Nieuws van politieke partijen in Zuid-Holland over CDA inzichtelijk

7 documenten

Opinie: Boeren verdienen ondersteuning bij voorkomen stalbrand

CDA CDA Zuid-Holland 10-09-2019 08:55

Afgelopen zomer werd Nederland opgeschrikt door een aantal stalbranden. Zulke berichten raken mij iedere keer weer, omdat ik van veehouders weet hoeveel leed daarmee gepaard gaat. Naast alle dieren die hulpeloos de dood vinden, zien boerengezinnen in korte tijd hun levenswerk in vlammen opgaan. Dat hakt erin. Allereerst vanwege het verlies van hun dieren, nadat eerst is geprobeerd te redden wat er te redden valt. Maar ook de financiële schade, die al snel in de honderdduizenden euro’s loopt, en de grote maatschappelijke ophef laat boeren natuurlijk niet onberoerd. Het geeft eens te meer aan hoe groot de verantwoordelijkheid is die boeren hebben om zorgvuldig met hun dieren om te gaan. Dat is hun kerntaak. Maar ook dat zij een overheid nodig hebben die zorgt dat zij kúnnen investeren in oplossingen.Elke stalbrand is er één te veel, daar is iedereen het wel over eens. Niet voor niets probeert de sector zelf al jarenlang het aantal branden terug te dringen. Die verantwoordelijkheid nemen zij. Tegelijkertijd moeten we realistisch zijn. Honderd procent zekerheid heb je helaas nooit. Hoeveel stalbranden er ook worden voorkomen: op het moment dat het misgaat, is het direct groot nieuws. Belangrijk is dan vooral dat de overheid niet de fout maakt om meteen extra regelgeving te verzinnen. Er zijn al ontzettend veel regels, en het gaat erom de regelgeving die we hebben beter te handhaven. Vanzelfsprekend moet eerst naar de oorzaken gekeken worden. En de kern daarvan is, los dat de oorzaak in 55% van de gevallen onbekend blijkt te zijn, dat menselijk handelen er over het algemeen aan ten grondslag ligt. Denk aan achterstallig onderhoud, aangevreten kabels door te weinig ongediertebestrijding (waar overigens ook te veel beperkingen door de overheid op worden gelegd) en brandgevoelige materialen die niet in stallen thuishoren. Het vergroten van bewustwording is daarom heel belangrijk. Boeren moeten weten waar de zwakke plekken in hun bedrijf zitten, en hoe dat te kunnen verbeteren.We moeten ons ervan bewust van zijn dat boeren niet alleen aan hoge eisen op het gebied van brandveiligheid moeten voldoen, maar ook als het gaat om bijvoorbeeld milieu en duurzaamheid. Zo waren luchtwassers bijvoorbeeld nodig om de ammoniakuitstoot te verlagen, maar zorgen deze bij brand juist voor een snelle verspreiding van het vuur. Dat is niet eenvoudig, en nieuwe systemen kosten geld. Ondanks de forse kosten die daarbij komen kijken, zijn Nederlandse boeren hard aan de slag met verduurzaming. Terwijl het voor hen steeds moeilijker wordt om een eerlijke boterham te verdienen. En zonder een fatsoenlijk inkomen, is het onmogelijk te investeren. Daar heeft de overheid naar mijn mening ook een verantwoordelijkheid. Daarom heb ik de minister gevraagd in kaart te brengen welke detectiesystemen in stallen mogelijk zijn, en hoeveel dat kost. Wat mij betreft verdienen boeren daarbij een financiële steun in de rug. Zodat we krijgen wat iedereen wil: brandveilige en duurzamere bedrijven.Terwijl onze agrarische sector wereldwijd tot de kopgroep behoren als het gaat om voedselveiligheid, milieu en dierenwelzijn, is er steeds vaker sprake van negatieve beeldvorming. Niet in de laatste plaats door acties van dierenrechten- en klimaatactivisten, die de waarheid geweld aandoen. Maar ik zie het als mijn taak als volksvertegenwoordiger, om ervoor te zorgen de overheid naast onze boeren staat. Zodat we gezond voedsel van eigen bodem, onze voorbeeldfunctie en toekomstige bedrijfsopvolgers niet verliezen. Geen boeren, geen eten. Jaco Geurts

Trouw : " Kamerveteraan Esther ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren VVD D66 CDA Zuid-Holland 06-08-2019 18:53

Trouw : " Kamerveteraan Esther Ouwehand haalt lol uit ‘terugvechten’ " De Tweede Kamer lijkt soms een duiventil, waar politici in- en uitvliegen. Deze zomer praten ervaren Kamerleden over hun werk en ontwikkeling. Vandaag Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren): ‘Journalisten weten nóg niet waarom ons verhaal aanslaat.’ Is politiek leuk? Ze fronst haar wenkbrauwen even, denkt een paar seconden na en zegt dan, vrij resoluut: “Nee. Politiek is niet per se leuk. Wat mij blijft motiveren, is de verandering die ik voorsta. Dat is mijn drijfveer. Je moet terugvechten, in mijn geval tegen het conservatieve landbouwbeleid dat Nederland al decennia heeft. Uit dat ­terugvechten kan ik wel lol halen.” Het mag een klein wonder heten dat Esther Ouwehand (43) behoort tot de meest ervaren Tweede Kamerleden. Politieke ambities heeft ze nooit gehad. Aan het einde van het interview zal Ouwehand enigszins ­verbaasd reageren op de vraag of ze ooit leider van de Partij voor de Dieren wil worden. “Nee joh. Ik denk echt niet: gut, fractievoorzitter dat lijkt me nou een mooie carrièresprong, of minister. Zo sta ik niet in het leven.” Ouwehand vertelt over haar parlementaire werk op een terras aan de Singel in Leiden. Dit is haar stad. Althans, het is de plek waar ze woont. Ouwehand groeide op in het gereformeerde Katwijk, de kustplaats waar het geloof voor haar soms als een ‘verstikkende deken’ aanvoelde. Op haar zestiende werd ze vegetariër na het zien van een tv-documentaire over de veehouderij. “Ik had nog nooit gezien dat er in Nederland op die manier met dieren werd omgesprongen. Ik wist toen: daar ga ik me voor inzetten, voor de kwetsbare zonder stem.” Het plan was een baan bij Green­peace of de Dieren-bescherming. De ­Partij voor de Dieren zou pas tien jaar later worden opgericht. De marketing voor Tina Na haar studie beleid, communicatie en organisatie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam belandde Ouwehand bij ­Sanoma Uitgevers, waar ze onder andere de marketing deed voor meidenblad Tina. “Ik wilde eerst ervaring opdoen in het bedrijfsleven, maar haalde geen voldoening uit het halen van verkooptargets”, zegt ze. Na vijf jaar was ze er klaar mee. De Partij voor de Dieren bestond inmiddels. “In 2004 zochten ze iemand om de partij uit de klei te trekken. Er was geen geld, geen kantoor, er waren geen computers, nauwelijks vrijwilligers.” Ouwehand was direct geïnteresseerd. “Wow, dacht ik. Zij vinden wat ik vind. En ik had marketing-communicatie gedaan en ervaring met vrijwilligers door het jongerenwerk dat ik in Katwijk deed. Ik kon wel iets betekenen.” Ze trad in dienst bij de partij in de veronderstelling dat ze achter de schermen zou werken aan de uitbouw van een beweging. Tot in 2006 onverwachts de vraag kwam: wil je politica worden? “Ik weet nog goed dat ik dat helemaal niet wilde. Is er echt niemand anders?, vroeg ik.” Op 30 november dat jaar werden Marianne Thieme en Esther Ouwehand als Tweede ­Kamerleden geïnstalleerd voor de Partij voor de Dieren. We wisten niks Terugkijkend zegt ze: “Wij wisten helemaal niets. We kenden de weg in het Kamergebouw niet. We hadden geen medewerkers die ons even konden rondleiden. Alles was nieuw. Op de eerste dag hadden we direct een belangrijk debat, over het generaal pardon dat er zeer tegen de zin van toenmalig minister van vreemdelingenzaken Rita Verdonk zou komen. Marianne en ik zorgden voor de doorslaggevende stemmen. “De eerste politieke spotprent over ons was van Joep Bertrams. Hij tekende een bulldog, op de halsband stond ‘Partij voor de Dieren’. Uit de mond van de hond staken twee voeten met ‘Rita ­Verdonk’ erop. We stonden meteen vol in de schijnwerpers.” Andere Kamerleden waren overwegend aardig voor de nieuwkomers, herinnert Ouwehand zich, maar een partij die zich sterk maakt voor dieren bleef voor velen een merkwaardig verschijnsel. Ouwehand: “De teneur was: het is leuk tot aan de volgende verkiezingen. Dan is de grap wel weer voorbij. Je zag ze denken: nou meisjes, maak het maar even leuk, straks is het weer voorbij.” Ouwehand is een slordige 4300 dagen Kamerlid. Ze mag zich op het Binnenhof, waar de omloopsnelheid hoog is, een veteraan noemen. Bemestingsnormen voor zaai-uien of snijmais In het prille begin was er vooral onzekerheid. Is dit werk niet te moeilijk? Ouwehand trad toe tot de commissie landbouw, een gezelschap dat in die tijd werd gedomineerd door politici met een boerenachtergrond. Debatten waren technisch en specialistisch. Ze gingen over kentekenplaten voor trekkers, maar ook over bemestingsnormen voor zaai-uien of snijmais. “Dat klinkt niet echt spannend”, zegt Ouwehand, maar ze omschrijft het als een ‘niet te onderschatten kwestie’. “Als je die normen verruimt, kan er meer mest komen. En dus meer ruimte voor bio-industrie. Ik heb de eerste twee jaar van mijn Haagse leven geïnvesteerd in lezen, lezen en lezen. Stapels documenten. Tot ’s nachts drie, vier bleef ik doorwerken. “Zeker in de landbouwdebatten gaat het over details die mede bepalen of de veehouderij meer ruimte krijgt of juist moet krimpen. Het kost een tijdje voor je doorhebt dat je de bemestingsnormen voor zaai-uien beter niet kunt negeren. Als ik in een debat merkte dat de VVD aansloeg op die uien, was ik alert. Dan wist ik: opletten, ze draaien weer aan een knopje met veel grotere gevolgen dan voor die uien alleen.” Ik noem geen namen De verhoudingen met andere Kamerleden zijn altijd wel goed geweest, zegt ze. Ook met haar politieke tegenstanders van VVD en CDA. Haar grote rivaal was lange tijd CDA’er Ger Koopmans, die ‘de meest afschuwelijke dingen zei’. “Maar dat vond hij ook van mij. Het is heel fijn dat je desondanks grappen kunt maken met elkaar. Ik ben vriendelijk tegen iedereen. Helaas merk ik nu wel dat er enkele Kamerleden – ik noem geen namen – het politieke verschil persoonlijk maken. En met die mensen heb ik moeite.” Ouwehand begint opnieuw over het terugvechten, over de strijd die zij en Thieme sinds dag één voeren. In 2007, vrij snel na hun aantreden, verdedigde minister Gerda Verburg (landbouw) haar nota dierenwelzijn. “Voor dit debat zijn wij zo’n beetje opgericht”, zegt Ouwehand. “We wilden zestig moties indienen om de plannen van Verburg bij te stellen. Grote consternatie in de Kamer! Boris van der Ham van D66 stond op, gooide zijn stoel naar achteren en riep: ‘Als het zo moet, stop ik ermee! Ik steun nooit meer iets van jullie!’. Hij vond het belachelijk dat we zo met de instrumenten van de Kamer omsprongen. “Natuurlijk is zestig moties veel. Het is een grijs gebied, in principe moet een partij in zo’n wetgevingsdebat de tijd krijgen alle voorstellen in te dienen die ze wil. We zaten in een commissiezaal, met een afgesproken eindtijd. Dat knelde. Bij motie 41 werd ik afgehamerd. “Maar de pijn bij de anderen ging ook over de inhoud van die moties. Wat wij deden, was plannen uit verkiezings-programma’s van die partijen kopiëren naar onze voorstellen. Ja, dan wordt het voor anderen vervelend als ze moeten tegenstemmen. Wij vinden dat mooi.” Zo hemelbestormend is dit niet Ouwehand beaamt dat dit de kern is van de wijze waarop de Partij voor de Dieren de afgelopen dertien jaar politiek heeft bedreven. Met Thieme probeert ze partijen zo veel mogelijk te confronteren met hun eigen programma’s. “Als wij dan kritiek krijgen dat we iets radicaals bepleiten, kunnen we zeggen: zo hemelbestormend is dit niet. D66 heeft dit zelf een keer voorgesteld, of de PvdA. Het is een kwestie van beloftes nakomen.” Veelgehoorde kritiek op de partij is dat ze zich buiten de orde plaatst door het afwijzen van ieder compromis. De Partij voor de Dieren sluit geen akkoorden met de coalitie en voert geen achterkamertjesgesprekken met minister X of staatssecretaris Y. De invloed die Thieme en Ouwehand hebben is indirect. Ze proberen andere partijen bij te sturen waar ze kunnen. “We willen dat latente bewustzijn bij die anderen aanwakkeren. Of het helpt? Jazeker, de rechten van dieren zijn een niet te vermijden onderwerp van debat geworden. Ons eerste grote landbouwdebat, eind 2006, ging direct voor 90 procent over dierenwelzijn. Dat is sindsdien niet meer veranderd. Tegenwoordig dienen andere partijen ook twintig moties in over de gezondheid van dieren. Dat gebeurde voordat wij in de Kamer zaten echt niet. In het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II stond een verbod op circusdieren. Zonder ons was dat er niet ingekomen.” “Wij zullen onze werkwijze niet veranderen. We zijn er heel diep van doordrongen dat de samenleving fundamenteel moet veranderen, dat de manier waarop we met dieren – en daarmee met onze hele planeet – omgaan, onhoudbaar is. We moeten voorbij kortetermijnbelangen kijken. Die verandering zit niet in kleine stapjes, in marginale dingetjes, in de voldoening van het minimale succes. We voeren de politieke, maar zeker ook de maatschappelijke druk op. Zo krijg je grote doorbraken.” De glossy ‘Gerda’ Een opvallend moment in haar Kamerperiode was de ophef over de glossy ‘Gerda’. Minister Verburg had met overheidsgeld een blad uitgebracht, waarin haar landbouwbeleid werd gepromoot, aangekleed met glanzende foto’s van Verburg zelf. De Partij voor de Dieren sloeg alarm; de minister kreeg een motie van treurnis aan de broek. Ouwehand kijkt daar niet met veel voldoening op terug. Het was schandelijk dat de minister dit deed, zegt ze. Ouwehand vindt de kwestie vooral typerend voor de werkwijze van de parlementaire pers. De Gerda was groot nieuws, zaai-uien zijn dat nooit geweest. Ouwehand zegt: “Journalisten moeten keuzes maken, dat begrijp ik best. Onze partij is vooral actief op een onderwerp dat voor de pers niet zo interessant is. Het meest illustratief vond ik de wijze waarop wij rond de raadsverkiezingen van 2018 werden geduid. De Partij voor de Dieren won zo ongeveer in iedere gemeente waar we meededen. ’s Avonds bij de NOS konden de politieke duiders er geen enkele ­zinnige verklaring voor geven. Na al die jaren wisten de journalisten nog steeds niet waarom ons verhaal aanslaat. De ene verslaggever zei dat we in steden hadden gewonnen, omdat daar een dierentuin is. De andere zei dat het was, omdat in die plaatsen veel katten rondlopen. Heel typisch.” “Het gesprek in de media gaat gewoon niet over ons, wij staan niet op de radar, wij zijn nooit in beeld als de eeuwige vraag opdoemt: en wie wil de in problemen geraakte coalitie helpen? En daar ben ik ontzettend trots op, dat de kiezer ons ook zonder aandacht op tv en in de kranten weet te vinden. Mensen komen niet bij ons omdat wij in het nieuws zijn. Ze komen bij ons omdat we doen wat we doen.” Tips van Kamerveteraan Esther Ouwehand 1. Zorg dat je weet hoe de Kamer werkt. Leer de huisregels uit je hoofd, ken je rechten. Marianne en ik zaten in dat debat over dierenwelzijn met zestig moties, omdat we wisten dat hier ruimte lag voor ons. En het is meerdere keren gebeurd dat ik erachter kwam dat een landbouwminister de volgende dag in Brussel een bepaald standpunt namens Nederland zou innemen — instemmen met de toelating van een nieuw pesticide bijvoorbeeld. Als ik op dat moment een debat had met de minister van infrastructuur, dan vroeg ik de Kamer of ik alsnog een motie mocht indienen, gericht aan de landbouwminister. Met het verzoek om in Brussel vooral een ander standpunt in te nemen. Ik probeer op alle mogelijke manieren maximaal invloed uit te oefenen. Dat ben ik aan onze kiezers verplicht. 2. Focus. Het werk is overweldigend, scherpe keuzes maken is onvermijdelijk. Wij konden alleen zo succesvol worden op het dossier-landbouwgif, doordat we daar continu bovenop zitten. Dat kun je niet met honderd onderwerpen tegelijk. Durf te kiezen. 3. Ga regelmatig naar een bandje ­kijken. Het is goed voor je om even rond te hangen in een vol­ledig andere wereld.

En voorts zijn wij voor een einde ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren D66 ChristenUnie SGP VVD CDA Zuid-Holland 01-05-2019 10:24

En voorts zijn wij voor een einde aan de bio-industrie

Opinie: Zonder jonge boeren geen duurzaam voedsel

CDA CDA Zuid-Holland 29-03-2019 12:13

Deze week las ik een verhaal over een jonge Nederlandse melkveehouder die met veel passie zijn werk doet, maar toch heeft besloten naar Duitsland te emigreren. Hij ziet geen toekomstperspectief meer. Dat doet mij pijn! Het zou onze samenleving door merg en been moeten gaan. Boeren die hier geen perspectief meer zien. Bedrijfsopvolgers die onzeker zijn. Bijna een jaar geleden nam minister Schouten het advies ”Duurzaam en gezond; Samen naar een houdbaar voedselsysteem” van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur in ontvangst. Deze raadt het kabinet aan een forse omslag te maken in het voedselbeleid, om in te kunnen spelen op de klimaatopgave. De titel van het rapport zou bedacht kunnen zijn door onze Nederlandse boeren, tuinders en vissers zelf. Onze agrarische sector loopt wereldwijd namelijk voorop als het gaat om milieu, voedselveiligheid en dierenwelzijn. Maar gek genoeg zijn ze amper betrokken geweest bij de inhoud van het rapport. Voor de zoveelste keer wordt er óver onze boeren en hun toekomst gesproken, in plaats van mét hen. Terwijl zij door burgers met een hoog rapportcijfer (7,7) gewaardeerd worden, is er een groep in onze samenleving die boeren in de media afschildert als boosdoeners met weinig oog voor milieu en dierenwelzijn. Gemakkelijkste wegDie negatieve houding jegens onze boeren zie ik al langer en die baart me grote zorgen. De ene dag zijn het klimaatvervuilers en de andere dag weer dierenmishandelaars. Terwijl zij er door keihard te werken voor zorgen dat ons voedsel ruim beschikbaar, gezond, veilig en gevarieerd is. Ook in dit rapport moet je goed zoeken naar waardering richting boeren en tuinders. Daarnaast heeft de Raad voor de Leefomgeving voor de gemakkelijkste weg gekozen, door in te zetten op flinke inkrimping van de veestapel en minder vleesconsumptie, door vleestaxen. Eerder werd dit al geadviseerd omwille van natuurbeleid, nu onder het mom van klimaatbeleid. Dat is niet de weg van het CDA. Andere landen in Europa lachen zich namelijk krom als dit advies wordt overgenomen. Precies: landen met minder hoge eisen aan milieu en dierenwelzijn, die graag naar Nederland willen exporteren. Wordt de wereld daar beter van? Dat lijkt me niet. BoodschapDe Raad voor de Leefomgeving verwijst met betrekking tot de sterke inkrimping van de veehouderij steeds naar het Klimaatakkoord van Parijs. Misschien goed om iedereen even te wijzen op artikel 2 van datzelfde akkoord, dat stelt „broeikasgasarme ontwikkeling te bevorderen, op een wijze die de voedselproductie niet in gevaar brengt”. En om eens een vergelijking te maken die laatst ook in het Belgische parlement aan de orde is geweest: in 2016 heeft zowel Europa als India in totaal 160 miljard liter melk geproduceerd. Daar heeft India maar liefst 122 miljoen koeien voor nodig, tegenover 23 miljoen in Europa. Dat is een wereld van verschil als het gaat om methaanuitstoot. Het gaat mij om de vraag: Welke boodschap willen we onze jonge boeren en boerinnen van de toekomst meegeven? Die van een doodlopende weg of een boodschap van waardering, perspectief en innovatie? Ik kies voor dat laatste. Zodat zij met trots en vertrouwen het bedrijf van hun ouders over kunnen nemen. Dit opinieartikel is gepubliceerd op de website van het Reformatorisch Dagblad op 28-3-2019

Geurts: bedreiging en intimidatie van boeren harder aanpakken

CDA CDA Zuid-Holland 25-01-2019 14:31

Het bedreigen van boeren en hun families en het illegaal betreden van hun erf door dierenactivisten mag nooit, en als dat wel gebeurt, moet er keihard tegen worden opgetreden. Dat is de kern van de motie die CDA landbouwwoordvoerder Jaco Geurts indiende bij het debat over dieren in de veehouderij. Hij wil dat de Kamer zich hierover duidelijk uitspreekt. Het komt regelmatig voor dat dierenactivisten boeren bedreigen of hun erf illegaal betreden. Die activisten voelen zich daarin gesteund, doordat sommige organisaties onjuiste beelden blijven neerzetten van legaal gehouden Nederlandse dieren. Geurts: “Terwijl boeren gewoon hun boterham op een legale manier en met goede zorg voor hun dieren proberen te verdienen. Vlees en producten van zuivel en ei liggen ook gewoon in alle supermarkten en worden door het overgrote deel van onze samenleving gekocht. Dan moeten dus ook onze boeren deze producten kunnen maken, zonder te worden neergezet als dierenbeulen.” Ondersteun boeren bij aanpak stalbrandenTijdens het debat kwam ook de aanpak van stalbranden aan de orde. Stalbranden zijn niet alleen een drama voor de dieren, maar zorgen ook voor veel leed bij de boer en zijn familie. Het CDA is blij met het plan van aanpak dat de minister aan de Kamer heeft gestuurd. Daarin is afgesproken dat de meest voorkomende oorzaak, disfunctionerende elektra in bestaande stallen, wordt aangepakt met periodieke keuringen. Als aanvulling op dit plan van aanpak diende Geurts een motie in, waarin hij de regering verzoekt om samen met sectorpartijen in kaart te brengen welke snelle detectiesystemen rondom brand er mogelijk zijn in technische ruimten van veehouderijbedrijven en welke kosten daarmee gemoeid zijn. Ook vraagt hij de regering om in de begroting voor 2020 met voorstellen te komen hoe we boeren hierbij gaan ondersteunen. Minister Schouten gaf aan dat het punt van de detectiesystemen al door de sectoren pluimvee en varkens is opgepakt, om dat op te nemen in de kwaliteitssystemen. Verder staat zij open voor het verzoek tot ondersteuning, maar kon ze nog geen garanties geven hoe dit eruit komt te zien.

Minister Grapperhaus: harde aanpak voor daders van dierenmishandeling

CDA CDA Zuid-Holland 05-10-2018 10:05

Daders van dierenmishandeling kunnen straks een houdverbod van maximaal tien jaar krijgen. Minister Grapperhaus komt met deze nieuwe wet samen met zijn collega, minister Schouten van Landbouw. ‘We moeten voorkomen dat de daders opnieuw de fout ingaan. Om dieren goed te kunnen beschermen, is snel optreden nodig,’ aldus Grapperhaus. Het houdverbod kan onmiddellijk na de rechterlijke uitspraak ingaan. Het gaat om een zelfstandige maatregel die de rechter oplegt, waarmee dierenleed voor langere tijd kan worden voorkomen. Nu is het zo dat een veroordeelde na het uitzitten van zijn straf opnieuw dieren kan gaan houden. Dat is zeer onwenselijk en daar komt gelukkig verandering in. Grapperhaus: ‘We moeten goed voor onze dieren zorgen. Ze verdienen aandacht en bescherming. Daarom is het belangrijk dat we zo snel en effectief mogelijk optreden als het misloopt. Dierenleed moeten we aanpakken’. Daarnaast pakt de minister ook dierenmishandeling harder aan als het gaat om dieren die niet van de dader zelf zijn. De rechter kan straks ook een gebiedsverbod opleggen bij de mishandeling van dieren in een stal, een weide of een kinderboerderij. Dit zorgt ervoor dat de dader niet in de buurt van dieren kan komen. Op overtreding van het houdverbod en het gebiedsverbod staat een gevangenisstraf van maximaal een jaar. De nieuwe wet zorgt ook dat de officier van justitie een gedragsaanwijzing mag opleggen aan verdachten, om ervoor te zorgen dat zij tot aan de zitting geen dieren mogen houden. Juist daders van dierenmishandeling en -verwaarlozing vervallen snel in herhaling vanwege sociale en psychische problemen. De aanwijzing geldt voor 90 dagen en kan 3 keer worden verlengd. Daarmee is een houdverbod - en het toezicht daarop - ook voorafgaand aan de uitspraak in beginsel verzekerd.

Geurts: beeld van massale fraude is onterecht

CDA CDA Zuid-Holland 16-03-2018 12:47

De Nederlandse melkveehouderij is geheel onterecht beschuldigd van massale fraude. Het CDA betreurt het dan ook zeer dat zoveel hardwerkende gezinnen zo negatief zijn belicht. Dat zei woordvoerder Landbouw Jaco Geurts tijdens het debat over de fraude met melkvee en de fosfaatrechten.Geurts: “Fraude moet worden aangepakt en daar steunt het CDA de minister in. Uit de beschikbare cijfers haal ik dat bij niet meer dan 60 bedrijven 5 of meer dieren niet goed zijn geboekt. De verwachting is dat het om 5000 koeien gaat op 4 miljoen koeien in Nederland. Waardoor we ons dus af kunnen vragen: waar hebben we het eigenlijk over? Maar helaas is nu door de vele negatieve berichtgeving het beeld van massale fraude wel blijven hangen.” Inmiddels heeft minister Schouten in de media aangegeven dat het allerminst haar bedoeling was om een hele sector weg te zetten als frauduleus. Geurts was echter wel benieuwd hoe zij nu denkt het beeld van massale fraude verder te kunnen rechtzetten. “Niet alleen richting onze Nederlandse samenleving, maar ook in het buitenland.”

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.