Nieuws van politieke partijen in Nederland over VVD inzichtelijk

3 documenten

Een leven vol van onderwijs

PvdA PvdA VVD Nederland 21-02-2020 13:05

Spreiding van inkomen, kennis en macht. Het kabinet den Uyl draaide er niet om heen. Jos van Kemenade werd in dat kabinet in 1973 minister van Onderwijs & Wetenschappen. Hij ging dus over de kennis. En hij had er, zoals Wim Kan in een oudejaarsconferentie zei, ook voor doorgeleerd. Joop den Uyl haalde de jonge hoogleraar onderwijssociologie uit Nijmegen. Toen hij belde zei Jos, altijd bedachtzaam, “Minister, daar vraagt u me wat. Mag ik wat bedenktijd?” Waarop de beoogde premier, een tikje knorrig, zei: “Zal ik dan maar over een uurtje terugbellen?”

De wetenschapper ontpopte zich razendsnel tot een politieke bestuurder. Ideeën omzetten in werkelijkheid, dat ging het om. We weten echt al heel lang dat kinderen, die opgroeien in een gezin waar de ouders maar beperkte onderwijskansen kregen, met een achterstand de school binnenkomen. We weten dat een te vroege selectie talent onbenut laat. De hiërarchische opbouw van het voortgezet onderwijs versterkt de ongelijke deelname, de scheve verdeling van kansen.

Wat terug kijkend vooral opvalt is hoe de minister de dialoog met het onderwijs opzocht. Hij had weliswaar zijn opvattingen en die droeg hij ook nadrukkelijk uit. Maar hij was de eerste, en voorlopig ook de laatste, minister van onderwijs de een debat met alle betrokkenen aanging over de toekomst van het hele onderwijs. Zijn discussienota ‘Contouren van een toekomstig onderwijsbestel’, kortweg ‘de Contourennota’ ging naar alle scholen, alle ouderorganisaties, de onderwijsvakbonden. De staatsdrukkerij maakte overuren. De nota leidde tot een hartstochtelijk debat. De minister stond elke avond wel ergens in een zaaltje.

Als het onderwijsbeleid van de vorige eeuw beschreven wordt zal blijken dat er een periode was vòòr van Kemenade en de tijd erna. Wie nu de Contourennota ter hand neemt, een kleine halve eeuw later, zal verbaasd zijn over actualiteit van de agenda die er in wordt beschreven. Dat is een groot compliment voor van Kemenade, maar het zegt ook iets over het onvermogen van de onderwijspolitiek om structurele hervormingen door te voeren, aan consensus te bouwen voor de langere termijn.

Jos was nog maar een half jaar minister of hij stond al op de stoep van het Groninger stadhuis. Ons linkse College was een jaar onderweg, ons onderwijsbeleid stond nog in de grondverf. De minister was 37, de wethouder 27. “Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik ’t zelf.” (Nescio). Wat vanaf die dag begon was een persoonlijke vriendschap die tegelijk politieke kameraadschap was. Een schaars goed in en buiten de partij.

Kleuteronderwijs en lagere school werden basisschool, de aandacht voor onderlinge verschillen van kinderen groeide, net als de bestrijding van achterstanden. Algemeen aanvaarde pedagogische noties en bewuste keuzes om gelijkheid van kansen te versterken gingen hand in hand.  Waar de nieuwe basisschool een breed gedragen concept bleek, sloeg bij de voorstellen voor de hervorming van het voortgezet onderwijs politiek de vlam in de pan. Werd nog wel breed erkend dat een min of meer definitieve schoolkeuze op twaalfjarige leeftijd te vroeg was, de keuze van het kabinet den Uyl voor een middenschool voor 12 tot 16 jarigen stuitte op fel en hardnekkig verzet. Die te vroege keuze, de te scherpe scheiding tussen beroeps- en algemeen vormend onderwijs, de aansluiting die Jos zocht bij de nieuwe basisschool, maakte dat hij een echte hervorming noodzakelijk vond. Of je nu later met je handen of met je hoofd ging werken, er was een bredere basis nodig voor alle leerlingen. Het debat werd, vooral van VVD-zijde als snel vergiftigd, een Telegraafkop uit die tijd luidde: “VVD schrikt van onderwijsplan: Socialistisch spuitje bedreigt schooljeugd.”

Het is eigenlijk nog een wonder dat er in dit politieke klimaat experimenten plaats konden vinden in het land met zulke heterogene, brede middenscholen, o.a. in Amsterdam – Zuid Oost en in Groningen. Die scholen lieten zien dat, net als in het basisonderwijs leerlingen met verschillende capaciteiten en interesses bijeen gehouden konden worden, waardoor niet al op twaalfjarige leeftijd hun toekomst feitelijk hoefde te worden vastgelegd. Er was uiteindelijk in het parlement geen meerderheid voor algehele invoering.

Jos heeft het nog meegemaakt dat vrij recent onderwijsorganisaties opnieuw het debat openden hoe we een te hiërarchisch onderwijssysteem zo kunnen inrichten dat het alle leerlingen eerlijke kansen biedt. Hij hoopte dat ook de PvdA het debat opnieuw niet zou schuwen. Als het dan niet met een geheel nieuw schooltype zou kunnen, dan zou de basisschool tenminste met twee jaar kunnen worden verlengd. Een voorstel van hem en mij haalde het bij de opstelling van ons vorige verkiezingsprogramma niet.

Door de ongekende felheid van het middenschooldebat lijkt het nu (ook in de herdenkingsartikelen deze dagen) alsof Jos van Kemenade vooral de man van de middenschool was. Dat was hij ook. Maar zijn onderliggende drijfveren waren niet alleen kansengelijkheid, brede toerusting voor iedereen. Door al zijn opvattingen, voorstellen en publicaties liep een rode draad: emancipatie. Van zijn proefschrift “De katholieken en hun onderwijs” tot zijn enorme inzet voor de moedermavo, de volwasseneneducatie, de Open Universiteit, het onderwijsvoorrangsbeleid, altijd ging het om toerusting, volwaardig deel kunnen nemen. Het waren die paar woorden die boven de samenvatting van de Contourennota stonden die hem in essentie kenmerkten: meer mensen mondig maken.

Hij was ten diepste met de democratie en de publieke zaak verbonden. Ook toen hij geen minister meer was. Wanneer het me in onze oppositiebankjes te weinig productief werd, zei ik een keer: “Jos, ik geloof niet dat ik hier gelukkig word.” Zijn antwoord tekende zijn plichtsbesef: “Jacques, het is niet de functie van de Tweede Kamer der Staten Generaal om jouw gelukkig te maken.”

Toen hij uiteindelijk de landelijke politiek verliet, de universiteit van Amsterdam ging leiden, vervolgens burgemeester werd van Eindhoven, Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, voorzitter van de Raad voor het Openbaar bestuur, steeds opnieuw zocht hij de volle democratie, niet alleen voor wie er voor doorgeleerd had. Als voorzitter van Nederlands Centrum voor Buitenlanders bleef hij zich inzetten voor het volwaardig kunnen deelnemen van migranten en hun kinderen. Nederlands leren, natuurlijk. Maar ook respect voor hun identiteit. Wat katholieken had geholpen bij hun emancipatie, vrijheid van onderwijs en vrijheid van godsdienst, mag islamitische Nederlanders niet worden onthouden.

Hij leefde en dacht met me mee. Toen ik staatssecretaris van onderwijs werd en opnieuw probeerde door de invoering van de basisvorming het onderwijsgebouw aan de leerlingen aan te passen, in plaats van andersom. En leed me mee toen opnieuw bleek, na mijn vertrek van O&W,  dat de onderwijspolitiek het funderend onderwijs geen perspectief kon bieden. Verkregen consensus verdampte in opnieuw oplaaiende politieke strijd.

Als fractievoorzitter tijdens het eerste kabinet Kok, kon ik altijd bij hem terecht. Solidair waar het kon, maar kritisch waar het moest. A man for all seasons.

En geleidelijk kwamen er de jaren waarin hij van uiterst actief deelnemer, betrokken toeschouwer werd. Minister van Staat. Maar ook, zoals zo velen, met de beperkingen van een ouder worden lijf. Na de dood van Annie, zijn vrouw, vond hij het zwaar. Maar zijn geest bleef helder. We keken samen niet alleen vaak terug, maar hij bleef een baken voor progressieve politiek, voor gelijkberechtiging, voor een sociaal-democratie die weerbaar moest zijn, radicaal om fundamentele ongelijkheid te bestrijden. En hij bleef de intelligente, constructieve man met veel humor. Leermeester en inspirator.

 

Jacques Wallage.

https://www.pvda.nl/nieuws/jos-van-kemenade-een-leven-vol-van-onderwijs/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

https://www.pvda.nl/nieuws/jos-van-kemenade-een-leven-vol-van-onderwijs/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

Succes SP: Minimaal 2 uur gym op school

SP SP VVD Nederland 05-02-2020 15:09

Jaar na jaar verschijnen er onderzoeken over kinderen die steeds minder bewegen en meer last hebben van overgewicht. Kinderen spelen minder buiten en sommige scholen geven zelfs maar één uur gymles per week. SP-Kamerlid Michiel van Nispen is daarom blij met het aangenomen voorstel van de SP en VVD om als norm te stellen dat  er minimaal twee uur gym per week wordt gegeven op de basisschool. Van Nispen: 'Dit succes is een belangrijke eerste stap naar meer en beter bewegingsonderwijs. Kinderen bewegen tegenwoordig steeds minder, daarom is het extra belangrijk dat er vaste momenten en voldoende tijd is op school, waar alle kinderen samenkomen, om te leren sporten en bewegen. Dat is in het belang van een gezonde en sportieve samenleving in de toekomst, maar vooral ook het welzijn van kinderen.'

Van Nispen ziet dit nadrukkelijk als een eerste stap. Met het aangenomen voorstel van de SP en VVD is een principiële discussie beslecht. De discussie over een urennorm voor bewegingsonderwijs loopt al lang. De minimale norm van twee uur bewegingsonderwijs moet binnen drie jaar geregeld zijn, zodat scholen dit kunnen inrichten en gemeenten de benodigde faciliteiten kunnen regelen

De SP wil verder gaan dan de twee uur bewegingsonderwijs die nu door de Kamer is opgenomen in de wet. Via een initiatiefwet wil Van Nispen toe naar drie uur bewegingsonderwijs per week, gegeven door vakleerkrachten. Van Nispen: 'Wat mij betreft gaan we door naar drie uur bewegingsonderwijs per week. We zullen ook extra moeten investeren in het onderwijs, zodat de extra vakleerkrachten gym gaan leiden tot lagere werkdruk voor groepsleerkrachten.'

Kabinet moet nú investeren in onze toekomst

PvdA PvdA VVD D66 CDA Nederland 15-06-2019 08:51

Door Lodewijk Asscher, Kirsten van den Hul op 15 juni 2019 Delen  

Iedere dag gaan vele bevlogen en betrokken leraren naar hun werk. Om les te geven aan onze kinderen. Maar ze zijn met steeds minder.

Over een paar jaar heeft het onderwijs maar liefst 4200 onvervulde vacatures. Een groeiend probleem dat een hele generatie dreigt te raken.

Er worden wekelijks klassen naar huis gestuurd. Simpelweg omdat er geen leraar te vinden is.

Het kabinet trok extra geld uit, maar er is meer nodig om het tij te keren. Leraren en ouders kwamen de afgelopen tijd meermaals in actie. Er waren stakingen en een massale demonstratie van 40.000 mensen op het Malieveld. Tegen de te hoge werkdruk, en voor extra investeringen. De werkdruk blijft te hoog. Er ontstaan noodgedwongen vierdaagse schoolweken en er worden wekelijks klassen naar huis gestuurd. Simpelweg omdat er geen leraar te vinden is.

En dat lerarentekort raakt vooral de kinderen die al minder kansen hebben. Juist hun scholen hebben steeds meer moeite een goede leraar te vinden. De groeiende kansenongelijkheid in onze samenleving wordt door het lerarentekort alleen maar versterkt.

Aanstaande maandag zullen wij voorstellen doen waar leraren, ouders en kinderen iets aan hebben.

Het kabinet is sinds vorige week haar meerderheid in de Eerste Kamer kwijt, maar lijkt dit nog niet te beseffen. Aanstaande maandag zullen wij voorstellen doen waar leraren, ouders en kinderen iets aan hebben. Daarbij hoort in elk geval het dichten van het salarisverschil tussen het primair en voortgezet onderwijs en een eerlijker beloning voor leraren in het voortgezet speciaal onderwijs. We hopen daarmee coalitiepartijen D66, VVD, CDA en CU te overtuigen dat we nu in actie moeten komen. Zodat ieder kind zeker is van een eerlijke start, en dat begint bij een goede leraar voor de klas.

Herken jij dit en vind je ook dat er meer moet gebeuren? Deel dan dit bericht!

Getekend,

Lodewijk Asscher Kirsten van den Hul

Tweede Kamerlid

Tweede Kamerlid

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.