Nieuws van politieke partijen in Nederland inzichtelijk

32 documenten

ChristenUnie en PvdA willen fonds voor opkopen problematische schulden

ChristenUnie ChristenUnie PvdA Nederland 10-10-2019 04:14

Door Webredactie op 10 oktober 2019 om 06:12

ChristenUnie en PvdA willen fonds voor opkopen problematische schulden

De schuldenproblematiek in Nederland is enorm en groeit nog steeds. Anderhalf miljoen huishoudens hebben risicovolle of problematische schulden: een gezin in elke straat. ChristenUnie en PvdA willen daarom dat er een Nationaal Saneringsprogramma komt om mensen met schulden te helpen. Tweede Kamerleden Gijs van Dijk (PvdA) en Eppo Bruins (ChristenUnie) vragen staatssecretaris Van Ark om hier onderzoek naar te doen en een pilot te starten.

Volgens brancheorganisatie NVVK hebben mensen met problematische schulden gemiddeld 14 schuldeisers, en een gemiddelde schuld van 43.000 euro. Het woud aan schuldeisers leidt tot een onoverzichtelijke administratie, financiële stress, en hoog oplopende kosten.

ChristenUnie en PvdA pleiten er daarom voor om probleemschulden over te laten nemen door een daarvoor opgericht publiek-privaat fonds. De overheid, maar bijvoorbeeld ook banken, vermogensfondsen, maatschappelijke organisaties en kerken kunnen hieraan een bijdrage leveren. Door tussenkomst van het fonds, hebben mensen nog maar één schuldeiser, lopen de schulden niet meer verder op, en hulpverleners kunnen zich richten op schuldhulpverlening en de schuldsanering. Afgeloste schulden stromen weer terug in het fonds, waardoor dat op peil blijft.

Breekijzer

ChristenUnie-Kamerlid Eppo Bruins: “Schulden zijn een pervers verdienmodel geworden van incassobureaus en handelaren die een slaatje willen slaan uit de situatie waar mensen met schulden zich in bevinden. Door die industrie houden schulden zichzelf vaak in stand en zorgen ze voor een stapeling van problemen. Het is tijd om het breekijzer daarin te zetten en te zorgen dat mensen met schulden daadwerkelijk kunnen werken aan nieuw perspectief, hun schulden kunnen aflossen en waar nodig met hulp van vrijwilligers structureel afscheid nemen van hun schuld.”

PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk: “Probleemschulden hebben een enorme impact op mensen. Kan je de boodschappen nog wel betalen? Kunnen je kinderen wel mee op schoolreisje? Wat begint als een kleine schuld, groeit mensen al snel boven het hoofd. Een geldverslindende schuldenindustrie maakt nu winst ten koste van de problemen van mensen. Een gezin met problematische schulden heeft gemiddeld 14 schuldeisers. Dat levert enorme chaos en stress op en bemoeilijkt een oplossing. We willen deze mensen helpen. Door probleemschulden over te nemen creëren we rust zodat mensen kunnen werken aan een oplossing. Dan kan je weer zeker zijn dat je een toekomst kunt opbouwen.”

Nu worden schuldpakketten vaak opgekocht door incassobureaus die winst willen maken op de schulden van mensen. Ze kopen de schulden op tegens soms maar vier procent van de oorspronkelijke waarde en proberen dan met een agressieve incassostrategie om winst te maken met de handel in schulden. Het fonds wil dat verdienmodel breken door de schuldpakketten zelf op te kopen.

Bij het Kamerdebat over schulden gaan Van Dijk en Bruins de Staatssecretaris vragen om verder onderzoek te doen naar een dergelijk fonds, bijvoorbeeld naar de kosten en de maatschappelijke baten. Brancheorganisatie NVVK en vrijwilligersorganisaties als SchuldHulpMaatje hebben al aangegeven enthousiast te zijn over dit plan en begeleiding te willen bieden aan mensen die door dit programma geholpen worden.

Minister moet kortingen zoveel mogelijk voorkomen

PvdA PvdA Nederland 06-09-2019 08:52

Door Gijs van Dijk op 6 september 2019 Delen  

Toch hebben heel veel mensen grote zorgen over het pensioen. Jarenlang geen stijging van het pensioen en nu dreigen zelfs hoge kortingen terwijl de boodschappen duurder worden en de energierekening stijgt.

Minister Koolmees kan niet achteroverleunen terwijl gigantische kortingen dreigen.

Dan kan een verlaging van het pensioen het verschil maken tussen de rekeningen net wel of net niet kunnen betalen. Veel mensen dreigen zo in de knel te komen.

Pensioengerechtigden en die van de toekomst moeten kunnen genieten van hun oude dag.

Het kabinet kan zich nu niet verschuilen achter bestaande pensioenregels want voor de zomer hebben we een pensioenakkoord gesteund. Een van de afspraken is dat er perspectief moet komen op een geïndexeerd pensioen en dat in de tussentijd onnodige pensioenkortingen voorkomen moeten worden.

Het kabinet moet aan de bak.

In het debat gister ben ik dan ook heel duidelijk geweest: Minister Koolmees kan niet achteroverleunen terwijl gigantische kortingen dreigen. Hij moet nu zo snel mogelijk verschillende opties uitwerken waarbij onnodige kortingen zoveel mogelijk worden voorkomen. Niet het systeem, maar de mensen voorop. Dat is een harde eis voor ons. Pensioengerechtigden en die van de toekomst moeten kunnen genieten van hun oude dag. Het kabinet moet aan de bak.

Tweede Kamerlid

SP en PvdA: Voer vergunningsplicht in voor uitzendbureaus

SP SP PvdA Nederland 26-06-2019 08:57

Om misstanden aan te pakken moeten er aanvullende regels komen voor uitzendbureaus, waaronder een vergunningsplicht. Dat voorstel doen SP-Kamerlid Bart van Kent en PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk in het debat over arbeidsomstandigheden dat woensdag plaatsvindt. Sinds de in 1998 afgeschafte vergunningsplicht is het aantal uitzendbureaus explosief gestegen met 10.000 tot inmiddels ruim 14.000. Van Kent: 'Hieronder zitten veel malafide bureaus die het niet zo nauw nemen met de betaling, arbeidsomstandigheden of huisvesting van hun werknemers. Aan deze misstanden moet eind komen en onze maatregelen helpen hierbij.'

Naast de vergunningplicht, pleiten SP en PvdA er ook voor dat uitzendbureaus een deposito van € 100 duizend storten bij de overheid. Als een uitzendbureau geen salarissen uitkeert of fraudeert, kan dit geld worden gebruikt om uitzendkrachten hun salaris te ontvangen. De partijen verwachten dat hiermee het verdienmodel voor malafide uitzendbureaus onderuit gehaald wordt en faillissementsfraude wordt aangepakt. 'Ook vanuit de uitzendbranche zelf, neemt de roep om strengere regels toe', zegt Van Dijk. 'Cowboys zorgen voor oneerlijke concurrentie voor uitzenders die zich wel netjes aan de regels houden.'

De partijen hebben geen vertrouwen in de zelfregulering van de uitzendbranche. 'Na ruim 20 jaar kunnen we rustig concluderen dat die mislukt is', zegt Van Kent. 'Het is daarom aan de Inspectie SZW om erop toe te zien dat vergunninghouders voldoen aan eisen.' Daarnaast willen SP en PvdA dat het boeteregime wordt aangescherpt. Van Dijk: "Iedereen kan een keer de fout in gaan, maar wie er structureel een potje van maakt krijgt steeds zwaardere of ingrijpender sancties opgelegd. Ook de hoogte van de boetes moeten omhoog want die zijn nu onvoldoende afschrikwekkend."

Onze vijf voorstellen:

Vergunningplicht: De vergunningsplicht, die in 1998 werd afgeschaft, wordt opnieuw ingevoerd. Deze vergunning komt op naam te staan. Bij het intrekken van de vergunning kan de betreffende persoon daarom niet onder andere bedrijfsnaam zijn malafide praktijken voortzetten.

Deposito: Elke vergunningshouder zal een deposito bij de overheid moeten storten van € 100 duizend. Indien het uitzendbureau niet meer aan de loondoorbetaling– of belastingverplichtingen voldoet, kan hierop aanspraak gedaan worden.

Geen zelfregulering: De conclusie na ruim 20 jaar is dat de zelfregulering in de uitzendbranche totaal is mislukt. De Inspectie SZW (voorheen arbeidsinspectie) zal er daarom op toezien of vergunninghouders voldoen aan de gestelde eisen.

Progressief sanctiesysteem: Iedereen kan een keer de fout in gaan. Maar naarmate men meer overtredingen maakt, zullen steeds zwaardere of ingrijpender sancties worden opgelegd.  De ultieme sanctie hierbij is het intrekken van de vergunning.

Verhoging boetes: De huidige boetes op misstanden als uitbuiting, oneerlijke concurrentie en belastingontwijking zijn onvoldoende afschrikwekkend. De boetes moeten worden aangescherpt, zodat uitzendbureaus die over de scheef gaan het ook daadwerkelijk voelen.

Herovering van de platformeconomie

PvdA PvdA Nederland 26-06-2019 07:01

Door Gijs van Dijk op 26 juni 2019 Delen  

Dat is mooi, maar het is helaas niet het hele verhaal. De fietser van Deliveroo die ons eten komt bezorgen, is niet verzekerd als hem onderweg iets overkomt, de schoonmaker van Helpling bouwt geen pensioen op, en chauffeurs van Uber krijgen onvoldoende rust om veilig te kunnen rijden. Heel veel platformwerkers hebben geen bescherming tegen pech, zoals ziekte of arbeidsongeschiktheid, hebben onvoldoende inkomen en beschikken niet over de onderhandelingspositie om bescherming af te dwingen. Platformwerkers zitten dus in een hele kwetsbare positie.

Dat leidt niet alleen tot grote onzekerheid voor platformwerkers zelf maar ondermijnt ook de onderhandelingspositie van andere werknemers en de concurrentiepositie van fatsoenlijke werkgevers die wel goede bescherming voor haar werknemers bieden. Op deze manier zet de platformeconomie ons hele stelsel van sociale zekerheden onder druk.

Ik wil dat alle werkenden zeker kunnen zijn van fatsoenlijk werk tegen een eerlijk loon.

Daarom willen we  de platformeconomie heroveren. Als platformwerker wil je vaste grond onder de voeten. Een baan waar je vooruit kunt kijken. Ik wil dat alle werkenden zeker kunnen zijn van fatsoenlijk werk tegen een eerlijk loon. De platformeconomie moet voor ons werken, in plaats van andersom. Daarom kom ik met oplossingen die nodig zijn om platformwerkers meer zekerheid te bieden. 

Met deze voorstellen kunnen we ervoor zorgen dat platformwerkers weer zeker kunnen zijn van fatsoenlijk werk, tegen een eerlijk loon. Laten we de innovatie, het gemak en de nieuwe banen omarmen en tegelijkertijd er voor zorgen dat we de welvaart eerlijk delen en mensen bescherming bieden. De markt gaat daar niet zelf voor zorgen. Dus aan ons de taak om de platformeconomie te heroveren.

Lees hier de volledige initiatiefnota  ‘Herovering van de platformeconomie’.

Tweede Kamerlid

Kinderopvang is geen markt

PvdA PvdA Nederland 22-06-2019 05:00

Door Gijs van Dijk op 22 juni 2019 Delen  

Stabiele inkomsten, weinig landelijk toezicht en een enorme vraag vanuit ouders vanwege de economische groei; zie hier de kinderopvangsector. Deze sector met de zorg van onze kleinste kinderen is een vrije markt. Een interessante markt voor investeringsmaatschappijen die op een eenvoudige manier veel geld verdienen. Als ouder ben je vaak al dolblij als er überhaupt een plek voor je kind op de kinderopvang is. Kritische vragen over kwaliteit, veiligheid of de prijs betekent voor jou 10 anderen.

Helaas zien we steeds meer dubieuze investeringsclubs opduiken in de kinderopvang.

Helaas zien we steeds meer dubieuze investeringsclubs opduiken in de kinderopvang. Zoals bij het Apeldoornse Kidsplus waar vele ernstige tekortkomingen zijn gesignaleerd. 1600 kinderen zijn overgeleverd aan de grillen van een investeringsmaatschappij. En dat is te zien: onveilige crèches, kapot speelgoed en onvoldoende personeel. Of neem de Canadese investeringsmaatschappij Onex die in juli 2018 haar intrede deed in Nederland door Kids Foundation op te kopen. Met de recent aangekondigde fusie van Kids Foundation en Partou worden straks ruim 60.000 kinderen opgevangen door en werken 8000 medewerkers bij een kinderopvangorganisatie die in handen is van een buitenlandse investeringsmaatschappij.

Het doel van deze investeringsmaatschappijen in de kinderopvang is zo veel mogelijk geld verdienen met de zorg voor onze kinderen.

Eerder hebben we gezien wat het gevolg is als investeringsmaatschappijen zich gaan bemoeien met de zorg voor de allerkleinsten. In 2014 waren duizenden ouders en kinderen de dupe van het flitsfaillissement van kinderopvangorganisatie Estro. De eigenaar van Estro had deze kinderopvang financieel leeg getrokken en volgehangen met schulden, waardoor met het eerste zuchtje tegenwind Estro failliet ging. Een buffer voor slechte tijden, als er minder economische groei is en er dus minder kinderen naar de opvang gaan, was er niet. Ouders en medewerkers kwamen hierdoor in grote problemen. Want waar kon hun kind nog naar toe en medewerkers waren opeens hun werk en inkomen kwijt. Gelukkig voor de investeringsmaatschappij kon Estro nog wel voor een schijntje worden doorverkocht aan een collega-sprinkhaankapitalist.

Maar de kinderopvang is geen markt want de sector wordt voor ongeveer 70 procent uit publiek geld gefinancierd.

Het doel van deze investeringsmaatschappijen in de kinderopvang is zo veel mogelijk geld verdienen met de zorg voor onze kinderen. Miljoenen euro’s publiek geld voor de kinderopvang komen daarmee niet ten goede van opleidingen voor het personeel, een extra gezicht bij de baby’s of gewoonweg een lager tarief. Nee, kinderopvanglocaties zijn onveilig en de miljoenen euro’s belastinggeld komen terecht bij dubieuze vastgoedondernemers of aandeelhouders

Er moet daarom streng worden toegezien dat belastinggeld voor de kinderopvang goed wordt besteed.

Maar de kinderopvang is geen markt want de sector wordt voor ongeveer 70 procent uit publiek geld gefinancierd. Op deze manier winst maken ten koste van de zorg voor kinderen is onwenselijk. De kinderopvang is van ons allemaal. Als ouder wil je zeker zijn van goede zorg voor je kind. Een kinderdagverblijf moet goede zorg bieden, veilig zijn, investeren in scholing voor haar werknemers en een betaalbaar tarief hebben.

Ouders hebben het recht om dat te weten.

Er moet daarom streng worden toegezien dat belastinggeld voor de kinderopvang goed wordt besteed. Winsten van kinderopvangorganisaties moeten binnen de kinderopvang blijven. Het toezicht moet worden verbeterd en ouders behoren goed geïnformeerd te zijn over de intenties van investeringsmaatschappijen. Gaat het geld naar de zorg van kinderen, naar de salarissen van de medewerkers of gaat het naar aandeelhouders? Ouders hebben het recht om dat te weten.

Tweede Kamerlid

Initiatiefwet: Stop winstuitkering kinderopvang | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks PvdA Nederland 19-06-2019 00:00

Kinderopvang mag niet langer een cash cow zijn voor investeerders vinden GroenLinks, SP en PvdA. Daarom moet er een verbod komen op winstuitkering uit kinderopvang. Inkomsten van kinderopvang moeten worden ingezet voor het bevorderen van de kwaliteit en toegang tot kinderopvang, en mag niet langer in de zakken van investeerders verdwijnen. GroenLinks, SP en PvdA komen met een initiatiefwet daarvoor.

De afgelopen jaren hebben steeds meer grote buitenlandse ondernemingen Nederlandse kinderopvangorganisaties opgekocht met het doel om winst te maken. Nu is namelijk de opvang van kinderen van 0 tot 4 jaar in Nederland, anders dan in bijvoorbeeld het onderwijs, onderdeel van de markt. Maar het is geen gewone markt, het wordt voor een groot deel gefinancierd uit collectieve middelen. Dat maakt de Nederlandse kinderopvang een interessante en veilige investeringsoptie.

En hier schuurt het volgens de initiatiefnemers. De kinderopvang wordt voor 70% door de overheid en werkgevers bekostigd. Dat betekent dat een groot deel van de collectieve - grotendeels publieke - kosten, nu wegstroomt naar buitenlandse investeerders waar winst op de eerste plaats komt en niet het kind.

Geen goede zaak, vinden de initiatiefnemers van het wetsvoorstel. Volgens hen zorgt deze werkwijze uiteindelijk voor de uitholling van het systeem. Want de focus op winstmaximalisatie bij deze investeerders zorgt op de lange termijn voor minder opvang in gebieden waar minder kinderen wonen en dus minder rendabel zijn. En voor ongelijke concurrentie tussen kinderopvangcentra in gebieden met veel bemiddelde ouders. Daarnaast zet het diversiteit van aanbod en keuzevrijheid van ouders onder druk. Toegang tot opvangmogelijkheden neemt af en kansongelijkheid neemt toe.

“Het is eigenlijk te gek voor woorden dat over de rug van onze kinderen winst wordt gemaakt. Goede kinderopvang is een publieke aangelegenheid en we weten hoe belangrijk de ontwikkeling in de eerste jaren zijn voor de rest van iemands leven. Ik kies de belangen van onze kinderen boven rendementen”, aldus Lisa Westerveld, Kamerlid van GroenLinks.

“Het is vrij eenvoudig. Kinderopvang is niet bedoeld om investeerders rijk te maken, maar om kinderen een veilige plek te bieden. Elke euro die bij een sprinkhaankapitalist met zo’n investeringsfonds terecht komt, gaat niet naar de verbetering van de kwaliteit van de opvang. Met onze belastingen subsidiëren we zo buitenlandse beleggingsclubjes die vooral het eigen rendement belangrijk vinden. Weg ermee dus!”, zegt Peter Kwint, Kamerlid van SP.

Gijs van Dijk (PvdA): “De kinderopvang is van ons allemaal. Winst maken ten koste van de zorg voor kinderen is onwenselijk. Daarom moet streng worden toegezien dat belastinggeld voor de kinderopvang goed wordt besteed. Als ouder wil je zeker zijn van goede zorg voor je kind. En dat betekent dat een kinderdagverblijf moet goede zorg bieden, veilig zijn, investeren in scholing voor haar werknemers en een betaalbaar tarief hebben.“  

Felle kritiek in Eerste Kamer op nieuwe wet arbeidsmarkt

PvdA PvdA VVD CDA Nederland 29-05-2019 09:41

Door Esther-Mirjam Sent op 29 mei 2019 Delen  

Fractievoorzitter Esther-Mirjam Sent stelde veel kritische vragen en liet ook het sociaaldemocratische alternatief zien. Op dinsdag 28 mei wordt er gestemd en gaan wij proberen deze wet tegen te houden.

Mensen willen zeker zijn van vast werk met een fatsoenlijk salaris. Goed werk is de basis voor een goed leven. Het is je inkomen en je toekomst. Het is erbij horen en plezier hebben met je collega’s. Goed werk met een vast salaris is daarom heel belangrijk.

Goed werk is de basis voor een goed leven.

Helaas is die zekerheid sinds de jaren negentig langzaamaan minder geworden. Inmiddels heeft Nederland een van de meest flexibele arbeidsmarkten van Europa. Veel mensen hoppen van baan naar baan, van nul-urencontract naar gedwongen zelfstandigheid. Dit biedt geen perspectief op een zeker inkomen. Bovendien bouw je geen pensioen op voor later.

Kortom, de arbeidsmarkt is uit balans. En daarbij is de flexibiliteit ook ongelijk verdeeld. Ben je jong, laagopgeleid, vrouw of heb je een migratieachtergrond, dan heb je meer kans op een flexibel contract. Waar flexibele arbeid een goede oplossing kan zijn voor bepaalde situaties, wordt het ingericht als structurele invulling van wat normale vaste banen horen te zijn. Zo ontstaat er onzeker werk, dat minder betaalt en waar minder in wordt geïnvesteerd.

Een wet die de broodnodige balans op de arbeidsmarkt zou herstellen, is dus hard nodig. Om zzp’ers te beschermen tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid. Om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en de belastingvoordelen voor zzp’ers aan te pakken. Maar de wet die het kabinet heeft gemaakt, doet hier allemaal niets aan. Onaf, onduidelijk en teleurstellend; dat was niet alleen mijn oordeel, maar ook het oordeel van bijna alle wetenschappers die we als Eerste Kamer hebben bevraagd.

https://www.pvda.nl/nieuws/felle-kritiek-in-eerste-kamer-op-nieuwe-wet-arbeidsmarkt/

Een wet die de broodnodige balans op de arbeidsmarkt zou herstellen, is dus hard nodig.

De wet zorgt namelijk voor meer onzekerheid. Allereerst wordt de ontslagbescherming uitgekleed. Het wordt makkelijker om mensen te ontslaan en de transitievergoeding wordt lager en gemaximeerd. Daarnaast wil het kabinet het weer mogelijk maken om drie jaar in tijdelijke dienst te zijn, waardoor werknemers minder snel een vast contract krijgen. Er zitten ook wel positieve kanten aan de wet, zoals dat het kabinet de premie voor vaste contracten wil verlagen om zo deze contracten aantrekkelijker te maken voor werkgevers en dat er strengere eisen komen voor oproepcontracten. Maar ook daar zouden wij liever nog wat ambitieuzer zijn en minder uitzonderingen toestaan.

De PvdA wil de flexibilisering van onze arbeidsmarkt tegengaan. Zekerheid moet weer de norm worden. Gijs van Dijk heeft in de Tweede Kamer al een aantal sociaaldemocratische voorstellen gedaan en wij hebben daar nog twee voorstellen aan toegevoegd.

Allereerst willen we dat alle zelfstandigen ook een minimumdekking moeten krijgen tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid. Hiermee beschermen we zzp’ers en wordt het ook betaalbaarder om verzekerd te zijn. Zzp’ers zijn nu vaak 20 tot 25 procent goedkoper, wanneer ze geen pensioen opbouwen en de kosten daarvan niet in hun tarieven doorberekenen. Dat is oneerlijke concurrentie en drukt de lonen.

Zelfstandigen moeten ook een minimumdekking krijgen tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid.

Ten tweede willen we de platformeconomie meer aan banden leggen. Digitale werkplatformen, zoals Uber, Temper en Roamler, zouden ertoe kunnen leiden dat het aantal zzp’ers in Nederland de komende jaren enorm toeneemt. Niet alleen uitzendkrachten, maar ook werkenden in kortdurende en oproepcontracten kunnen op grote schaal op een zzp-platform terecht komen. Veel van deze mensen zouden veel liever een vast contract krijgen.

Het debat in de Eerste Kamer was helaas nog teleurstellender dan het wetsvoorstel zelf. Hoewel er forse kritiek was op het wetsvoorstel, werd het duidelijk dat de coalitiepartijen hadden afgesproken hiervoor te stemmen. De VVD en het CDA dienden een motie in om ‘voor de zomer van 2019’ (dat is dus binnen een maand!) alsnog met zzp-beleid te komen. Wat ons betreft had dat juist een belangrijk onderdeel moeten zijn van deze wet en kan dat niet achteraf nog gerepareerd worden. Als we deze wet kunnen tegenhouden, dan kan het kabinet gaan werken aan een wet die écht balans brengt op de arbeidsmarkt.

Vice-Fractievoorzitter

In de voetsporen van moedige mannen en vrouwen

PvdA PvdA Nederland 01-05-2019 11:41

Door Nelleke Vedelaar op 1 mei 2019 Delen  

Uit Het Bildt een stoet van 600 mannen in rijen van vier en daarachter 15 rijtuigen met vrouwen en kinderen. Zij zullen in alle vroegte vertrokken zijn om na een de tocht van 15 kilometer, hier in Leeuwarden, geschiedenis te schrijven.

Op die eerste mei zaten de veenarbeiders van Nij Beets midden in een staking. Voor hen was de achturige werkdag werkdag nog ver weg. Ze werkten dagelijks van zonsopkomst tot aan het begin van de avond. Twaalf uur en langer. Hun staking, gesteund door de socialistische beweging en de vakbeweging, ging over meer dan loonsverhoging alleen. Hun actie was deel geworden van de strijd om een menswaardig leven en voor een andere, meer rechtvaardige samenleving.

Hun staking, gesteund door de socialistische beweging en de vakbeweging, ging over meer dan loonsverhoging alleen.

Hier in Leeuwarden, in 1890 ging de collectebus rond voor de veenstakers van Nij Beets en de Tijnje. De collectebus moest halverwege geleegd worden. Iedereen was solidair met de veenstakers.

1890 was ook het jaar van de vrouwenstaking in Appelscha. De strijd van deze veenwerkers, mannen én vrouwen, leidde in die jaren tot de eerste vakorganisatie van veenarbeiders in Nederland, de eerste organisatie van veenarbeidsters, de eerste CAO voor veenarbeiders en een gelijke beloning voor mannen en vrouwen voor het zelfde werk.

Slechte huisvesting, gedwongen winkelnering, armoede, ziekte, kinderarbeid, uitbuiting en onderdrukking: daarover werd gesproken, hier in Leeuwarden, 130 jaar geleden.

Het zijn de moedige mannen en vrouwen van toen, die ons nog steeds vervullen van trots

Het zijn de moedige mannen en vrouwen van toen, die ons nog steeds vervullen van trots. Met grote voorgangers als Domela Nieuwenhuis en Pieter Jelles Troelstra. Maar boven alles zijn het de veenarbeiders, de landarbeiders en fabrieksarbeiders geweest. Zij stonden op en hebben gevochten voor een beter bestaan.

Die eerste 1 mei-viering, 130 jaar geleden, leert ons wat solidariteit betekent, leert ons wat een collectieve strijd kan opleveren en leert ons dat wij in de voetsporen móeten treden van al onze voorgangers.

De industriëlen en kapitalisten van toen, zijn de multinationals, de techgiganten en platformbedrijven van nu. De arbeiders van toen zijn de flexwerkers van nu. Aandeelhouders strijken winsten op. Multinationals ontwijken belastingen. Bouwvakkers, buschauffeurs en schoonmakers, postbodes, leraren en verpleegkundigen, allemaal werken ze steeds vaker op basis van tijdelijke contracten, of als schijnzelfstandige: in concurrentie met elkaar. Vaak zonder pensioenopbouw, zonder bescherming tegen ziekte en pech.

De industriëlen en kapitalisten van toen, zijn de multinationals, de techgiganten en platformbedrijven van nu.

En daarom gaan we voorop in de strijd, samen met de vakbeweging. Voor fatsoenlijke salarissen, zekere contracten, sociale zekerheid en een onbezorgde oude dag. De Jonge socialisten en Young en United van de FNV kregen het samen voor elkaar: de afschaffing van het jeugdminimumloon. Liliane Ploumen krijgt het voor elkaar met haar initiatief wetsvoorstel voor gelijke beloning van mannen en vrouwen voor hetzelfde werk.

Agnes Jongerius en Gijs van Dijk strijden samen met Uber-chauffeurs voor eerlijke beloning, sociale zekerheid en een vast dienstverband. Kijk op de website die gisteren online is gegaan. Hetiscoderood.nl, waarop de verhalen van flexwerkers gedeeld worden en onrecht aan de kaak wordt gesteld.

Lodewijk Asscher strijdt voor een eerlijk pensioen, voor gepensioneerden en werkenden. En voor een eerder pensioen van mensen die hun leven lang zwaar werk hebben verricht. En vandaag strijden we voor een hoger en gelijk wettelijk minimum loon voor iedereen.

Ook hier in Friesland gaat de strijd door, voor fatsoenlijk werk en een betaalbaar huis voor iedereen. Met Lutz in Leeuwarden en Marijke in de provincie. Lokaal en nationaal staan we schouder aan schouder.

En zoals 130 jaar gelden, is onze strijd ook nu internationaal. Frans Timmermans strijdt met ons voor een minimum loon in alle Europese landen. In zijn woorden: “Het is tijd dat grote bedrijven belasting gaan betalen. Het is tijd dat we mensen weer een zekere toekomst geven. Met een eerlijk loon en een betaalbare woning. Het is tijd voor een Europa waar mannen en vrouwen gelijk betaalt en behandeld worden. Waar mensenrechten voor iedereen gelden.”

In mijn woorden: Het is tijd om opnieuw onze mouwen op te stropen. In de voetsporen van hen die ons voorgingen.

Terug naar de eerste 1 mei-viering in Leeuwarden in 1890. Die dag kwam het tot een breuk tussen een jonge Leeuwarder advocaat en zijn vader de wethouder. De zoon die naar de 1 mei-viering was geweest vertelde zijn vader in een heftige woordenwisseling definitief voor het socialisme te hebben gekozen. “Denk niet,” zei hij tegen zijn vader, “dat ik die zaak ooit ontrouw zal worden. Ik moet, het is mijn roeping”.

Het was Pieter Jelles Troelstra.

Lieve partijgenoten, dank jullie wel.

Partijbestuur

Voor een hoger minimumloon!

PvdA PvdA Nederland 01-05-2019 05:00

Door Gijs van Dijk op 1 mei 2019 Delen  

Om rond te kunnen komen heb je vaak meerdere baantjes nodig. Armoede onder werkenden neemt zelfs toe. Dat moet anders, iedereen heeft het recht op bestaanszekerheid.

Het is vandaag de Dag van de Arbeid. Deze dag is ooit gestart als internationale strijddag voor de acht urige werkdag. Nu in 2019 is deze strijd opnieuw relevant. Voor 500.000 mensen in Nederland geldt dat zij werken voor alleen een onzeker minimumloon.

We komen vandaag, op de Dag van de Arbeid, met het wetsvoorstel ‘Voor een hoger minimumuurloon’.

Als je werkt, wil je zeker zijn van een fatsoenlijk loon. Een loon waarvan je kan leven. Daarom komen we vandaag, op de Dag van de Arbeid, met het wetsvoorstel ‘Voor een hoger minimumuurloon’. Met een vastgesteld en hoger minimumuurloon gaat werken meer lonen. Zo bieden we alle werkenden betere bescherming tegen uitbuiting en onderbetaling. Met het hogere minimumloon en betere bescherming krijg je als werkende vaste grond onder de voeten, waarmee je vooruit kunt.

Met het hogere minimumuurloon van 10,36 euro gaan afwassers, callcentermedewerkers, schoonmakers, winkelpersoneel en vele anderen er al snel meer dan 10% op vooruit. Dat is een euro per uur en een paar tientjes per week. Dat is het verschil tussen een lege portemonnee of een beetje ruimte aan de eind van de maand. Eindelijk kan je kind sporten of kun je eens nieuwe kleren kopen.

Ik wil dat ook mensen met het minimumloon er op vooruit gaan

Dagelijks lezen we hoe goed het gaat met Nederland. De winsten van de multinationals en bedrijven gaan door het plafond. Ik zie dat mensen die het minimumloon verdienen keihard werken, maar te weinig geld hebben als de koelkast kapot gaat. Ik wil dat ook mensen met het minimumloon er op vooruit gaan. Met dit wetsvoorstel zetten we een eerste stap.

Met dit wetsvoorstel zetten we een eerste stap.

Naast een hoger loon zorgt dit voorstel voor betere bescherming van werkenden. Nu wordt er gesjoemeld met verschillende minimumuurlonen. Door de invoering van een vastgesteld minimumuurloon kan de Inspectie SZW beter handhaven. Ook kan je zelf beter bijhouden of je voldoende verdient. Betere bescherming dus van alle werkenden tegen uitbuiting en onderbetaling.

Lees hier het wetsvoorstel.

Heb je vragen over het voorstel of wil je graag meedoen dit tot een succes te maken? Laat het mij weten!

https://www.pvda.nl/nieuws/voor-een-hoger-minimumloon/

Tweede Kamerlid

Tegenstellingen in Twente. Over macht en onmacht. (1)

PvdA PvdA VVD CDA Nederland 28-03-2019 12:30

In Almelo is de voorzitter van de landelijk VVD bestuurdersvereniging, Arjen Gerritsen burgemeester. Hij is verantwoordelijk voor onder andere de openbare orde en veiligheid in de voormalige textielstad. Hij zette in de voorbije herfst ’s nachts, een leger en politiemacht van 450 manschappen in om enkele drugshandelaren in de Nieuwstraat buurt op te pakken. Bij de acties kwamen moeders en kinderen in de knel met trauma’s tot gevolg, zo vertelde me een verontwaardigde schooldirecteur. Het maakte de burgemeester niets uit.

De jonge VVD wethouder Arjen Maathuis (daarvoor ‘programma-manager’ bij een naburige gemeente) is verantwoordelijk voor sociale zaken, werkgelegenheid en economie binnen een rechts college. De gemeente mag een jaarlijkse inkomenstoeslag vaststellen voor de armste inwoners. Voor die gezinnen stond die eenmalige jaarlijkse uitkering op 500 euro. Alleenstaanden konden rekenen op 350 euro. De VVD wethouder vond dat daar een eind aan moest komen. Hij verlaagde de inkomenstoeslag naar 100 euro voor gezinnen en 80 euro per jaar voor alleenstaanden. Op die manier zouden deze mensen gestimuleerd worden om vanuit de bijstand te gaan werken. Dat is Almelo en dat is het ware gezicht van rechts beleid, gesteund door het CDA en rechtse, lokale partijen. Het ergste is dat diezelfde kwetsbare groep armoede over draagt van generatie op generatie. Voor hen ontbreekt perspectief, zoals een voormalig raadslid uit Enschede me ooit eens toevertrouwde, “omdat de samenleving er nooit in zijn geslaagd voor deze groepen een zinvol alternatief te vinden na de sluiting van de textielfabrieken in de vorige eeuw.” Dat maakt dit harde rechtse besluit zo onaanvaardbaar: het is bedoeld om mensen te vernederen en uit te sluiten.

De kleine PvdA fractie, met Arjan de Vries en Jorien Geerdink, is  naast en tussen die mensen gaan staan en nam het voor hen op, in de gemeenteraad. Jorien Geerdink ging mee naar de rechtbank, toen juist deze kwetsbare mensen werden opgelicht door een bewindvoerder. Tweede Kamerlid Gijs van Dijk op zijn beurt, legde de kwestie voor in Den Haag, tijdens de debatten in het parlement. Het laat zien dat de sociaaldemocratie meer dan ooit een rol te spelen heeft.

Dat bleek ook tijdens mijn bezoek aan de gemeente ’Hof van Twente’. Dat is de omgeving van Diepenheim, Goor, Markelo en Delden. In het lichtglooiende coulissen landschap worden akkers en velden afgewisseld met houtwallen en percelen bos. De schaalvergroting in de landbouw heeft hier natuurlijk ook haar landschappelijks sporen nagelaten, maar in vergelijking met de streek boven Almelo, is het hier nog steeds liefelijk en aantrekkelijk. Alleen bij Diepenheim liggen al zes kastelen, het thuis voor de oude Gelderse landadel. Verderop ligt het landgoed Twickel bij Delden, met het grootse kasteel, het park, de tuinen en omringende bossen en landerijen. Dat is een geliefd oord, voor wandelaars en fietsers. Ik was te gast bij mijn oud collega Margot Gunderman en haar man en bij de leden en het bestuur van de lokale afdeling van de PvdA. Ze namen me mee naar Diepenheim, een dorp wat haar bekendheid ontleent aan de activiteiten van de Kunstvereniging. Marinus Aaftink, een van de bestuursleden van het eerste uur, van de Kunstvereniging leidt ons naar de expositiezaal van de Kunstvereniging, waar (inter) nationale moderne kunst wordt getoond. In de directe nabijheid zijn er bijzondere aangelegde tuinen (landart) en is er een centrum voor moderne tekenkunst.

Marinus Aaftink

Even verderop laat Marinus Aaftink trots het jongste project zien waarbij hij betrokken was, de lokale herberg de Pol die werd omgetoverd tot een groot multifunctioneel cultureel centrum met de schitterende theaterzaal, Er zijn mooie voorstellingen te zien en de verschillende (muziek) verenigingen hebben hier hun plaats en er is een café restaurant, en een bibliotheek natuurlijk, waar je net als elders, automatisch boeken kunt belenen en inleveren. Met een slimme ingreep is het prachtige vlakke vloer theater om te toveren tot een openlucht theater. Waar vind je zoiets? En ook al beperken bezuinigingen de mogelijkheden, en moeten de vrijwilligers van het eerste uur zachtjes aan het stokje overdragen aan een volgende generatie, de toekomst van Diepenheim lijkt tot in lengte van jaren verzekerd. Het is een geliefd oord voor (welgestelde) toeristen en het barst er van de B&B gelegenheden; de kunsten dragen de lokale economie. Later ontmoette ik twee oude PvdA-ers Wim Leetink (90) uit Goor, en de geboren Amsterdammer, in Delden woonachtige prof. em. Ger Boerlijst. De één, Wim Leetink, vertelde het verhaal van een arbeidersleven in Twente. Van thuis uit lid van de SDAP, later vanaf de start van de PvdA, de vakbond, de Vara… Hij werd opgeleid als banketbakker en oefende dat vak ook 17 jaar uit, maar zijn liefde lag er niet. Bovendien verdiende hij te weinig; in de fabriek kon je een derde meer loon krijgen. Toen de kans zich aanbood, was de overstap snel gemaakt. Wim ging werken bij de giertij Dikkers in Goor, werd daar een echte vakman maar een noodlottig ongeval met uraniumafval van de Urenco uit Almelo (die aan twee collega’s het leven kostte) kwam hij op 43 jarige leeftijd in de WAO. Einde carrière. Nu, op hoge leeftijd, is hij nog steeds intensief betrokken bij het wel en wee van de lokale PvdA. Hij maakt flyers (zijn advies: geef een duidelijke eenvoudige boodschap mee en gebruik grote letters) en slaat geen bijeenkomst over. Wim woont in een bejaardenhuis, fietst elke dag nog tien kilometer in de omgeving en is zo fit als een hoentje.

Het verhaal van Ger Boerlijst is als de klassieke roman over de opkomst van het arbeidersbeweging en volksverheffing. Het begint in de tweede helft van de negentiende eeuw in de Amsterdamse Jordaan, in de armste omstandigheden wanneer de grootvader van de nu 86 jarige Ger als diamantbewerker een gezin onderhoudt en daarnaast actief wordt zowel in de diamantbewerkersbond als in een vereniging die arbeiders een betere huisvesting garandeert. Zij zijn dan aanhangers van dominee Ferdinand Domela Nieuwenhuis, in Nederland de grondlegger van de socialistische beweging. Zijn zoon, de vader van Ger, werd drogist, een kleine middenstander in Nieuw Zuid. Ger vertelt over de deportaties door de Duitsers, de bezetters, van hun Joodse buren, vriendjes en vriendinnetjes van school. En hoe hij na de oorlog na het gymnasium kon gaan studeren. Hij kreeg het aanbod om te gaan werken bij Philips in Eindhoven, als bedrijfspsycholoog. Later stapte hij over naar de universiteit van Twente en werd er hoogleraar. Hij volgt de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt nog steeds en maakt zich zorgen over de flexibilisering, die de binding met het bedrijf en dus een gemeenschap ondermijnt. Aan de keukentafel, in het gezelschap van enkele bestuursleden van de lokale PvdA afdeling, zegt de geboren Amsterdammer: “Mensen denken nu gemakkelijk dat ze autonoom zijn en als zelfstandige heel makkelijk te kunnen switchen maar wanneer men boven de 45 jaar is en dan plotseling te maken krijgt met ingrijpende veranderingen in het leven en het werk, blijkt al gauw dat die enorme flexibiliteit een valkuil vormt, waar je niet gemakkelijk meer uit komt.” Ger Boerlijst constateert dat de binding met een bedrijf, en dus een gemeenschap, steeds minder wordt en dat het de grote opdracht is voor de politiek en de sociaaldemocratie om die binding tussen de burgers te herstellen.

Voormalig gemeentehuis Diepenheim

Een eindje verderop, in Markelo, is dat ook een zorg voor de gepensioneerde onderwijsman, Herman Wevers, een van de vier raadsleden van de PvdA in de gemeenteraad. Bij een kopje koffie schetste hij de geschiedenis van de streek, met de dominantie van de belangen van de landbouw en hun vertegenwoordigers bij de christendemocraten en liberalen. “De plankgasboeren wordt hier echt geen strobreed in de weggelegd,” zei hij. Plankgasboeren dacht ik, wat zijn dat nou weer? Herman legde het uit: bij ruilverkavelingen worden de houtwallen en kleine bosjes in het landschap weggenomen en het landschap geëgaliseerd, om zo de percelen voor grote zware en efficiënte trekkers toegankelijk te maken. Met die zware trekkers kun je vol gas over het land. Plankgasboeren… De maatschappelijke verhoudingen zijn in de loop der tijd niet wezenlijk veranderd. In Goor, bijvoorbeeld, vertelt Herman, is een honderd jaar oude wijk met arbeiderswoningen, het Tuindorp. De woningbouwstichting heeft weinig trek om juist deze woningen te renoveren en klimaatbestendig te maken. In plaats daarvan wordt er voor gekozen om de huurwoningen van beter gesitueerden op te knappen. Dat zijn stille maar heel politieke keuzes van woningbouwbestuurders. Herman verbijt zich.

De sociaaldemocratie had in Twente een sterke, krachtige positie. Die is de afgelopen jaren vrijwel volledig verdwenen, vooral in de belangrijkste Twentse steden, zoals Enschede, Hengelo, Almelo. In de gemeente ‘Hof van Twente’ gaat het relatief nog redelijk; de fractie in de gemeenteraad bestaat uit vier volksvertegenwoordigers. Maar ook hier blijft de macht in handen van de traditionele christendemocraten en liberalen. Tijdens mijn tocht, de voorbije maanden, hoorde ik van veel vrijwilligers in de afdelingen hoe moeilijk het is en wordt, om de plaatselijke sociaaldemocratie in stand te houden, terwijl we later dit jaar juist herdenken dat de sociaaldemocratische beweging 125 jaar geleden werd opgericht. Het ledenbestand wordt steeds maar ouder en de aanwas van jongeren blijft achter. Hoe het tij te keren? Het bestuur en de leden van de afdeling, benieuwd naar mijn verhalen, kwamen die avond bijeen in een café in Goor. We wisselden verhalen en ervaringen uit; het is een vrolijke, plezierige en optimistische avond, ook al is het nog maar een klein gezelschap. Annemieke Wissink, lijsttrekker voor de PvdA bij de provinciale verkiezingen in Overijssel is optimistisch. “We hebben straks een leuke ploeg,” zegt ze. “We komen er weer boven op.” We nemen afscheid op het plein voor het nieuwe, reusachtige gemeentehuis van in Goor. Het is koud, en donker, maar we hebben hoop, en vertrouwen.

Op weg naar de noordelijk gelegen gemeente Twenterand, breek in hoofd weer eens over de zorgen om de lokale democratie. Het is niet een probleem van de sociaaldemocratie; ook andere landelijke partijen kampen met een steeds teruglopend ledenaantal en steeds minder en steeds oudere actieve leden in de lokale afdelingen. Bovendien geldt dat zodra een partij verantwoordelijkheid neemt voor het bestuur, (gemeentelijk, provinciaal of landelijk) het vertrouwen van de burgers verliest. Wat zegt het dat een programma-manager sociaal domein van een gemeente, even later een politiek verantwoordelijk wethouder is voor datzelfde sociaal domein bij een andere gemeente? Wat is een bibliotheek zonder bibliothecaris? Stel je voor dat de bibliotheek van Gouda, de Chocoladefabriek, geen Erna Staal als directeur zou hebben, met haar een grenzeloze kennis van en liefde voor boeken? Zou de Chocoladefabriek ooit tot leven kunnen komen? Waarom zou je een bibliotheek organiseren met een computer maar zonder een bezielende geest? Anders gezegd, hoe leer de mensen kennen die niet naar de bibliotheek gaan en er wel plezier aan zouden kunnen beleven? Hoe zie je wie wel en niet kan lezen? En hoe zorg je er voor dat wie niet kan, maar wel wil lezen, daartoe de kans, de mogelijkheid krijgt? Sterker, wie opent je een boekenrij van ruggen tot een bron van tijd, van ruimte en kennis? Dan de woningbouwstichting, die zonder blikken of blozen de armste wijk in Goor veronachtzaamd? Anders gezegd, hoe kun je volkshuisvesting organiseren wanneer een woningbouwstichting niet om kijkt naar de slechtste woningen, naar de kwetsbaarste mensen? Of, hoe kun je volkshuisvesting organiseren wanneer door de Europese Commissie in Brussel wordt bepaald met welk inkomen wie wel en niet een sociale huurwoning mag betrekken? Wat kan de lokale politiek daaraan nog doen? Praten tot je een ons weegt of, in het gunstigste geval, de wensen van college en raad overbrengen bij de directeur van een woningbouwstichting en hopen, …hopen dat hij luistert? Hij is ten slotte directeur van een autonoom publiek bedrijf, zoals een school dat is, of een ziekenhuis. Landelijke regels beperken de grenzen van hun ‘speelruimte’, maar verder zijn deze publieke ondernemingen autonoom. Het zijn ’de professionals’, de managers en bestuurders die uitmaken wie, wat waar en waarom.  De lokale democratie staat even goed onder druk. Hoe het tij te keren?

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.