Deze week presenteerde Ministers Hoekstra en Wiebes het langverwachte investeringsfonds. Vanuit het fonds kunnen grote projecten op gebied van fysieke infrastructuur, onderzoek en ontwikkeling en onderwijs worden gefinancierd. D66 in Provinciale Staten van Noord-Brabant wil met behulp van het fonds de spoorverbindingen Breda-Utrecht en Eindhoven-Antwerpen realiseren. De partij zal dit voorstellen bij een themabijeenkomst vrijdag over de toekomst van mobiliteit in Brabant. De fractie verwacht steun van ten minste de Brabantse PvdA, GroenLinks en de ChristenUnie/SGP; deze partijen spraken zich eerder ook positief uit over deze spoorverbindingen.

Concreet stelt fractievoorzitter Arend Meijer van D66 voor om een projectvoorstel op te stellen voor de twee spoorverbindingen. Daarmee kan Brabant naar de onafhankelijke commissie van tien deskundigen die beoordelen of het project past in de doelstellingen van het Nationaal Groeifonds. De provinciale overheid moet daarbij samen optrekken met de Brabantse steden, het bedrijfsleven en de Belgische overheid. Door grensoverschrijdend samen te werken denkt de partij dat het project een goede kans maakt.

Met de realisatie van deze twee spoorverbindingen ontstaat een ruit Utrecht-Eindhoven-Breda-Antwerpen. De vier steden kunnen zich hiermee verder ontwikkelen tot grootschalige knooppunten van het openbaar vervoer. Al eerder sprak Provinciale Staten uit dat Eindhoven en Breda een dergelijke functie zouden krijgen; ook staatssecretaris Stientje van Veldhoven (van Openbaar Vervoer) bepleitte eerder een dergelijke visie. D66 zegt dat het voorstel daarom een logisch vervolg is op eerdere besluitvorming die onder de hoede van gedeputeerde Christophe van der Maat (VVD) tot stand kwam.