Onlangs bespraken we in de commissie Bestuur het Plan van Aanpak Diversiteit en Inclusie voor de Gemeente Haarlem. Ook de VVD ziet de kracht van een diverse en inclusieve organisatie. De focus ligt daarbij niet alleen op diverse achtergronden en culturen, maar ook op mensen met een arbeidsbeperking, chronische ziekte (garantiebanen), leeftijd en op LHBTI.
De schoen wringt alleen bij het willen ‘registeren’ van de
diversiteit en inclusie binnen de organisatie. Al eerder verzochten de SP en
PvdA de wethouder om in kaart te brengen welke ambtenaren binnen de gemeente
een allochtone achtergrond hebben. De VVD is tegen dergelijke registraties, het
gaat immers niet om iemands achtergrond maar om het werk dat iemand voor de
gemeente uitvoert en de kwaliteit daarvan.
Omdat wetgeving dergelijke registraties (gelukkig) ook niet
zondermeer toelaat, werd in het plan van aanpak een alternatief opgenomen
waarbij alle afdelingsmanagers gevraagd zou worden om een inschatting te maken
van het percentage medewerkers met een niet-autochtone achtergrond. Maar op
basis van welke criteria of kennis maakt een manager zo’n inschatting?
Huidskleur? Dat hoeft toch niets te zeggen. En is dit echt wat we willen?
Wat de VVD betreft niet, voor je het weet worden de afdelingsmanagers
ook gevraagd inschattingen te maken van het aantal werkzame LHBTI’ers binnen de
organisatie. Onze doelgroep voor een diverse en inclusieve organisatie is
immers breder dan alleen de vraag of medewerkers allochtoon of autochtoon zijn.
De VVD heeft de commissie daarom opgeroepen om de wethouder te
verzoeken om deze exercitie te schrappen uit het plan van aanpak. Gelukkig was
daar een meerderheid voor.
De uitdaging voor onze gemeente ligt bij de instroom van nieuwe
medewerkers, dáár moeten we ervoor zorgen dat we een aantrekkelijke en
inclusieve organisatie zijn voor iedereen waarbij we vervolgens gewoon voor de
meest geschikte kandidaat kiezen.