Nieuws van politieke partijen in Asten over D66 inzichtelijk

19 documenten

John Bankers: bestuursakkoord Brabant op hoofdlijnen

CDA CDA GroenLinks D66 VVD PvdA Asten 08-06-2019 15:38

Het coalitieakkoord 'Kiezen voor kwaliteit, voor de Brabanders van nu en van de toekomst' is op vrijdagmiddag 7 juni gepresenteerd. Na ruim twee maanden onderhandelen hebben het CDA, VVD, D66, Groenlinks en PvdA een akkoord op hoofdlijnen bereikt. Volgende week vrijdag vindt de installatie van het college van Gedeputeerde Staten plaats. Het CDA keert dan na vier jaar afwezigheid terug in het provinciebestuur. Dat is goed nieuws, maar tegelijkertijd is er nog voldoende werk aan de winkel. Het CDA is deze verkiezingsperiode ingegaan met drie speerpunten: de leefbaarheid in de stad en op het platteland, meer investeren in veiligheid en de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en een realistischer landbouwbeleid. Met name door onze partij staan er in het coalitieakkoord passages over de eerste twee onderwerpen. Sterker nog, het CDA levert met Marianne van der Sloot (leefbaarheid) en Renze Bergsma (veiligheid) ook gedeputeerden op die twee onderdelen. Dat is een succes te noemen. De meeste tijd tijdens de coalitieonderhandelingen is besteed aan het thema landbouw. Zoals bekend willen wij als partij een realistischer landbouwbeleid. Het besluit van 7 juli 2017 heeft de sector pijn gedaan en binnen de agrarische sector zijn er niet alleen gevoelens van boosheid, maar ook zorgen over de toekomst van de sector, van hun bedrijven. Het CDA heeft zich tijdens de onderhandelingen hard gemaakt voor aanpassing van het huidige beleid en meer perspectief naar de toekomst. Sommige maatregelen zijn ook aangepast, maar het had op onderdelen voor ons - en mij ook - wat meer mogen zijn. Tegelijkertijd is er binnen onze fractie ook het geloof, dat het maximale er voor nu uit is gehaald. Politiek bestaat ook uit het vinden van meerderheden. Voor ons als CDA is er de komende jaren werk aan de winkel om in goed overleg met belanghebbenden nog meer toekomst te bieden aan een belangrijke economische sector in het Brabantse. Zoals gezegd is er een akkoord op hoofdlijnen. De komende jaren gaan we als CDA-fractie aan de slag om tot concrete invulling van het akkoord te komen. Voor onze regio ook niet onbelangrijk: we gaan weer werk maken van de bereikbaarheid van onze regio. Namens de CDA-Statenfractie ga ik me bezighouden met het thema mobiliteit, dus daar om ik later vaker op terug. Komende vrijdag gaan wij dit akkoord verdedigen. Meedoen en verantwoordelijkheid dragen past bij ons als partij. Roepen aan de zijlijn kan aantrekkelijk zijn, je hebt veel vrijheid, maar je bereikt ook minder. Binnen de coalitie en met andere partijen in de Staten gaan wij als CDA ervoor zorgen, dat we zoveel mogelijk van ons verkiezingsprogramma gaan verwezenlijken in de komende vier jaar. In de verkiezingsperiode heb ik het herhaaldelijk geroepen: voor de Peel naar Den Bosch. Weet me de komende jaren te vinden. Bel of mail met ideeën, vragen en opmerkingen. Hartelijke groet,John BankersProvinciaal Statenlid voor Asten

Geen bedrijventerrein ten koste van landschap in de Peel

D66 D66 Asten 28-05-2019 11:04

De zes Peelgemeenten willen nog voor de zomer tot gezamenlijke afspraken komen over ‘’Bedrijventerreinen in de sub-regio de Peel’.

De Astense raadsleden Tiny van den Eijnden (D66-Hart voor Asten) en Sandu Niessen (PGA) zijn beiden zeer betrokken bij dit onderwerp en hebben gezamelijk een duidelijke mening geformuleerd.

Hierbij hun opinie zoals gepubliceerd het Peelbelang van 23 mei, 2019.  Het stuk is ook gepubliceerd in het ED van 28 mei, 2019.

De bedrijventerreinen in de zes gemeenten zijn te verdelen in twee soorten: lokale terreinen waar doorgaans bedrijven met een grootte tot een halve hectare (ongeveer een voetbalveld) zijn gehuisvest en het regionaal terrein in Helmond waar bedrijven groter dan een halve hectare zich kunnen vestigen. Grote bedrijven kunnen doorstromen naar regionale terreinen om lokaal weer ruimte te creëren. Die afspraken gaan vooral over een nieuw regionaal bedrijventerrein.

Om te komen tot gezamenlijke afspraken “Bedrijventerreinen in de sub-regio de Peel” moeten we beginnen met het juiste uitgangspunt: ontwikkelen waar het kan en beschermen waar het moet.

Bodemarchief Zoeken naar nieuwe bedrijventerreinen is een ingewikkelde zaak: voor elke locatie zijn er bezwaren. Bedrijven en gemeenten hebben een sterke voorkeur voor locaties, die goed in het zicht liggen en goed bereikbaar zijn. Tot de favorieten behoren de locaties tussen Helmond en de A67 aan beide zijden van de Zuid-Willemsvaart. Locaties met beekdalen, oude wegen en bolle akkers. Locaties waar buurtschappen als Lungendonk, Stipdonk en Diesdonk liggen. Het achtervoegsel –donk verwijst naar een hoge zandrug langs een beekdal en verwijst daarmee ook naar de eerste bewoners van de gebieden. Stromend water was essentieel en de hoge zandruggen zorgden voor droge gronden waar boerderijen stonden en akkers lagen. In de bovengenoemde gebieden is die hele historie nog te zien: de beekdalen, de bolle akkers en de wegen naar de beken. Als op die plekken een industrieterrein wordt aangelegd, gaat dat kwalitatief hoogwaardig landschap voorgoed verloren.

Bedrijventerreinen Zoeken naar nieuwe industrieterreinen dient te gebeuren vanuit de vraag wat nodig is.

Staan we bedrijven toe met een groot ruimtebeslag en weinig arbeidsplaatsen? Welke bestaande bedrijventerreinen kunnen we nieuw leven inblazen? Ook het huidige arbeidstekort en de huisvestigingsproblemen van arbeidsmigranten zijn belangrijk om in de afweging mee te nemen. Het is goed om die opgaven gezamenlijk in Peelverband op te pakken.

De gemeente Helmond neemt als uitgangspunt infrastructuur. Wij zijn van mening dat het anders moet. Het landschap dient de basis te zijn voor keuzes voor nieuwe ontwikkelingen. Dit is ook vastgelegd in de “Ruimtelijke Agenda De Peel” die als ondertitel heeft “een gezamenlijke ruimtelijke agenda met het landschap als basis”. Het startpunt van de gemeente Helmond is dus tegenstrijdig met die Ruimtelijke agenda, die bijna unaniem is aangenomen in de verschillende gemeenteraden.

Ontwikkel vanuit het landschap Door een zorgvuldig ruimtegebruik, gebruik makend van wat er al is en bescherming van kwalitatief hoogwaardig landschap versterken wij niet alleen onze Peelidentiteit, maar voorkomen we ook dat we als regio ruimtelijk veranderen in een eenheidsworst.

Als wij met deze ruimtelijke bril op de kaart kijken naar de Peel dan zien wij dat er voldoende ruimte is tussen Deurne en Venray. Daar dient men eerst naar te kijken. Het feit dat dit gebied niet aan een snelweg ligt hoeft geen beperking te zijn. Voor Helmond zien wij nog twee interessante gebieden waar eventueel nog een bedrijventerrein ontwikkeld kan worden.

Het eerste gebied is Varenschut tussen de twee kanalen in aan de Rochadeweg. Het is een drassig gebied met veel rafelranden waardoor de ruimte daar erg onderbenut is. Een kans voor Helmond, om de rafelranden op te lossen en er een mooie voorkant van het bedrijventerrein (en de stad) van te maken. Ook is daar glastuinbouw, die naar onze mening logischer is op andere plekken in de regio. De vrijkomende ruimte kan meer hectaren opleveren voor dit gebied.

Mocht dit gebied te weinig voorzien in de behoefte, dan is er nog een mogelijkheid aan de andere kant van het kanaal. Wij zien de mogelijkheid tot het ontwikkelen van Lungendonk ten noorden van de Rochadeweg. Als men de Rochadeweg zou doortrekken naar Brandevoort (is een oud plan), dan komt er binnen die nieuwe ring een gebied beschikbaar dat stedenbouwkundig veel mogelijkheden biedt op het gebied van groen bij Het Goor (als groene hart) en voor regionale bedrijvigheid op Lungendonk.

Daarna is daar de beschikbare ruimte op. Maak je een keuze meer zuidelijk richting de A67 dan stuit je op een hoogwaardig kwalitatief landelijk gebied. Een gebied waarmee we ons juist als regio onderscheiden. Het groene oude landbouwgebied met bossen ten noorden van Lierop met de gehuchten Hersel, Eindje en Stipdonk en op Astens grondgebied Bussel, de Diesdonk, Oostappen, het Aadal en beekdal van de Astense Aa. De Diesdonk en de Oostappense bossen hebben de status van aardkundig waardevol en de Diesdonk en het beekdal van de Aa en Astense Aa hebben een waterbergingsfunctie.

Wat willen wij de automobilisten op de A67 in de toekomst laten zien: een industrieterrein zoals er dertien in een dozijn voorkomen óf een aantrekkelijk landschap, dat deel uitmaakt van onze collectieve regionale identiteit en dat een belangrijke bijdrage levert aan de recreatieve uitstraling van onze regio?

Tiny van den Eijnden, D66-Hart voor Asten en Sandu Niessen, PGA,  raadsleden van de gemeente Asten.

Geen bedrijventerrein ten koste van landschap in de Peel

D66 D66 Asten 28-05-2019 11:04

De zes Peelgemeenten willen nog voor de zomer tot gezamenlijke afspraken komen over ‘’Bedrijventerreinen in de sub-regio de Peel’.

De Astense raadsleden Tiny van den Eijnden (D66-Hart voor Asten) en Sandu Niessen (PGA) zijn beiden zeer betrokken bij dit onderwerp en hebben gezamelijk een duidelijke mening geformuleerd.

Hierbij hun opinie zoals gepubliceerd het Peelbelang van 23 mei, 2019.  Het stuk is ook gepubliceerd in het ED van 28 mei, 2019.

De bedrijventerreinen in de zes gemeenten zijn te verdelen in twee soorten: lokale terreinen waar doorgaans bedrijven met een grootte tot een halve hectare (ongeveer een voetbalveld) zijn gehuisvest en het regionaal terrein in Helmond waar bedrijven groter dan een halve hectare zich kunnen vestigen. Grote bedrijven kunnen doorstromen naar regionale terreinen om lokaal weer ruimte te creëren. Die afspraken gaan vooral over een nieuw regionaal bedrijventerrein.

Om te komen tot gezamenlijke afspraken “Bedrijventerreinen in de sub-regio de Peel” moeten we beginnen met het juiste uitgangspunt: ontwikkelen waar het kan en beschermen waar het moet.

Bodemarchief Zoeken naar nieuwe bedrijventerreinen is een ingewikkelde zaak: voor elke locatie zijn er bezwaren. Bedrijven en gemeenten hebben een sterke voorkeur voor locaties, die goed in het zicht liggen en goed bereikbaar zijn. Tot de favorieten behoren de locaties tussen Helmond en de A67 aan beide zijden van de Zuid-Willemsvaart. Locaties met beekdalen, oude wegen en bolle akkers. Locaties waar buurtschappen als Lungendonk, Stipdonk en Diesdonk liggen. Het achtervoegsel –donk verwijst naar een hoge zandrug langs een beekdal en verwijst daarmee ook naar de eerste bewoners van de gebieden. Stromend water was essentieel en de hoge zandruggen zorgden voor droge gronden waar boerderijen stonden en akkers lagen. In de bovengenoemde gebieden is die hele historie nog te zien: de beekdalen, de bolle akkers en de wegen naar de beken. Als op die plekken een industrieterrein wordt aangelegd, gaat dat kwalitatief hoogwaardig landschap voorgoed verloren.

Bedrijventerreinen Zoeken naar nieuwe industrieterreinen dient te gebeuren vanuit de vraag wat nodig is.

Staan we bedrijven toe met een groot ruimtebeslag en weinig arbeidsplaatsen? Welke bestaande bedrijventerreinen kunnen we nieuw leven inblazen? Ook het huidige arbeidstekort en de huisvestigingsproblemen van arbeidsmigranten zijn belangrijk om in de afweging mee te nemen. Het is goed om die opgaven gezamenlijk in Peelverband op te pakken.

De gemeente Helmond neemt als uitgangspunt infrastructuur. Wij zijn van mening dat het anders moet. Het landschap dient de basis te zijn voor keuzes voor nieuwe ontwikkelingen. Dit is ook vastgelegd in de “Ruimtelijke Agenda De Peel” die als ondertitel heeft “een gezamenlijke ruimtelijke agenda met het landschap als basis”. Het startpunt van de gemeente Helmond is dus tegenstrijdig met die Ruimtelijke agenda, die bijna unaniem is aangenomen in de verschillende gemeenteraden.

Ontwikkel vanuit het landschap Door een zorgvuldig ruimtegebruik, gebruik makend van wat er al is en bescherming van kwalitatief hoogwaardig landschap versterken wij niet alleen onze Peelidentiteit, maar voorkomen we ook dat we als regio ruimtelijk veranderen in een eenheidsworst.

Als wij met deze ruimtelijke bril op de kaart kijken naar de Peel dan zien wij dat er voldoende ruimte is tussen Deurne en Venray. Daar dient men eerst naar te kijken. Het feit dat dit gebied niet aan een snelweg ligt hoeft geen beperking te zijn. Voor Helmond zien wij nog twee interessante gebieden waar eventueel nog een bedrijventerrein ontwikkeld kan worden.

Het eerste gebied is Varenschut tussen de twee kanalen in aan de Rochadeweg. Het is een drassig gebied met veel rafelranden waardoor de ruimte daar erg onderbenut is. Een kans voor Helmond, om de rafelranden op te lossen en er een mooie voorkant van het bedrijventerrein (en de stad) van te maken. Ook is daar glastuinbouw, die naar onze mening logischer is op andere plekken in de regio. De vrijkomende ruimte kan meer hectaren opleveren voor dit gebied.

Mocht dit gebied te weinig voorzien in de behoefte, dan is er nog een mogelijkheid aan de andere kant van het kanaal. Wij zien de mogelijkheid tot het ontwikkelen van Lungendonk ten noorden van de Rochadeweg. Als men de Rochadeweg zou doortrekken naar Brandevoort (is een oud plan), dan komt er binnen die nieuwe ring een gebied beschikbaar dat stedenbouwkundig veel mogelijkheden biedt op het gebied van groen bij Het Goor (als groene hart) en voor regionale bedrijvigheid op Lungendonk.

Daarna is daar de beschikbare ruimte op. Maak je een keuze meer zuidelijk richting de A67 dan stuit je op een hoogwaardig kwalitatief landelijk gebied. Een gebied waarmee we ons juist als regio onderscheiden. Het groene oude landbouwgebied met bossen ten noorden van Lierop met de gehuchten Hersel, Eindje en Stipdonk en op Astens grondgebied Bussel, de Diesdonk, Oostappen, het Aadal en beekdal van de Astense Aa. De Diesdonk en de Oostappense bossen hebben de status van aardkundig waardevol en de Diesdonk en het beekdal van de Aa en Astense Aa hebben een waterbergingsfunctie.

Wat willen wij de automobilisten op de A67 in de toekomst laten zien: een industrieterrein zoals er dertien in een dozijn voorkomen óf een aantrekkelijk landschap, dat deel uitmaakt van onze collectieve regionale identiteit en dat een belangrijke bijdrage levert aan de recreatieve uitstraling van onze regio?

Tiny van den Eijnden, D66-Hart voor Asten en Sandu Niessen, PGA,  raadsleden van de gemeente Asten.

Begrotingsperikelen Samenwerkingsverband Peelgemeenten

D66 D66 Asten 13-12-2018 12:33

Hoe er omgegaan wordt met de begroting door samenwerkingsverband de Peelgemeenten en het gebrek aan grip op de bedrijfsvoering is een klucht.  Wel eentje die de rekening naar de deelnemende gemeenten doorstuurt.

De deelnemende gemeenten krijgen een constante stroom aan begrotingswijzigingen te verwerken en, met af en toe wat gepruttel, zijn alle begrotingswijzigingen tot nu toe gewoon geaccepteerd. Wij moeten dus constateren dat deze manier van reageren het bestuur van de Peelgemeenten niet prikkelt om ook daadwerkelijk veranderingen door te voeren.

De gemeenten zijn weer niet vooraf betrokken en hadden geen eerdere mogelijkheid tot inspraak.  Dit tast de controlerende en kaderstellende rol van de gemeenteraden aan en is zeer kwalijk.

Wij kijken zoals gebruikelijk naar twee aspecten: proces en inhoud. Met betrekking tot procesgang is er weer ontevredenheid. De gemeenten zijn weer niet vooraf betrokken en hadden geen eerdere mogelijkheid tot inspraak.  Dit tast de controlerende en kaderstellende rol van de gemeenteraden aan en is zeer kwalijk. Qua inhoud is de analyse mager en schiet de onderbouwing te kort. Bijvoorbeeld:

Als reden voor uitbereiding van enkele formaties wordt ‘voortschrijdend inzicht’ aangedragen. Maar het is volslagen onduidelijk wat dit voortschrijdend inzicht daadwerkelijk inhoudt. In de 1e begrotingswijziging heeft reeds een ophoging van formatie (4FTE) consulenten plaatsgevonden. De begrotingen van 2018 en 2019 van de Peelgemeenten en die van ons zijn hier op aangepast. Nu wordt er weer om een forse formatie verhoging gevraagd maar het is niet duidelijk hoe deze twee formatie-uitbreidingen zich tot elkaar verhouden.

Na drie begrotingsverhogingen in 2018, ligt de eerste begrotingsverhoging voor 2019 al weer op de mat. De gemeente Asten moet duidelijk zijn. Een goedbedoelde zienswijze en wat gepruttel heeft klaarblijkelijk geen enkele zin.  De besturen van de Peelgemeenten hebben nu nog tijd om met betere plannen te komen ten aanzien van zorg en uitvoering.

Asten moet niet in te stemmen met de 1e begrotingswijzing 2019 en de Peelgemeenten verzoeken te komen met een nieuw, financieel minder ingrijpend, voorstel waarbij verbeteren van inzicht en grip op zorgkosten voorop staan.

Begrotingsperikelen Samenwerkingsverband Peelgemeenten

D66 D66 Asten 13-12-2018 12:33

Hoe er omgegaan wordt met de begroting door samenwerkingsverband de Peelgemeenten en het gebrek aan grip op de bedrijfsvoering is een klucht.  Wel eentje die de rekening naar de deelnemende gemeenten doorstuurt.

De deelnemende gemeenten krijgen een constante stroom aan begrotingswijzigingen te verwerken en, met af en toe wat gepruttel, zijn alle begrotingswijzigingen tot nu toe gewoon geaccepteerd. Wij moeten dus constateren dat deze manier van reageren het bestuur van de Peelgemeenten niet prikkelt om ook daadwerkelijk veranderingen door te voeren.

De gemeenten zijn weer niet vooraf betrokken en hadden geen eerdere mogelijkheid tot inspraak.  Dit tast de controlerende en kaderstellende rol van de gemeenteraden aan en is zeer kwalijk.

Wij kijken zoals gebruikelijk naar twee aspecten: proces en inhoud. Met betrekking tot procesgang is er weer ontevredenheid. De gemeenten zijn weer niet vooraf betrokken en hadden geen eerdere mogelijkheid tot inspraak.  Dit tast de controlerende en kaderstellende rol van de gemeenteraden aan en is zeer kwalijk. Qua inhoud is de analyse mager en schiet de onderbouwing te kort. Bijvoorbeeld:

Als reden voor uitbereiding van enkele formaties wordt ‘voortschrijdend inzicht’ aangedragen. Maar het is volslagen onduidelijk wat dit voortschrijdend inzicht daadwerkelijk inhoudt. In de 1e begrotingswijziging heeft reeds een ophoging van formatie (4FTE) consulenten plaatsgevonden. De begrotingen van 2018 en 2019 van de Peelgemeenten en die van ons zijn hier op aangepast. Nu wordt er weer om een forse formatie verhoging gevraagd maar het is niet duidelijk hoe deze twee formatie-uitbreidingen zich tot elkaar verhouden.

Na drie begrotingsverhogingen in 2018, ligt de eerste begrotingsverhoging voor 2019 al weer op de mat. De gemeente Asten moet duidelijk zijn. Een goedbedoelde zienswijze en wat gepruttel heeft klaarblijkelijk geen enkele zin.  De besturen van de Peelgemeenten hebben nu nog tijd om met betere plannen te komen ten aanzien van zorg en uitvoering.

Asten moet niet in te stemmen met de 1e begrotingswijzing 2019 en de Peelgemeenten verzoeken te komen met een nieuw, financieel minder ingrijpend, voorstel waarbij verbeteren van inzicht en grip op zorgkosten voorop staan.

Motie alcoholmisbruik onder jongeren: nieuwe actie nodig

CDA CDA D66 Asten 05-11-2018 14:59

Alcohol, feest, gezelligheid. Het zijn begrippen die onlosmakelijk verbonden zijn met Asten. Maar over die eerste, is nogal wat te doen geweest de afgelopen periode. Uit GGD-onderzoek kwam naar voren dat we met Asten op kop staan wat betreft alcoholmisbruik onder jongeren. Het Varendonck-College kwam naar buiten met het bericht dat ze mogelijk blaastesten gaan invoeren. Zorgelijke ontwikkelingen die gaan om de gezondheid van kinderen in onze samenleving. In de raadsvergadering van 6 november jl. heeft onze fractie daarom een motie ingediend, samen met andere partijen, om dit onderwerp opnieuw op de politieke agenda te zetten. Deze motie werd met een raadsbrede meerderheid aangenomen. Raadslid Daniël van Schijndel: “De motie is een reactie op de discussie die in de samenleving leeft. De cijfers zijn inmiddels zo schrikbarend hoog dat we dit onderwerp moeten bespreken in breder verband. We zijn erg benieuwd hoe ouders, maar ook jongeren, bijvoorbeeld denken over dit onderwerp”. De motie roept het College op om met een nieuw plan te komen om alcoholmisbruik onder jongeren tegen te gaan. Dit plan zal dan medio 2019 moeten worden besproken. Alcoholmisbruik onder jongeren is een serieus probleem, en de overheid moet hierin een sturende rol nemen volgens de indieners van de motie. Samen met ouders, scholen, GGD, politie en andere instellingen moet er een nieuw plan worden ontwikkeld. Naast de motie is er een initiatief genomen om in het jaar 2019 een themabijeenkomst te organiseren, voor iedereen die een mening of idee heeft over dit onderwerp. De bijeenkomst zal worden georganiseerd door de gemeente in het komende voorjaar. Dit initiatief, een idee van CDA en D66, is tevens omarmd door de verschillende fracties in de gemeenteraad van Asten.

Geen industriegebied in het Beekdal Astense Aa

D66 D66 Asten 01-11-2018 09:48

Helmond gaat uitbreiding industrieterrein BZOB-Zuid onderzoeken. Dit keer wil men uitbreiden ten koste van een waardevol beekdallandschap met waterbergingsfunctie. Waterschap en buurgemeente Asten maken bezwaar en in het verleden zijn al veelvuldig onderzoeken naar deze uitbreiding gedaan.

Het BZOB-bos ofwel Brouwhuisse Heide was tot voor kort het aangewezen gebied dat klaar lag -als de behoefte daar was- om te worden ontwikkeld als onderdeel van het grootschalig industrieterrein BZOB.

Dit geplande gebied is door het Waterschap de Aa aangemerkt als waterberging voor de gehele regio en zorgt er dus ook voor dat de Helmondse en Astense burger geen natte voeten krijgt na een hoosbui. 

Het door Helmond beoogde nieuw te ontwikkelen gebied ten zuiden van het industrieterrein is een waardevol beekdallandschap met hoge natuur- en recreatiewaarde en waterbergingsfunctie. Dit geplande gebied is door het Waterschap de Aa aangemerkt als waterberging voor de gehele regio en zorgt er dus ook voor dat de Helmondse en Astense burger geen natte voeten krijgt na een hoosbui. Daarnaast ligt er dwars door dit gebied een hoofdgasleiding waar niet op gebouwd kan en mag worden.

Kortom, Helmond wil een waardevol voormalig heidelandschap, nu bos, inruilen voor dit waardevolle beekdallandschap.

De eerste vraag is: Kan dat zo maar?

Een korte terugblik. De beoogde ontwikkeling van het BZOB-bos tot industrieterrein was een compromis, gesloten na een lang en moeizaam proces. 35 jaar(!) lang soebatte men over de ontwikkeling van een grootschalig industrieterrein ten Zuiden van Helmond, vanaf de A67 tot aan Brouwhuis.

Deze claim op het BZOB-bos is een erfenis uit het verleden. De oorsprong hiervan ligt ver, ver achter ons. Vindt zijn oorsprong in een tijd waarin men handelde naar inzichten en visies op landschappelijke waarden van 35 jaar geleden.

Gaandeweg die 35 jaar is er veel veranderd op het gebied van inzicht, erkenning en bescherming van oude landbouwgebieden (Diesdonk), voormalige heide- en stuifgronden  (Oostappense bossen en Brouwhuisse Heide) en beekdallandschappen (Aa dal en Astense Aa). Deze landschappen hebben nu algemeen de erkenning als belangrijk(ste) onderdeel van de Brabantse identiteit en bezitten daarmee een hoge recreatiewaarde.

Anno 2018 is dit besef van erkenning en noodzaak tot bescherming van waardevolle landschappen alleen maar groter geworden. In de huidige ruimtelijke visies, beleidstukken en agenda’s zijn en worden deze waardes steeds sterker verankerd. Mede om deze reden sneuvelde ook de Ruit rond Eindhoven in 2014. Ook ruimtelijke visies opgesteld voor de nieuwe omgevingswet, waaronder o.a. de Ruimtelijke Agenda de Peel, gaan uit van ontwikkeling met het landschap als basis en niet andersom, economie boven landschap.

Erkenning van deze waarde was dan ook één van de voornaamste argumenten waarom in 2012 de uitbreiding van het BZOB-terrein richting Astens grondgebied niet doorging. Maar zie, er moest toch iets verzilverd worden en het BZOB-bos was de klos.

 Het antwoord op de eerste vraag is dus: Nee, dit kan niet zomaar!

Met deze actie plaatst Helmond zich terug in de tijd, duikt weer in die tunnelvisie van weleer. Kijk liever wat er werkelijk is: een waardevol landschap dat bescherming behoeft en dat toebehoort aan onze kinderen. De beschikbare ruimte ten zuiden van Helmond is simpelweg op. Dit probleem kan men regionaal oplossen. Regionaal zijn er nog voldoende industrieterreinen beschikbaar en de eerder genoemde Ruimtelijke Agenda de Peel geeft inzichten waar -als daar behoefte aan zou zijn- een evt. nieuw regionaal industrieterrein ontwikkeld zou kunnen worden.

Zie die spreekwoordelijke streep in het zand. Tot hier en niet verder.

Tiny van den Eijnden

Bewoner Diesdonk/ fractievoorzitter D66-Hart voor Asten

Geen industriegebied in het Beekdal Astense Aa

D66 D66 Asten 01-11-2018 09:48

Helmond gaat uitbreiding industrieterrein BZOB-Zuid onderzoeken. Dit keer wil men uitbreiden ten koste van een waardevol beekdallandschap met waterbergingsfunctie. Waterschap en buurgemeente Asten maken bezwaar en in het verleden zijn al veelvuldig onderzoeken naar deze uitbreiding gedaan.

Het BZOB-bos ofwel Brouwhuisse Heide was tot voor kort het aangewezen gebied dat klaar lag -als de behoefte daar was- om te worden ontwikkeld als onderdeel van het grootschalig industrieterrein BZOB.

Dit geplande gebied is door het Waterschap de Aa aangemerkt als waterberging voor de gehele regio en zorgt er dus ook voor dat de Helmondse en Astense burger geen natte voeten krijgt na een hoosbui. 

Het door Helmond beoogde nieuw te ontwikkelen gebied ten zuiden van het industrieterrein is een waardevol beekdallandschap met hoge natuur- en recreatiewaarde en waterbergingsfunctie. Dit geplande gebied is door het Waterschap de Aa aangemerkt als waterberging voor de gehele regio en zorgt er dus ook voor dat de Helmondse en Astense burger geen natte voeten krijgt na een hoosbui. Daarnaast ligt er dwars door dit gebied een hoofdgasleiding waar niet op gebouwd kan en mag worden.

Kortom, Helmond wil een waardevol voormalig heidelandschap, nu bos, inruilen voor dit waardevolle beekdallandschap.

De eerste vraag is: Kan dat zo maar?

Een korte terugblik. De beoogde ontwikkeling van het BZOB-bos tot industrieterrein was een compromis, gesloten na een lang en moeizaam proces. 35 jaar(!) lang soebatte men over de ontwikkeling van een grootschalig industrieterrein ten Zuiden van Helmond, vanaf de A67 tot aan Brouwhuis.

Deze claim op het BZOB-bos is een erfenis uit het verleden. De oorsprong hiervan ligt ver, ver achter ons. Vindt zijn oorsprong in een tijd waarin men handelde naar inzichten en visies op landschappelijke waarden van 35 jaar geleden.

Gaandeweg die 35 jaar is er veel veranderd op het gebied van inzicht, erkenning en bescherming van oude landbouwgebieden (Diesdonk), voormalige heide- en stuifgronden  (Oostappense bossen en Brouwhuisse Heide) en beekdallandschappen (Aa dal en Astense Aa). Deze landschappen hebben nu algemeen de erkenning als belangrijk(ste) onderdeel van de Brabantse identiteit en bezitten daarmee een hoge recreatiewaarde.

Anno 2018 is dit besef van erkenning en noodzaak tot bescherming van waardevolle landschappen alleen maar groter geworden. In de huidige ruimtelijke visies, beleidstukken en agenda’s zijn en worden deze waardes steeds sterker verankerd. Mede om deze reden sneuvelde ook de Ruit rond Eindhoven in 2014. Ook ruimtelijke visies opgesteld voor de nieuwe omgevingswet, waaronder o.a. de Ruimtelijke Agenda de Peel, gaan uit van ontwikkeling met het landschap als basis en niet andersom, economie boven landschap.

Erkenning van deze waarde was dan ook één van de voornaamste argumenten waarom in 2012 de uitbreiding van het BZOB-terrein richting Astens grondgebied niet doorging. Maar zie, er moest toch iets verzilverd worden en het BZOB-bos was de klos.

 Het antwoord op de eerste vraag is dus: Nee, dit kan niet zomaar!

Met deze actie plaatst Helmond zich terug in de tijd, duikt weer in die tunnelvisie van weleer. Kijk liever wat er werkelijk is: een waardevol landschap dat bescherming behoeft en dat toebehoort aan onze kinderen. De beschikbare ruimte ten zuiden van Helmond is simpelweg op. Dit probleem kan men regionaal oplossen. Regionaal zijn er nog voldoende industrieterreinen beschikbaar en de eerder genoemde Ruimtelijke Agenda de Peel geeft inzichten waar -als daar behoefte aan zou zijn- een evt. nieuw regionaal industrieterrein ontwikkeld zou kunnen worden.

Zie die spreekwoordelijke streep in het zand. Tot hier en niet verder.

Tiny van den Eijnden

Bewoner Diesdonk/ fractievoorzitter D66-Hart voor Asten

Huisvesting Arbeidsmigranten op Prinsenmeer

D66 D66 Asten 28-05-2018 16:23

In het vraagstuk over huisvesting arbeidsmigranten Prinsenmeer spelen veel belangen. Economische belangen van het bedrijf zelf, belangen van bedrijven die hun personeel gehuisvest wil hebben, regionale belangen, Belangen van de gemeente, van de omgeving, vertegenwoordigd door de dorpsraad, Belangen van de directe buren en ga zo maar door.

Bij belangen horen emoties, argument en soms verwijten. Dus die komen er ook nog bij. Daar is niets mis mee en discussie moet je niet ontlopen.

Zaak voor ons als politieke partij een keuze te maken welke belangen wij belangrijk vinden.  Voor ons gaat ons hoofdzakelijk om 2 zaken.

Het aantal

Het gaat hier over short stay. Long stay, permanente bewoning is verboden op Prinsenmeer. Long stay is een andere groep met andere aanpak. Bovendien gaat het hier om manier van huisvesten die gericht is op short stay. Short Stay geeft overlast: mensen/ arbeiders zijn hier tijdelijk. 3 tot 6 maanden. Dat wil zeggen dat zij niet integreren en dat zij dus geen binding hebben met hun omgeving. Dat geeft effecten/overlast op die omgeving. O.a. een gevoel van onveiligheid, verkeersonveilige situaties, zwerfvuil ect.

Het college stelt voor om de Ooststappen groep toestemming te verlenen om 500 arbeidsmigranten te huisvesten.  Wij vinden dat niet in verhouding met de omgeving en het karakter van de camping. Voor ons is 250 a 300 een redelijk aantal, maar gaan mee met de mening van de dorpsraad van Ommel. Zij zijn een belangrijke vertegenwoordiger van de omgeving en hebben hier een belangrijke medebepalende stem in. Wij gaan dus mee met een aantal van max. 384.

Handhaving

“Volgens het college is het toestaan van een lager aantal niet wenselijk, omdat dit de kans op illegale en gevaarlijke huisvesting elders vergroot”. Daarmee slaat het college wat ons betreft de plank behoorlijk mis. Illegale en gevaarlijke huisvestiging hier en elders is afhankelijk hoe handhaving is geregeld en hoe strak wij als gemeente, als regio, als gemeenschap de kaders neerleggen en dus niet andersom. De illusie dat als wij door meer arbeidsmigranten te huisvesten het probleem oplossen klopt niet. Sterker nog hoe meer wij in Asten en de regio gaan huisvesten hoe groter het aanzuigende effect en hoe minder ondernemers worden geprikkeld om op zoek te gaan naar alternatieven.

De omgeving moet het aantal arbeidsmigranten bepalen en niet de bedrijven

Het bedrijf heeft zich de afgelopen jaren niet aan de aantallen in de vergunning gehouden (216) en de gemeente heeft niet gehandhaafd. De gemeente wil de huidige situatie legaliseren en kiest daarom voor 500. Wij zijn voor een duidelijke overeenkomst maar 500 Arbeidsmigranten op Prinsenmeer huisvesten is voor nu te veel. Niet nagekomen afspraken mogen we niet belonen!

Strategisch Huisvestingsplan primair onderwijs Asten 2018-2028 (SHP) – II

D66 D66 Asten 28-05-2018 08:31

Gedurende de AZC commissie vergadering van 24 mei, 2018  werd de behandeling van een eerdere motie over het ‘SHP primair onderwijs gemeente Asten 2018-2028’ besproken.

De Motie M1 van 30 januari 2018 vraagt nadrukkelijk om twee dingen:

Een onderzoek naar een beter en veiliger alternatief voor de locatie Asten Zuid (het zgn. Varendonck terrein); en Dat het college en de schoolbesturen de communicatie naar de ouders en MR-en intensiveren en verbeteren.

“De uitwerking van deze motie is één grote teleurstelling en doet de bezorgde ouders en inwoners, die willen zien dat de besturen en de gemeente hun ongerustheid serieus nemen, tekort. ” – Remco Wever 

Uitwerking onderzoek naar een beter en veiliger alternatief voor de beoogde Varendonck locatie.

Wat lezen we in de uitwerking van deze motie over de vooruitgang aangaande een beter en veiliger alternatief voor de Varendonck locatie?

Alternatieven die zijn aangedragen blijken niet geschikt: De tuin van het Patersklooster is niet mogelijk en ook de Bonafatius school kan niet zo maar worden uitgebreid.  Dat zijn twee alternatieven die een minimale behandeling hebben gekregen. Uit niets blijkt dat er uitgebreid naar alternatieven is gekeken of dat er serieus wordt mee gedacht met de ouders. De dure experts en de gemeente zelf hebben blijkbaar geen ideeën of suggesties voor alternatieve locaties. Bijvoorbeeld nieuwbouw op locatie Bonifatius? Uitbereiding op de locatie St. Lambertus, waar over het originele Sygma rapport zegt dat het ruimte en potentie heeft. Een van de belangrijkste reden waarom deze motie tot stand kwam is vanwege vragen over de verkeersveiligheid maar er wordt met geen woord gerept over de verkeersveiligheid.  Een inspreker stelde ook vragen over de veiligheid en wenselijkheid van dit voorstel vanuit een pedagogisch en didactisch oogpunt. Is het wenselijk dat kinderen vanaf hun 5e tot hun 18e jaar op de zelfde locatie zitten?  Is het wenselijk dat al deze leeftijden tegelijkertijd op één locatie zitten? Verbetering en intensivering communicatie naar de ouders en MR-en. De schoolbesturen hebben twee nieuwsbrieven gestuurd en de wethouder verteld dat de communicatie verbeterd is. Communicatie is niet alleen zenden. Het is informatie uitwisselen, van elkaars expertise en inzichten gebruik maken en elkaar proberen te begrijpen om zo tot een oplossing te komen. De insprekers en andere betrokkenen laten ons weten dat er nog steeds veel vragen niet beantwoord zijn. Ook in deze uitwerking van de motie komen we dit weer tegen; wel een reactie maar geen echt antwoord. Conclusie

D66-HvA vindt dat deze motie niet voldoende is behandeld en verwacht z.s.m. een beter onderbouwd antwoord van het college.

Er is geen blijk van een gedegen onderzoek naar een beter en veiliger alternatief voor de locatie Varendonck; Er is geen verder onderzoek gedaan naar verkeersveiligheid naar en rond de locatie Varendonck; De communicatie bestaat nu nog vnl. uit ‘zenden’ vanuit de richting van schoolbesturen en het geven van minimale reacties vanuit het college waardoor ongeruste ouders zich nog steeds niet begrepen voelen. Hier moet verandering in komen. Het verwachte leerlingenaantal dat als basis lag voor het originele plan is flink verhoogd en dat geeft ruimte om een 5e school te overwegen.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.