Nieuws van Haagse Stadspartij over SGP inzichtelijk

4 documenten

Net niet genoeg steun voor behoud Martelarenkerk

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij SGP ChristenUnie Partij voor de Dieren 's-Gravenhage 29-10-2019 11:01

De Haagse Stadspartij heeft met een motie geprobeerd om de Martelaren van Gorcumkerk aan het Stadhoudersplantsoen van de slooplijst te halen. Het scheelde heel weinig of het was gelukt: De motie die raadslid Peter Bos (Haagse Stadspartij) samen met William de Blok (Groep de Mos) indiende kreeg steun van 21 raadsleden en 23 raadsleden stemden tegen. De motie werd ingediend bij de behandeling van de Gebiedsvisie Internationale Zone op 17 oktober 2019.

Peter Bos: “Deze monumentale kerk is veel te mooi om te slopen. Het is een architectonisch en stedenbouwkundig pareltje en een baken aan de rand van de wijk Zorgvliet, prachtig ingepast in de door Dudok ontworpen plantsoenstrook.” De gemeente heeft de kerk gekocht om er op termijn een internationale instelling te kunnen bouwen. Momenteel is de voormalige kerk in gebruik als Indoor Trampoline Park voor kinderen, onder de naam “Planet Jump”. De pastorie is in gebruik bij De Vrije Ruimte, een pionierende school op het gebied van natuurlijk leren.

Op dit moment zijn er nog geen bouwplannen bekend zodat sloop nu nog niet aan de orde is. Wel liet wethouder Revis doorschemeren dat er mogelijk woningbouw gaat komen op de plek van de kerk. Peter Bos: “Het had niet veel gescheeld of mijn motie had het gehaald. Ik heb goede hoop dat de komende jaren de steun voor behoud blijft groeien en sloop uiteindelijk kan worden voorkomen”.

Ook het naastgelegen pand De Stadhouder wil de gemeente tegen de vlakte gooien. De Stadhouder is een bedrijfsverzamelgebouw dat ruimte biedt aan ruim 60 creatieve en innovatieve bedrijven. Ook hierover diende de Haagse Stadspartij samen met de Christen Unie een motie in om het gebouw niet te slopen en de schaarse bedrijfsruimte te behouden. Maar ook deze motie werd niet aangenomen.

Wel had de Haagse Stadspartij succes bij een ander onderdeel van de Gebiedsvisie. Op initiatief van de Partij voor de Dieren zijn twee moties ondertekend die het college opriepen om de sportvelden achter het Internationaal Strafhof niet te bebouwen. Een meerderheid van de gemeenteraad steunde deze twee moties.

Motie: Martelaren van Gorcumkerk behouden

Indiener: Peter Bos, Haagse Stadspartij

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 17 oktober 2019, ter bespreking van de Gebiedsvisie Internationale Zone (RIS303517).

Constaterende, dat:

– In de gebiedsvisie op de locatie van de Martelaren van Gorcumkerk een reservering voor nieuwbouw van een internationale organisaties is gemaakt;

– De Martelaren van Gorcumkerk eigendom is van de Gemeente Den Haag;

– De kerk al enige tijd goed wordt gebruikt en wordt verhuurd aan Planet Jump, een trampolinecentrum.

Overwegende, dat:

– De Martelaren van Gorcumkerk bijzondere stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit heeft;

– De kerk mooi is ingepast in de plantsoenstrook van het Stadhoudersplantsoen ontworpen door Dudok;

– De Martelaren van Gorcumkerk nog in goede staat verkeerd;

– De buurtbewoners en de wijkorganisatie pleiten voor behoud van de kerk;

– De monumentenorganisatie het Cuypersgenootschap al eerder heeft verzocht om aanwijzing van de kerk tot gemeentelijk monument.

Verzoekt het college:

– De Martelaren van Gorcumkerk niet te slopen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Peter Bos William de Blok

Haagse Stadspartij Groep de Mos/Hart voor Den Haag

Motie: Bedrijfsverzamelpand De Stadhouder

Indiener: Peter Bos, Haagse Stadspartij

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 17 oktober 2019, ter bespreking van de Gebiedsvisie Internationale Zone (RIS303517).

Constaterende, dat:

– In de gebiedsvisie op de locatie van het bedrijfsverzamelgebouw De Stadhouder aan de Stadhouderslaan een reservering voor nieuwbouw van een internationale organisaties is gemaakt;

– De Stadhouder eigendom is van de Gemeente Den Haag;

– Het gebouw sinds 2011 in gebruik is als bedrijfsverzamelgebouw en intussen werkgelegenheid biedt aan 60 creatieve en innovatieve bedrijfjes.

Overwegende, dat:

– Bedrijfshuisvesting in woonwijken een schaars goed is;

– Er een tekort is aan bedrijfsruimte in Den Haag, een tekort dat de komende jaren alleen maar zal groeien;

Verzoekt het college:

– De Stadhouder niet te slopen en in te blijven zetten als bedrijfsverzamelpand.

En gaat over tot de orde van de dag.

Peter Bos Pieter Grinwis

Haagse Stadspartij Christenunie-SGP

Toekomst vuurstapels: uitstel van executie

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij SGP Partij voor de Dieren PvdA 's-Gravenhage 20-10-2019 18:26

Het debat over de toekomst van de vreugdevuren op Scheveningen op 17 oktober 2019 was het debuut in de gemeenteraad van waarnemend burgemeester Johan Remkes. En hij deed dat overtuigend. Een wereld van verschil met zijn voorgangster, waarbij een 2-minuten debat nog ruim 3 uur kon duren. In het debat lagen twee keuzes voor: of een jaar overslaan, het voorstel van Joris Wijsmuller namens de Haagse Stadspartij, of eerst afwachten of er in de korte tijd die tot de jaarwisseling rest een vergunningswaardig voorstel van de organisatoren komt voor een veel kleiner vuur. De raad volgde in meerderheid het procesvoorstel van Remkes, waarmee een definitief oordeel werd uitgesteld tot eind november. Het voorstel van de Stadspartij om een duidelijke uitspraak te doen werd verworpen. Wijsmuller: “De meerderheid van de partijen durfde het nog niet aan om de knoop door te hakken. Uitstel van executie dus. Vanuit Remkes kan ik dit nog wel begrijpen: hij legt eerst de bal bij de organisatoren, en houdt zo zijn handen nog vrij.” Remkes toonde daadkracht met een belangrijke mededeling voor alle Scheveningers die bij de jaarwisseling schade hebben geleden, maar nog altijd wachten op een vergoeding. “De gemeente rondt nog dit jaar alle schadegevallen na de vonkenregen op Scheveningen af. En dat gaan wij ruimhartig doen”.

De bijdrage van fractievoorzitter Joris Wijsmuller:

‘Voorzitter, als laatste spreker resteert er niet veel om toe te voegen. Wel vind ik dat de raad nu een duidelijke uitspraak moet doen over wel of geen vuren bij de jaarwisseling, waarvoor ik zo een motie ga indienen. Maar allereerst wil ik langs deze weg namens de Haagse Stadspartij de Oonderzoeksraad voor de Veiligheid (OvV) nogmaals danken voor het kraakheldere en niet mis te verstane rapport. Het rapport bracht ordening in de vele zaken die wij al wisten, deed alle ruis en twijfels die er nog waren verstommen, en brengt een goede focus op de lessen die uit de dramatische jaarwisseling getrokken moeten worden.

Op de reactie van het college op het rapport is wél nog het nodige op aan te merken, maar het meeste acht ik nu minder relevant omdat ik ervan overtuigd ben dat de collegereactie met de nieuwe waarnemend burgemeester anders zou zijn geweest dan die van zijn voorgangster. Want zijn voorgangster heeft lang de kop in het zand gestoken, en de boel in afwachting van het OvV-rapport voor zich uitgeschoven. U weet dat ik haar daar al vanaf januari op heb aangesproken, dat ik voor de zomer nog de motie ‘Geen plannen, geen vlammen’ heb ingediend, en haar ook na de zomer nog heb bevraagd of zij al in overleg met betrokkenen bezig was om voorbereidingen voor de jaarwisseling op Scheveningen te treffen. Hierop is steeds ontkennend en ontwijkend gereageerd, dus u zult begrijpen dat ik verbaasd en ontstemd was om te lezen dat er al langer gesprekken met de organisatoren van de vuurstapels zijn gevoerd. Kan het college deze gesprekken in het licht van de eerdere ontkenningen toelichten, en aangeven of er afspraken en/of toezeggingen zijn gedaan?

In de collegereactie wordt uitgegaan van nieuwe vuurstapels in aangepaste vorm op basis van een vergunningprocedure. Zo denkt het college de aanbevelingen van de OvV op te kunnen volgen. Maar de OvV stelt terecht dat een vergunning op zich nog geen garantie is voor een vlekkeloos evenement. En de OvV heeft voor haar onderzoek niet alles onderzocht. Zo is er nog geen nader onderzoek gedaan naar de risico’s op vliegvuur. Er is nog geen nader onderzoek gedaan naar de millieueffecten van vreugdevuren zoals de stikstofuitstoot bij Natura2000-gebieden. En er is ook nog geen nader onderzoek is gedaan naar de Arbo-vereisten die nodig zijn om een vreugdevuur in welke omvang dan ook veilig te kunnen opbouwen. Daarnaast hebben wij nog geen zicht op een adequate en transparante veiligheidsorganisatie waarbij de rollen en verantwoordelijkheden van organisator, toezichthouder, vergunningverlener en facilitator helder zijn. Voorzitter, er resten nog slechts 10 weken tot aan de komende jaarwisseling. Daarom dien ik de volgende motie in waarin de raad uitspreekt dat:

Het voor de komende jaarwisseling te kort dag is om een evenement met vreugdevuren vlekkeloos te organiseren;

Er tijdens de jaarwisseling 2019/2020 geen vreugdevuren op het strand voor Scheveningen en Duindorp worden toegestaan.

De motie is mede ondertekend door NIDA en de PvdD.

En overigens ben ik van mening dat, voordat er nieuwe vuren in welke vorm dan ook op Scheveningen komen, het eerst en vooral duidelijk moet zijn hoe de schade van de afgelopen jaarwisseling afgehandeld wordt. Ik heb de moties van PvdA en CU/SGP over de schadeafhandeling dan ook mee ondertekend.

Voor de andere vreugdevuren in de stad, waarover de eerste inspreekster sprak, geldt dat er op dit moment geen vergunningsprocedure is opengesteld. Moeten die dan nog wel doorgaan? En als er dan al vuren gedoogd gaan worden, geldt dan de norm die brandweer stelt zoals de heer Barker in zijn motie heeft voorgelegd? Graag een reactie van de burgemeester specifiek gericht op de vreugdevuren in Escamp en Laak.

Tot slot wil ik herhalen wat ik in de eerste vergadering na de jaarwisseling al gezegd heb: tot en met 31 december 2018 kon het beleidskader voor de vuurstapels op breed draagvlak in deze gemeenteraad rekenen. Wij zijn dus allemaal verantwoordelijk voor de ontstane gedoogcultuur en wij hebben allemaal onvoldoende rekenschap genomen van de mogelijke veiligheidsrisico’s. Een belangrijke les hierbij is dat wij ons niet moeten laten leiden door de vrees voor ongeregeldheden en het bewaren van de lieve vrede, maar dat de veiligheid en alle daarvoor noodzakelijke vereisten altijd voorop moeten staan. Hierbij hoort ook het bewaken van de juiste termijnen die nodig is om het zorgvuldig en veilig voor te bereiden. Ik reken dan ook op bredere steun voor mijn motie, en ben heel benieuwd naar de reactie van de waarnemend burgemeester.’

Tweede Termijn:

‘Ik heb waardering voor de waarnemend burgemeester die in eerste termijn met gezag en geloofwaardigheid inkleuring heeft gegeven van de vergunningsprocedure. En de bal en verantwoordelijkheid zo in eerste instantie bij de organisatoren legt. En trecht benadrukt dat het nog allerminst zeker is dat de vuren in aangepaste vorm vergund kunnen worden. Ook is het glashelder dat er nog altijd geen plan is. Dat wordt gaandeweg tijdens de vergunningprocedure in elkaar geknutseld. Onder stoom en kokend water. De vereiste zorgvuldigheid is dan snel het kind van de rekening.

De rol van omwonenden wordt in dit korte tijdsbestek gereduceerd tot een zienswijze in de vergunningprocedure en de eventuele mogelijkheid om een voorlopige voorziening bij de rechter aan te vragen; een zware verantwoordelijkheid. Tijd voor beroep is er domweg niet, want ga maar na: bij grote evenementen – daar hebben we hier over – moet de vergunning normaal gesproken uiterlijk 18 weken voorafgaand worden aangevraagd; dat was dus 27 aug. De burgemeester heeft wel de bevoegdheid om in bijzondere gevallen ontheffing te verlenen. Dat doet hij klaarblijkelijk, en nu resten er nog maar 10 weken. Het vergunningsbesluit van het college moet uiterlijk 4 weken voor het evenement zijn genomen, en voor de zienswijzeprocedure staat 4 weken; dat betekent dat van de 10 weken er nog maar 2 resteren om zienswijzen zorgvuldig te beoordelen en een collegebesluit te nemen. Voor de 6 weken beroepstermijn is er daarna uberhaupt onvoldoende tijd.

Hoewel het niet dus zeker is dat de vergunning rond komt, zwemmen we langs deze weg met stoom en kokend water een fuik in. Dat is niet verstandig, zeker niet in de wetenschap dat er een cultuuromslag nodig is, leidend tot herstel van vertrouwen. Daar is tijd voor nodig. En een raad die zelf ook verantwoordelijkheid durft te nemen. Alle reden dus om voor mijn motie ‘Jaartje overslaan’ te stemmen.’

De ingediende (en niet aangenomen) motie:

Motie: Jaartje overslaan

Indiener: Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 17 oktober 2019, ter bespreking van Raadsmededeling Reactie Onderzoeksraad voor Veiligheid ‘Vliegvuur op Scheveningen’ (RIS303630).

Constaterende, dat:

• De Onderzoeksraad voor Veiligheid in een glashelder rapport heeft geconcludeerd dat de Haagse vreugdevuren niet langer op de huidige wijze kunnen worden georganiseerd;

• De organisatie van een dergelijk grootschalig evenement – in welke aangepaste vorm dan ook – een grondige voorbereiding vereist waarin de veiligheidsrisico’s in kaart worden gebracht en deze risico’s zo goed mogelijk worden geminimaliseerd door veiligheidsmaatregelen;

• Een openbare vergunningsprocedure, waarbij politie en brandweer een eigenstandige adviesfunctie hebben, ruimte aan burgers voor inspraak moet geven alsmede mogelijkheden van bezwaar en beroep zodat alle belangen, bezwaren en zorgen expliciet op tafel komen.

Overwegende, dat:

• Een vergunning op zich nog geen garantie is voor een vlekkeloos evenement;

• Er nog geen nader onderzoek is gedaan naar de risico’s op vliegvuur;

• Er nog geen nader onderzoek is gedaan naar de milieueffecten van vreugdevuren zoals de stikstofuitstoot in de nabijheid van Natura2000-gebieden;

• Er nog geen nader onderzoek is gedaan naar de Arbo-vereisten die nodig zijn om een vreugdevuur in welke omvang dan ook veilig te kunnen opbouwen;

• Er nog geen zicht is op en draaiboeken zijn voor een adequate en transparante veiligheidsorganisatie waarbij de rollen en verantwoordelijkheden van organisator, toezichthouder, vergunningverlener en facilitator helder zijn;

• Er nog slechts 10 weken en 5 dagen resten tot aan de komende jaarwisseling.

Spreekt uit, dat:

• Het voor de komende jaarwisseling te kort dag is om een evenement met vreugdevuren vlekkeloos te organiseren;

• Er tijdens de jaarwisseling 2019/2021 geen vreugdevuren op het strand voor Scheveningen en Duindorp worden toegestaan.

En gaat over tot de orde van de dag.

Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij

Adeel Mahmood, Nida

Robert Barker, PvdD

Prematuur gejubel over Leiding door het Midden

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij SGP PvdA ChristenUnie Partij voor de Dieren 's-Gravenhage 10-09-2019 11:24

De Haagse Stadspartij heeft samen met de PvdD, PvdA en ChristenUnie-SGP het college van burgemeester en wethouders om opheldering gevraagd over de Leiding door het Midden (LdM), het project waarmee tienduizend Haagse woningen worden gekoppeld aan de restwarmte van de industrie in de Rotterdamse haven. Minister Wiebes heeft bekend gemaakt dat Gasunie dit project van Eneco gaat overnemen, en wethouder Van Tongeren spreekt van “grote stappen vooruit om een op de vijf Haagse woningen op een duurzame manier te verwarmen.” Fractievoorzitter Joris Wijsmuller noemt dit “prematuur gejubel” en heeft namens de vier partijen vragen gesteld over de gebrekkige informatievoorziening en of dit project wel aan de Haagse voorwaarden kan voldoen.

De Warmterotonde, waar de LdM onderdeel van is, is een omstreden project. Minister Wiebes presenteert het als ‘duurzaam’ omdat voor het gebruik van restwarmte geen extra CO2-uitstoot nodig is. Maar de bron van deze restwarmte – het fossiele industriële havencomplex in Rotterdam – is met bijna 20% van de Nederlandse CO2-uitstoot en als bron van luchtvervuiling (o.a. stikstofdioxide) de grootste vervuiler van Nederland. Criticasters vrezen dat deze vervuilende industrie levensduur verlenging krijgt wanneer tienduizenden huishoudens voor hun warmte hiervan afhankelijk worden gemaakt. Ook werd onlangs bekend dat de Leiding over Oost is uitgelopen tot een drama met grote financiële schade voor provincie en gemeente tot gevolg.

Het Haagse gemeentebestuur heeft voorwaarden aan de LdM verbonden: het transportnet moet toegankelijk zijn voor lokale duurzame warmte, lokale initiatieven moeten voorrang krijgen en de havenbedrijven die de restwarmte leveren moeten versneld gaan verduurzamen. Maar minister Wiebes gaat er van uit dat het transportnet zeker tot 2035 gevoed wordt met restwarmte uit de fossiele industrie. Wijsmuller: “Den Haag wil al in 2030 klimaat neutraal zijn. Wij moeten dus Haagse lokale duurzame warmte zien te versnellen, maar lokale initiatieven hebben voor het gebruik van deze transportleiding zo het nakijken.”

Ook heeft het stadsbestuur zich op het standpunt gesteld dat de LdM Den Haag geen extra geld mag gaan kosten. Wijsmuller plaatst hier vraagtekens bij: “Den Haag is met 1 op de 5 woningen volgens de wethouder – dat zijn meer dan 50.000 woningen! – de grootste belanghebbende bij dit miljoenenproject. Minister Wiebes wil van betrokken gemeenten garanties zien, dus daar kleven grote grote risico’s aan. Dat de wethouder nu zo blij reageert, vind ik prematuur gejubel. Eerst moet zij de gemeenteraad maar eens beter gaan informeren.”

De ingediende vragen:

Schriftelijke vragen: Informatievoorziening Leiding door het Midden (LdM)

Datum: 10 september 2019

Staatsbedrijf Gasunie gaat de leidingen voor de LdM aanleggen om restwarmte uit de Rotterdamse haven naar Den Haag te vervoeren. Dat meldt minister Eric Wiebes (Economische Zaken) in een brief van 9 september aan de Tweede Kamer. Het doel van LdM is de verduurzaming van het bestaande warmtenet in Den Haag. In reactie op de brief van de minister stelt wethouder Van Tongeren in het AD vandaag: “Dit zijn grote stappen vooruit om uiteindelijk een op de vijf Haagse woningen op een duurzame manier te verwarmen.” Een op de vijf betekent meer dan 50.000 Haagse woningen.De provincie Zuid-Holland gaat de vergunningsprocedure voor de LdM in alle zes betrokken gemeenten – waaronder Den Haag – coördineren en het traject planologisch beschermen. Dit werd door Gedeputeerde Staten al voor de zomer gemeld in een brief met bijlagen van 16 juli jl. aan de Provinciale Staten.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Joris Wijsmuller  de volgende vragen:

1. Waarom heeft het college de gemeenteraad niet geïnformeerd over het voornemen van de provincie Zuid-Holland om als planwetgever voor de LdM op te treden door een provinciaal inpassingsplan (PIP) op te stellen en voor alle vergunningen de provinciale coördinatieregeling (PCR) uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) toe te passen?

2. Het tracé van de transportleiding voor de LdM is circa 23 kilometer lang, circa 10 meter breed, loopt over het grondgebied van zes gemeenten (Vlaardingen, Schiedam, Midden-Delfland, Delft, Rijswijk en Den Haag) en valt binnen het plangebied van meer dan twintig bestemmingsplannen. Het PIP en de PCR bieden planologische bescherming waarbij volgens Gedeputeerde Staten de voordelen vooral liggen in een integrale afweging, een overzichtelijk proces van alle benodigde besluiten, het beperken van procedurele risico’s en de verwachtte tijdswinst. Kan het college toelichten welke consequenties het PIP en de PCR hebben voor de rol van de gemeente en de besluitvorming in de gemeenteraad bij omgevingsrechtelijke en planologische procedures?

3. In de brief van Gedeputeerde Staten staat: “De zes gemeenten hebben ambtelijk én bestuurlijk aangegeven dat zij het project LdM, het voorkeurstracé en het verzoek aan de provincie omtrent een PIP/PCR steunen.” Wat precies en wanneer precies is hierover door het college besloten?

4. Voor realisatie van de LdM is een aparte rechtspersoon opgericht (LdM CV) die nu nog van Eneco is, maar wordt overgedragen aan Gasunie. In de brief van Gedeputeerde Staten wordt vermeld: “Momenteel wordt tussen de LdM CV en elk van de zes gemeenten gesproken over de samenwerkingsovereenkomsten (SOK) in het kader van de aanleg en ligging en het betrekken van de omgeving.” Wat precies wordt er in de SOK vastgelegd? Is het college bereid om de concept-SOK met de gemeenteraad te delen alvorens deze wordt ondertekend? Zo nee, waarom niet?

5. Duidelijkheid over de vraagontwikkeling is cruciaal voor de businesscase van het project. Minister Wiebes vermeld in zijn brief dat hij samen met de provincie Zuid-Holland in gesprek gaat met de gemeenten om voldoende garanties voor warmte-afname te organiseren. Is het college voornemens om de benodigde garanties af te geven? Zo ja, is het college bereid om deze garanties eerst aan de gemeenteraad voor te leggen alvorens hierover besloten wordt?

6. Met de LdM is een investering van minimaal 140 miljoen gemoeid. Volgens minister Wiebes betekent de gewenste toekomstgerichte (over-) dimensionering hogere kosten en grotere onzekerheid over uiteindelijke benutting van transportcapaciteit. Met de huidige tarieven voor warmte leidt dit ertoe dat deze eerste fase van het warmtetransportnet niet zonder financiële steun vanuit de overheid tot stand kan komen. Op welke wijze gaat de gemeente Den Haag, de grootste belanghebbende partij met volgens de wethouder in potentie ruim 50.000 aan te sluiten woningen, hieraan financieel bijdragen?

Het project wordt door minister Wiebes gepresenteerd als ‘duurzaam’ omdat voor het gebruik van restwarmte geen additionele/extra CO2-uitstoot nodig is. Terwijl de bron van deze restwarmte – het fossiele industriële havencomplex in Rotterdam – met bijna 20% van de Nederlandse CO2-uitstoot en als grote bron van luchtvervuiling (waaronder stikstofdioxide) de grootste vervuiler van Nederland is.

7. Eneco gaat LdM CV overdragen aan Gasunie, met als perspectief de realisatie van gereguleerd, onafhankelijk netbeheer en een transportnet waarop meerdere duurzame warmtebronnen kunnen aansluiten. Draagt Eneco hierbij ook het Haagse Stadsverwarmingsnet aan Gasunie over? Zo nee, waarom niet?

8. Een harde voorwaarde voor het college om aan het project LdM mee te doen is dat bedrijven die deze restwarmte leveren ook versneld verduurzamen. Zowel in de brief van de minister als de brief van GS staat hierover helemaal niets opgenomen. Op welke wijze denkt het college dat aan deze voorwaarde van versneld verduurzamen kan worden voldaan?

9. Volgens de brief van minister Wiebes zal het transportnet met warmte van 70 tot 100oC tot 2035 gevoed worden met de restwarmte die overblijft vanuit fossiele industriële processen. Een van de voorwaarden van het college is echter dat het netwerk geschikt moet worden gemaakt voor lokale warmte (zoals geothermie) en lokale duurzame initiatieven altijd voorrang krijgen. Is deze voorwaarde wel reëel wanneer het net tot 2035 gevoed wordt met fossiele industriële restwarmte uit de Rotterdamse haven? Zo ja, kan het college toelichten wat onder deze condities en in het licht van de ambitie om al in 2030 klimaatneutraal te zijn nog de mogelijkheden zijn voor geothermie en andere lokale duurzame initiatieven om gebruik te kunnen maken van dit transportnet?

10. Is het college met ons van mening dat de uitspraken door de wethouder in het AD vandaag prematuur zijn, zeker zolang er geen duidelijkheid is over het kunnen voldoen aan de Haagse voorwaarden aan de LdM? Zo nee, waarom niet?

Joris Wijsmuller

Robert Barker

Janneke Holman

Pieter Grinwis

Haagse Stadspartij:  “Maak Den Haag pilotgemeente dak- en thuisloze jongeren”

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij SGP GroenLinks ChristenUnie Partij voor de Dieren 's-Gravenhage 19-03-2019 14:31

Staatssecretaris Blokhuis meldde afgelopen week dat hij alle 10.000 dak- en thuisloze jongeren in Nederland aan een eigen thuis wil helpen met een actieprogramma. Hij zoekt daarvoor een aantal pilotgemeenten.  Haagse raadsleden van zes politieke partijen roepen het college van b&w op om Den Haag als pilotgemeente aan te melden.

Peter Bos van de Haagse Stadspartij, Pieter Grinwis van de ChristenUnie-SGP, Tahsin Çetinkaya van de Islam Democraten, Adeel Mahmood van NIDA, Robin Smit van Partij voor de Dieren en Serpil Ates van GroenLinks hebben dit voorstel middels schriftelijke vragen aan het college voorgelegd. Ook willen zij weten hoeveel dak- en thuisloze jongeren Den Haag op dit moment kent.

SV Actieprogramma voor Dak- en thuisloze jongeren

Op 14 maart 2019 presenteerde Staatssecretaris Blokhuis het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren (*1) om alle 10.000 dak- en thuisloze jongeren (tussen 18 en 27 jaar) in Nederland te helpen aan een zo zelfstandig mogelijk bestaan met een eigen thuis. Hierover stellen wij overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde de volgende vragen.

1. Kent het college de Kamerbrief Aanbieding Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren van Staatssecretaris Blokhuis?

2. Volgens het Actieprogramma zal een tiental gemeenten er voor gaan zorgen dat voor het eind van 2021 elke (potentiële) dak- en thuisloze jongere de hulp en ondersteuning krijgt die zij nodig hebben. In deze ‘pilotgemeenten’ worden alle acties uit het programma direct in de dagelijkse praktijk toegepast. Is het college bereid de gemeente Den Haag aan te melden als pilotgemeente? Zo nee, waarom niet?

3. Kan het college aangegeven hoe het aantal dak- en thuisloze jongeren in Den Haag zich heeft ontwikkeld in de afgelopen 10 jaar? Zo nee, waarom niet?

4. Is het college met ons van mening dat dak- en thuisloosheid van jongeren zeer ongewenst is en steun van de Rijksoverheid goed van pas kan komen? Zo nee, waarom niet?

Peter Bos                               Pieter Grinwis              Tahsin Çetinkaya                         Adeel Mahmood

Haagse Stadspartij               ChristenUnie-SGP     Islam Democraten                       NIDA

Robin Smit                             Serpil Ates

Partij voor de Dieren           GroenLinks

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.