Poliflw

Een bestemmingsplan is een juridisch bindend document voor zowel de gemeentelijk overheid als burgers en bedrijven. In een bestemmingsplan worden de gebruiks- en de bouwmogelijkheden vastgelegd voor het gebied dat in het plan is aangegeven. Het bestemmingsplan voor Industrieweg 2 e.o. (in de volksmond het 'Zwikkerterrein') is op initiatief van de gemeente Meppel aangepast. En dat kan en mag niet 'zomaar'. Dat moet heel zorgvuldig gebeuren. In het kort komt het hier op neer. De gemeente Meppel heeft een lange termijnvisie op Meppel ontwikkeld. Je zou kunnen zeggen dat hierin de spreekwoordelijke stip op de muur is gezet: hoe willen wij dat Meppel er in 2030 uitziet. Het Zwikkerterrein maakt deel uit van een gebied met veel economische en toeristische mogelijheden. Maar de gemeente is maar gedeeltelijk eigenaar. De rest van het gebied ligt al lange tijd braak. Door nu de bestemming te wijzigen van de zwaarste industrieklasse naar een lichtere en het mogelijk te maken om recreatie, horeca en leisure aan de waterkant te realisern, wordt het mogelijk om daar de doelen uir de Structuurvisie te realiseren. De CDA-fractie heeft eerdere raadsvoorstellen voor dit gebied gesteund, omdat die in lijn zijn met de vastgestelde Structuurvisie en ook de CDA-fractie dit gedeelte van Merppel mooier wil maken: voor een Meppel dat wij door willen geven! De laatste stap is nu het vaststellen van de gewijzigde bestemming voor het Zwikkerterrein. Het raadsvoorstel is een uitwerking van de eerdere besluiten van de gemeenteraad. Er is één afwijking in het voorstel van het college en dat is dat de recreatieve bestemming niet nu al wordt vastgelegd. Daar is een aantal juridische en technische redenen voor. Maar dat maakt ook dat de definitieve bestemming niet zeker is. Daarom heeft de CDA-fractie dit raadsbesluit gesteund, maar ook ingestemd met het voorstel van Groen Links om het college op te roepen de gemeenteraad te consulteren als er een concreet plan voor dit gebiedis opgesteld. Dus het college moet eerst de gemeenteraad om een reactie vragen voordat zij een definitief besluit over een plan voor de ontwikkeling van het Zwikkerterrein gaat nemen.

Standpunt: Voorkomen dat de gemeentelijke organisatieop het gebied van duurzaamheid de vertragende factor wordt. Het Programma Duurzaamheid is een integraal programma om de (lange termijn) duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren en is gebaseerd opzes pijlers: energietransitie, klimaatadaptatie, grondstoffeninzameling, circulaireeconomie, gezond leefmilieu en biodiversiteit en natuur. We hebben als raad lang op het programma duurzaamheid moeten wachten en, gezien deze lange periode, waren onze verwachtingen hoog gespannen. De titel van het programma is “van denken naar doen”. De CDA-fractie vindt echter dat dit documentdeze titel onvoldoende waar maakt. Het programma duurzaamheid geeft een goed beeld van doelstellingen op het gebied van duurzaamheid en brengt samenhang in wat er nog moet gebeuren om deze doelstellingen te bereiken. Veel, te veel wat ons betreft, uit het programma moeten nog worden uitgewerkt, dan wel opgestart, dan wel geïnitieerd, dan wel verkend. Het programma is in deze vorm vooral van belang voor de gemeentelijke organisatie zelf en biedt nog weinig houvast voor inwoners en bedrijven die met duurzaamheid aan de slag willen. Er kan op twee manieren tegen het maken van beleid aan worden gekeken: “doen we de dingen goed” of “doen we de goede dingen”. De wethouder gaf vorige week aan dat er hard is gewerkt. Daar twijfelen wij niet aan. We krijgen echter wel de indruk dat de nadruk vooral ligt op “de dingen goed te doen” en dat te weinig de vraag wordt gesteld of we ook “de goede dingen doen”. Beleid mag van ons beknopter en praktischer zijn als we kijken naar de vraag of we goed beleid maken. Het belangrijkst vinden we echter dat we “de goede dingen moeten doen”. Wat de CDA-fractie betreft richten we ons bij de verdere uitwerking van het programma duurzaamheid maximaal op beleid en activiteiten die rechtstreeks van belang zijn voor activiteitenen de mogelijkheden voorinwoners en bedrijven. Activiteiten en initiatieven van inwoners en bedrijven zijn van groot belang voor het halen van de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid. Initiatieven en enthousiasme kunnen echter eindigen in teleurstelling als er te lang gewacht moet worden op “de gemeente”. Daarom wil deCDA-fractie focus. Focus om te voorkomen dat de gemeente de “vertragende factor” wordt. Focus op beleid en activiteiten waar inwoners en bedrijven mee aan de gang kunnen gaan. De CDA-fractie heeft daarom de motie “Prioriteit duurzaamheidsinspanningen bij inwoners en bedrijven” ingediend. Deze motie is door de raad aangenomen. Dus wel blijven nadenken, maar vooral de goede dingen gaan doen!

Het bestemmingsplan Noordpoort, onder het regimevan de Crisis- en Herstelwet, ligt nu eindelijk voor ter besluitvorming.Het was een enorme klus en deCDA-fractie heeft grote waarderingvoor iedereendie hier aan heeft meegewerkt. Het was zoeken, durven doen, proberen, met de raad bespreken en samen met andere voorlopers in Nederland proberen een weg te vinden in de nieuwe systematiek van een bestemmingsplan, vooruitlopend op de nieuwe Omgevingswet. Ook is het mooi dat er uiteindelijk een oplossing is gevonden voor de in het gebied aanwezige scheepswerf. Keerzijde van dit succes is wel dat het al met al lang heeft geduurd. Dat is geen verwijt maar wel een stukje begrip voor de mensen die in het gebied aan de gang willen en lang hebben moeten wachten om door te kunnen gaan. De DCA-fractie heeft één zin uit het raadsvoorstel naar voren gerhaald: “met de vaststelling van het CHW bestemmingsplan houdt het experiment niet op, het gaat dan over in de uitvoeringsfase”. Ook de uitvoeringsfase zal een experiment zijn en deCDA-fractie wilgraag op de hoogte worden gehouden van hoe het de komende jaren gaat. Meer specifiek hebben we het college gevraagdom de raad te informeren over de lessen die getrokken kunnen worden uit het opstellen van dit plan, nieruwe stijl, en over hoe het de komende jaren gaat. Leren van dit plan is nodig om straks met de Omgevingswet aan de gang te gaan. De wethouder heeft ons dat toegezegd. Dan de mensen die in het gebied aan de gang willen en hebben gewacht op dit plan. Kunnen zij nu echt aan de gang? Als wijde reactienota zienswijzen lezen, dan krijgen wij de indruk dat dit mogelijk nog wel een vervolg kan krijgen bij de Raad van State. Kan dit betekenen dat partijen die in het gebied aan de gang willen nog langer moeten wachten? Of kunnen zij vast aan de gang omdat een ontwikkeling past binnen wat het college met dit gebied wil. De wethouder heeft daarop aangegeven dat een gang naar de Raad van State of andere procedures nooit uitgesloten kunnen worden, maar verwacht het niet.

Wij hebben een memo van het college over de terrassen in de binnenstad ontvangen: Uit de laatste controle (januari 2019) door BOA’s blijkt dat een aantal terrassen niet aan de zogenaamde 'Nadere regels' voldoen. Een aantal van de overkappingen zouden niet als parasol, maar als bouwvergunning plichtige bouwwerken in het kader van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) moeten worden aangemerkt. Uit de memo blijkt dat in de meeste gevallen geen vergunning is verleend. Verder blijkt dat er in de Nadere regels niet gesproken wordt over overkappingen en dat een goed toetsingskader daarvoor ontbreekt. Er is behoefte aan duidelijkheid, en het is goed dat de gemeente hiervoor de Nadere regels gaat actualiseren en hierbij de ondernemers zal betrekken. Wij hebben tijdens het vragenhalfuurtje van de raad op 28 maart het college de volgende vragen gesteld: Klopt het dat voor een aantal van de genoemde overkappingen wel een bouwvergunning is verleend? En zo Ja; welke invloed heeft een actualisatie van de Nadere regels op deze eerder afgegeven vergunningen?Is het voor ondernemers, die geen vergunning hebben aangevraagd, mogelijk om dit nu alsnog te doen in het kader van de Wabo? En zo ja; Hoe gaat de Gemeente met deze aanvragen om?Het college geeft aan dat de ondernemers hierbij natuurlijk betrokken worden. Kan het college aangeven op welke manier dit zal gebeuren? De antwoorden van het college waren dat er mogelijk wel vergunningen zijn aangevraagd, maar niet zijn verleend (geen bouwvergunningen). En verder wil het college tempo maken, zodat nieuwe aanvragen aan de nieuwe regels kunnen worden getoetst. Bij de herziening van de regels zal met de (vertegenwoordiging van de) ondernemers worden overlegd.

In de raadsvergadering van 20 december hebben wij de volgende vraag gesteld aan het college: Tijdens de raadscommissievergadering van 6 december hebben wij een presentatie gezien en gehoord over het werk van de Regio Zwolle, door de voorzitter van de Regio Zwolle, de heer Meijer. De CDA-fractie hecht bijzonder veel waarde aan de Human Capital Agenda van de Regio Zwolle. Die Agenda kent een grote, belangrijke opgave en een forse ambitie: er voor zorgen dat ondernemers in de regio beter kunnen ondernemen en mensen in de Regio Zwolle een beter perspectief bieden op werk. De ambitie is om de regio in 2022 te hebben ontwikkeld tot een 'proactieve werkzekerheid regio' met een inclusieve arbeidsmarkt. In de zomer van 2018 hebben alle partners een zogenaamde Regiodeal aanvraag gedaan bij de Rijksoverheid voor extra financiële steun om de ambitie ook waar te kunnen maken. In de Nieuwsbrief van de Regio Zwolle van 21 november jongstleden lezen wij dat de aanvraag niet is gehonoreerd, maar dat de Regio Zwolle door gaat met de ontwikkeling van het programma Human Capital Agenda. Onze vraag aan het College is wat het niet honoreren van de Regiodeal betekent? Wat zijn de gevolgen voor de ondernemers en mensen in de gemeente Meppel? Wethouder Ten Hulscher reageerde met de geruststellende woorden datonverminderdwordt ingezet om de ambitie ook echt waar te maken en dat de kans aanwezig blijft dat bij een volgende aanvraag alsnog een bijdrage wordt gekregen.