Nieuws van politieke partijen in Grave inzichtelijk

15 documenten

Gemeenten zijn nog niet klaar om hun eigen klimaatplan op poten te zetten

Lokale Partij Grave Lokale Partij Grave Grave 28-10-2019 09:29

Binnen twee jaar moeten gemeenten, per wijk, bekendmaken hoe huizen gasloos kunnen worden. Zelf zien ze nog veel onzekerheden bij deze opdracht uit het Klimaatakkoord.

Gemeenten kunnen hun inwoners nog niet vertellen hoe hun woningen aardgasvrij worden. Ze missen daar de expertise en de mankracht voor. Terwijl inwoners volop vragen hebben, kampen gemeenten met hun eigen onzekerheden. Dat stellen bestuurders van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vandaag in

Dit kan de haalbaarheid van het Klimaatakkoord belemmeren. Dat akkoord, deze zomer door het kabinet gepresenteerd, geeft gemeenten nadrukkelijk de regierol. Uiterlijk 2021 moeten alle 355 gemeenten voor elke woonwijk grofweg bekendmaken hoe en wanneer die gasloos wordt. Dat moet resulteren in 1,5 miljoen gasloze huizen in 2030, en 7 miljoen in 2050.

‘Er komt niet voor elke wijk een uitgewerkt plan’

“De gemeenten kijken door de oogharen”, zegt VNG-bestuurder Lot van Hooijdonk, wethouder duurzaamheid in Utrecht. Ze maken een toekomstschets, met scenario’s. “Er komt niet voor elke wijk een uitgewerkt plan.” De VNG benadrukt: er ligt ook geen plicht om dat direct voor iedereen te doen.

Maar intussen zijn bewoners, netbeheerders, en woningcorporaties wel deels afhankelijk van gemeenten, reageert Jade Oudejans, expert gasloos wonen bij adviesbureau Over Morgen. Goed dat de VNG geen schijnzekerheid wekt, vindt ze, maar voor resultaten zijn heldere gemeenteplannen onmisbaar. “Hoe concreter hun aanpak, hoe beter de milieuwinst te behalen is.”

VNG-voorzitter Jan van Zanen, tevens burgemeester van Utrecht,  spreekt van ‘een gigantische opgave’. Het is volgens hem maatwerk, dat verder reikt dan de stadsvernieuwing in de jaren zestig. De VNG zet geen handtekening onder het Klimaatakkoord, gemeenten gaan eind november samen in conclaaf. De 355 gemeenten willen versnellen, maar niet voordat ze duidelijkheid van het Rijk krijgen. Van Zanen: “Komt de faciliterende wetgeving wel op tijd, en krijgen wij voldoende instrumenten om bewoners een gasloos alternatief te bieden?”

Uit onderzoek, bijvoorbeeld door het Sociaal en Cultureel Planbureau, bleek eerder al dat bewoners weinig genegen zijn om zelf hun woning van het aardgas af te koppelen. Ze zitten met vragen, onzekerheden. Praktisch, over de bouwkundige aanpassing thuis, en vooral over kosten en financiering. Bewoners die mee willen doen, willen van de gemeenten snel duidelijkheid over subsidies en technieken.

Dat kan alleen, stelt de VNG, als het Rijk de gemeentelijke kosten voor de energietransitie tijdig compenseert. Het lokaal bestuur had tot dusver geen rol in de energievoorziening. Van Hooijdonk: “Veel gemeenten, en dat is geen schande, moeten die kennis en expertise opbouwen.” Ze moeten klimaatambtenaren aannemen, kennis binnenhalen en onderling uitwisselen, aldus de VNG. Zo willen gemeenten hoge uitgaven voorkomen aan externe klimaatadviseurs. Alleen, gemeenten zijn nog maar net begonnen met die complexe uitzoekklus, aldus de VNG.

‘HUIDIGE TOEPASSING MIDDEL WONINGSLUITING NIET HOUDBAAR’

Lokale Partij Grave Lokale Partij Grave Grave 16-09-2019 06:19

‘HUIDIGE TOEPASSING MIDDEL WONINGSLUITING NIET HOUDBAAR’

. Gepost in Nieuws en actualiteiten

‘Laat de burgemeester niet meer in zijn eentje drugspanden sluiten, maar samen met justitie en politie’, zei toenmalig burgemeester van Leeuwarden en G40-voorzitter Ferd Crone eind 2018. Burgemeesters zijn dan minder mikpunt van criminelen. Maar hoe ziet die rol van de burgemeester bij woningsluitingen eruit? Huidig G40-voorzitter Staf Depla vindt de manier waarop burgemeesters het instrument woningsluiting nu toepassen op termijn niet houdbaar.

De Schiedamse burgemeester Cor Lamers vindt dat burgemeesters te weinig gebruikmaken van hun bevoegdheden. ‘Met het opleggen van maatregelen wordt beoogd drugshandel te beëindigen, openbare orde en leefbaarheid te herstellen, hernieuwd gebruik van een drugspand te voorkomen en Schiedam als vestigingsplaats voor drugshandel en productie onaantrekkelijk te maken’, aldus Lamers. ‘We hebben meegemaakt dat criminelen onderling ripdeals plegen en woningen openbreken om de hennepoogst mee te nemen. Dit levert in de wijk veel gevoelens van onveiligheid op en het tast de openbare orde op een forse manier aan.’

Moeder en kind in drugspand gezet

Hij maakt vaak mee dat criminele organisaties een moeder en kind in een woning zetten en die woning vervolgens gebruiken voor hennepteelt met het idee dat ze sluiting dan kunnen voorkomen. ‘Dit is natuurlijk moeilijk hard te maken en het is onbekend hoe vaak dit gebeurt, maar in zo’n geval sluit ik de woning. Mijn ervaring is dat moeder en kind snel andere huisvesting hebben. Als gemeente zorgen wij daar niet voor. Wel kijken we altijd naar de situatie waarin het kind zich bevindt. Waar nodig doen we een melding bij jeugdzorg.’ Het gebeurt ook dat na ontmanteling van een hennepkwekerij, net voordat het pand gesloten zou worden, er ineens een moeder met een kindje woont die er daarvoor niet woonde. ‘De rechter is dan geneigd de huisvesting van die moeder voor te laten gaan op sluiting. Om dat voor te zijn, leggen we nu bijna altijd een spoedsluiting op.’

/index.php/2127-ondanks-bedenkingen-gaat-sportpark-kranenhof-gewoon-door

/index.php/2124-zeven-initiatieven-voor-een-veilige-leefomgeving

WOZ-WAARDE NAAR RECORD-HOOGTE

Lokale Partij Grave Lokale Partij Grave Grave 13-09-2019 11:49

De gemiddelde WOZ-waarde van woningen is in 2019 voor het vierde jaar op rij gestegen. Op 1 januari 2019 bedroeg de gemiddelde WOZ-waarde 248.000 euro per woning. Dat is 7,8 procent meer dan een jaar eerder.

‘Dat is de hoogste waarde ooit en de hoogste stijging sinds jaren’,  meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. De stijging van de gemiddelde WOZ-waarde was in Noord-Holland en Zuid-Holland het hoogst, met respectievelijk plus 10 en 11 procent.

Rotterdam

In Rotterdam steeg de gemiddelde woningwaarde met bijna 16 procent het hardst. De gemiddelde WOZ-waarde steeg daar van 166.000 euro per woning in 2018 naar 192.000 euro in 2019. In Amsterdam steeg de gemiddelde WOZ-waarde met ruim 11 procent tot 378.000 euro per woning. Sinds 2014 is de gemiddelde woningwaarde in Amsterdam met 64 procent toegenomen. Uit de CBS-cijfers blijkt dat alleen in de gemeenten Wageningen (-2,2 procent) en Noordwijk (-1,4 procent) daalde de gemiddelde WOZ-waarde. Van 15 gemeenten, waaronder Groningen, zijn de cijfers niet bekend.

Gemiddeld de hoogste WOZ-waarde hebben de woningen in de gemeente Bloemendaal: 695.000 euro. Hekkensluiter in dat rijtje is Delfzijl. In die gemeente is de gemiddelde WOZ-waarde 127.000 euro.

NOG VEEL ONDUIDELIJK OVER AARDGASLOZE WONING

Lokale Partij Grave Lokale Partij Grave Grave 05-09-2019 05:29

NOG VEEL ONDUIDELIJK OVER AARDGASLOZE WONING

Geschreven door Ben Martini op

. Gepost in Nieuws en actualiteiten

De betaalbaarheid van de energietransitie, mogelijke alternatieven en het proces van de overgang naar aardgasvrij wonen is voor bewoners en andere partijen nog steeds onduidelijk. Dat blijkt uit twee rapporten die vandaag verschijnen, van het Sociaal Cultureel Planbureau en van onderzoeksinstituut TNO. Beide rapporten zijn eensgezind in hun adviezen aan overheden: communiceer meer en beter over de energietransitie.

Concreet

In 2019 werden de afspraken over het stoppen met de aardgasproductie in Groningen concreet: over dertig jaar is de Nederlandse kooldioxide-uitstoot met 95% verminderd, en zijn nagenoeg alle woningen aardgasvrij. Maar om die snelle overgang naar een gasloze woning mogelijk te maken moeten alternatieven worden gevonden en toegepast. Overheden zijn daar druk mee bezig; provincies maken met gemeenten afspraken in zogenaamde Regionale Energiestrategiën (RES) en gemeenten maken zelf klimaatplannen op wijk- of zelfs straatniveau om te bepalen welke alternatieven, zoals warmtenetten, geothermie, all-electric of warmtepompen, geschikt zijn voor welke wijk.

Onzekerheid

Maar aan het einde van de lijn - in de woning - heerst vooral verwarring en onzekerheid. Welke alternatieven zijn er? Is deze woning wel geschikt voor een alternatief? Wat gaat dat kosten? Wanneer gaat het gas er definitief af? Die vragen kunnen maar moeilijk beantwoord worden door overheden of marktpartijen, omdat voor hen ook nog veel onduidelijk is, ziet TNO. ‘Zowel voor de particuliere woningeigenaren als professionele verhuurders, gemeenten, netbeheerders en andere betrokkenen geldt dat ze niet goed weten wat het aardgasvrij maken van de woningvoorraad voor hen betekent. Er is onduidelijkheid over de technische invulling van aardgasvrij, over de kosten, maar ook over wie welke rol heeft.

/index.php/2087-gemeentefonds-niet-meer-van-deze-tijd

/index.php/2085-fractiegeld-mag-niet-naar-familie

NOG STEEDS ONDUIDELIJKHEID OVER 'SOCIAAL OZB-TARIEF'

Lokale Partij Grave Lokale Partij Grave D66 CDA Grave 27-08-2019 05:57

Gemeenten kunnen voor sommige gebouwen, zoals sportacommodaties en dorpshuizen, een lager tarief voor de onroerendezaakbelasting (ozb) rekenen, maar er bestaat onduidelijkheid over de regeling. Het maakt de ozb-heffing ingewikkelder en brengt risico’s met zich mee. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vraagt minister Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) om opheldering.

Veel vragen

Dankzij een amendement van Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) kunnen gemeenten sinds 1 januari 2019 voor instellingen met een ‘sociaal belang’ het lagere woningtarief rekenen in plaats van het hogere tarief voor niet-woningen. Maar het amendement, schrijft de VNG, ‘roept zo veel vragen op dat de VNG haar leden adviseert te wachten met toepassing, totdat de gewenste duidelijkheid er is.’

Wetswijziging noodzakelijk

De VNG vroeg eind 2018 staatssecretaris Snel (Financiën, D66) om een overleg over de reikwijdte van de regeling (de toelichting van het amendement zou veel meer mogelijkheden bieden dan de wettekst). ‘De conclusie van dat overleg is dat een wetswijziging noodzakelijk is om dit goed te regelen’, schrijft de VNG nu. Als gewacht moet worden op een wetswijziging blijft de onduidelijkheid voorlopig bestaan.

Onduidelijkheid

Behalve de reikwijdte bestaat er onduidelijkheid over de interpretatie, uitvoerbaarheid en (financiële) gevolgen. Zo vraagt de VNG zich af of de regeling rechtmatig en doelmatig is, welke instellingen allemaal onder de regeling vallen, of een subsidie niet een eenvoudiger middel zou zijn waarmee hetzelfde resultaat bereikt kan worden, en of de regeling wel uitvoerbaar is vanwege de vele mogelijkheden die de toelichting toelaat. Ook geeft de VNG aan dat de huidige computersystemen niet toegerust zijn om een woningtarief te koppelen aan niet-woningen.

LAAGSTE AANTAL BOUWVERGUNNINGEN IN DRIE JAAR TIJD

Lokale Partij Grave Lokale Partij Grave Grave 22-08-2019 05:32

In het tweede kwartaal zijn ruim 12.800 vergunningen voor nieuwbouwwoningen verleend, blijkt uit cijfers van het CBS. Het is het laagste aantal in drie jaar tijd en ruim 14 procent minder dan in het tweede kwartaal van 2018.

Slecht signaal

Het aantal vergunningen is een indicator van hoeveel woningen er gebouwd gaan worden. Het lage aantal is een slecht signaal in het kader van de woningbouwopgave: het jaarlijkse toevoegen van 75.000 woningen per jaar om de beknelde situatie van de woningmarkt op te lossen. De gemiddelde doorlooptijd na het verlenen van een vergunning is ongeveer twee jaar.

Verbouwingen en transformaties

De som van nieuwbouwvergunningen en vergunningen voor de verbouwingen van woningen lag in het tweede kwartaal 14 procent lager dan een jaar eerder. Woningtransformaties, het omzetten van niet-woningen zoals kantoren, zijn door het CBS niet in de cijfers opgenomen.

Omzet

Tegelijkertijd was de omzet van de bouw in het tweede kwartaal 7,9 procent hoger dan een jaar eerder. Het lijkt sterk op het beeld van het eerste kwartaal van dit jaar: een flinke daling van het aantal vergunningen terwijl de omzet fors stijgt.

WONINGCORPORATIES DOMINANT IN HUURSECTOR GROTE STEDEN

Lokale Partij Grave Lokale Partij Grave Grave 13-08-2019 07:56

WONINGCORPORATIES DOMINANT IN HUURSECTOR GROTE STEDEN

Geschreven door Ben Martini op

. Gepost in Nieuws en actualiteiten

Steeds meer huizen zijn in handen van particuliere huisbazen, maar woningcorporaties domineren nog altijd de huursector in de grote steden. In de tien grote steden is gemiddeld 64 procent van alle huurwoningen eigendom van een sociale-woningbouwvereniging.

Uitzondering

Den Haag vormt een uitzondering. Daar spelen institutionele beleggers en particuliere ondernemers als Harry Hilders en Chris Thünnessen een grote rol. Hilders is met ruim 5.500 woningen de op één na grootste particuliere belegger in huurwoningen van Nederland. Dat blijkt uit de Volkskrant Top 300 Huisbazen, een onderzoek in samenwerking met het Kadaster naar de eigendomsverhoudingen in de Nederlandse huursector.

Relatief hoog

In Amsterdam hebben corporaties 61 procent van de huurhuizen in handen. De grootste particuliere belegger daar is de Sint Antonius Stichting, een goededoelenorganisatie die is opgezet door ex-banketbakker Jo Schopman. In Eindhoven en Tilburg is het aandeel van de corporaties in de huursector met 68 procent ook relatief hoog.

Verkoop bezit

Woningcorporaties hebben onder druk van de overheid juist bezit verkocht, maar blijven nog altijd de grootste aanbieder van huurwoningen. Het aantal huurhuizen in bezit van de grootste particuliere eigenaren is in tien jaar tijd met 22,3 procent gestegen. De grootste drie particuliere huisbazen hebben ieder huurwoningen met een totale waarde van ruim 1 miljard euro. De Rotterdamse ondernemer Aat van Herk is de grootste particuliere eigenaar, met bijna 6.000 huurwoningen en een geschatte waarde van 1,2 miljard euro. Ook grote institutionele beleggers kochten de afgelopen jaren huurhuizen bij. (ANP)

/index.php/2010-burgemeester-gedraagt-zich-niet-als-sheriff

/index.php/2008-bond-roept-fietsers-op-gemeenten-te-helpen

VERZET BELEGGERS TEGEN ‘NOODKNOP’ OLLONGREN

Lokale Partij Grave Lokale Partij Grave D66 Grave 10-07-2019 04:40

Een ‘noodknop’ om prijzen van huurwoningen te maximeren brengt de ‘stabiliteit van de Nederlandse woningmarkt in gevaar’, schrijft de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed (IVBN). Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) onderzoekt de mogelijkheden voor een noodknop als middel tegen excessieve prijsstijgingen van middenhuurwoningen (720-1000 euro).

'Enorme bedreiging'

Volgens de IVBN is de maatregel een ‘enorme bedreiging’ in nieuwe en bestaande huurwoningen. Institutionele beleggers investeren miljoenen aan pensioen- en verzekeringspremies in woningen voor mensen met een middeninkomen, schrijft de IVBN, en een noodknop zou dit in gevaar brengen.

Beste instrument

De afkeurende reactie van de belangenvereniging volgt op een brief van de minister over waarin ze schrijft dat de gespannen woningmarkt tot hoge huren kan leiden. Met een noodingreep zou de huur dan gemaximeerd worden op een percentage van de woz-waarde van het huis. Ollongren constateert verder dat er zorgen zijn of de ambities gehaald worden om het aanbod aan middenhuur te vergroten. Ze ziet de noodknop daarom als het beste instrument. ‘Tegelijkertijd mag een noodknop niet ten koste gaan van de investeringsmogelijkheden van fatsoenlijke investeerders’, schrijft ze.

WOZ-TAXATIES IN ALLE GEMEENTEN MARKTCONFORM

Lokale Partij Grave Lokale Partij Grave Grave 25-06-2019 03:53

Dat blijkt uit onderzoek van de Waarderingskamer en het Kadaster. De instanties onderzochten meer dan 800.000 woningverkopen in de periode 2012-2017. Het doel was om vast te stellen in welke mate gemeenten erin slagen de WOZ-waarde marktconform vast te stellen.

Procenten lager

De conclusie is dat de WOZ-waardebepaling marktconform was en dat de WOZ-taxaties de waardeontwikkelingen in de onderzoeksperiode 2012-2017 goed volgen. ‘Er is bij geen enkele gemeente sprake geweest van een systematische over- of onderwaardering van woningen’, zo stellen de onderzoekers.

Ook de WOZ-waarden van woningen die niet werden verkocht, zijn in lijn met de marktwaarden. Daarvoor zijn de WOZ-waarden van verkochte woningen vergeleken met die van niet-verkochte woningen. Wel liggen in een sterk stijgende markt de WOZ-waarden van niet-verkochte woningen enkele procenten lager.

Onderwaardering

Van een systematische onderwaardering van deze niet-verkochte woningen kan volgens de onderzoekers echter niet worden gesproken: om verschillende redenen kan een woning direct na de verkoop een hogere waarde hebben gekregen. De meer courante woningen  worden vaker verkocht, omdat dat doorgaans de beter onderhouden woningen, dan wel woningen met eigentijdse woonvoorzieningen zijn. Bovendien is het zo dat bij verkochte woningen, indien er bij de transactie sprake is van gedateerdheid, ze na aankoop vaak worden opgeknapt. Bij niet-verkochte woningen komt het effect van stijgende marktwaarden soms enkele maanden trager in de WOZ-waarde tot uitdrukking.

Peildatum

Jaarlijks taxeren alle gemeenten de waarden van alle woningen. De WOZ-waarde wordt jaarlijks vastgesteld op een vaste waardepeildatum; die ligt altijd op 1 januari van het voorgaande jaar.

Alle CGM ambtenaren in ons Stadskantoor huisvesten is goedkoopste oplossing.

Keerpunt 2010 Keerpunt 2010 PvdA Grave 27-05-2019 09:44

GraverMaat: In Cuijk zijn de resultaten bekend geworden van een onderzoek om alle ambtenaren CGM onder een dak te huisvesten. Huisvesten van alle ambtenaren in het Graafse Stadskantoor kwam als goedkoopste oplossing uit de bus. Sorry voor de lay-out van dit document. Het koste veel knip-en plakwerk om deze raadsinformatiebrief van Cuijk te knippen en plakken. Een opmerkelijk detail zijn de reiskosten in de huidige situatie. Deze bedragen 220.000,00 euro. In alle scenario’s is een daling van 55.000,00 euro te verwachten. Daarnaast is door efficiëntie een tijdwinst mogelijk van 2’a 3 fte.

Resultaten onderzoek alle ambtenaren CGM onder één dak naar aanleiding van aangenomen motie.

23 mei 2019

De door ABC, PvdA en Liberaal LvC vastgestelde motie van 12 november 2018 inhoudende om het

Bestuur CGM te vragen onderzoek te doen naar de voor- en nadelen van huisvesting van alle ambtenaren

van CGM onder één dak.

Aanleiding voor het onderzoek was een eerste inschatting van een te behalen besparing van € 500.000,- op het moment dat de ambtelijke organisatie op één plek gehuisvest zou kunnen worden. Deze eerste inschatting komt voort uit een document met ombuigingsvoorstellen. Het betrof hier een op dat moment niet nader onderzochte inschatting op basis van verwachte besparingen op reiskosten (200.000,-) en reistijd (300.000,-).

Onderstaand treft u de samenvatting aan van het rapport uitgevoerd door adviesbureau HEVO in opdracht

van het Bestuur CGM.

Op hoofdlijnen gaat deze samenvatting in op: de vraagstelling, gebaseerd op ingediende moties vanuit de

gemeenten Mill en Cuijk, vervolgens op de mogelijke scenario’s en afsluitend de conclusies.

Het onderzoek heeft tot doel om de consequenties in kaart te brengen indien alle medewerkers worden gehuisvest:

1. Op de bestaande locatie in Cuijk.

2. Op de bestaande locatie in Grave.

3. In een nieuwbouw op een locatie centraal binnen het CGM-werkgebied.

4. In een nieuwbouw op een locatie binnen één van de kernen van CGM.

Scenario’s met het gemeentehuis van Mill en Sint Hubert zijn in het vooronderzoek, zie rapportage, al als ongeschikt beoordeeld. In de directe omgeving van het gemeentehuis zijn onvoldoende mogelijkheden om de gehele organisatie onder te brengen.

Het betreft een onderzoek op hoofdlijnen. De onderzoeksresultaten geven de belangrijkste

consequenties en een indicatie van de financiële gevolgen weer.

Politieke overwegingen zijn in dit onderzoek niet meegenomen; het betreft een onderzoek op basis van financiën, ruimte en andere feitelijke aspecten.

Het bestuur van CGM heeft daarbij de volgende uitgangspunten bepaald:

Bij alle scenario’s stelt het bestuur de voorwaarde dat er per gemeente een decentrale publieksbalie

aanwezig blijft.

Tevens dient bekeken te worden welke voorzieningen voor het bestuur (college/raad) gehandhaafd

moeten/kunnen blijven, zoals de raadszaal.

Er dient op hoofdlijnen (dat wil zeggen dat opties, kosten, mogelijkheden etc. niet tot in detail

worden uitgewerkt en beschreven) inzicht gegeven te worden in de belangrijkste consequenties en

een indicatie van de grootste financiële gevolgen.

Hierbij dient inzicht gegeven te worden in de in moties genoemde bedragen die herhuisvesting op

zouden leveren en in de (exploitatie)kosten van bijvoorbeeld de achterblijvende gebouwen of van

eventuele herontwikkeling van de betreffende gebouwen.

Om inpassing te kunnen toetsen is er een Programma van Ruimten opgesteld, zie bijlagen 5.1 en

5.2 van de rapportage. Uit berekening is gebleken dat wanneer CGM in zijn geheel op één locatie

wordt ondergebracht er een totale brutovloeroppervlakte nodig is van circa 5.400 m². Voorwaarde

hierbij is het invoeren van een flexfactor van 0,7 werkplek/medewerker.   Daarnaast is binnen iedere kern                                   ten behoeve van de decentrale publieksbalie nog aanvullend    circa 400 m² nodig.

Met het huidige gebruik van het gemeentehuis van Cuijk, het dienstencentrum, het gemeentehuis

van Grave en het gemeentehuis van Mill en Sint Hubert liggen de jaarlijkse exploitatiekosten voor

CGM op circa € 1.205.610,– per jaar. Deze exploitatiekosten bestaan (ook bij de scenario’s) uit:

kapitaallasten, huurkosten, servicekosten, onderhoudskosten en schoonmaakkosten inclusief btw.

Opbrengsten van het verhuurkantoor zijn in mindering gebracht op de exploitatiekosten. De totale

reiskosten bedragen in de huidige situatie jaarlijks ongeveer €222.000,-, deze zijn aanvullend op de                     exploitatiekosten. Deze bestaan uit zowel woon-werk als werk-werk reiskosten. Voor het

samenvoegen van de organisatie onder één dak is het denkbaar dat er winst behaald kan worden

in deze reiskosten als ook de reistijd van medewerkers.

Scenario 1: ‘Alles onder één dak’ in Cuijk

– Volledig gebruik gemeentehuis van Cuijk.

– Volledig gebruik van het verhuurkantoor.

– Gebruik van het dienstencentrum zoals in de huidige situatie.

– Openen decentrale publieksfuncties in Grave en Mill en Sint Hubert. Decentrale

publieksfuncties bestaan onder andere uit: raadszaal, vergaderruimte, publieksbalie,spreekkamer                                    en aanverwante benodigde voorzieningen.

– Verbouwing met investeringswaarde van circa € 2.726.000,–1 om het gemeentehuis,

inclusief verhuurkantoor, te verbouwen en geschikt te maken voor een flexfactor van 0,7.

– Aanvullende investering van circa € 302.500,– voor het openen van de decentrale

publieksfuncties.

– Het tegen de taxatiewaarde kunnen afstoten van gemeentehuizen Grave en Mill en Sint

Hubert.

– De exploitatiekosten voor CGM komen bij scenario 1 uit op circa € 1.279.787,– per jaar                                           exclusief reiskosten). Deze liggen daarmee hoger dan het huidige niveau. Naar

schatting kunnen de reiskosten met circa €55.000 omlaag gebracht worden naar

€167.000,- per jaar en zal er circa 2 à 3 fte tijdswinst mogelijk zijn door het vervallen van

de verkeersbewegingen tussen de gemeentehuizen. Het afstoten van gemeentehuizen                                                     Mill en Sint Hubert en Grave levert na het verrekenen van de huidige marktwaardes ,                                                         de dekkingsreserves en de opgenomen boekwaarden een resultaat op van + € 3.442.018,–.                                              Nadere toelichting is beschikbaar in bijlage 5.3 van de rapportage.

Scenario 2: ‘Alles onder één dak’ in Grave

– Gebruik van huidige ruimten gemeentehuis Grave.

– Aanvullend gebruik van verdiepingen 1 en 2, momenteel in gebruik door Mooiland.

– Aanvullend gebruik van de ruimten die voorheen gehuurd werden door het BHIC.

– Openen decentrale publieksfuncties in Cuijk en Mill en Sint Hubert. Decentrale

publieksfuncties bestaan onder andere uit: raadszaal, vergaderruimte, publieksbalie,

spreekkamer en aanverwante benodigde voorzieningen.

– Ruimten op verdiepingen 1 en 2 (in gebruik door Mooiland) moeten overgenomen worden.                                                     – Verbouwing met investeringswaarde van circa € 2.746.300,–3 om het gemeentehuis te

verbouwen en geschikt te maken voor een flexfactor van 0,7.

– Aanvullende investering van circa € 302.500,– voor het openen van de decentrale

publieksfuncties in Cuijk en Mill en Sint Hubert.

– Het tegen de taxatiewaarde kunnen afstoten van gemeentehuizen Cuijk en Mill en Sint

Hubert.

Resultaat

– De exploitatiekosten voor CGM komen bij scenario 2 uit op circa € 940.262,– per jaar

(exclusief reiskosten). Deze liggen daarmee lager dan het huidige niveau.

Naar schatting kunnen de reiskosten met circa €55.000 omlaag gebracht worden naar

€167.000,- per jaar en zal er circa 2 à 3 fte tijdswinst mogelijk zijn door het vervallen van

de verkeersbewegingen tussen de gemeentehuizen.

1. Alle investeringskosten zijn door bouwkostenexperts van HEVO berekend.

2. Berekend door WOZ-taxateur van CGM. Deze bedragen zijn onder voorbehoud en afhankelijk van de verkoopbaarheid.

3. Alle investeringskosten zijn door bouwkostenexperts van HEVO berekend.

– Het afstoten van gemeentehuizen Mill en Sint Hubert en Cuijk levert na het verrekenen van de                       huidige    marktwaardes , de dekkingsreserves en de opgenomen boekwaarden een resultaat op van.                       + € 3.358.018,–. Nadere toelichting is beschikbaar in bijlage 5.3 van de rapportage.

Scenario 3: ‘Alles onder één dak’ nieuwbouw op een centrale locatie binnen CGM

Nieuwbouwlocatie op centrale plek binnen CGM. Bijvoorbeeld een centrale locatie aan de N321.

Geen rekening gehouden met beschikbaarheid bouwgrond etc.

Openen van decentrale publieksfuncties in Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert.                                                    Decentrale publieksfuncties bestaan onder ander uit: raadszaal, vergaderruimte, publieksbalie,

spreekkamer en aanverwante benodigde voorzieningen.

Beschikbaarheid van bouwgrond ten behoeve van nieuwbouw.

Nieuwbouw met een investeringswaarde van circa € 15.534.000,–3. Het verwerven en

bouwrijp maken van grond is hierin deels opgenomen (€800.000). Afhankelijk van de

precieze locatie en daar aan gekoppelde grondprijzen is op deze investeringswaarde                                                 een range tussen circa €15.734.000 en €16.034.000 van toepassing.

Aanvullende investering van circa € 453.750,– voor het openen van drie decentrale

publieksfuncties in Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert.

Het tegen de taxatiewaarde kunnen afstoten van gemeentehuizen Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert.

De exploitatiekosten voor CGM komen bij scenario 3 uit op circa € 1.026.495,– per jaar

(exclusief reiskosten). Hierin zijn de kapitaallasten voor het verwerven van bouwgrond

deels opgenomen. Echter moet hier een range aan toegevoegd worden, afhankelijk van

de kosten voor grondverwerving etc. zullen de exploitatielasten voor dit scenario tussen

€1.033.495 – €1.043.995 liggen. Deze liggen daarmee lager dan het huidige niveau. Naar

schatting kunnen de reiskosten met circa €55.000 omlaag gebracht worden naar

€167.000,- per jaar en zal er circa 2 à 3 fte tijdswinst mogelijk zijn door het vervallen van

de verkeersbewegingen tussen de gemeentehuizen.

Naar schatting kunnen de reiskosten met circa €55.000 omlaag gebracht worden naar

€167.000,- per jaar en zal er circa 2 à 3 fte tijdswinst mogelijk zijn door het vervallen van

de verkeersbewegingen tussen de gemeentehuizen.

Het afstoten van gemeentehuizen Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert levert na het

verrekenen van de huidige marktwaardes , de dekkingsreserves en de opgenomen

boekwaarden een resultaat op van + € 5.202.018,–. Nadere toelichting is beschikbaar in

bijlage 5.3 van de rapportage.

Scenario 4: “Alles onder een dak”. Nieuwbouw op een locatie binnen een van de kernen van CGM.

Nieuwbouw op een locatie binnen één van de kernen van CGM (Cuijk, Grave of Mill en

Sint Hubert).

Geen rekening gehouden met beschikbaarheid bouwgrond etc.

Openen van decentrale publieksfuncties in de twee andere kernen. Decentrale

publieksfuncties bestaan onder andere uit: raadszaal, vergaderruimte, publieksbalie,

spreekkamer en aanverwante benodigde voorzieningen.

Beschikbaarheid van bouwgrond ten behoeve van nieuwbouw.

Nieuwbouw met een investeringswaarde van circa € 15.534.000,–3. Het verwerven en

bouwrijp maken van grond is hier deels in opgenomen (€800.000). Afhankelijk van de

precieze locatie en daar aan gekoppelde grondprijzen is op deze investeringswaarde een range tussen circa €15.734.000 en €16.034.000 van toepassing.

Aanvullende investering van circa € 302.500,– voor het openen van twee decentrale

publieksfuncties in de andere twee kernen.

Het tegen de taxatiewaarde kunnen afstoten van gemeentehuizen Cuijk, Grave en Mill enSint Hubert.

De exploitatiekosten voor CGM komen bij scenario 4 uit op circa € 950.160,– per jaar

(exclusief reiskosten). Echter moet hier een range aan toegevoegd worden, afhankelijk

van de kosten voor grondverwerving etc. zullen de exploitatielasten voor dit scenario

tussen €957.160 – €967.160 liggen Deze liggen daarmee lager dan het huidige niveau.

Het afstoten van gemeentehuizen Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert levert na het

verrekenen van de huidige marktwaardes , de dekkingsreserves en de opgenomen

boekwaarden een resultaat op van + € 5.202.018,–.

Wanneer we de vergelijking maken met de huidige situatie dan is zichtbaar dat bij scenario 1

(huisvesting in Cuijk) de jaarlijkse exploitatielast licht zal toenemen (exclusief reiskosten). Deze

toename ontstaat met name vanuit de inkomstenderving van het verhuurkantoor en een stijgende

kapitaallast vanwege de nieuwe investeringen (oa voor het in stand houden van bestuurscentra in

de andere gemeenten).

Scenario 2 (huisvesting in Grave) lijkt na dit onderzoek het meest gunstig. De jaarlijkse

exploitatielast daalt hierbij met circa € 265.348,– ten opzichte van het huidige niveau (exclusief

reiskosten). Deze daling komt voornamelijk voort uit het verdwijnen van de grote kapitaallast                                op het gemeentehuis van Cuijk en de huurkosten van het dienstencentrum.

Bij beide scenario’s kunnen de vereiste investeringskosten gecompenseerd worden met het

resultaat van het afstoten van twee gemeentehuizen. Belangrijke opmerking hierbij is de

onzekerheid rondom de verkoopbaarheid van dergelijke relatief grote objecten binnen kleine

gemeenten.

Bij scenario’s 3 en 4 betreft het nieuwbouw met in beide gevallen een hoge initiële investering.

Deze investering kan deels gecompenseerd worden met het afstoten van alle drie de

gemeentehuizen, echter blijft er in dat geval nog altijd een investering openstaan van circa

€ 11.000.000,–. Daarentegen wordt er wel een winst geboekt op de jaarlijkse exploitatiekosten; in beide scenario’s tussen de € 150.000,– en € 250.000,– minder dan in de huidige situatie.

In de motie die als aanleiding diende voor het onderzoek is een potentiële besparing in jaarlijkse lasten van€ 500.000,- genoemd. Het onderzoek laat zien welke besparing er met elk scenario te behalen is. Daarbij

zijn de veranderingen in reiskosten en –tijd wel in cijfers uitgedrukt, maar niet meegenomen in de totale

jaarlijkse last. De reden hiervoor is dat de verdeling tussen woon-werk- en werk-werkverkeer op basis van

de beschikbare data niet exact te maken is. Wanneer echter gekeken wordt naar ervaringscijfers uit de

praktijk in combinatie met een onderzoek binnen CGM naar werken binnen de drie locaties, dan valt een

tijdsbesparing van tussen de 2 en de 3 fte te verwachten. Deze besparing is niet omgezet in euro’s, omdat niet aangenomen kan worden dat het gemiddelde tarief hierop van toepassing is (maw: onvoldoende

duidelijk welke medewerkers in welke schaalniveaus de reistijd hebben gemaakt). Deze besparing geldt

voor elk van de vier scenario’s, maar is gebaseerd op een aantal aannames (zoals aantal dienstreizen per

persoon en gemiddelde reistijd van werkplek naar werkplek) en niet op geregistreerde data.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.