De patstelling in Den Haag is compleet. Exact de helft van de Tweede Kamer – de leden van de oppositie -  wil structureel meer waardering voor zorgverleners. Maar de andere helft -  de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie – blokkeren vooralsnog dit voorstel van SP en PvdA. Op dinsdag 23 juni zal de Tweede Kamer opnieuw hoofdelijk stemmen over de motie van SP en PvdA. Het is nu zaak de druk op te voeren en de coalitie te overtuigen dat - na een daverend applaus voor de zorg – structureel meer waardering niet achter kan blijven.

Waarom willen SP en PvdA juist nu meer waardering voor zorgverleners?

De afgelopen maanden hebben zorgverleners – vaak met gevaar voor eigen gezondheid – overuren gedraaid om Nederlanders zo goed mogelijk te helpen tijdens de coronacrisis. Dat leverde een nationaal applaus op voor de zorg maar leidde niet tot meer structurele waardering voor zorgverleners. Toch is dat wel nodig omdat de zorg al jaren achterloopt als het gaat om salaris en omdat de arbeidsvoorwaarden al jaren onder druk staan. Vorig jaar nog leidde dit tot een historische staking van zorgverleners in de ziekenhuizen. De SP vindt het niet acceptabel dat veel sectoren met miljardensteun worden gered maar dat zorgverleners genoegen moeten nemen met een applaus. Daarom voeren we de druk op de coalitie op om de blokkade op meer waardering weg te halen.

Hoe kan het dat dit voorstel nog steeds tegen een blokkade van de coalitie aanloopt?

Coalitiepartijen stellen dat de gesprekken over lonen en arbeidsvoorwaarden niet in Den Haag maar tussen sociale partners moeten worden gevoerd. Maar dat is natuurlijk maar de halve waarheid. De politiek bepaalt namelijk hoeveel geld er voor de zorg beschikbaar is en daarmee hoeveel ruimte er is voor hogere lonen en betere arbeidsvoorwaarden. Het afgelopen jaar is immers ook veelvuldig in Den Haag gesproken over hogere salarissen voor leraren. De vraag of er meer geld beschikbaar moet komen voor zorgverleners draait dus om politieke keuzes.

Op welke manier willen SP en PvdA zorgverleners meer en beter waarderen?

De overheid stelt ieder jaar een percentage vast waarmee de personele kosten in de zorg kunnen stijgen. Dit heet de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA). De overheid kan besluiten om deze bijdrage te verhogen zodat zorgaanbieders meer geld krijgen om zorgverleners beter te betalen. Het bizarre is dat de OVA-ruimte voor dit jaar

is dan vorig jaar. En voor volgend jaar is helemaal nog niet bekend hoeveel geld zorgverleners erbij krijgen. Het kabinet moet daarom nú duidelijk maken dat zorgverleners gegarandeerd er flink op vooruit gaan.

Wie gaat die extra waardering voor zorgverleners betalen?

Politiek gaat over keuzes maken. Het kabinet Rutte III wil de belasting voor winstgevende bedrijven nóg verder verlagen. Dat terwijl de winstbelasting al vele jaren stelselmatig verlaagd is waardoor Nederland vele miljarden aan inkomsten misloopt. Ook in de zorg zelf is nog steeds veel geld te besparen. Denk bijvoorbeeld aan de buitensporig hoge winsten die de farmaceutische industrie maakt of de artsen die hun eigen bedrijven runnen, volop 'productie' draaien en veel winst maken. De SP wil de winsten en de markt uit de zorg halen. Geld voor zorg, moet naar zorg. Daarmee komen honderden miljoenen vrij die besteed kunnen worden aan meer waardering voor zorgverleners.