Nieuws van SP in Alkmaar inzichtelijk

24 documenten

De politiek van Bob Dylan deel 2

SP SP Alkmaar 30-11-2020 17:32

In zijn bewering van de autonomie van de jeugd, verwerpt ‘My Back Pages’ ‘The Times They Are A-Changin’ niet zozeer, maar verdiept en breidt het uit. Hij drong er bij de jongeren van de jaren zestig op aan categorieën uit het verleden te verwerpen en hun eigen termen te definiëren. Voor Dylan was de jeugd zelf, de toetssteen van authenticiteit geworden. Een enorm stimulerend idee voor de generatie die het voor het eerst infecteerde, maar ook, zoals later bleek, een doodlopende weg en minder een revolutionaire houding dan het destijds leek.

Dylans breuk met de politiek en de beweging die zijn eerste inspiratie was geweest, ontketende zijn poëtische en muzikale genialiteit; het bevrijdde hem om een ​​innerlijk landschap te verkennen. Zijn teksten werden onduidelijker; een samenhangend verhaal werd overboord gegooid ten gunste van het carnavalesk surrealisme; de soberheid van de akoestische folktroubadour maakte plaats voor de hedonistische extravagantie van een rock ’n roll ensemble. De liedjes beeldden een privé-universum uit.

Het is opmerkelijk dat zoveel linkse critici van Dylan de politiek niet zagen die zijn meesterwerken uit het midden van de jaren zestig bezielde. ‘Maggie's Farm’ combineert klasse en generatiewoede in een compromisloze afstand van loonarbeid. Hier wordt de macht van de werkgevers ondersteund door ideologie (“Ze praat met alle bedienden over mens en God en wet”) en de staat (“de Nationale Garde staat om haar deur”). De sociale orde wordt als opdringerig ervaren, bedrieglijk, schadelijk voor de behoefte van het individu aan zelfdefinitie. "Ik doe mijn best om te zijn zoals ik ben, maar iedereen wil dat jij net zo bent als zij."

Deze thema's werden ook onderzocht in ‘It’s Alright Ma, I’m Only Bleeding’, Dylans epische aanklacht tegen een samenleving die is gebouwd op hypocrisie en hebzucht (‘geld praat niet, het vloekt’). Hier is bewustzijn het slagveld; het is waar het individu worstelt om enige autonomie te krijgen uit de alles doordringende corruptie van een samenleving die wordt geregeerd door goederen.

Hoewel Dylan nooit expliciet met Vietnam omging, is de escalerende waanzin ervan voelbaar in twee van de belangrijkste composities die hij medio 1965 opnam, ‘Highway 61 Revisited’ en ‘Tombstone Blues’. In de laatste portretteert Dylan "de opperbevelhebber" (het was president Lyndon Johnson, maar zou net zo goed George Bush junior kunnen zijn).

In deze en andere liederen uit die periode deinst Dylan met afgrijzen (en humor) terug voor een openbare wereld die vergiftigd is door militaristisch patriottisme en kapitalisme. Dylan had de politiek niet overboord gegooid, maar herdefinieerde de reikwijdte ervan. In composities als ‘Visions of Johanna’ of ‘Desolation Row’ verdringen grote sociale thema's zich met intieme grieven. Toen een teleurgestelde gokker in de Albert Hall riep om "protestliederen", antwoordde een gefrustreerde Dylan: "Oh kom op, dit zijn allemaal protestliederen."

"Om buiten de wet te leven, moet je eerlijk zijn", schreef Dylan in 1966. Deze profetische waarschuwing - voor een generatie, een beweging, zichzelf - springt uit ‘Absolutely Sweet Marie’, een dwaas, opzwepend lied over seksuele frustratie. De volgende regel is minder bekend, maar luidt: "En ik weet dat je altijd zegt dat je het ermee eens bent."

Voor de anti-oorlogsbewegingen en wereldwijde rechtvaardigheidsbewegingen van vandaag, bieden Dylans liedjes uit de jaren zestig zowel een krachtig protest tegen blijvende vijanden als een heilzame kritiek op enkele van onze eigen ergste gewoonten.

De politiek van Bob Dylan deel 1

SP SP Alkmaar 16-11-2020 17:32

De protestsongs waar Bob Dylan het meest bekend van is, werden begin jaren zestig in een tijdsbestek van twintig maanden geschreven. Binnen een jaar had Dylan de protestsongs de rug toegekeerd, niet om afstand te doen van de politiek, maar om een ​​dieper soort radicalisme na te streven.

Bijna zestig jaar geleden, op 26 oktober 1963, bracht Bob Dylan zijn generatiehymne 'The Times They are A-Changin' uit. Het lied is gebaseerd op de overtuiging dat de beweging voor sociale verandering niet te stoppen is, dat de geschiedenis zich zal conformeren aan de moraal. In het tweede couplet stelt Dylan een onbezonnen, blijvende uitdaging voor de politieke commentatoren: “Come writers and critics/ Who prophesize with your pen/ And keep your eyes wide/ The chance won’t come again/ And don’t speak too soon/ For the wheel’s still in spin.”

Het waren de onverwachte prestaties van de burgerrechtenbeweging, een opkomst van de basis die het Amerikaanse politieke landschap veranderde, die deze uitdaging en het lied tot een mogelijkheid maakten. Maar het was Dylans genie om de universele geest te verwoorden die het specifieke historische moment bezielde. De protestsongs die Dylan beroemd hebben gemaakt en waarmee hij nog steeds wordt geassocieerd, werden geschreven in een korte periode van zo'n 20 maanden - van januari 1962 tot november 1963. Onder invloed van Amerikaanse radicale tradities en vooral door de politieke gisting die onder jongeren werd aangeraakt door de burgerrechtenbeweging nam hij deel met zijn liedjes over de terreur van de nucleaire wapenwedloop, armoede, racisme en oorlog. Deze creatieve vuurstorm gaf ons onder andere 'Blowin' in the Wind ' en ' Only a Pawn in Their Game'.

Dankzij zijn scherpe radicalisme en unieke poëtische gaven (en groot muzikaal vakmanschap) vernieuwde Dylan het protestgenre en hielp het een nieuw massapubliek te bereiken. Toen het album ‘The Times They Are A-Changin’ in januari 1964 uitkwam, werd de 22-jarige uit Minnesota gekroond tot laureaat van een sociale beweging en geprezen als "de stem van een generatie".

In de tussentijd had Dylan echter besloten dat dit niet was wat hij wilde zijn. Want Dylan is niet alleen de bekendste protestzanger van zijn tijd, maar ook de bekendste afvallige. Medio 1964 legde hij aan criticus Nat Hentoff uit: "Vanaf nu wil ik van binnenuit schrijven. Ik maak geen deel uit van geen enkele beweging. Ik kan het bij geen enkele organisatie redden. "

Hij was bezig met het opnemen van een nummer genaamd ‘My Back Pages’, een kritiek op de beweging die hij had nog zo had gevierd in ‘The Times They are A-Changin’. Hier treurt hij "lijkevangelisten" die "ideeën" gebruiken als "kaarten", die "leugens dat het leven zwart en wit is" uitschreeuwen en die niet begrijpen dat "ik mijn vijand word op het moment dat ik predik." Gealarmeerd door de ontdekking van autoritarisme in het hart van de beweging voor bevrijding (en in zichzelf), rebelleert hij tegen de zelfingenomenheid van links. Hij giet gal over de “zelfgeordende professor / Te serieus om voor de gek te houden”. Hij minacht wat hij ziet als de dode cultuur van politiek activisme: ‘Gelijkheid, ik sprak het woord, alsof het een huwelijksgelofte was, Maar ik was toen zoveel ouder, ik ben nu jonger dan dat. '

Dit refrein - een herroeping in elke betekenis van het woord - moet een van de meest lyrische uitingen van een politieke afvallige zijn die ooit zijn opgetekend. Ex-radicalen schrijven hun ontwikkeling meestal toe aan het onvermijdelijke opgeven van de rol van opstandige jongere naar die van een verantwoordelijke volwassene. Dylan keerde die polariteit om. Voor hem was de terugtrekking uit de politiek een terugtrekking uit verouderde categorieën en tweedehandse attitudes.

(Wordt vervolgd, over twee weken deel 2)

Moeten we de zetelrover als plucheklever accepteren?

SP SP Alkmaar 21-09-2020 19:18

Met grote regelmaat wordt de lokale politiek opgeschrikt door een verschijnsel dat wordt aangeduid met de term ‘zetelroof’. De zetelrover is een politicus die ruzie krijgt met zijn eigen partij en zich niet meer thuisvoelt bij zijn oude partij. Als de zetelrover niet langer lid wil zijn van die partij, ontstaat er een probleem.

Hoe moet het met de zetel waarop de zetelrover zit? Het gevaar dreigt dat hij zijn zetel zal kwijtraken en alles wat met die zetel samenhangt: een raadsvergoeding, politieke invloed en geldingsdrang. Zetelrovers willen daarom vaak kostte wat kost vasthouden aan de zetel waarop zij zitten. Zetelrovers ontpoppen zich vaak als plucheklevers. Zij vinden dat de zetel eigenlijk hun eigendom is.

Veel mensen vinden dat de zetel waarop de zetelrover zit, eigenlijk van de partij is waartoe hij behoort of behoorde. Zij vinden dat die zetel gewoon moet worden teruggegeven aan die partij als de zetelrover zijn partij de rug toekeert. De zetelrover moet opstaan en de raadzaal verlaten. Zetelrovers zijn het daar natuurlijk niet mee eens. Zij vinden dat zij van nature het meest geschikt zijn om op die zetel te zitten. Zij willen niet dat een ander hun plek inneemt. Die zetel is van hun. Liever verhuizen ze hun zetel naar een ander plekje in de raadzaal.

Omdat een zetel zonder partij niet kan, beginnen sommige zetelrovers hun eigen partij. Andere zetelrovers sluiten zich aan bij andere partijen in de raadzaal. Daar worden zij doorgaans met open armen ontvangen. Partijen maken graag wat extra ruimte voor een extra zetel, want een extra zetel betekent meer invloed of aanzien. Ook al gaat het om een geroofde zetel.

Zeldzaam is de principiële zetelrover, die dan ook eigenlijk geen echte zetelrover is. Zo’n persoon vindt het netjes en integer om zijn zetel terug te geven aan de partij waarmee hij ruzie heeft en waar hij niet meer bij wil horen. Hij verlaat het zetelparadijs, staat op en laat een lege zetel achter. Zijn partij vraagt vervolgens iemand van buiten de raadzaal om die lege zetel in te nemen.

De term ‘zetelroof’ suggereert diefstal. Je neemt iets wat rechtmatig niet aan jou toebehoort. De term wordt bij voorkeur gebezigd door de partijen die een raadslid zien vertrekken. Partijen zien die zetel als hun eigendom. Soms laten partijen de raadsleden in spe verklaringen ondertekenen waarin zij beloven bij tussentijds opstappen, af te zien van hun raadzetel. Het is een drukmiddel dat partijen gebruiken, maar zonder juridische kracht geeft jurist Max de Bok aan in het boekje ‘Van Abdicatie tot Zetelroof’.

In 1988 bepaalde de Hoge Raad dat afspraken die politieke partijen maken met (kandidaat-) fractieleden over afstand doen van de zetel in geval van conflict met partij of fractie nietig zijn. Zetels worden volgens onze gemeentewet aan personen gegeven. Bij je beëdiging als raadslid word je persoonlijk benoemd en moet je beloven je werk als raadslid te doen ‘zonder last en ruggespraak’. Het karakteriseert de zelfstandige en onafhankelijke positie van een raadslid, ook ten opzichte van zijn partij. Bovendien heeft elke individuele volksvertegenwoordiger een mandaat van de kiezer heeft, merkt De Bok op.

Ik ben van mening dat je als vertegenwoordiger en lid van een politieke partij trouw moet zijn aan de politieke koers van je eigen partij. Dit betekent niet dat er binnen een partij(fractie) op landelijk, provinciaal of gemeentelijk niveau van mening kan worden verschild. Discussie binnen een partij is gezond en zelfs onmisbaar. Mocht het echter zo zijn dat een partijlid uit de partij wil stappen, dan lijkt het me fair dat die persoon zijn zetel aan een ander partijlid af zal staan.

De huidige Gemeentewet geeft ruim baan aan zetelrovers en plucheklevers, omdat volgens die Gemeentewet zetels aan personen en niet aan partijen worden gegeven. Het is duidelijk dat als we af willen van het fenomeen zetelroof de Gemeentewet veranderd zal moeten worden.

SP Alkmaar zamelt schoenen in voor ‘3 zusters’ in actie

SP SP Alkmaar 01-09-2020 12:44

De SP-afdeling  Alkmaar ondersteunt de inzamelactie van ‘3 Zusters’, een initiatief van verpleegkundigen, om zoveel mogelijk schoenen op het Malieveld te krijgen.

De komende dagen worden er door het hele land schoenen ingezameld, die op zaterdag 5 september op het Malieveld worden gezet. Zaterdag is er een online demonstratie via eerlijkebeloning.nl. Vanwege de coronamaatregelen is een vol Malieveld niet mogelijk, maar wél worden er duizenden paar schoenen neergezet onder het motto: “Wij kunnen niet gaan, maar onze schoenen wel”. Ook in Alkmaar kunnen de komende week schoenen worden gebracht.

Het initiatief voor deze schoenenactie komt van verpleegkundigen Natasia ten Kattelaar en Eefje van Keeken. Zij en alle andere zorgmedewerkers kregen aan het begin van de coronacrisis nog een daverend applaus, maar zagen vervolgens wegrennende Kamerleden en voorstellen voor salarisverhoging keer op keer weggestemd worden. Met een Malieveld vol schoenen willen ze meer dan alleen applaus. De SP steunt hun initiatief en loopt met hen voorop om de mensen in de zorg te geven wat ze verdienen: structurele loonsverhoging, een gelijkwaardige plaats aan de gesprekstafel  en een verlaging van de werkdruk. Eefje en Natasia gaan voor minimaal vijfduizend paar schoenen. Maar ze hopen op veel meer. Iedereen die zich wil aansluiten - en een paar schoenen over heeft – kan zijn schoenen inleveren bij:

A. Bermon Postiljonstraat 72 1825 EN Alkmaar

F. Correa (na 19:00) Mr. P.J. Troelstrakade 30 1814 TB Alkmaar

 Inzamelpunten elders in het land zijn te vinden via: https://www.facebook.com/3zusters

De online demonstratie is op 5 september. Nog niet aangemeld? Meld je dan nu aan via eerlijkebeloning.nl 

Zie ook: Zorg

De lonen in de zorg moeten omhoog

SP SP Alkmaar 24-08-2020 17:17

Met een kleine meerderheid wezen de coalitiepartijen in de Kamer eind juni drie voorstellen van de SP af om het zorgpersoneel, naast het uitkeren van een eenmalige coronabonus van duizend euro, ook structureel beter te belonen. In augustus werd een soortgelijk voorstel van de SP opnieuw verworpen. Minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zei dat er al jaren meer geld naar zorgmedewerkers is gegaan. "We zorgen er elk jaar opnieuw voor dat de salarissen in de zorg de salarissen in de rest van de markt kunnen bijbenen."

De vakbonden juichten de bonus toe, maar blijven aandringen op een structurele loonsverhoging. Ze vinden 1000 euro netto wel een mooi bedrag, omdat iedereen in de sector ervan profiteert, ook de schoonmakers, ambulancepersoneel en medewerkers in de jeugd- en gehandicaptenzorg. Bovendien heeft de bonus dus geen gevolgen voor bijvoorbeeld de huur- of zorgtoeslag van zorgmedewerkers. Maar volgens critici is een eenmalige beloning niet voldoende om het 'achterstallig onderhoud' weg te werken. FNV-bestuurder Merlijn beaamde dat: "Minister De Jonge voelt goed aan dat er een etterende wond aan het ontstaan is, maar hij moet niet denken dat die met het plakken van een pleister is genezen."

In Frankrijk krijgt het zorgpersoneel wel structurele loonsverhoging.

Half juli maakte de Franse regering bekend 8 miljard euro in de salarissen van zorgmedewerkers te investeren, zo liet de Franse premier Jean Castex maandag 13 juli weten. De salarisverhoging in Frankrijk is bedoeld als steun in de rug voor de zorgmedewerkers in de coronacrisis. Verpleegkundigen en verzorgers krijgen er maandelijks gemiddeld 183 euro bij. Ook het salaris van artsen in de openbare sector gaat omhoog. In Frankrijk ging het zorgpersoneel de eerste weken van juli de straat op voor meer concrete steun. Hoewel er op het hoogtepunt van de coronacrisis in maart bijna elke nacht werd geapplaudisseerd voor de zogenoemde 'helden van de zorg', demonstreerde het zorgpersoneel vooral voor meer financiële steun. De regering en vakbonden hebben in Frankrijk zeven weken onderhandeld over de salarisverhoging. "Dit is in de eerste plaats erkenning voor de mensen die in de frontlinie tegen deze epidemie hebben gestreden", aldus premier Castex na bekendmaking van het nieuws.

Wat wil het zorgpersoneel zelf?

V&VN is met 105.000 leden de grootste beroepsvereniging van Nederland. V&VN is er voor verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten. V&VN voorzitter Gerton Heyne: "De verschillen in beloning met andere beroepen van gelijk opleidingsniveau zijn te groot. Een diëtist of een functionaris bij Personeelszaken in het ziekenhuis begint meteen een schaal hoger dan een verpleegkundige. Als er over de hele linie geen betere beloning komt, blijven er tekorten, blijft de werkdruk hoog en blijven verpleegkundigen en verzorgenden weglopen. Dat kunnen we ons als samenleving niet permitteren. Nu zien we dat de werkgevers naar de politiek wijzen en de politiek naar de werkgevers. Daarom roepen we kabinet, Kamer, zorgverzekeraars én werkgevers op om boter bij de vis te doen. Stop met verstoppertje spelen en los het samen op!"

Op zaterdag 5 september komt de SP in actie. Dan begint het nieuwe politieke jaar en staat Prinsjesdag voor de deur. Dan is het moment om wat te veranderen en zorgverleners structureel beter te waarderen. We roepen iedereen op om mee te doen en de handen ineen te slaan voor de zorg. Hoe de actiedag er precies uit gaan zien gaan we komende tijd verder uitwerken met iedereen die mee wil doen. Maar zet de datum vast in je agenda en meld je aan! We houden je dan op de hoogte van de tijd en locatie. Sluit je aan! 

Kun je op 5 september niet meedoen maar wil je toch steunen? Teken dan de petitie voor meer dan applaus voor onze zorgverleners op https://doemee.sp.nl/zorgactie.

Al ruim 100.000 mensen hebben getekend!

Op reis door Europa: een kijkje bij onze oosterburen

SP SP Alkmaar 30-06-2020 07:24

Die Linke ('De Linksen') is een socialistische partij uit Duitsland. De partij staat uiterst links in het Duitse politieke spectrum en is in Nederland het beste te vergelijken met de SP, al kunt u later in deze column lezen dat Die Linke en de SP heel verschillend denken over het nut van steeds verdere Europese integratie. Op dit moment zit Die Linke in de landelijke politiek in de oppositie.

Na de val van de Berlijnse Muur verloor de Oost-Duitse communistische partij, de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands 95 procent van haar leden. Zij vormde zich om tot de Partei des Demokratischen Sozialismus (PDS), en veranderde haar naam in 2005 in Die Linkspartei. De partij behaalde 16,3 procent van de stemmen bij de eerste vrije verkiezingen in de DDR in 1989.

Ook na de hereniging met West-Duitsland behaalde de partij altijd zetels in de Bondsdag, daarbij geholpen door het feit dat de kiesdrempel in de Bondsdag van 5 % sinds de Duitse hereniging niet meer nationaal, maar ook regionaal bepaald is. Het grootste aantal zetels haalde zij in 1998 toen zij 36 zetels en 5,1 procent van de stemmen behaalde. Een dieptepunt werd bereikt in 2002 toen de PDS maar 2 zetels behaalde bij de verkiezingen voor de Bondsdag. De partij ging daarom een gematigdere koers varen. Daarna begon de partij weer te groeien en bouwde vooral een basis op in het voormalige Oost-Duitsland. In West-Duitsland bleef de partij het slecht doen in de verkiezingen en had een laag ledenaantal. Voor de verkiezingen van 2002 ging zij daarom een lijstverbinding aan met Arbeit & Soziale Gerechtigkeit – Die Wahlalternative. Dit was een nieuwgevormde partij die vooral bestond uit ontevreden leden van de SPD, vakbondsleden en verschillende links-radicalen.

De beide partijen fuseerden op 27 maart 2007 en gingen verder onder de naam Die Linke. De nieuwe partij won ook snel aan populariteit in West-Duitsland door zetels te winnen in de gemeenteraden van Bremen, Hessen en Hamburg. In 2009 haalde zij 8 zetels en 7,5 procent van de stemmen voor de verkiezingen in het Europees Parlement. Ook bij de verschillende deelstaatverkiezingen was de partij succesvol. De electorale instorting van de SPD bij de verkiezingen van 2009 bood kansen aan Die Linke. Bij de verkiezingen van het parlement behaalde zij 11,9 procent van de stemmen en groeide van 54 tot 76 zetels.In 2013 viel het zetelaantal terug naar 64; in 2017 steeg het opnieuw naar 69. In Brandenburg, Thüringen en Berlijn neemt Die Linke deel aan deelstaatregeringen.

De partij staat voor een sociale staat waarin minder ruimte is voor de vrije markt. Zo is de partij voor het invoeren van een basisinkomen, tegen het privatiseren van overheidsinstanties en voor een actieve arbeidsmarktpolitiek. Nadruk ligt ook op hernieuwbare energie en duurzaamheid.

Europa

In tegenstelling tot de SP is Die Linke wel positief over Europese integratie. In het Europees Parlement heeft de partij zeven zetels.

Wat is ook alweer de houding van de SP ten opzichte van Europa?

Volgens de SP heeft Brussel veel te veel macht. Met de invoering van het Europees economisch bestuur heeft de Europese Commissie het recht gekregen zich met allerlei zaken te bemoeien waar zij voor de crisis nog vanaf moest blijven: pensioenen, huisvesting, sociale zekerheid en onderwijs.

De SP heeft zich vanaf het begin gekeerd tegen de invoering van de euro, omdat een muntunie volgens de SP onvermijdelijk leidt tot verdere overdracht van soevereiniteit. Landen verloren de mogelijkheid om eigen monetair beleid te voeren. Zuid-Europese landen werden door de euro te duur en zagen hun export dalen. Lagere inkomsten leidden in heel Europa tot hogere begrotingstekorten.

Bedrijven die zich in een ander land vestigen en hun sociale rechten daarop aanpassen zorgen voor een verstoring van de markt. Hierdoor kunnen werknemers ineens voor een lager loon of minder pensioenopbouw aan het werk gaan. Dit zorgt voor oneerlijke concurrentie.

Om met de woorden van oud-europarlementariër van de SP Anne-Marie Mineur te eindigen: “Wij zijn niet in de eerste plaats Europeanen. Wij zijn Nederlanders, Zweden, Tjechen, Grieken, of zelfs Biltenaren, Gotenburgers, Pragenaars of Spartanen. Daar is helemaal niks mis mee.”

Conceptvoorstel coronawet kabinet is broddelwerk van de bovenste plank

SP SP GroenLinks PvdA Alkmaar 15-06-2020 19:48

Het conceptvoorstel voor de speciale coronawet, zoals die door het kabinet naar buiten is gebracht en op 1 juli van kracht moet worden, ligt zwaar onder vuur.

Het mag ironisch genoemd worden dat juist de linkse partijen in het parlement met de hardste kritiek op het conceptvoorstel komen. Een conceptvoorstel dat de macht van de overheid om in te grijpen op alle vlakken van de maatschappij sterk vergroot.

Het is bizar dat alle partijen die het felst het neo-liberlaisme aanhangen, waarbij we juist met een terugtredende overheid en deregulering te maken hebben, het meest voelen voor een coronawet waarbij we, volgens Willem Voermans, hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Leiden, “terug lijken te gaan naar de regeerperiode van koopman-koning Willem I (1815-1840)” (in de Volkskrant van 10 juni jl.).

Wie was Koning Willem I ook alweer? Hij was een autoritair regerende vorst, die per decreet regeerde, zelf zijn kabinetten samenstelde en het parlement herhaaldelijk naar huis stuurde als het parlement het niet eens was met zijn besluiten.

Willem I investeerde veel in de infrastructuur van Nederland en was indirect verantwoordelijk voor het zogeheten Cultuurstelsel in Nederlands-Indië, waarbij met name de Javaanse boeren minimaal twintig procent van hun landbouwopbrengsten aan de Nederlandse staat moesten overdragen in ruil voor het gebruik van “Nederlandse grond”. Hoe gelukkig de Javaanse bevolking werd van het Cultuurstelsel, waarbij de lokale bevolking gigantisch werd uitgebuit, valt onder andere te lezen in een van de grootste klassiekers van de Nederlandse literatuur, de ‘Max Havelaar’ van Multatuli.

Willem I zorgde er overigens voor dat hij aandelen had in al de hierboven genoemde projecten en zag zijn persoonlijk vermogen tijdens zijn regeerperiode van 10 miljoen tot 200 miljoen gulden groeien. Maar hoe ons Koninklijk Huis zichzelf al eeuwen verrijkt is een ander verhaal.

In het conceptvoorstel, zoals dat er nu ligt, mogen ministers per ministeriële regeling evenementen weigeren, samenscholingen op plekken verbieden, het openbaar vervoer platleggen en naar believen scholen sluiten. Het parlement wordt min of meer buitenspel gezet: pas nadat een regeling in werking is getreden gaat deze naar Tweede en Eerste Kamer. In een gezond functionerende democratie bepaalt het parlement en niet het kabinet.

Het conceptvoorstel voor de speciale coronawet grijpt diep in op grondrechten als het recht op vereniging, vergadering en demonstratie en dat is onaanvaardbaar.

Zoals u misschien nog wel weet uit de tijd dat u in de schoolbanken zat mogen zowel kabinet als Tweede Kamer met wetsvoorstellen komen. In de praktijk worden de meeste wetten ontworpen door gespecialiseerde ambtenaren in Den Haag, die vaak tientallen jaren, de meeste dagen van de week, een van de enorme kantoorkolossen bevolken, die al van tientallen kilometers afstand te zien zijn, als u bijvoorbeeld met de auto besluit naar de Hofstad af te reizen. Specialisten die broddelwerk leveren zijn weinig vertrouwenwekkend.

Het conceptvoorstel voor de coronawet ligt niet alleen onder vuur van linkse partijen als de SP, PvdA en GroenLinks en de academische wereld; ook De Raad van State, die tot taak heeft kabinet en parlement te adviseren over nieuwe wetgeving, vindt dat “een solide juridische basis ontbreekt voor het inperken van grondrechten”. Dezelfde zorgen werden afgelopen week geuit door de Nederlandse Orde van Advocaten en de Nationale Ombudsman.

Een conceptvoorstel voor een coronawet dat op zo weinig maatschappelijke steun kan rekenen kan alleen maar broddelwerk van de bovenste plank genoemd worden. Het is zeer twijfelachtig of onze gespecialiseerde ambtenaren in Den Haag binnen korte tijd met een acceptabel conceptvoorstel voor de coronawet komen.

Waarom geen inkomensafhankelijke kinderbijslag?

SP SP Alkmaar 02-06-2020 08:23

Om allerlei redenen kunnen mensen die niet meer kunnen werken een beroep doen op de een of andere uitkering. Dat kan een bijstandsuitkering zijn, maar ook komt het voor dat mensen voor korte of langere tijd werkloos of arbeidsongeschikt worden en maandelijks een hoger bedrag dan dat van een bijstandsuitkering uitgekeerd krijgen, omdat ze bijvoorbeeld lange tijd een baan met een relatief hoog inkomen hebben gehad. Voorwaarden voor het krijgen van zo’n uitkering en de duur daarvan zijn van allerlei omstandigheden afhankelijk.

Daarnaast bestaat er in Nederland een veel grotere groep mensen die wel werkt, maar te weinig verdient om hun huur of zorgverzekering (volledig) te kunnen betalen. Voor leden van die groep bestaan er huur- en zorgtoeslag.

Dit betekent dat dat de Nederlandse overheid al sinds jaar en dag een sociaal vangnet heeft gecreëerd om burgers te behoeden voor een al te grote inkomensval, armoede, of erger: huisuitzetting en dakloosheid. De sterkte van dat sociale vangnet is door de jaren heen danig aangetast door de respectievelijke neo-liberale kabinetten die Nederland al sinds tientallen jaren regeren: uitkeringen werden lager, de geldende voorwaarden die golden voor het krijgen van een uitkering werden steeds verder aangescherpt, net zoals de duur van het krijgen van een uitkering. De reden achter deze trend was dat het mensen zou aansporen om toch weer de arbeidsmarkt te gaan betreden, maar voor een grote groep mensen die echt nooit meer konden werken betekende het beleid van deze kabinetten dat ze steeds armer werden en sociaal geïsoleerder.

Maar de overheid doet veel meer met uw belastinggeld dan het in stand houden van een al of niet acceptabel sociaal vangnet. Veel overheidsgeld gaat naar onderwijs, zorg en defensie. Ook geeft de overheid jaarlijks ongeveer 3,5 miljard euro uit aan kinderbijslag; het komt er simpel gezegd op neer dat iedereen in Nederland met kinderen onder de 18 jaar elk kwartaal per kind recht heeft op een bepaald bedrag aan kinderbijslag. De hoogte van het bedrag dat wordt uitgekeerd is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen en de hoeveelheid kinderen per ouder of gezin.

Op zich is kinderbijslag een mooie gift van de overheid aan ouders met kinderen, maar toch wringt de schoen bij de manier waarop de kinderbijslag wordt uitgekeerd en verdeeld over de burgers met kinderen. Ten eerste is het zo dat het bedrag dat aan kinderbijslag wordt uitgekeerd in de praktijk niet genoeg is om een kind volledig te kunnen onderhouden. Daarnaast is het zo dat het niet uitmaakt wat het inkomen van de ouders/verzorgers is bij het uitkeren van de kinderbijslag. Alle ouders, rijk of arm, krijgen elk kwartaal volgens dezelfde regels een bedrag aan kinderbijslag uitgekeerd. Anders gezegd; een bijstandsmoeder krijgt niet meer kinderbijslag dan een miljardair. En daar zou iets aan veranderd moeten worden.

Zou het niet veel rechtvaardiger zijn als ouders met weinig geld meer kinderbijslag krijgen dan ouders met veel geld? Voor een miljardair zijn een paar duizend euro aan kinderbijslag per jaar relatief gezien overbodig. De miljardair zal ook zonder het krijgen van kinderbijslag zonder enige moeite zijn of haar kind zonder enige financiële restricties kunnen opvoeden en deel laten nemen aan sportclub of muziekschool. Dit laatst geldt niet voor de armste mensen van onze samenleving. De kans is groot dat bijvoorbeeld een bijstandsmoeder haar kind niet naar een sportclub, muziekschool e.d. kan laten gaan, laat staan een peperdure elektrische fiets voor haar kind kan kopen als het kind chronisch ziek is en bovendien ver van school woont.

De oplossing is eenvoudig: laten we een inkomensafhankelijk stelsel van kinderbijslag invoeren. Mensen met kinderen die het geld niet nodig hebben krijgen minder of niets en mensen met kinderen die het geld wel nodig hebben krijgen meer. Alleen op die manier kan een onbezorgde jeugd van al onze kinderen, waarbij ze bovendien de ruimte krijgen om hun talenten te ontwikkelen, gewaarborgd worden.

De Salonsocialist

Standpunt defensie SP: “Make peace, not war”

SP SP Alkmaar 18-05-2020 16:41

Tot verbijstering van veel mensen met een gezond verstand en een gevoel voor rechtvaardigheid werd de oorloghitsende Amerikaanse president George W. Bush bij de presidentsverkiezingen van 2004 herkozen als president. De oorlog die de Verenigde Staten in maart 2003 onder valse voorwendselen tegen het Irak van Saddam Hoessein begon resulteerde in naar schatting een miljoen doden aan Irakese zijde. Aan Amerikaanse zijde vielen uiteindelijk ruim vierduizend doden te betreuren.

De toenmalige Nederlandse regering, onder leiding van Jan Peter Balkenende, steunde de Amerikaanse inval in Irak formeel alleen politiek, maar bleek later wel degelijk militaire steun te hebben verleend, onder andere in de vorm het leveren van F-16's voor het uitvoeren van verkenningsvluchten boven Irak. De SP, maar ook Amerikaanse bondgenoten als Frankrijk en Duitsland waren faliekant tegen de Irak-oorlog.

Bovendien was tijdens de presidentsverkiezingen van 2004 nog niet goed duidelijk voor de Amerikanen dat ze met list en bedrog door de Amerikaanse overheid in een peperdure uitzichtloze oorlog gezogen waren.

En dan hebben we het nog niet eens over het debacle van de oorlog in Afghanistan, begonnen in 2001, die in feite nog steeds niet afgelopen is en sinds het aantreden van Barack Obama vooral "beperkt" is tot een oorlog met vele duizenden drones, die vanuit commandocentra, diep in de woestijn van de Amerikaanse staat Nevada, bestuurd worden door piloten gewapend met een joystick en voor vele tienduizenden doden op de grond in Afghanistan hebben gezorgd.

Als je als mens en kiezer vasthoudt aan het SP-standpunt dat militairen alleen als vredesmacht met goedkeuring van de Verenigde Naties mogen worden ingezet is het duidelijk dat de SP de VS absoluut niet blindelings zal willen volgen in haar vaak zo destructieve beleid, zoals zoveel Nederlandse politieke partijen al decennialang wel doen.

In de politiek  moet je niet alleen op de feiten afgaan en jezelf afvragen of Nederland jaarlijks wel 9,1 miljard euro aan defensie moet uitgeven. De VS geven elk jaar ongeveer 700 miljard euro uit aan defensie. De wereldwijde trend is al jaren een stijging van de uitgaven aan defensie.

Als links zijn betekent dat je slechts een kleine vredesmacht overhoudt voor deelname aan vredesmissies onder de vlag van de VN, en niet meedoet aan peperdure projecten als de ontwikkeling van de vervanger van de F-16, de JSF, houdt de overheid vanzelf meer geld over voor beter onderwijs, betere zorg en meer betaalbare woningen,

De Salonsocialist

De economische crisis en de Corona-epidemie.

SP SP VVD D66 CDA PvdA Alkmaar 12-05-2020 10:22

Nog maar kort geleden werden er juichende verhalen verteld over economisch herstel na de vorige crisis. Maar de gevolgen van de  crisis in de jaren 2008-2010 en later zijn nog lang niet verwerkt. En aan de oorzaken is niets gedaan. Van controle op de banken en meer regels voor de financiële sector is niets terecht gekomen.      De dreigende volgende recessie in 2020 werd al ver vóór de corona-epidemie voorspeld. En dreigt nu over te gaan in een echte economische crisis. Nu wordt die epidemie voorgesteld als oorzaak van de economische crisis. Maar de recessie in de economie was er al vóór corona. Corona als oorzaak van de economische crisis: een omkering van de werkelijkheid.  Al ver vóór de epidemie waren de problemen in de economie nog steeds en  opnieuw voelbaar voor heel veel werkende mensen. In de industrie, in de havens en in de bouw, bij de banken en bij de overheid wordt de werkgelegenheid minder, er dreigen ontslagen en loonsverhoging is zeldzaam.                                                                                                   

Nederland: 2018-2019-2020.

In Nederland leven 600.000 huishoudens in armoede, dat zijn 1.100.000 personen, waaronder 300.000 kinderen. Een toenemend aantal zzp-ers loopt een groter risico op armoede dan anderen. Eén op de acht huishoudens staat rood, 110.000 hebben een achterstand in hun hypotheekbetaling. De zorgpremie kan door 270.000 huishoudens niet op tijd betaald worden. Van de huishoudens in Nederland heeft 1 op 5 problematische schulden. De lonen en salarissen van werkende mensen blijven achter bij de kosten van levensonderhoud. Evenals de inkomens van ouderen. Veel mensen hebben dubbele banen voor een fatsoenlijk inkomen voor hun gezin. Het reëel besteedbaar inkomen van huishoudens is in 2018 gelijk aan dat in 1977. En sterk achter gebleven bij de economische groei. Steeds meer mensen werken gedwongen in flexbanen, met tijdelijke contracten, als uitzendkracht of als zzp-er. Veel werk van mensen wordt vervangen door machines, computers en robots. En in plaats van vooruitgang betekent dat werk- en bestaansonzekerheid. De gevolgen van de politiek van afbraak en bezuiniging na de vorige crisis zijn nog iedere dag voelbaar voor grote delen van de bevolking. De verzorgingsstaat is bijna helemaal afgebroken. De zorg voor jeugd en jongeren is een chaos en onbereikbaar, met groeiende wachtlijsten. “Wajongers” met een ernstige handicap wordt verteld dat zij “hun eigen broek moeten ophouden”. De sociale werkplaatsen zijn nagenoeg gesloopt. Werkelozen worden gedwongen zwaar, gevaarlijk en ongezond werk uit te voeren. Voor jongeren op zoek naar een woning zijn geen woningen beschikbaar. De vroegere woningnood als in de jaren vijftig is weer terug. Het aantal vooral jongere daklozen groeit.

De AOW voor de oudere bevolking is al jaren lang niet verhoogd. Ook de pensioenen stagneren, er dreigen zelfs pensioenkortingen. En de pensioenleeftijd gaat omhoog. De verzorgingshuizen voor hulp behoevende ouderen zijn opgeheven. De toegang tot verpleeghuizen wordt bemoeilijkt, zieke ouderen moeten maar door hun kinderen, kleinkinderen en andere familie verzorgd worden. In de uitbraak van de corona-epidemie wordt duidelijk dat de bezuinigingen van de afgelopen jaren hebben geleid tot tekorten aan materialen die voor de zorg voor coronapatiënten nodig. Niet alleen tekort aan bedden, IC-kamers en beademingsapparaten, maar ook een tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen voor zorgverleners. In de verpleeghuizen hebben mensen wekenlang zonder die middelen gewerkt. Een ruime voorraad van die middelen aanleggen was in de zieken-  en verpleeghuizen verboden. Door die tekorten zijn behandelingen en operaties voor ernstig zieken uitgesteld, zelfs voor baby’s en jonge kinderen. De lonen en salarissen voor werkers in de thuiszorg en in de ziekenhuizen blijven steeds meer achter bij de stijgende kosten van levensonderhoud. Goede zorg is er vooral voor mensen met veel geld, in dure privé klinieken en verzorgingshuizen. De kwaliteit van het basisonderwijs wordt minder, meesters en juffen krijgen onvoldoende betaald, de werkdruk neemt toe, evenals de ongelijkheid van kansen voor de kinderen. Goed onderwijs wordt steeds meer een kwestie van geld. Ook voor de werkers in de publieke sector (politie, brandweer, ambulance) neemt de werkdruk toe en zijn de lonen bevroren.                                                    

Dat is de situatie voor heel veel mensen, nu ook tijdens de corona-epidemie. Maar de crisis was al aanwezig en voelbaar, lang vóór er sprake was van corona.

Met de grote bedrijven, met hun directies, besturen en aandeelhouders ging en gaat het intussen nog steeds uitstekend. De verzekeringsbedrijven die in feite de baas zijn over de gezondheidszorg maken flinke winst. Ook de grote banken maken enorme winsten. De winst van beursfondsen is in vijf jaar verdubbeld van 33 naar 66 miljard. Van alle bedrijven in Nederland samen groeide de winst een kwart, tot 290 miljard. De bedrijfswinsten groeien al jaren vele malen sneller dan het aantal banen of de loonsom. Het deel van het nationaal inkomen dat naar de beleggers gaat stijgt van jaar tot jaar. Het deel van het nationaal inkomen dat naar de werknemers gaat daalt van jaar tot jaar. Het aandeel van de factor arbeid in het nationaal inkomen is gedaald van 92 procent in 1977 naar 73 procent in 2018. In de jaren 1965 tot 1975 was vennootschapsbelasting voor bedrijven 45 tot 48 procent van de winst. In de jaren tot 2020 is dat verlaagd naar nog maar 20 tot 25 procent. Eén procent van de vermogenden in Nederland bezit 25 procent van alle vermogens. En de rijkste 10 procent heeft 60% van het vermogen.

Dank zij het corona-virus zijn Rutte en de VVD plotseling bij veel mensen populair. Maar hoewel zij uitvoerders zijn van de gevoerde politiek, zijn niet alleen Rutte en de VVD aansprakelijk. Het waren ook andere, zogenaamd “progressieve” partijen die afbraak en bezuiniging ondersteunden en uitvoerden. Allereerst moet de PvdA genoemd worden. Het begon al bij Kok, jaren geleden, gestimuleerd en gesteund door zijn Europese collega’s Schroeder (Duitsland) en Blair (Engeland). En door hun Amerikaanse voorbeelden, de presidenten Reagan en Clinton.                                     En dan de PvdA-ers van recenter datum: Wouter Bos, Jeroen Dijsselbloem, Diederik Samsom, Lodewijk Ascher. Maar ook Halsema en Klaver van Groen Links. Samen met CDA en D66. Bij al die partijen krijgen gewone werkende mensen de schuld van heel veel problemen in de schoenen geschoven. En die zelfde mensen moeten opdraaien voor de kosten en de gevolgen.

Financiële steun voor de grote bedrijven. Een oplossing voor de crisis?                  

Als reactie op de vorige crisis kregen de banken massale steun. En in de huidige crisis wordt massale steun aan vooral bedrijven aangekondigd. Die steun voor de banken heeft die vorige crisis niet echt opgelost. Miljarden steun voor de grote bedrijven zal ook nu niet helpen.  Directies, managers, besturen, commissarissen en aandeelhouders zullen daarvan profiteren. Werknemers hebben het nakijken en worden bedreigd met massale werkeloosheid.  De armoede zal toe nemen. Maar tegelijk ook het aantal miljardairs. En ook  de ongelijkheid in rijkdom en vermogen zal groeien. De overheid trekt miljarden uit om de crisis te bestrijden. Maar die miljarden moeten niet naar de grote bedrijven gaan. Bedrijven die kort geleden nog grote bedragen als dividend aan hun aandeelhouders hebben betaald komen niet in aanmerking voor steun. Ondernemingen die met slimme trucs belastingen ontwijken en ontduiken worden van financiële steun uitgesloten. Dat geldt ook voor grote uitzendbureaus die miljarden hebben verdiend aan hun uitzendkrachten. De KLM en Schiphol worden al jarenlang gesteund met belastingvrijstelling en subsidies. De lobby voor de luchtvaart doet het voorkomen dat die bedrijven zeer belangrijk zijn voor het nationaal inkomen en de werkgelegenheid. Die “iconen van ons land” (Mark Rutte!) zijn van veel minder betekenis dan hun leugenachtige lobby ons wil wijs maken. Ook grote verzekeringsmaatschappijen komen niet voor steun in aanmerking, het zelfde geldt voor de grote supermarkten en reisorganisaties. Een reisorganisatie als Booking.Com moet eerst de vooruit betaalde reisgelden maar terug betalen! En natuurlijk komen de banken helemaal niet in aanmerking voor steun. Bovendien moet voor al die bedrijven de dividendbelasting verhoogd worden.  Bedrijven waar “het geld tegen de plinten klotst” (Rutte) hoeven niet gesteund te worden, integendeel.

Geen steun voor kapitaal, maar steun voor arbeid.                                                

Steun moet er zijn voor werknemers die door de crisis hun baan verliezen. De uitkeringen voor werkelozen moeten naar 100% van het laatst verdiende loon. De bijstand en de AOW moeten omhoog. Kleine ondernemers in het midden- en kleinbedrijf moeten ruim gesteund worden, evenals de kleine ondernemers zonder personeel: zzp-ers. Mensen van 65 jaar die nog niet met pensioen zijn moeten direct in aanmerking komen voor hun AOW en pensioen. De pensioenfondsen zullen daarbij door de overheid gesteund moeten worden. De slachtoffers van het toeslagenschandaal bij de belastingdienst worden per direct schadeloos gesteld. De lonen in de zorg (ziekenhuizen, thuiszorg, verpleeghuizen), in het basisonderwijs en in de publieke sector (politie, brandweer en ambulance) moeten direct met 10% verhoogd worden. Steun is er ook nodig voor huisartsen, tandartsen, pedicures, mondhygiënisten, fysiotherapeuten, verloskundigen enz. Die komen nu door de crisis in moeilijkheden, maar ze blijven ook in de toekomst hard nodig. Artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners voor corona-patiënten lopen een groot risico ziek te worden en zelfs te overlijden. Zij werken nu zelf aan een stichting en een fonds om te helpen als zij of hun gezinnen financieel in de problemen komen bij ziekte of overlijden. Eigenlijk is het schandalig dat deze mensen dat zelf moeten organiseren, alsof ze het nog niet druk genoeg hebben. De overheid moet er voor zorgen dat dat fonds er direct komt en gevuld wordt met de nodige miljoenen die de regering beschikbaar heeft voor de bestrijding van de economische crisis. De huurdersheffing (extra belasting voor woningcorporaties) moet gestopt worden.  Die corporaties moeten financieel gesteund worden bij het realiseren van grote aantallen eenvoudige en goedkope prefab starterswoningen. Geproduceerd in een fabriek, gemonteerd op de bouwplaats. De mogelijkheden zijn er al, bedrijven in die sector moeten ondersteund worden. En de regels en voorschriften vereenvoudigd. Ook biologische en duurzame land- en tuinbouw moet een kans krijgen door boeren die hiermee een begin maken financieel te steunen. En eindelijk moet er ook geld beschikbaar komen om de jeugdzorg fatsoenlijk te organiseren. Huisuitzettingen als gevolg van huur- of hypotheekschulden zijn tot het einde van de crisis niet toegestaan. En het werk van deurwaarders wordt stil gelegd zo lang dat werk niet fatsoenlijk en eerlijk wordt georganiseerd. Er zijn nog veel meer zaken die het verdienen ondersteund te worden met de miljarden die minister Hoekstra tot zijn beschikking heeft. Beter dan die miljarden te storten in de bodemloze putten van de banken en de grote bedrijven.                                                                                                                   

Alle hier voorgestelde maatregelen moeten genomen worden, niet alleen omdat ze rechtvaardig en eerlijk zijn, maar ook economisch gezien het meest nuttig zijn.

De kern van de huidige economische problemen is dat er te veel aanbod is (er is te veel geproduceerd) en te weinig vraag (de koopkracht is voor veel mensen onvoldoende). Er is een praktische, eenvoudige en nuttige reactie mogelijk op de crisis, direct te realiseren, met het doel de koopkracht te verbeteren en kleine ondernemers te steunen.

Stimuleer de vraag, steun de middenstand.                                                              

Twaalf jaar geleden was er een financiële crisis, daarna een economische. Nu een gezondheidscrisis en een economische. Reactie op de vorige crisis: steun voor de banken. En nu, in 2020, wordt er geroepen om steun voor het grote bedrijfsleven. Steun voor de grote banken heeft die crisis van 12 jaar geleden niet echt opgelost. De grote bedrijven steunen zal ook nu niet helpen om de crisis te beëindigen.

Bij recessie, depressie en crisis is er altijd sprake van overproductie en onderconsumptie. Een scheve relatie tussen aanbod en vraag. Aan de aanbodzijde worden kleine ondernemers zwaar getroffen. Aan de vraagzijde zien werkende mensen hun inkomen dalen.                                                                                            Begin van een oplossing: een modern distributiesysteem.                                          Alle Nederlanders krijgen van de overheid vijf bonnen van € 10.-, te besteden bij bakker, slager, groenteboer, kaaswinkel en visboer. Geen contant geld, maar bonnen. Niet te besteden in supermarkten, grootwinkelbedrijven of in de winkels van de grote winkelketens. Ondernemers (kleine middenstanders) verkopen hun producten, niet voor geld, maar voor bonnen. En ruilen die bij de overheid in voor geld. Kosten: 850 miljoen euro. Bedrag van niets, vergeleken met  de bedragen die minister Hoekstra beschikbaar heeft. De actie kan na enkele maanden herhaald worden. Dan mogelijk ook voor kleding- en schoenwinkels. Lastig te organiseren, misschien, maar voor slimme i.c.t.-ers goed te bedenken. Stimuleer de vraagzijde van de economie. Breng de economie weer op gang, de reële economie van het dagelijks leven, voor klanten en winkeliers.

Ongeorganiseerd zijn en blijven we slachtoffer.

Tijdens de crisis van 2008-2010 en latere jaren werd er door actievoerders vaak geschreven en gesproken over de 1 procent en de 99 procent. De 1 procent waren de veroorzakers en de profiteurs van de crisis, de 99 procent waren de slachtoffers die voor de kosten moesten opdraaien. En eigenlijk is dat nu nog of weer zo. Die 1% is sterk en goed georganiseerd. De 99% is bijna ongeorganiseerd en dus zwak. En dan zijn zij alleen maar slachtoffers. Dat leidt tot uitspraken als: “Het is altijd zo geweest en zal altijd wel zo blijven”. En: “Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje”. Dat denken maakt mensen machteloos en houdt verandering tegen. Toch is die machteloosheid maar schijn, het kan wel anders.

 

In wat voor maatschappij leven wij eigenlijk? Hoe zit onze samenleving in elkaar?  

In iedere samenleving vindt productie plaats (er wordt gewerkt) waardoor de mensen in hun levensonderhoud kunnen voorzien. In de organisatie van die productie hebben niet alle mensen dezelfde positie.

Algemeen gezegd onderscheiden we ook in het tegenwoordige kapitalisme twee belangrijke groepen mensen: klassen. De  ene groep bezit het vermogen arbeidskracht te verkopen, de andere groep heeft de productie-middelen in bezit en heeft het vermogen arbeidskracht te kopen.

Productiemiddelen zijn niet alleen fabrieken en gebouwen met machines en

grondstoffen, maar ook de middelen van banken, verzekeringen, ziekenhuizen, onderwijsorganisaties en winkelbedrijven.

                                                                                                                                           Werkende klassen: alle werkende mensen die voor hun levensonderhoud aangewezen zijn op hun arbeidskracht, of dat nu hoofd- of handarbeid is. Niet alleen werknemers in fabrieken.

Maar ook in bouw, schoonmaak, transport en openbaar vervoer. Daarnaast administratieve medewerkers in bedrijven en instellingen, bij banken, verzekeringen en de overheid.  En mensen die werken in onderwijs, zorg of winkelbedrijf.

 

Heersende klassen: grootaandeelhouders, financiers en eigenaren van grote, vaak internationaal georganiseerde ondernemingen, met de in hun dienst werkende commissarissen, directies, besturen en managers. En de zich met de heersende klassen identificerende politici, hoge militairen, hoge leidinggevende politiefunctionarissen en duur betaalde juridische, financiële, economische, organisatie- en belastingspecialisten.

                                                                                                                                                  Wie in de tegenwoordige tijd van crisis de eigen belangen wil verdedigen en mee wil delen in welvaart en vooruitgang moet zich realiseren als eenling en individu heel zwak te staan. Degenen die die iets willen bereiken zullen dat samen met anderen moeten doen. En zich moeten realiseren waar zij bij horen. Natuurlijk iedereen hoort bij een gezin, een familie, bij de mannen of bij de vrouwen, bij de ouderen of bij de jongeren, bij de hoog- of de laagopgeleiden, bij de blanke of de gekleurde Nederlanders. Maar vooral moeten zij zich realiseren met wie zij gedeelde belangen hebben. Kort gezegd: hoor je bij de 1 procent of bij de 99 procent? Bij de werkende of bij de heersende klasse? Dat woord “klasse” klinkt ouderwets, maar juist in tijden van crisis is het nog steeds bruikbaar.

De strijd voor de belangen van de 99 procent is niet alleen te voeren, dat moet samen gebeuren. Op basis van gemeenschappelijk belang en solidariteit.

Willem de Vroomen Alkmaar april 2020

 

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.