Aan het begin van de ochtend vallen er bij Petra, een mevrouw in Almelo, tien rekeningen van een zorgverzekeraar op de deurmat, en omdat er niet tijdig betaald werd, komt er een boete bovenop van 25 procent. De paniek slaat toe. De rekeningen hadden betaald moeten zijn door de bewindvoerder, die haar door de rechtbank was toegewezen. Echter, de bewindvoerder leefde met zijn gezin op grote voet, in een woonboerderij in Varsseveld. Er was een stal met negen paarden. In plaats van de schulden van zijn 200 cliënten af te lossen, zoals hem door de rechter in vertrouwen was opgedragen, heeft hij hun inkomens gebruikt ter verrijking van zichzelf. Daarom werden rekeningen niet betaald. De zorgverzekeraar verhaalt de achterstallige betalingen niet bij de bewindvoerder, maar bij de ongetrouwde moeder, die de naheffing op de deurmat vond. Paniek.
Na een telefoontje over deze ellende stap ik om half negen in Bornerbroek op mijn fiets, voor een bezoek aan een basisschool in Westerhaar. Gisteren, in Vroomshoop, leek het wel een zomerdag, zo warm, zo licht. Vandaag is het weer omgeslagen, koud, meer wind, en grijs. Ik volg een slingerende weg langs een nieuw aangelegde, meanderende beek in Twente. De Doorbraak, zo heeft die beek, is 13 kilometer lang en slingert door het verstedelijkte deel van Twents. Het water komt van de Loobeek en stroomt naar het riviertje de Regge, die bij Zutphen uitkomt in de IJssel. Wanneer het water hoog staat, enkele malen per jaar, kan ze tot 75 meter breed worden. Nu, in de winterse maanden is alles kaal en kil, maar hoe mooi zal het hier zijn, over een eeuw, wanneer de natuur volwassen is en niemand meer weet dat deze waterloop werd aangelegd voor veiligheid, voor schoon water en een verbetering van de natuur? Na de weg langs de beek volg ik een bosweg; het is er koud en vochtig. Ik heb wanneer ik Almelo binnen rijd, nog anderhalf uur om op mijn afspraak in Westerhaar te komen.
Natuurgebeid De Doorbraak
Almelo is een rommelige stad met twee gezichten. Er zijn brede lanen met aan weerszijden bomenrijen, goed onderhouden wegen en vrij liggende fietspaden. In het hart van de stad is een mooi kasteel met een klassiek park er om heen. Er zijn mooie en nieuwe wijken gebouwd, met heel fatsoenlijke huizen en het bedrijfsleven floreert, maar als je goed kijkt, is er ook een tomeloze onverschilligheid en verwaarlozing van diezelfde openbare ruimte; als je goed kijkt zie je criminaliteit, gescharrel in het duister; tegenover schaamteloze rijkdom is er schrijnende armoede onder grote groepen van de veelal hardwerkende of juist uitgesloten bevolking.
Ik word al fietsend herhaaldelijk gebeld, juist om de zorgen voor die groep van hardwerkende mensen, die tegen de klippen op moed houden, maar zoveel klappen krijgen en voortdurend vernederd worden door de gemeentelijke overheid en publieke diensten. Het armoedepact van de gemeente waar miljoenen in omgaan, lijkt vooral een speeltuin voor zorgondernemers. Door het gebel, verdwaal ik en bel naar de school in Westerhaar dat ik er niet om tien uur ben maar later.
Boven Almelo, richting Vriezenveen, verandert het landschap. Hier, aan oostkant van het land tot aan Groningen toe, lagen tot honderd vijftig jaar geleden, grote moerassen en veengebieden. Die werden afgegraven en droog gelegd. Met kunstmest is de schrale grond nu in gebruik voor de productie van veevoer, veelal mais. Op de boerderijen die ik passer is het stil; het is nog winter. De noordwestelijke wind is hard en koud; ik trap me een ongeluk. Misschien is er, denk ik, trappend tegen de wind in richting Westerhaar, in het verleden door de sociaaldemocratie een fundamentele vergissing begaan door de publieke diensten niet te verankeren in de gemeenschap. Is een school niet van de docenten en de bewoners van een wijk of dorp; is een ziekenhuis van de artsen, verplegers patiënten en bewoners van een regio of een stad en niet van een Raad van Toezicht en een College van Bestuur? En dient of frustreert marktwerking de publieke zaak? Wanneer de basis (van de gemeenschap) niet meer op orde is, hoe kan zij dan de globalisering dragen?
En zo trap ik maar door tegen de wind, door de kou en de grijze, stille wereld boven Almelo, wanneer ik andermaal gebeld wordt over de zorgen van de moeders in Almelo. Mijn vingers zijn verkleumd; ik heb moeite de telefoon op te nemen. Ik overleg met het Almelose raadslid Jorien Geerdink, het partijkantoor in Den Haag over de ellende van de moeder die plotseling tien onbetaalde rekeningen van de zorgverzekeraar op de deurmat vond, en de bijdrage voor de vakantie die de PvdA voor de gasten van de gaarkeuken in Almelo bij elkaar spaarde. De Almelose VVD wethouder Maathuis wijst een verzoek om met de slachtoffers van de geschorste bewindvoerder om de tafel te gaan van de hand. De problemen met de onbetaalde rekeningen van de zorgverzekeraars acht hij geen verantwoordelijkheid van de gemeente. “En in de emotie heeft een gesprek geen zin; over een maand of twee is een gesprek wel mogelijk,” laat de wethouder via een digitaal berichtje weten.
Terwijl ik terzijde van het fietspad in de wind sta, word ik gepasseerd door een achteloos fietsende oudere dame en even later door een knulletje in de puberteit. Zonder schijnbare moeite glijden zij door het landschap op een elektrisch aangedreven fiets. Voor je het weet zijn ze uit het zicht. En na de telefoontjes stap ik weer op, en hap binnen de kortste keren naar adem.