Nieuws van politieke partijen inzichtelijk

6 documenten

Sleur wetenschappers niet de politieke arena in

D66 D66 VVD Nederland 16-10-2019 11:48

Sleur wetenschappers niet de politieke arena in

Den Haag beleeft vandaag niet alleen weer een bezetting van tractoren, maar maakt zich ook op voor een invasie van stikstof-ontkenners. Op initiatief van Thierry Baudet houdt de Tweede Kamer vandaag een hoorzitting  over het rekenmodel en de meetmethoden van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) met betrekking tot stikstof.

Tegelijkertijd haalt de protestgroep Farmers Defence Force verhaal in Bilthoven bij de RIVM—waarbij de directeur onder politiebegeleiding de demonstratie moest verlaten—uit onvrede over hun berekeningen. Daaruit blijkt namelijk dat bijna de helft van de stikstofuitstoot in Nederland voor rekening komt van de landbouw.

Dat boeren bezorgd zijn over de stikstofcrisis, is begrijpelijk. Terecht vragen zij om consequent beleid vanuit Den Haag. Voor D66 betekent dat: boeren helpen bij de omslag naar duurzame landbouw of helpen met een eerlijke uitkoopregeling. Dat hebben we ook in regeer- en klimaatakkoord afgesproken. Zo gaan we de boeren helderheid geven over de toekomst en een begin maken met natuurherstel én de bouw van huizen voor al die mensen die nu nauwelijks een thuis kunnen vinden.

Dat boeren tegen onze voorstellen kunnen demonstreren, is een groot goed. De samenleving moet de politiek altijd ter verantwoording kunnen roepen over gemaakte keuzes. Maar wat de boeren deze week lieten zien in Groningen gaat letterlijk alle perken te buiten. Dat de boeren – aangejaagd door Haagse populisten – hun pijlen nu ook nog eens  richten op de onafhankelijke wetenschappers van het RIVM, is een nieuw dieptepunt. Het RIVM zou ‘corrupt’ zijn en ‘de boel bedonderen’ en bewust verkeerde meetpunten kiezen. Het zijn holle frasen die vandaag een sfeer van intimidatie oproepen.

In politiek-conservatieve kringen wordt ondertussen met gretigheid twijfel gezaaid over het RIVM. Het zou ‘niet transparant’ zijn over hun rekenmodellen. ‘Schimmig’ zelfs.

Ook dat is onzin: het rekenmodel van het RIVM ís helemaal niet geheim. Journalisten hadden binnen no time de benodigde uitleg op de website van het RIVM gevonden. En zoals het wetenschappers betaamt, nodigt het RIVM iedere criticaster uit om bij hen de rekenmethoden in te komen zien.

Het RIVM is één van de agentschappen van de overheid die internationaal een ijzersterke reputatie heeft, en meerdere onderzoeksnetwerken heeft opgezet voor de wereldgezondheidsorganisatie WHO. Het instituut trekt al een eeuw de beste biologen, vaccinmakers en rekenmeesters van het land aan. En plotseling worden hun berekeningen én motieven verdacht gemaakt. Simpelweg omdat het sommigen politiek beter uitkomt een probleem in twijfel te trekken dan moeilijke keuzes te maken om het op te lossen. Alsof wetenschap ook maar een mening is.

Bij populistische partijen is het ondermijnen van wetenschap en feitelijkheid al langer in de mode. Geert Wilders verweet het Centraal Planbureau ‘idiote berekeningen’ toen de rekenmeesters gehakt maakten van de door hem gewenste Nexit.  Thierry Baudet strooit met complottheorieën over de weercijfers van het KNMI. Hij vroeg in de Tweede Kamer zelfs al om het ontslag van weerman Gerrit Hiemstra bij de publieke omroep. Dat past in de lijn van het eerdere pleidooi van toenmalig VVD-Kamerlid René Leegte voor opheffing van het KNMI. Het instituut was volgens hem ‘klimaatpartijdig’.

Laat er geen misverstand over bestaan: planbureaus en onderzoeksinstituten kunnen ook fouten maken. Daarom moeten hun methodes, modellen en processen openbaar zijn. Ze moeten getoetst kunnen worden door andere wetenschappers, bediscussieerd en bekritiseerd. Ophef over de planbureaus ontstaat tot nu toe echter alleen als hun berekeningen toevallig niet passen bij een politieke agenda. Als de wetenschap niet goed uitkomt, wordt de wetenschapper aangevallen.

Het is een gevaarlijke Amerikaanse trend om de onafhankelijke wetenschap de politieke arena in te sleuren. In het Witte Huis zit een president die hard z’n best doet om het doorrekenen van klimaateffecten na 2040 te verbieden. En wetenschappers die hun zorgen uitten over luchtkwaliteit rondom fabrieken werd de mond gesnoerd. Laten wij die trend niet volgen. Eén van de fundamenten onder het succes van ons land is dat machthebbers niet wegkomen met flauwekul. Dat wetenschappers politici kunnen sturen en corrigeren, en niet andersom.

De wetenschap staat aan de basis van onze beschaving. Wetenschappelijke innovaties, medische ontdekkingen, alfa én bèta-inzichten zijn de motor achter bijna alle vooruitgang.  Wetenschappers maken het leven van mensen beter. Daar kan geen politicus aan tippen. Als wetenschappers in het verdachtenbankje worden gegooid, zijn mensen uiteindelijk de klos.

Deze week debatteert de Tweede Kamer over de aanpak van de stikstofcrisis. Laten we daar vooral elkaars ideeën en voorstellen betwisten, elkaars politieke keuzes toetsen. En laat intussen onze onafhankelijke rekenmeesters gewoon hun werk doen, ook als het onszelf even minder goed uitkomt.

Jan Paternotte is woordvoerder wetenschap voor D66 in de Tweede Kamer

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Na de moord op Fortuyn dacht ik dat het niet meer goed zou komen

Forum voor Democratie Forum voor Democratie VVD Nederland 14-10-2019 08:00

Een ondernemer die de politiek ingaat. Het is een combinatie die zelden succesvol uitpakt. Ondernemers zijn eigenzinnig. Zij denken in rendement en efficiëntie. Een denkwijze die vaak haaks staat op de stroperige politiek. Waar het draait om lange vergaderingen, achterkamertjes en compromissen sluiten. Toch heb ik, als ondernemer in hart en nieren, besloten de overstap te maken. Ondertussen werk ik alweer vier maanden in Brussel. Een plek die mijn collega Derk Jan Eppink kent als zijn broekzak, maar waar ik nog iedere dag verdwaal. Niet alleen in de kolossale gebouwen van het Europees Parlement, maar ook in het papierwerk, de ellenlange discussies en chaotische stemprocedures. Samen met Derk Jan hebben wij onszelf de vrije opdracht gegeven om een tweewekelijkse column te schrijven. Twee verschillende persoonlijkheden, met verschillende achtergronden. Maar die voor dezelfde politieke idealen vechten in de bureaucratische Brusselse bubbel.

Na tien jaar in loondienst te hebben gewerkt besloot ik in 2001 om ondernemer te worden. Ik heb altijd mijn hart gevolgd en als ik ergens in geloof, dan ga ik het gewoon doen. Op 1 mei 2001, de Dag van de Arbeid, ging ik van start. En arbeid was het. Ik heb bedrijven opgericht, gekocht, samengevoegd en uiteindelijk alles in 2018 verkocht. Het was topsport en ik vond het mooi geweest. Als ondernemer ligt je s ’nachts wakker van je bedrijf. Het zit in elke vezel van je lichaam. Maar het plezier en het vuur dat ik al die jaren had gekend was verdwenen.                   

In 2016 leerde ik Thierry Baudet kennen op een bijeenkomst in Amsterdam. Al enige tijd was ik een ontheemde VVD-stemmer. Waar ik stabiel rechts van het politieke midden was blijven staan, was de VVD steeds verder naar links opgeschoven. Ik voelde mij daar niet meer thuis, en had geen idee meer wat ik moest stemmen op 15 maart 2017. Baudet vertelde over de plannen om zijn denktank - Forum voor Democratie - te veranderen in een politieke partij. Al snel zaten we op één lijn; Baudet wilde meer ondernemers in de politiek. ‘Mensen die met hun poten in de klei hebben gestaan. Die weten wat er speelt in de samenleving’, zei hij. Ik hoefde niet lang na te denken om mijn hulp aan te bieden. Hoewel het voor mij nooit de bedoeling is geweest om politiek op de voorgrond te treden vond ik het hard nodig om mij in te zetten voor Nederland. Zoals Plato ooit zei: ,,Één van de straffen voor het weigeren om aan de politiek deel te nemen, is dat je uiteindelijk wordt geregeerd door je minderen.”                   

Ik ben in 1966 geboren en opgegroeid in een vrij Nederland waar vrijheid van meningsuiting de normaalste zaak van de wereld was. Zo gewoon dat je het niet eens besefte. Maar dat is de afgelopen twintig jaar snel veranderd. De Westerse wereld is een kraamkamer van gekte geworden. Ik denk dat we het zo goed hadden dat het Westen zelf problemen is gaan zoeken. Na de moord op Pim Fortuyn heb ik nooit meer het idee gehad dan het nog goed zou komen met Nederland. Het was voor mij vluchten of vechten. Door de ontmoeting met Baudet, werd dat het laatste.

Het was op een zaterdagavond in oktober 2018 toen ik werd gebeld met de mededeling dat Derk Jan Eppink de lijsttrekker zou worden voor de Europese Parlementsverkiezingen. Ik had vanaf het begin mijn voorkeur voor Derk Jan uitgesproken. Een door de wol geverfde politicus, maar wel een met een eigenzinnige en ondernemende geest. Direct daarna kwam echter de onverwachte vraag: ,,Wil jij dan als nummer 2 op de lijst?” En zo onderga je dan ineens een onvoorziene transformatie van ondernemer naar volksvertegenwoordiger. Ik ben op 2 juli geïnstalleerd als Europarlementariër. Gekozen met 41.323 voorkeurstemmen ervaar ik het als een grote eer om de Nederlandse belangen in Brussel te vertegenwoordigen. Ik doe dat met dezelfde passie zoals ik ooit begon als ondernemer. Het plezier en vuur is terug. Gekomen uit een onverwachte politieke hoek.                   

Als Europarlementariër houd ik bij al mijn afwegingen vast aan mijn levensmotto; kosten, nut en noodzaak. Publiek geld is niet gratis. Bij veel politieke partijen hebben ze dat niet in de gaten. Zij denken dat een euro meer dan één keer kan worden uitgegeven. Hoe zouden ze dat thuis toch doen? Zouden zij een bedrijf kunnen leiden? Waarbij iedere investering zich moet terugverdienen. Waarachter keiharde arbeid schuil gaat.

In Brussel houd ik mij de komende jaren bezig met de commissies LIBE , ITRE en TRAN. Vertaald vanuit Brussels’ jargon: migratie, industrie, energie en transport. Ook zit ik in de delegatie voor de relaties met Rusland. Ogenschijnlijk heeft dit alles weinig met elkaar te maken, maar schijn bedriegt. Daar ga ik jullie, de kiezers, van op de hoogte houden.

Publiek geld is niet gratis

Forum voor Democratie Forum voor Democratie VVD Nederland 12-10-2019 16:00

Een ondernemer die de politiek ingaat. Het is een combinatie die zelden succesvol uitpakt. Ondernemers zijn eigenzinnig. Zij denken in rendement en efficiëntie. Een denkwijze die vaak haaks staat op de stroperige politiek. Waar het draait om lange vergaderingen, achterkamertjes en compromissen sluiten. Toch heb ik, als ondernemer in hart en nieren, besloten de overstap te maken. Ondertussen werk ik alweer vier maanden in Brussel. Een plek die mijn collega Derk Jan Eppink kent als zijn broekzak, maar waar ik nog iedere dag verdwaal. Niet alleen in de kolossale gebouwen van het Europees Parlement, maar ook in het papierwerk, de ellenlange discussies en chaotische stemprocedures. Samen met Derk Jan hebben wij onszelf de vrije opdracht gegeven om een tweewekelijkse column te schrijven. Twee verschillende persoonlijkheden, met verschillende achtergronden. Maar die voor dezelfde politieke idealen vechten in de bureaucratische Brusselse bubbel.

Na tien jaar in loondienst te hebben gewerkt besloot ik in 2001 om ondernemer te worden. Ik heb altijd mijn hart gevolgd en als ik ergens in geloof, dan ga ik het gewoon doen. Op 1 mei 2001, de Dag van de Arbeid, ging ik van start. En arbeid was het. Ik heb bedrijven opgericht, gekocht, samengevoegd en uiteindelijk alles in 2018 verkocht. Het was topsport en ik vond het mooi geweest. Als ondernemer ligt je s ’nachts wakker van je bedrijf. Het zit in elke vezel van je lichaam. Maar het plezier en het vuur dat ik al die jaren had gekend was verdwenen.                   

In 2016 leerde ik Thierry Baudet kennen op een bijeenkomst in Amsterdam. Al enige tijd was ik een ontheemde VVD-stemmer. Waar ik stabiel rechts van het politieke midden was blijven staan, was de VVD steeds verder naar links opgeschoven. Ik voelde mij daar niet meer thuis, en had geen idee meer wat ik moest stemmen op 15 maart 2017. Baudet vertelde over de plannen om zijn denktank - Forum voor Democratie - te veranderen in een politieke partij. Al snel zaten we op één lijn; Baudet wilde meer ondernemers in de politiek. ‘Mensen die met hun poten in de klei hebben gestaan. Die weten wat er speelt in de samenleving’, zei hij. Ik hoefde niet lang na te denken om mijn hulp aan te bieden. Hoewel het voor mij nooit de bedoeling is geweest om politiek op de voorgrond te treden vond ik het hard nodig om mij in te zetten voor Nederland. Zoals Plato ooit zei: ,,Één van de straffen voor het weigeren om aan de politiek deel te nemen, is dat je uiteindelijk wordt geregeerd door je minderen.”                   

Ik ben in 1966 geboren en opgegroeid in een vrij Nederland waar vrijheid van meningsuiting de normaalste zaak van de wereld was. Zo gewoon dat je het niet eens besefte. Maar dat is de afgelopen twintig jaar snel veranderd. De Westerse wereld is een kraamkamer van gekte geworden. Ik denk dat we het zo goed hadden dat het Westen zelf problemen is gaan zoeken. Na de moord op Pim Fortuyn heb ik nooit meer het idee gehad dan het nog goed zou komen met Nederland. Het was voor mij vluchten of vechten. Door de ontmoeting met Baudet, werd dat het laatste.

Het was op een zaterdagavond in oktober 2018 toen ik werd gebeld met de mededeling dat Derk Jan Eppink de lijsttrekker zou worden voor de Europese Parlementsverkiezingen. Ik had vanaf het begin mijn voorkeur voor Derk Jan uitgesproken. Een door de wol geverfde politicus, maar wel een met een eigenzinnige en ondernemende geest. Direct daarna kwam echter de onverwachte vraag: ,,Wil jij dan als nummer 2 op de lijst?” En zo onderga je dan ineens een onvoorziene transformatie van ondernemer naar volksvertegenwoordiger. Ik ben op 2 juli geïnstalleerd als Europarlementariër. Gekozen met 41.323 voorkeurstemmen ervaar ik het als een grote eer om de Nederlandse belangen in Brussel te vertegenwoordigen. Ik doe dat met dezelfde passie zoals ik ooit begon als ondernemer. Het plezier en vuur is terug. Gekomen uit een onverwachte politieke hoek.                   

Als Europarlementariër houd ik bij al mijn afwegingen vast aan mijn levensmotto; kosten, nut en noodzaak. Publiek geld is niet gratis. Bij veel politieke partijen hebben ze dat niet in de gaten. Zij denken dat een euro meer dan één keer kan worden uitgegeven. Hoe zouden ze dat thuis toch doen? Zouden zij een bedrijf kunnen leiden? Waarbij iedere investering zich moet terugverdienen. Waarachter keiharde arbeid schuil gaat.

In Brussel houd ik mij de komende jaren bezig met de commissies LIBE , ITRE en TRAN. Vertaald vanuit Brussels’ jargon: migratie, industrie, energie en transport. Ook zit ik in de delegatie voor de relaties met Rusland. Ogenschijnlijk heeft dit alles weinig met elkaar te maken, maar schijn bedriegt. Daar ga ik jullie, de kiezers, van op de hoogte houden.

Kost het klimaatbeleid €1000 ...

PROGRESSIEF AKKOORD/GROENLINKS PROGRESSIEF AKKOORD/GROENLINKS Deurne 19-02-2019 06:39

Kost het klimaatbeleid €1000 miljard? Omdat veel factoren nog onbekend zijn, zijn de kosten tot 2050 nauwelijks te controleren. De officiële cijfers komen voorlopig in elk geval niet verder dan zo'n 100- tot 450 miljard euro. Energieneutrale woningen: Conclusie: niet €235 miljard, maar 20,4 tot 150 miljard Euro Verduurzaming bedrijven: Conclusie: niet €235 miljard, maar 4,4 tot 150 miljard Euro Subsidies zon en wind: Conclusie: geen €140 miljard, maarvoorlopig 16,7 miljard Euro Energietransitie: Conclusie: Geen €400 miljard, maar eerder 100 miljard Euro Thierry Baudet laat geen gelegenheid onbenut om te waarschuwen dat Nederland failliet gaat aan zijn klimaatambities. Ze gaan 1.000 miljard euro kosten, stelt de FvD-voorman. Klopt dat? THOMAS BORST; MAARTEN KEULEMANS Het klimaatbeleid stort Nederland in armoede, betoogt Forum voor Democratie-voorman Thierry Baudet: de klimaatambities gaan Nederland 1.000 miljard euro kosten. Baudet deed het bedrag in oktober vorig jaar voor het eerst uit de doeken in een video, en herhaalt het sindsdien in nagenoeg ieder debat over het klimaat, zowel in de Tweede Kamer als daarbuiten. Maar klopt het ook? Baudet maakt, zegt hij, een optelsom van het verduurzamen van de Nederlandse woningen (235 miljard euro), het energieneutraal maken van bedrijven (235 miljard), de subsidies op zonnepanelen en windmolens (140 miljard euro) en de overgang naar duurzame energie (400 miljard). In een iets andere versie van de berekening telt hij bij het verduurzamen van gebouwen de geschatte kosten op van het energieakkoord tot 2030 (180 miljard euro) en de periode daarna (400- tot 600 miljard euro). Bij elkaar opgeteld is dat inderdaad ruim 1.000 miljard euro. Maar zijn die afzonderlijke bedragen correct? Energieneutrale woningen Bij de 235 miljard euro voor het verduurzamen van Nederlandse woningen baseert Baudet zich op een studie van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Daarin staat inderdaad dat er 235 miljard euro aan investeringen nodig zou zijn om alle bestaande woningen in Nederland van het meest duurzame energielabel te voorzien. Er is alleen niemand die alle bestaande bouw wil opkrikken tot het allerhoogste energielabel. Alle huizen op het energielabel A+ brengen, kost bijvoorbeeld 'slechts' 80 miljard euro. In het concept-Klimaatakkoord gaat het voorlopig om het verduurzamen van 1,5 miljoen woningen tot 2030. Daarvoor is een bedrag van 20,4 miljard voorzien. Ook houdt de EIB-studie geen rekening met nieuwbouwwoningen, die vanaf 2021 sowieso bijna volledig energieneutraal worden opgeleverd, of met innovaties waardoor verbouwen goedkoper wordt. Er is nog iets: wie zijn woning energiezuinig maakt, bespaart op de energierekening. Baudet doet dat af als 'kolder' en wijst onder meer op een mislukt experiment met warmtepompen in Zutphen, waar men juist méér ging betalen aan energie omdat de warmtepomp zo veel stroom slurpte. Volgens het EIB zelf levert de isolatie van woningen echter in totaal ook 85 miljard euro op, als besparing op de energierekening. 'Ik ken die zaak in Zutphen niet. Wij gaan uit van de gemiddelden', zegt EIB-directeur Taco van Hoek. Bij verduurzaming van alle bestaande woningen zouden de totale nettokosten dan niet uitkomen op 235 miljard euro, maar op 150 miljard. Conclusie: niet 235 miljard euro, maar 20,4- tot 150 miljard euro. Verduurzaming bedrijven Dan zijn er de overige gebouwen: bedrijven, scholen, ziekenhuizen en de rest. Om die in 2050 energieneutraal te maken zou nog eens 235 miljard euro nodig zijn. Baudet baseert zich op een uitspraak van EIB-directeur Taco van Hoek tijdens een debat in de Balie afgelopen zomer: 'We hebben het nog niet precies onderzocht, maar als de overige gebouwenvoorraad energieneutraal moet worden, praten we waarschijnlijk over een bedrag dat vergelijkbaar is aan 230 miljard.' De gebouwen hebben bij elkaar immers ruwweg net zoveel vloeroppervlak als de woningen. Ook hier wreekt zich dat er nog geen cijfers zijn voor 2050. Wel tot 2030: het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) berekent dat de investeringen voor het verduurzamen van kantoren, horeca, bedrijfshallen, scholen en ziekenhuizen in totaal circa 4,4 miljard euro bedragen. Daar staat per 2030 een besparing van brandstofkosten van 250 miljoen per jaar tegenover, aldus het Planbureau. En ook hier geldt dat men nieuwbouwpanden energieneutraal kan opleveren, en een deel van de bestaande panden kan aansluiten op warmtenetten. Conclusie: niet 235 miljard, maar 4,4- tot 150 miljard euro Subsidies zon en wind Vervolgens moet de energie nog wél duurzaam worden opgewekt. Baudet gaat daarbij uit van 140 miljard euro voor subsidies op 'zonnepanelen, biomassa en windmolens'. In de onderbouwing ontbreekt echter een toelichting op dit bedrag. FvD-persvoorlichter Jeroen de Vries laat weten dat het bedrag is gestoeld op '(voorzichtige) schattingen van de kosten' uit een in 2015 gepubliceerd rapport van de Algemene Rekenkamer. In dat rapport komt de 140 miljard echter niet voor. Het stuk gaat over de subsidies tot 2023, en klaagt zelfs dat 'de ambitie tot 2050 nog niet is uitgewerkt in een stappenplan'. En de bedragen die wél rondgaan, liggen veel lager. Navraag bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) - de organisatie die subsidies voor duurzaamheidsprojecten verstrekt - leert dat er op dit moment tot 2025 in totaal voor 16,7 miljard aan subsidies is toegezegd. Zinnige voorspellingen voor de periode daarna zijn nog niet te maken, omdat de energieprijzen nog kunnen veranderen. Daarbij komt dat de prijs van vooral wind- en zonne-energie daalt: onderzoeksbureau SEO verwacht dat windstroom in 2030 goedkoper is dan stroom uit de kolencentrale. 'Des te verder je vooruitkijkt, hoe groter de onzekerheid', zegt woordvoerder Tom Hoven van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Los daarvan, zegt onderzoeker Michiel Hekkenberg van het Planbureau: 'Welk bedrag in totaal tot 2050 aan energie- of klimaatsubsidies zal worden uitgekeerd, hangt vooral af van toekomstige beleidskeuzen.' Conclusie: geen 140 miljard euro, maar voorlopig 16,7 miljard euro Energietransitie En dan is er het tamelijk amorfe bedrag dat Baudet uittrekt voor de overgang naar een volledig klimaatneutrale energievoorziening tot 2050. Zo'n 400- tot 600 miljard euro denkt hij dat nodig is voor het vernieuwen van elektriciteitsnetwerken, het plaatsen van laadpalen en zaken zoals het vervangen van vrachtwagens en auto's. 'Alleen al het aanleggen van infrastructuur zal tientallen miljarden kosten', schrijft Forum in zijn onderbouwing. Op video verwoordt Baudet het nog losser: het totaalbedrag 'zal makkelijk kunnen oplopen tot 1.000 miljard'. Volgens de voetnoot baseert Baudet zich op een overigens pas deze week verschenen analyse van de stichting Milieu, Wetenschap & Beleid, waarin zou staan dat 27 procent duurzame energie in 2030 'minstens 180 miljard euro' kost in 2030. Losjes doorgerekend naar 95 procent duurzame energie in 2050, kom je inderdaad al snel uit op een bedrag dat zelfs ruim boven de 400 miljard euro komt. Maar op de berekening, uitgevoerd door een groep ingenieurs rond de openlijk tegen CO2-beleid agerende site Climategate.nl, is wel wat aan te merken. Zo lijken de jaarlijkse kosten voor een energierekening in 2020 voor een gezin twee keer te hoog ingeschat, ontbreken er opbrengsten en zitten er in de berekening bedragen die Baudet al eerder had meegerekend. 'Baudet heeft het vooral over investeringskosten, terwijl het Planbureau de zogenoemde nationale meerkosten berekent', zegt onderzoeker Bart Strengers van het Planbureau. Dat bedrag geeft weer hoeveel het beleid de maatschappij uiteindelijk kost. Om aan de afgesproken vermindering van 49 procent CO2-uitstoot te komen, lopen volgens het Planbureau de jaarlijkse meerkosten op tot 3 miljard per jaar in 2030 - dus ruim berekend is dat 33 miljard euro. Op de achterkant van een envelop ruw doorgerekend zou dat neerkomen op een goede 100 miljard euro in 2050. Hoogspanningsbeheerder Tennet, verantwoordelijk voor de Nederlandse infrastructuur van elektriciteitsnetwerken op hoogspanning, laat intussen desgevraagd weten tot 2028 in totaal voor 6 miljard aan investeringen te verwachten. Deze bedragen zullen de komende jaren volgens de huidige vooruitzichten wel stijgen. Conclusie: geen 400 miljard euro, maar eerder 100 miljard euro. Dus, in hoeverre heeft Baudet gelijk? De stelligheid waarmee Baudet het bedrag van 1.000 miljard noemt, staat nogal in contrast met de zwakke of ontbrekende onderbouwing. Omdat veel factoren nog onbekend zijn, zijn de kosten tot 2050 nauwelijks te controleren. De officiële cijfers komen voorlopig in elk geval niet verder dan zo'n 100- tot 450 miljard euro. Daarin ontbreken belangrijke bedragen, omdat de meeste prognoses niet verder kijken dan 2030 en men in de sommen bijvoorbeeld geen rekening houdt met zaken als het duurzaam maken van de landbouw of het mogelijke vertrek van bedrijven. 'De kernboodschap dat het om zeer indrukwekkende bedragen gaat, daarin heeft hij gelijk', zegt directeur Van Hoek van het Economisch Instituut voor de Bouw. 'Van woningen tot het verkeer: alles is doordrongen van fossiele brandstoffen.' Ruim rekenend zou het bedrag kunnen oplopen tot rond de 700 miljard euro - in de richting van het bedrag van 660 miljard dat naar voren kwam uit een schatting van onderzoeksbureau CE Delft uit 2017. Veel geld, maar uitgesmeerd over dertig jaar zou het per jaar neerkomen op 2 tot 3 procent van het bruto nationaal product. Baudet veronachtzaamt dat investeringen ook geld opleveren en houdt geen rekening met bijvoorbeeld nieuwbouw of het goedkoper worden van duurzame technieken. Los nog van het feit dat fossiele brandstoffen volgens de meeste ramingen óók duurder worden, en meer klimaatverandering ook hoge kosten kan meebrengen. Op basis van de beschikbare informatie is Baudets inschatting dus veel te hoog. Maar wat het beoogde klimaatbeleid dan wel gaat kosten, is een open vraag. Eerder zo'n 500- tot 700 miljard euro. 'Energieakkoord kost 95 miljard' Volgens de Stichting Milieu, Wetenschap & Beleid bedragen de kosten van het Energieakkoord, de overeenkomst die in 2013 is gesloten tussen de overheid en ruim veertig organisaties over energiebesparing, 95 miljard euro. Het is voor het eerst dat de totale kosten van het akkoord zijn berekend. De periode waarover het gaat, loopt tot 2038. Per huishouden (van vier personen) zouden de jaarlijkse kosten in 2020 uitkomen op 1.600 euro en in 2030 op 1.942 euro. De auteurs van het rapport zijn klimaatsceptici. De cijfers in het rapport worden door veel deskundigen bekritiseerd. Zo lijkt een gezin van vier kinderen volgend jaar hooguit 791 euro kwijt te zijn. De onderzoekers stellen echter dat ook het bedrijfsleven zijn kosten zal doorberekenen aan consumenten. Bron: Volkskrant 15-02-2019 THOMAS BORST; MAARTEN KEULEMANS

Forum voor Democratie -FVDFVD-leider ...

Algemeen Belang Nunspeet (ABN) Algemeen Belang Nunspeet (ABN) VVD Nunspeet 08-11-2018 12:31

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.