tegenover de overheid zowel in het recht als in de uitvoeringspraktijk moet versterken. De motie laat zich lezen als een kort programma voor de hervorming van de rechtsstaat. De overheid moet ophouden met het ingebeitelde wantrouwen, de sociale advocatuur moet weer op orde worden gebracht en de overheid dient alle discriminerende algoritmen uit haar computerprogramma’s te halen. Verder wil de Kamer dat uitvoeringsorganisaties en toezichthouders als de Algemene Rekenkamer en de Nationale Ombudsman hun werk beter kunnen doen en dat maatschappelijke organisaties hun tegenmacht kunnen ontplooien. Wat in ieder geval nooit mag: die organisaties beoordelen op de mate waarin zij het kabinetsbeleid al dan niet steunen. Betekenisvolle momenten Het debat over de kabinetsnotulen kende betekenisvolle momenten. Vooral de bezwering dat Kamerleden vrij, ongebonden aan het kabinet hun werk moeten kunnen doen. Met die uitspraak, vastgelegd in de Handelingen van het debat, wordt de monistische praktijk gecorrigeerd die aan het Binnenhof heerst sinds premier Ruud Lubbers (1982-1994) Kamerleden uit de coalitie op zijn Torentje uitnodigde om ‘even met hen mee te denken’. Onze demissionaire premier zal zich moeten bekeren tot het dualisme en de controle overlaten aan de Tweede Kamer. Het praten over Kamerleden zal in de Trêveszaal niet gauw meer te horen zijn.

Update van uw wethouder

CDA CDA Lansingerland 12-04-2021 10:21

Op dit moment ben ik binnen mijn portefeuilles vooral druk bezig met de voorbereidingen voor de zogenaamde kaderbrief. Dat is een soort voorloper van de begroting voor het volgende jaar. Nu al, het is net voorjaar? Ja, zo ver denken en werken we inderdaad vooruit. Zeker dit jaar is dat ook geen overbodige luxe. Net als heel veel andere Nederlandse gemeenten hebben we volgend jaar namelijk - als we niets zouden doen - een tekort op de begroting. Maar, we zien het tijdig aankomen en u mag er dan ook vanuit gaan dat we als bestuur handelen om dat te voorkomen en alsnog een sluitende begroting voor 2022 voor te bereiden. Wordt dat makkelijk? Nee, want bezuinigen doet pijn. Maar u kunt er wel van op aan dat ik als uw wethouder keuzes altijd maak op basis van principes van gerechtigheid, gespreide verantwoordelijkheid, solidariteit en rentmeesterschap. Daar kunt u mij aan houden. Verder ben ik druk met het opstellen van een Horti Science Visie en uitvoeringsagenda voor ons florerende tuinbouwcluster (8.000 arbeidsplaatsen), om er vanuit de gemeenten aan bij te dragen dat we alles doen wat nodig is, samen met scholen, ondernemers en inwoners, om dit meest innovatieve tuinbouwcluster ter wereld aan de wereldtop te houden. Tijdens de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen heb ik samen met andere bestuurders extra aandacht geschonken aan de tuinbouwsector, zoals sommigen van u is opgevallen. Even wat uitleg daarover: deze innovatieve sector draagt significant bij aan onze (lokale) welvaart, maar bovendien aan gezondheid en geluk met mooie producten. Dertig jaar geleden wist elke Berkelaar, Hoeksenaar of Bleiswijker dat, maar sind de snelle groei van onze gemeente zijn er veel Lansingerlanders bij gekomen dit dit alles weinig zegt. En dat is jammer, want de verbinding is wel nodig, om draagvlak te behouden voor dit ruimtebeslag van de kassen, maar bovendien ook om trots op deze sector te stimuleren en jong talent op alle niveaus te boeien er ook hun geluk te gaan beproeven. Tot slot is het electoraal relevant dat de 1000’en werknemers in de sector met hun gezinnen weten dat ze op de christen-democraten kunnen rekenen voor de vernieuwing en verduurzaming van hun sector. De bouw van de wijk Wilderszijde verdient natuurlijk ook veel van mijn aandacht. Vanuit het college zet ik als projectwethouder alles op alles om deze wijk met meer dan 2.500 woningen snel te ontwikkelen. Nu minister Ollongren weigert om financieel bij te dragen vanuit de Regeling Woningbouwimpuls, gaan we de wijk zelf ontwikkelen. Ik hanteer drie criteria voor deze doorstart: kwaliteit, tempo en betaalbaarheid. Binnenkort buigt de gemeenteraad zich over ons voorstel. Ik heb goede hoop dat we na de zomer het bestemmingsplan kunnen vaststellen. Samen met Plan Buyten, dat als onderdeel van WIlderszijde nu al in ontwikkeling is, gaat dan heel Wilderszijde echt over naar de realisatiefase. Dat mag ook wel, want sommige van de afspraken gaan al terug tot 1998, zo lang is hier al over gepraat. Dan heb ik het deze keer nog niet eens gehad over duurzaamheid, de energietransitie, de Rottemeren, grondzaken zaken die individuele Lansingerlanders onder mijn aandacht brengen. Daarover later vast meer. Hebt u behoefte aan contact met mij? Mail me dan op jan-willem.van.den.beukel@lansingerland.nl of bel 06 1053 8370. Hartelijke groet, Jan-Willem van den Beukel

Hebben peilingen invloed op uw stemgedrag?

CDA CDA Lansingerland 14-03-2021 11:38

Hebben peilingen invloed op uw stemgedrag? Nog een paar dagen en de verkiezingen voor de Tweede Kamer gaan beginnen. In de hitte van de verkiezingscampagne is er geen dag meer zonder opiniepeilingen. Zelfs met alle slagen om de arm en onzekerheidsmarges in acht nemend domineren rechtse partijen bovenaan de peilingen. Hoe komen ze tot stand, hoe betrouwbaar zijn ze en wat voor effect hebben ze op ons, de kiezers? Deze vraag komt steeds opnieuw op, vooral vlak ná verkiezingen: hoe betrouwbaar waren al die peilingen eigenlijk? Het antwoord verschilt nogal. In 2012 zaten de peilers er tussen de 18 en 24 zetels naast, bleek achteraf. In 2017 gaven ze een redelijk beeld van de werkelijkheid. Representatief Peilingbureaus proberen een goede doorsnee van de Nederlandse kiezers te bevragen, zodat het onderzoek zo representatief mogelijk is. Bureaus doen verwoede pogingen, maar echte representativiteit krijg je alleen bij een willekeurige steekproef, zonder uitval. Als bepaalde groepen niet meedoen of niet worden bereikt, dan trekken peilers het recht met wegingen, maar de vervuiling gaat er uiteindelijk niet uit. Men spreekt dan van een assumptie. Toch laat de daadwerkelijke verkiezingsuitslag zich moeilijk voorspellen. Twee of drie dagen voor de verkiezingen zijn er nog heel veel zwevende kiezers, dus hun uiteindelijke keuzen zijn moeilijk te overzien. Daarmee hebben de peilingen een niet te onderschatten invloed. Althans op de vele zwevende kiezers die uiteindelijk vaak strategisch stemmen. Maar dat effect is ook weer niet onbeperkt. Mensen stappen niet over van linkse naar rechtse partijen of andersom. Harde cijfers Over het algemeen zijn de steekproeven en de wegingen gebaseerd op harde cijfers van het CBS. Terugkerende ergernis onder politicologen: In elk kiezersonderzoek zitten foutmarges, maar daarover wordt in de media weinig bericht. De standaardopzet van een steekproef gaat uit van een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent. Dit betekent dat in vijf procent van de gevallen het onderzoek niet het resultaat oplevert dat overeenkomt met het populatiepercentage. De Peilingwijzer zou hierbij moeten ondersteunen. Juist om deze reden is de Peilingwijzer in het leven geroepen. De Peilingwijzer is ontstaan vanuit de kritiek op het feit dat peilingen iedere keer net andere uitkomsten hadden. Door met die Peilingwijzer een intelligent gewogen gemiddelde te geven, zie je heel goed wat je wel en niet met die peilingen kan. Dat betekent in de praktijk dat mediaredacties niet moeten berichten over een zetel meer of minder, omdat dit feitelijk niks zegt. Het Bandwagon-effect Is, gezien die complicaties, de invloed van peilingen niet groot in een land met zoveel zwevende kiezers? Over deze vraag buigen politicologen zich al jaren. De centrale term daarin: hetbandwagon-effect. Dit houdt in dat kiezers de neiging hebben te stemmen op partijen die aan de winnende hand zijn. Cruciaal is dan wel dat journalisten alleen rapporteren over peilingen wanneer ze zeker weten dat die uitkomsten hard te maken zijn. Dat ging in het verleden wel eens fout: non-nieuws kan dan eenselffulfilling prophecyworden. Daarnaast hebben de media en politici een belangrijke beïnvloedende rol: Het hele klimaat rondom campagnes wordt ook ingegeven door wat journalisten en politici denken dat de situatie is en wat eruit gaat komen. Die verwachtingen zijn meestal gebaseerd op de informatie uit peilingen. Conclusie: Peilingen bieden waardevolle informatie waaruit kiezers kunnen opmaken of partijen het goed doen. Ze bieden een bijdrage in het informatieproces, maar zijn geenszins leidend in de uiteindelijke keuze.

Haagse mores

CDA CDA Lansingerland 22-02-2021 13:15

In Den Haag kun je ze zomaar tegen het lijf lopen: ministers en Kamerleden. Vooral op vrijdag als ze allemaal tegelijk aan komen wandelen op weg naar de ministerraad in de Trêveszaal, of van hun departement op weg zijn naar een debat in de Tweede Kamer. Dat gaat bijna altijd goed, meestal kunnen de mannen en vrouwen hun weg vervolgen zonder aangeklampt te worden. In Den Haag is immers iedereen eraan gewend. Ook onze premier verplaatst zich het liefst lopend of pakt de fiets. Iedereen kan hem dan ook spontaan tegenkomen. ‘Ik wil gewoon fietsen. Dat moet kunnen in ons Haagje’, zegt hij. Bekend is zijn grapje wanneer hij op maandagmorgen in de Haagse binnenstad met goede vrienden koffiedrinkt en zegt: ‘Zo, nu ga ik naar de koning -met wie hij elke maandagochtend een informeel gesprek heeft- en daarna door naar mijn werk op het Binnenhof.’ Er is geen anekdote die de mores van Den Haag beter neerzet. Want dit is de dagelijkse werkelijkheid in het Nederlandse centrum van de macht.Machthebbers in Nederland hebben altijd zo gewoon mogelijk willen zijn en zich niet boven het volk willen stellen. Hollandse mentaliteit Ook sommige voorgangers van onze premier gebruikten regelmatig het oer-Hollandse vervoermiddel, zoals Dries van Agt en Wim Kok. Ook Piet Steenkamp, lid en later voorzitter van de Eerste Kamer, die als informateur aan de wieg stond van het kabinet-Biesheuvel I en het kabinet-Van Agt III, gebruikte geen dienstauto maar fietste of reisde per tram naar het Binnenhof. Het zegt iets over de Hollandse mentaliteit die hier al eeuwen bestaat: Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg. In Engeland en Frankrijk gingen machthebbers per koets, maar in Den Haag niet. Het lopen, fietsen of met de tram naar de Tweede Kamer gaan, is een echte Haagse gewoonte. Schilderijen uit de 17de en 18de eeuw dienen als bewijs. Wel komen buitenlandse ambassadeurs in ons land hun geloofsbrieven volgens een oude traditie nog steeds per koets aan de koning overhandigen. Kort na hun aankomst in Nederland ontvangt de koning de nieuwe ambassadeurs op Paleis Noordeinde. Zij bieden daar hun geloofsbrieven aan. Dit zijn twee documenten van een buitenlands staatshoofd, die een ambassadeur na diens aanstelling aan de Koning aanbiedt. Het is een vertrouwd beeld in de Haagse binnenstad. Sjieke Benoordenhout Het uitzonderlijke aan Den Haag is dat je niet alleen politici tegen het lijf kunt lopen. Je kunt ook achter koningin Máxima staan bij de kassa in de Bijenkorf of bij Patisserie Jarreau in de Van Hoytemastraat in het sjieke Benoordenhout. Jarreau is een echte banketbakker zoals je ze ook in Parijs vindt. Natuurlijk ben je dan nieuwsgierig, een beetje opgewonden zelfs. Maar dat laat je niet merken. Pas thuis vertel je wat Máxima stond af te rekenen. Want je hinderlijk opdringen, nee, dat is niet de Haagse manier.In de tijd dat prinses Beatrix nog in Huis den Bosch woonde, kwam ze ook regelmatig in het Benoordenhout haar gebak kopen. Storend aanklampen Gevaarlijke trendbreuk in die toegankelijkheid van onze volksvertegenwoordigers, bewindslieden en koninklijke hoofden is de coronacrisis en vooral wat de maatregelen met sommige mensen doen. De laatste tijd komt dreigen, hinderlijk volgen en storend aanklampen van politici rond het Binnenhof steeds vaker voor dan vóór de coronacrisis. Bedreigend voor betrokkenen, maar óók voor de mores van Den Haag waarbij bijvoorbeeld een selfie maken met de premier normaal is.Die aanraakbaarheid is uniek in de wereld. Minister Hugo de Jonge was onlangs op het Plein voor de Tweede Kamer nog slachtoffer van eenvrouw die hem belaagdein haar aanvechting ‘met liefde’ te strooien. Ongewenst en ongecontroleerd gedrag met zorgwekkende kanten. Persoonlijk voor de betrokken slachtoffers, maar óók voor de Haagse mores. Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg.

Het CDA en zijn kernwaarden

CDA CDA GroenLinks VVD PvdA Partij voor de Vrijheid Lansingerland 09-09-2020 18:27

Het CDA en zijn kernwaarden Maakt het CDA zijn kernwaarden waar? Dat is de vraag toen de partij op 7 februari van dit jaar besloot met VVD en Forum voor Democratie het gesprek aan te gaan om te komen tot een nieuwe coalitie in Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Zij vonden in Lokaal Brabant een vierde partner. Er werd overeenstemming bereikt en een nieuwe cultuur van politiek bestuur gevonden. Het bestuursakkoord werd ingezet met de slogan Samen, Slagvaardig en Slim. Forum ziet de samenwerking met de VVD en het CDA in Noord-Brabant als een mijlpaal voor de partij. ‘Constructief samenwerken, verbinden’, liet hun partijleider weten. Strategische fout Een merkwaardige uitspraak voor iemand die CDA en VVD recent tot de linkse cultuur marxistische hoofdstroom rekende die uit is op de vernietiging van Nederland. Tien jaar geleden was er het geruchtmakende CDA-congres in de Rijnhal in Arnhem over het coalitieakkoord van het CDA en VVD met de PVV. Maxim Verhagen liet zich onlangs ontvallen dat hij niet aan het avontuur was begonnen, wanneer hij had geweten dat de gedoogcoalitie in de praktijk als een gewone coalitie zou worden uitgelegd. Hij blikt ook liever niet op deze episode terug. Dat is wel te begrijpen, want voor het CDA pakte de strategische fout van Verhagen rampzalig uit. Een electorale terugval naar dertien zetels en, nog veel erger, een zwaar verlies van politiek-morele geloofwaardigheid. Verhagen was niet de enige die weigerde om dit te zien. De partij moest deze geschiedenis verwerken, waardoor de episode een leerzame ervaring is geworden. Oud-premier Piet de Jong had op dat CDA-congres geen moeite de aard van de politicus Wilders te doorzien: ‘Laat die maar alleen marcheren’ werd een gevleugelde uitspraak. Verbindende middenpartij De faux pas veroorzaakt nog steeds bij de geringste beroering emoties en heeft het uitzetten van een bestendige koers in de weg gestaan. De partij heeft nog steeds de intentie de verbindende middenpartij te zijn die het was in de vorige eeuw en de verleiding mee te liften met populistisch rechts. Probleem van het eerste is dat het midden al lang niet meer het exclusieve domein is van de christendemocraten. Dat was het in de vorige eeuw, zolang VVD en PvdA elkaar uitsloten. Na de val van de Muur hebben deze partijen laten zien dat ze compromissen konden sluiten en het zonder CDA af konden. Het CDA maakt nu deel uit van een druk midden dat er, te midden van luidruchtige flanken, in slaagt het landbestuur draaiende te houden. Wat is gebleven is de Nolens-reflex: alleen in uiterste noodzaak samenwerking met links. De katholieke leider deed deze uitspraak in 1918 en had toen tot doel een opening naar samenwerking met niet-christelijke partijen (in die tijd links) te maken. Later is Nolens de sleutel geworden waarmee het CDA kabinetsformaties in ging: als het kan met rechts, als het moet met links. Het verklaart waarom Buma in de formatie van 2017 GroenLinks buiten werkte; het verklaart ook waarom het CDA in Brabant de voorkeur geeft aan samenwerking met Forum boven een college met GroenLinks. Het CDA is hiermee geen middenpartij, maar een partij rechts van het midden waarin zij moeten concurreren met de VVD, PVV en Forum. Verbindende rol Politiek-inhoudelijk heeft het CDA getracht een belangrijke rol te spelen in de splijtende sociale kwesties van deze eeuw: immigratie, integratie, duurzaamheid, energietransitie en de positie van de islam. Het CDA, een schoolvoorbeeld van culturele en religieuze integratie, had die kans in het eerste decennium van deze eeuw toen zij onder leiding van Balkenende de spilpositie in het krachtenveld heroverde. Oud-premier Lubbers, als katholiek geoefend in politiek bedrijven vanuit het midden, heeft daar een- en andermaal op aangedrongen, maar hij vond bij de gereformeerde Balkenende weinig of geen gehoor. Het CDA zal de komende tijd een offensieve koers moeten kiezen wil het zichzelf niet tot prooi maken van rivaliserende krachten. Het CDA gelooft in democratische waarden en laat zich inspireren en leiden door de Bijbelse boodschap van respect, liefde en omzien naar elkaar. Met de vier CDA-uitgangspunten: gespreide verantwoordelijkheid, gerechtigheid, solidariteit en rentmeesterschap wordt daaraan inhoud gegeven. Deze Kernwaarden én een strategische politieke ambitie moeten de partij weer het eigen vertrouwde gezicht geven.

Haagse jaren: De politieke memoires van Ruud Lubbers

CDA CDA VVD Lansingerland 03-09-2020 18:47

Haagse jaren: De politieke memoires van Ruud Lubbers Theo Brinkel, indertijd medewerker van het Wetenschappelijk Instituut van hetCDA heeft de memoires van Ruud Lubbers tussen 1992 en 1995 geschreven. De herinneringen van de langst regerende premier in de Nederlandse geschiedenis laten zich lezen als een boek over zowel de techniek van de politiek als de psychologische eigenaardigheden van de politici zelf. De Koude Oorlog De Koude Oorlog, markeert een kantelpunt in de geschiedenis. Talrijke aspecten van deze ingrijpende wending komen in de politieke memoires aan bod. Als minister in het progressiefste kabinet ooit, zag hij dat de socialist Joop den Uyl van zichzelf een anachronisme aan het maken was, omdat de samenleving zich eind jaren zeventig niet meer alleen door de staat liet kneden. Eenmaal tweede man van hetCDAwerd hij geconfronteerd met de opkomst van revolutionaire deregulerings- en privatiseringspolitici als Margaret Thatcher (1979) en Ronald Reagan (1980), die het tot dan dominante Keynesiaanse denken een doodsteek toebrachten. Hij moest als premier vervolgens een antwoord vinden op de onweerstaanbare druk die daarna op de verzorgingsstaat kwam te staan. Oppositie Zijn eigenCDA, de partij die hij groot had gemaakt, verloor in 1994 bijna twee vijfde van zijn kiezers. Het werd door de paarse coalitie van Wim Kok en Hans van Mierlo in de oppositie gedreven en kwam voor het eerst sinds 1917 buiten de regeringsmacht te staan. In zijn herinneren hieraan vertelt Ruud Lubbers over het beleid, het vak, de trucs, de vergissingen en zijn persoonlijke drijfveren. Hij vertelt over zijn eenzaamheid die zich, zoals bij veel jongens uit de roomse elite, heeft genesteld toen hij op de kostschool zat en die in de politiek alleen maar dieper wordt. Hij typeert zijn eigen steeds eenzamere premierschap als pastoraal werk en hij schetst zijn angst voor destructieve moedeloosheid. ‘Cynisme is een verleiding. Het is iets heel anders dan ironie, gevoel voor humor. Bij cynisme dooft het vlammetje. Politiek moet geen vlammetjes doven. Politiek moet proberen de schaarse vlammetjes te laten branden.’ Ruud Lubbers was een meespelende regisseur die dacht het toneel te beheersen. Maar ook hij werd op kritieke momenten verrast door toevalligheden. Twee mythes Ruud Lubbers ontmantelt twee mythes. ‘De buitenwacht, ook de journalistiek, weet vaker niet dan wel wat er achter de schermen allemaal gebeurt. Democratische politiek is niet transparant. Dat is echter geen reden voor paranoia. Want die chicanes in de coulissen van de macht zijn niet altijd zetten in een doordacht schaakspel. Politici hebben soms geen idee wat de gevolgen zijn van hun stappen. Ze improviseren er niet zelden op los en verzinnen er pas achteraf een strategie bij’. No-nonsensebeleid Ruud Lubbers was een van de belangrijkste crisispremiers van Nederland. Hij voerde in kabinetten met de VVD een no-nonsensebeleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Hij leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Hij was een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn Haagse werkkamer, het torentje. Quasi-leiders hebben de neiging hun leiderschap met teksten als de grootste dit, de ergste dat op voorhand te hyperboliseren. Ruud Lubbers draait het in zijn memoires om. ‘Politiek is een nobel vak, mits je je neus niet ophaalt voor de noblesse om zo nu en dan de riolen schoon te maken’. Europese Unie Ruud Lubbers heeft veel voor Nederland en daarbuiten betekent. Zo bracht hij in 1992 samen met de ministers Van den Broek en Kok en staatssecretaris Dankert de Wet Goedkeuring van het op 2 februari 1992 in Maastricht tot stand gekomen verdrag over de Europese Unie tot stand. Dit Europese verdrag vormde de Europese Gemeenschap om tot Europese Unie. Zijn naam wordt binnen en buiten het CDA nog altijd liefkozend genoemd, als deChristendemocraat die bijna twaalf jaar minister-president was en daarmee de langstzittende premier.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.