Poliflw

GroenLinks Gooise Meren vraagt om rol Dierenasiel Crailo bij invulling Dierenwelzijnsbeleid

In de raadsvergadering van 18 september vraagt GroenLinks om Dierenasiel Crailo te betrekken bij de invulling van het Dierenwelzijnsbeleid dat in deze vergadering op de agenda staat.

GroenLinks is blij met het eerste Dierenwelzijnsbeleid van Gooise Meren. Het ontbreken van dit beleid was één van de redenen om Dierenwelzijn als aparte portefeuille te benoemen en onder te brengen bij GroenLinks wethouder Barbara Boudewijnse.

GroenLinks fractievoorzitter Freek Vos heeft wel een aanvullend punt van aandacht. “We hebben met Dierenasiel Crailo een fantastische voorziening in de regio. Helaas hebben de gemeenten vanwege het wanbeleid van het vorige bestuur enige jaren geleden de samenwerking moeten beëindigen. Er is nu echter al enige tijd een nieuw bestuur, dat een nieuwe weg is ingeslagen en het asiel weer goed op de rit heeft gekregen. Het zou mooi zijn als het college zou willen onderzoeken of Crailo weer een rol kan krijgen bij de invulling van het Dierenwelzijnsbeleid, bijvoorbeeld op het gebied van voorlichting en educatie. Wij realiseren ons dat dit iets is wat het beste in regionaal verband kan worden geregeld, maar Gooise Meren zou hier wel een voortrekkersrol in kunnen vervullen.”

Ook bij de opvang van zwerfdieren, een wettelijke taak voor de gemeente, ziet GroenLinks weer mogelijkheden. Dit is nu ondergebracht bij Dierenasiel Amersfoort. “Niets ten nadele van Amersfoort”, vervolgt Freek, “maar het is een stuk verder rijden dan Crailo. Naast de extra tijd die een dier in de auto moet zitten, betekent dit ook extra kosten voor de Dierenambulance, zoals zij ook in het gesprek met de raad hierover aangaven. Als het op termijn mogelijk is om de opvang weer bij Crailo onder te brengen, scheelt dat dierenstress en geld, twee vliegen in één klap dus.”

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt aan een nieuwe visie voor de luchtvaart. Ook voor ons in Gooise Meren is dat van groot belang.

Er zijn meer vluchtbewegingen en mensen ervaren in onze gemeente toenemende overlast. GroenLinks wil meer grip op de luchtvaart. Geen ongebreidelde groei, maar rekening houden met klimaat, gezondheid en veiligheid.

De fractie heeft daarom een zienswijze ingediend bij minister van Nieuwenhuizen. Er gaat nu onderzoek gedaan worden naar de effecten van Schiphol op het milieu. Wij willen dat de minister, zonder vooringenomenheid, alles onderzoekt zodat er een duurzame visie op de luchtvaart in Nederland wordt opgesteld.

De zienswijze is hieronder te vinden.

Op maandag 4 maart overleed onze voormalig wethouder en raadslid Gerben Struik. Hij was vanaf 2010 actief in gemeentepolitiek, eerst als raadslid in Bussum (vanaf 2015 als fractievoorzitter), vervolgens als wethouder voor de nieuwe fusiegemeente Gooise Meren.

Gerben was een hele fijne vent en een warm en innemend mens. Hij was een echte verbinder en bruggenbouwer, zowel binnen de politieke arena als in de gemeente en de regio. Door zijn rust, zijn vriendelijkheid en zijn grote inhoudelijke kennis, was Gerben de ideale verbindende onderhandelaar voor GroenLinks na de verkiezingen voor de nieuwe fusiegemeente Gooise Meren. Hij was dan ook mede verantwoordelijk voor het feit dat GroenLinks deel ging uitmaken van de coalitie, waarin hij zelf door de fractie als wethouder in het nieuwe college werd voorgedragen.

Als wethouder was Gerben iemand die partijen bij elkaar bracht en via samenwerking het maximale resultaat probeerde te bereiken. Zo was hij één van de initiatiefnemers van Samen Sneller Duurzaam, een beweging waarin inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en de gemeente Gooise Meren de krachten hebben gebundeld om sneller te verduurzamen. Daarnaast wist hij een groot aantal bedrijven en maatschappelijke organisaties enthousiast te krijgen voor het convenant Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Gooise Meren, waarmee gezamenlijk werd ingezet op het creëren van banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Juist in de regio Gooi- en Vechtstreek kwam Gerbens kwaliteit als verbinder tot zijn recht. Hij was betrokken bij veel regionale samenwerkingsverbanden en werd zeer gewaardeerd als voorzitter van de stuurgroep Jeugd en Onderwijs. Ook binnen de gemeente was Jeugdzorg een belangrijk onderdeel van de portefeuille voor Gerben, mede vanwege zijn achtergrond als docent in het middelbaar onderwijs. Hij zorgde dat er in Gooise Meren meer geld beschikbaar kwam voor armoedebestrijding bij kinderen en realiseerde een uitbreiding van het aantal uren van de jongerenwerkers, zodat er betere begeleiding voor jongeren kon komen, onder andere voor jonge statushouders.

Eén van de kwaliteiten van Gerben, juist binnen de Jeugdzorg en het sociaal domein, was het feit dat hij altijd dacht in mensen, en niet in systemen of dossiers. Zaken moesten niet alleen op papier geregeld zijn, juist aan de kant van de uitvoering moest het goed lopen, waarbij de mens belangrijker was dan de regels. Hij was dan ook altijd geïnteresseerd in praktijkvoorbeelden, goed of minder goed verlopen, om mee te nemen bij de continue verbetering van beleid en uitvoering.

Het knappe van Gerben was dat hij een goed evenwicht wist te vinden tussen idealisme en pragmatisme. Aan de ene kant had hij als echte GroenLinkser een toekomstvisie, de idealen op de horizon waar hij naar toe werkte. Aan de andere kant begreep hij als geen ander dat een lange reis begint met een concrete eerste stap. Een goed voorbeeld hiervan is zijn inzet op het gebied van duurzaamheid: enerzijds schetste hij de contouren voor de toekomst met een regionale visie op Circulaire Economie, anderzijds creëerde hij in Gooise Meren de duurzaamheidslening, een heel concreet en direct inzetbaar instrument, waarbij inwoners tegen hele gunstige voorwaarden geld konden lenen om hun woning te verduurzamen.

Gerben had een aanstekelijk enthousiasme en passie voor zijn werk, wat oversloeg op de fractie. Hij hield altijd de focus op de inhoud en stimuleerde anderen dat ook te doen. Sommige fractieleden zijn actief geworden juist dankzij Gerbens energie en gedrevenheid. Hij moedigde deze talenten ook aan en hielp hen bij de eerste stappen in de politiek, met humor en plezier in het vak.

Gerben was een optimist die zin had in de toekomst en een grote drive bezat om die toekomst zo mooi mogelijk te maken, voor alle inwoners van Gooise Meren. Wij hopen dat wij met dezelfde passie zijn werk kunnen voortzetten, in dierbare herinnering.

Vanochtend bereikte ons het ontstellende bericht dat onze voormalig wethouder Gerben Struik in de nacht van 4 maart overleden is aan de gevolgen van kanker. We zijn geschrokken en zeer verdrietig.

Gerben heeft ruim een jaar hard gestreden tegen de ziekte en was recentelijk vol goede moed begonnen aan een nieuwe behandeling die zou moeten leiden tot herstel. Helaas bleek de ziekte te agressief en hardnekkig, waardoor hij het afgelopen weekend onverwachts snel verslechterde.

Ons diepste medeleven gaat uit naar zijn vrouw Lucienne, zijn kinderen IJsbrand en Hadewych en naar zijn familie en vrienden.

GroenLinks Gooise Meren,

Lidie Koeneman, namens het bestuur GroenLinks Gooise Meren Freek Vos, namens de fractie GroenLinks Gooise Meren Barbara Boudewijnse, wethouder namens GroenLinks Gooise Meren

We moeten van groei van de luchtvaart naar grip op de luchtvaart. Dat stelde Suzanne Kröger (2e Kamerlid voor GroenlLinks) tijdens de themabijeenkomst op zaterdag 8 decemebr jl. Het gaat daarbij om klimaat, gezondheid en veiligheid. Lees meer in het verslag van deze bijeenkomst van GroenLinks Gooi- en Vechtstreek.

GroenLinks wil meer grip op mobiliteit: Themabijeenkomst GroenLinks Gooi- en Vechtstreek op 8 december 2018

De afdelingen van GroenLinks uit de Gooi- en Vechtstreek hebben zaterdag 8 december een bijeenkomst georganiseerd over het thema mobiliteit. Het ging zowel over de luchtvaart als over het vervoer in de regio. De sprekers waren Suzanne Kröger, Tweede Kamerlid van GroenLinks en Alwin Hietbrink, GroenLinks lid van Provinciale Staten van Noord Holland.

Suzanne Kröger gaf een uitleg over de ontwikkelingen op en rond Schiphol. Er wordt door het kabinet gewerkt aan een Luchtvaartnota 2020-2050. Merkwaardig daarbij is dat de herindeling van het luchtruim pas in 2023 klaar zal zijn. Dit lijkt niet één op één te passen. Het zal bij de herindeling van het luchtruim boven Nederland een stevig gevecht worden tussen burgerluchtvaart, militaire luchtvaart en gemeentelijke belangen. Suzanne stelde dat Schiphol voor ons land relatief veel te groot is. Onze overheid heeft altijd Schiphol gefaciliteerd in plaats van andersom. De overheid zou de opdrachtgever moeten zijn die kaders en grenzen stelt.

GroenLinks zet landelijk in op ‘van groei van de luchtvaart naar grip op de luchtvaart ‘ met 3 belangrijke aspecten: klimaat, gezondheid (kijkend naar de WHO adviezen op het gebied van geluid en ultrafijnstof) en veiligheid. Op de Luchtvaartnota 2020-2050 moet een plan-MER komen met alle klimaateffecten daarin opgenomen. Nog eens werd duidelijk dat er een groot verschil lijkt te zijn tussen berekende waarden en meetwaarden. De berekende waarden worden door de overheid aangehouden en die wil eigenlijk tot op heden weinig weten van meetwaarden.

Vanuit de aanwezigen werd gepleit voor de aanleg van een regionaal meetnetwerk voor het meten van geluid en luchtverontreiniging. Verder zouden wij eens kritisch naar onze (eigen) manier van leven moeten kijken en de daarbij behorende ecologische voetafdruk. De vraag is dan: hoe werken we aan verdere bewustwording en gedragsverandering? Tenslotte is GroenLinks tegen uitbreiding van het vliegveld Lelystad.

Alwin Hietbrink gaf een presentatie over de verantwoordelijkheid en de coördinerende en vertegenwoordigende rol van de provincie in het vervoer in de provincie Noord-Holland. Maar liefst 50% van de provinciale begroting gaat naar mobiliteit! GroenLinks wil leefbaarheid zwaarder laten wegen in het provinciale afwegingsmodel. Dat model bestaat nu uit: Bereikbaarheid (40%), Verkeersveiligheid (40%) en Leefbaarheid (20%). Aan dit afwegingsmodel zou Duurzaamheid moeten worden toegevoegd. De Staten-fractie wil een verschuiving van auto naar OV en fiets stimuleren. Dat kan onder meer door de motorrijtuigenbelasting in Noord-Holland te verhogen. Die is relatief vrij laag. Voor het stimuleren van fietsvoorzieningen is overigens veel draagvlak in de Staten en dat is hoopvol.

Verder werd het initiatiefvoorstel van GroenLinks NH besproken over de lightrail of metroverbinding(en) in Noord Holland. Uit de discussie met de aanwezigen volgde dat met de OV-concessie vooral gekeken moet worden naar integraal maatwerk, geredeneerd vanuit de behoefte van de gebruikers. Met belangstelling wordt gekeken naar de proef in Noord-Holland Noord, waar gewerkt gaat worden aan 'Vervoer op maat'. Vaste buslijnen worden vervangen door kleine busjes die niet volgens een dienstregeling rijden, maar bij een regiecentrale gereserveerd worden door de reiziger. Daarbij moet wel worden opgelet dat met het opheffen van OV-verbindingen we niet in een negatieve spiraal terecht komen van steeds minder OV en daarmee het vergroten van vervoersarmoede. Daarnaast is het ook zaak om de arbeidsomstandigheden bij de OV-concessie zwaar te laten meewegen, alsmede duurzame schone bussen.

Minder asfalt en meer OV, E-bike en fiets blijft het parool en het idee werd geopperd om een regionaal mobiliteitsplan te maken. De aanwezigen maakten zich zorgen over het verbreden van de provinciale weg N201 te hoogte van Vreeland in de provincie Utrecht. Daar verbreden is elders problemen creëren, in het bijzonder rond Hilversum. Er is goede hoop dat GroenLinks Noord-Holland op 20 maart 2019 goed uit de verkiezingen komt en dan meer invloed zal hebben om mobiliteit meer klimaatneutraal en gezonder te maken.

Hieronder staat de bijdrage van GroenLinks Gooise Meren voor de Algemene Beschouwingen van 31 oktober 2018:

De afgelopen collegeperiode werd gekenmerkt door veel verplichte nummers. De afwikkeling van de fusie, met de vele harmonisaties, en de noodzaak tot het opstellen van gezamenlijke visies op bijvoorbeeld Economie en Sport, gaf weinig ruimte om daarbovenop nog eens met concrete uitvoeringsvoorstellen te komen. De gemeente moest zichzelf ook deels nog uitvinden. De raad, het college en ook de ambtelijke organisatie kregen te maken met nieuwe dossiers, schaalvergroting, en in het geval van de ambtenaren, vaak nieuwe posities binnen een nieuwe organisatie.

Het is goed dat deze gemeente ervoor gekozen heeft om al na twee jaar (en niet pas na zes) mee te lopen in het landelijk schema van de gemeenteraadsverkiezingen. We sloten daarmee een lastige maar leerzame periode af en creëerden een startpunt voor de volgende fase van onze gemeente. Met een nieuwe raad, een nieuw college en een ingewerkte ambtelijke organisatie richten we nu onze blik op de toekomst en kunnen we de nasleep van de fusie grotendeels achter ons laten. En dat is ook nodig, want er wachten ons grote uitdagingen. Deze uitdagingen zijn nu vertaald naar concrete uitvoeringsvoorstellen in het college uitvoeringsprogramma. 

Allereerst de duurzaamheidsdoelen waar we allemaal, zowel burgers als overheid, mee te maken krijgen. Waar velen tien jaar geleden nog sceptisch waren over de nut en noodzaak, verdwijnt deze scepsis inmiddels sneller dan het ijs van de poolkappen. Gelukkig maar, want de gevolgen van ontkenning en struisvogelpolitiek zouden desastreus zijn. De gemeente speelt een belangrijke rol bij de inzet om deze doelen te halen. Van alle overheden staat de gemeente het dichtst bij de inwoners en het lokale bedrijfsleven. GroenLinks vindt het daarom goed dat we veel concrete voorstellen zien, waarbij de gemeente samen met inwoners en bedrijven optrekt. De gemeente geeft het goede voorbeeld, bijvoorbeeld door de verduurzaming van het eigen vastgoed, maar kan het niet alleen. Inwoners en bedrijven kunnen op hun beurt vaak de gemeente goed gebruiken, door concrete faciliteiten als de duurzaamheidslening en het energieloket. Daarnaast kan de gemeente in een coördinerende rol zorgen dat de effectiviteit van alle ideeën en initiatieven gemaximaliseerd wordt. Sommige initiatieven hebben een grotere kans van slagen als ze regionaal worden aangepakt, waarbij de gemeente het voortouw neemt en faciliteert. 

Dit sluit goed aan bij een ander speerpunt van de gemeente, het vernieuwend samenwerken. Deze samenwerking tussen gemeente, inwoners en bedrijven is een cruciale factor voor succes. Niet alleen op het gebied van duurzaamheid, maar ook bij de implementatie van de Omgevingswet. Juist in onze gemeente vereist de grote verscheidenheid in kernen en wijken een nieuw instrumentarium en nieuwe mogelijkheden tot participatie, zoals het Right to Challenge en wijktafels. Deze vernieuwing is een continu proces, waarin we gezamenlijk al doende gaan leren. GroenLinks is blij dat we hier veel concrete voorstellen voor terugzien in het college-uitvoeringsprogramma. We zien wel een uitdaging om ook echt alle inwoners te betrekken, zodat participatie zich niet beperkt tot ‘the usual suspects’, die gemeente toch wel weten te vinden. We zijn blij met de focus op moeilijk bereikbare groepen, met de doorontwikkeling van het inwonerspanel en inzet op het betrekken van jongeren.

Goede samenwerking gaat ons helpen bij het verhogen van de kwaliteit van onze leefomgeving. Dit kan niet alleen vanuit deze raadszaal en dit gemeentehuis. Juist de input vanuit de wijken en kernen is nodig om hierin de juiste keuzes te maken. Vanuit het beheer van de openbare ruimte heeft de gemeente hier wel een eigen verantwoordelijkheid. Wij zijn als gemeente verantwoordelijk voor overkoepelende doelstellingen zoals klimaatadaptatie en het behoud en versterking van biodiversiteit. Daarnaast moet de gemeente onze belangen behartigen bij andere overheden en samenwerkingsverbanden, zoals Rijkswaterstaat, Schiphol, MRA en de regio Gooi en Vecht. Zo wil GroenLinks graag inzetten op maximaal 100 kilometer per uur op de A1-boog rond Naarden, om geluidshinder te verminderen, de luchtkwaliteit te verbeteren en de doorstroming van verkeer te bevorderen. 

Er kan een spanningsveld ontstaan tussen duurzaamheid en leefbaarheid en de wens tot economische groei. GroenLinks is blij dat hierin juist wordt gekeken naar kansen, zoals het creëren van banen vanuit de energietransitie en de circulaire economie. Slim inzetten op nieuwe vormen van werklocaties zoals ZZP-werkplekken kan de economie stimuleren zonder dat dit ten koste gaat van de leefbaarheid. Een visie voor het Waterfront moet wat ons betreft er voor zorgen dat lokaal recreatief gebruik van het water en behoud van de groene waarden van ons Natura 2000-gebied in balans blijven met groeiend toerisme en economie. 

Onze ambities zijn groot en dat is ook nodig, want de uitdagingen die voor ons liggen zijn ook ongebruikelijk groot voor een gemeente. We kunnen veel van deze ambities niet uitstellen. Dat vereist enerzijds directe inzet van financiële middelen, anderzijds een doordacht financieel beleid, zodat we als gemeente ook in de toekomst financieel gezond blijven en de lasten voor onze inwoners en bedrijven niet buitensporig worden. Het is goed dat er nu wordt ingezet vanuit de algemene reserve, maar GroenLinks meent dat de komende jaren deze inzet best nog verhoogd mag worden. Uitzonderlijke uitdagingen vragen immers om uitzonderlijke maatregelen. Gelukkig heeft onze gemeente deze middelen ruime voldoende beschikbaar. Over de vraag hoe en wanneer verder in te zetten, gaan wij graag de komende jaren het gesprek aan met deze raad, het college, de bedrijven en last but not least, onze inwoners. 

Namens de fractie van GroenLinks Gooise Meren

Freek Vos Fractievoorzitter  

Na een lange avond van vragen en antwoorden afgelopen donderdagavond heeft de fractie van GroenLinks uiteindelijk besloten om de ingediende motie van wantrouwen tegen wethouder Marieke Munneke-Smeets niet te steunen.

Dit was geen makkelijke beslissing, want de fractie meent dat er grote fouten zijn gemaakt in het proces rondom de heroverweging van de inrichting van de spoorwegovergang Comeniuslaan, zoals ook uit onze aanvullende vragen en slotbetoog naar voren is gekomen. Wij waren echter van mening dat zowel het college als de wethouder voldoende lering uit dit traject hadden getrokken. Bij onze beslissing speelde het acteren en functioneren van de wethouder in de overige dossiers uit haar portefeuille ook een rol. 

Wij hebben begrip voor het feit dat de andere partijen, waaronder onze coalitiepartners VVD en D66, na zorgvuldige afweging tot een andere conclusie zijn gekomen. Ook bij onze fractie was er twijfel of alle kritiek wel voldoende ter harte was genomen en of er geen risico zou bestaan op herhaling van de gemaakte fouten in een toekomstig dossier. Uiteindelijk viel die beslissing bij ons net de andere kant uit dan bij de andere partijen.