Alle (gemeentelijke) gebouwen, evenementen en de openbare ruimte toegankelijk maken voor iedereen. Dat is het doel van de Arnhemse Standaard Toegankelijkheid (AST). Maar het raadsvoorstel hierover dat woensdag 27 maart besproken werd was te onduidelijk. D66 raadslid Mattijs Loor kwam samen met VVD, CDA, GroenLinks en PvdA tot een amendement dat het volledige raadsvoorstel ombouwde tot een duidelijk besluit, met een oproep aan het college voor een volledige financiële onderbouwing. De raad stond hier unaniem achter.

Arnhem is één van de koplopergemeenten in Nederland die met de Arnhemse Standaard toegankelijkheid beleid opstelt dat de verouderde bouwnormen moet vervangen. Samen met de APCG is een mooi stuk opgesteld, waar de raad achter kan staan. Het raadsvoorstel dat dit in moet stellen is echter een ander verhaal.

Een eerlijk besluit

De invoering van de AST heeft financiële gevolgen. Het raadsvoorstel was zeer verhullend over hoe deze kosten gedekt moeten worden. Daarnaast zou de AST direct deel van het beleid zijn, maar werd er nog geen budget voor gereserveerd. Het amendement bouwt dit om naar een duidelijk besluit, waarbij het college met een volledig overzicht van de financiële consequenties én een aanvullend voorstel moet komen om de AST ook daadwerkelijk te kunnen gaan toepassen. Daarnaast regelt het amendement dat de AST direct wordt toegepast waar dat redelijkerwijs mogelijk is.

“Met het unaniem aannemen van dit amendement geeft de raad een duidelijk signaal af aan wethouder Louwers,” stelt Loor. “Goede bedoelingen zijn niet genoeg, wij willen goede raadsvoorstellen met een goede financiële onderbouwing.”

Geen nadeel voor scholen

Naast het amendement kwam de D66’er ook met een motie die als kader meegaf dat extra huisvestingskosten die de AST voor scholen zou kunnen opleveren niet ten koste mogen gaan van middelen voor onderwijs. Deze motie is ook met ruime meerderheid aangenomen. “De wethouder gaf aan dat de extra kosten waarschijnlijk klein zouden zijn, maar we wilden de garantie dat de gemeente, die extra regels oplegt, het onderwijs hier niet mee opzadelt,” benadrukt Loor.