Nieuws van politieke partijen in Nederland over VVD inzichtelijk

3 documenten

Woningnood vereist een minister

PvdA PvdA VVD Partij voor de Vrijheid CDA Nederland 04-03-2020 17:02

Door Henk Nijboer op 4 maart 2020 Delen  

Terwijl vele duizenden mensen wachten op een betaalbare woning, blijft het kabinet hangen in het doen van onderzoeken en overleggen met branches. De nood neemt toe. Gescheiden ouders blijven samenwonen, dertigers wonen bij hun ouders op zolder, en de dakloosheid neemt toe.

Het is onvoorstelbaar dat het kabinet geen prioriteit geeft aan het bestrijden van de woningnood, een van de grote crises van dit moment. De Tweede Kamer vindt inmiddels ook dat de woningnood de volle aandacht van een minister moet hebben. Vandaag stemde een meerderheid voor het voorstel van PvdA en CDA om de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu in ere te herstellen. Een niet mis te verstaan signaal dat het tijd is om eindelijk te gaan zorgen voor voldoende betaalbare woningen.

Vandaag stemde een meerderheid voor het voorstel van PvdA en CDA om de minister van VROM in ere te herstellen.

De huidige minister doet Wonen er maar een beetje bij. In 2010 werd het ministerie van Volkshuisvesting door het rechtse kabinet met gedoogsteun van de PVV opgeheven. Sinds 2017 valt wonen onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De VVD vindt dat een fundamenteel recht als een dak boven je hoofd wel kan worden overgelaten aan de markt. Het heeft geleid tot een paradijs voor huisjesmelkers met torenhoge huren en steeds minder betaalbare huurwoningen. Er is een schreeuwend tekort aan betaalbare woningen. Mensen staan tien jaar en langer op een wachtlijst. Jongeren en singles betalen de helft van hun inkomen aan huur. Daarmee lapt dit kabinet de grondwet aan haar laars: het zorgdragen voor voldoende woongelegenheid (grondwet, artikel 22 lid 2).

We verdienen een minister die zich volledig inzet om de woningnood te bestrijden.

Het zou goed zijn als de minister dit belangrijke signaal ter harte neemt. We verdienen een minister die zich volledig inzet om de woningnood te bestrijden. Voor al die mensen die zuchten onder de huur, of wachten op een betaalbare woning. Kabinet grijp in! Liever vandaag dan morgen. Verlaag de verhuurderheffing, zodat woningcorporaties meer betaalbare woningen kunnen bouwen. Zorg dat ook middeninkomens een betaalbare koop-of huurwoning kunnen krijgen. Reguleer de vrije huursector. Belast beleggers en help starters. Alleen dan kan iedereen weer zeker zijn van een betaalbare woning.

Tweede Kamerlid

https://www.pvda.nl/nieuws/woningnood-vereist-een-minister/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

https://www.pvda.nl/nieuws/woningnood-vereist-een-minister/Lodewijk Asscher

Heb je een vraag of wil je iets aan ons kwijt? Whatsapp ons.

Groet, Lodewijk

Whatsapp

Woningnood niet bestrijden met bedorven liberale medicijnen

PvdA PvdA VVD Nederland 16-01-2020 05:56

Door Lodewijk Asscher op 16 januari 2020 Delen  

Jonge mensen blijven tegen hun zin op kamers wonen. De wachtlijsten voor betaalbare huurwoningen zijn gigantisch en een huis kopen is veelal onbetaalbaar. Het aantal daklozen is verdubbeld en we zien steeds meer mensen met een baan die toch geen huis kunnen vinden. 

Een betaalbare plek om te wonen is geen gunst, maar een recht.

Een betaalbare plek om te wonen is geen gunst, maar een recht. Het is een van de meest basale voorwaarden om een gelukkig leven op te kunnen bouwen.

De huidige crisis komt niet uit de lucht vallen, maar is ook een gevolg van keuzes om de volkshuisvesting steeds meer over markt en steeds minder over woningen te laten gaan. Dat zien we ook in de plannetjes die nu geopperd worden.

Liberalen pleiten ervoor de kwaliteit los te laten.

Liberalen pleiten ervoor de kwaliteit los te laten: verlaag de normen voor duurzaamheid, aldus de VVD. Doe meer aan flexwonen, alsof mensen meer behoefte aan onzekerheid hebben. Onno Hoes wil wijken met minder groen, minder speeltuinen en minder kwaliteit. Zo weet je zeker dat je een probleemwijk bouwt.

Intussen wil het kabinet alleenstaanden minder kans geven op een betaalbare woning, worden de lasten voor woningcorporaties hoger en de huurtoeslag lager. Met deze liberale medicijnen wordt de ziekte erger. Terwijl de patiënt niet veel meer kan hebben. 

We moeten keuzes durven maken voor betaalbare huizen.

Dat kan anders. Wonen is een grondrecht en dus moeten we keuzes durven maken voor betaalbare huizen. Dat de markt het niet doet is bewezen, dus is het aan de overheid om een sterkere rol te spelen. 

Daarvoor is het nodig om de grondprijzen in de hand te houden. Het moment is nu aangebroken om wetten in te voeren waardoor speculeren met grond en eindeloos treuzelen met de bouw wordt gestopt.

De grond in gemeenschapshanden brengen.

In het uiterste geval zou dit reden kunnen zijn om grond te onteigenen. Op plekken waar de grond het schaarst is, kun we nog een stap verdergaan en de grond in gemeenschapshanden brengen. De overheid blijft dan de eigenaar en wie deze grond voor korte tijd wil gebruiken, mag huren. De vergoeding wordt gebruikt om voorzieningen te financieren waar de hele gemeenschap van profiteert, zoals scholen, parken, sportvelden en voorzieningen voor ouderen.

Daarnaast moet het Rijk huurwoningen lostrekken uit de greep van de markt. De machtspositie van verhuurders in de vrije sector leidt ertoe dat zij vrijwel ongehinderd huurverhogingen kunnen doorvoeren bij een huurderswissel.

Een op de vijf huurders meer dan de helft van hun inkomen kwijt aan huur.

In de vrije sector is inmiddels een op de vijf huurders meer dan de helft van hun inkomen kwijt aan huur. Dat is onverantwoord. Verhuurders worden rijk terwijl huurders nauwelijks iets overhouden voor de boodschappen en de energierekening.

Dit is de markt op zijn slechtst. De overheid moet daarom huren reguleren, door de prijsregulering die geldt in de sociale huur door te trekken tot 1.000 euro huur per maand. Naast controle over grondprijzen en meer regie over de huren kan het Rijk zelf meer doen om de bouw van betaalbare woningen op gang te brengen. Met een Rijksfonds voor Wonen kunnen we provincies en gemeenten ondersteunen. Bijvoorbeeld naar rato van het aantal nieuwbouwwoningen dat in hun gebied in bouwplannen staat.

Corporaties niet langer te straffen, maar kortingen geven.

In ruil voor de financiële stimulans kunnen met gemeenten afspraken worden gemaakt over een minimumpercentage betaalbare huurwoningen in bestemmingsplannen. Door daarbij corporaties niet langer te straffen, maar kortingen te geven. Wanneer zij veel bouwen en/of de huren verlagen, kunnen tienduizenden extra huurhuizen per jaar worden gerealiseerd.

Decennia van verzelfstandiging, marktwerking en liberalisatie hebben niet gezorgd voor voldoende betaalbare woningen. Het is tijd voor oplossingen, met meer woningen en minder markt. Met volkshuisvestingsbeleid om wonen als grondrecht te beschermen.

Tweede Kamerlid

Beetje positief maar ook erg diep treurig

SP SP VVD D66 CDA PvdA Nederland 25-09-2019 08:00

Hoera, ze zijn er een beetje achter gekomen, de ‘marktwerking’ in de sociale huursector heeft geleid tot een nieuwe woningnood en onbetaalbare huren. Er komt voor de sociale huursector een miljard euro (over tien jaar, dus maar 100 miljoen per jaar!) beschikbaar voor vermindering op de verhuurdersbelasting als woningcorporaties woningen bouwen met een huurprijs onder de laagste aftoppingsgrens in de huurtoeslag (607,46 euro in 2019). De verhuurderheffing gaat overigens gewoon door. Voor 2023 is de verwachte opbrengst, bijna twee miljard euro. Ofwel: huurders blijven over een periode van 10 jaar circa 20 miljard meebetalen aan belasting op sociale huurwoningen en ‘krijgen’ er 1 terug. Een wel heel treurig klein super dun sigaartje uit eigen doos.

Even terug in de tijd. Zo’n 25 jaar gelden, onder het eerste kabinet Kok (PvdA, VVD en D66), werd de sociale huursector ‘verzelfstandigt’. Dit breekpunt in de geschiedenis van de sociale volkshuisvesting begon onder kabinet Lubbers met de Nota Volkshuisvesting in de Jaren Negentig, ook wel genoemd ‘operatie-Heerma’(vader van de huidige CDA-fractievoorzitter).

De naoorlogse woningnood zou opgelost zijn, was de redenering. De overheid was niet meer nodig. Gemeentelijke woningbedrijven werden overgedaan aan woningcorporaties. Artikel 22,  van de grondwet ‘Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid’ kon wel met een stevige korrel zout genomen worden. Als kersvers Kamerlid heb ik dat toen (1996) in en buiten de Kamer fel bestreden en waarschuwde dat woningcorporaties zo gedwongen werden om als commerciële woningbedrijven te gaan opereren. Dat de woningzoekenden en huurders de dupe zouden zijn. En zo is het treurig genoeg ook gegaan. Topsalarissen voor directeuren (gelukkig niet allemaal), miljarden verliezen door beleggen in obligaties, investeringen in verliesgevende projecten die niets met volkshuisvesting te maken hadden, massale sloop en verkoop van sociale huurwoningen en alsmaar stijgende huurprijzen.

Het enige positieve is dat de woningnood en de onbetaalbaarheid van huren erkend worden en de overheid weer een klein beetje zijn financiële verantwoordelijkheid voor de volkshuisvesting lijkt te nemen.

In 2013 werd de verhuurderheffing over de WOZ-waarde van sociale huurwoningen ingevoerd (particuliere verhuurders gaan vrijuit!). Een belasting dus op de ‘marktwaarde’ op huurwoningen van corporaties die alleen tot uitdrukking komt wanneer ze verkocht zouden worden. Maar dan zijn het geen sociale huurwoningen meer. Het is dus feitelijk een ordinaire belasting op huren. Sociale huurwoningen hebben geen ‘marktwaarde’, maar alleen een gebruikswaarde als huisvesting. Zo was onze sociale huursector tot voor 25 jaar geleden opgebouwd, met financiële steun van de overheid.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau zegt over de huidige situatie (gegevens over 2018); ‘Ongeveer een derde van de Nederlandse huishoudens woont in een corporatiewoning. Dit aantal nam het afgelopen decennium af, doordat de woningcorporaties meer woningen verkochten of sloopten dan er bijgebouwd werd. Terwijl het aantal corporatiewoningen afnam, nam het relatieve aantal huurders met een laag inkomen toe’. Toch geen misselijke constatering van het planbureau. Voor de verzelfstandiging woonden meer dan 50% in een huurwoning met in verhouding nog betaalbare huren.

Het enige positieve is dat de woningnood en de onbetaalbaarheid van huren een beetje erkent worden en dat de overheid weer een heel klein beetje zijn financiële verantwoordelijkheid voor de volkshuisvesting lijkt te nemen. Lilian Marijnissen zei terecht dat alleen bouwen niet genoeg is om de wooncrisis te beteugelen. Woningzoekenden hebben niets aan gesubsidieerde huizen die niemand kan betalen. Ze wil de huren voor vijf jaar bevriezen en vindt dat de prijs voor nieuw gebouwde woningen verplicht betaalbaar moet zijn. Er zal nog veel strijd nodig zijn willen we de Volkshuisvesting weer sociaal kunnen noemen. Doe eens normaal en sociaal zou ik zeggen, stop de sloper en verhuurdersheffing en bouw betaalbare huurwoningen. De overheid moet zijn grondwettelijke plicht  weer oppakken; ‘Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid’. En dus ook de financiële zorg en betaalbaarheid!

Het is tijd voor rechtvaardigheid! Ben je nog geen vriend voor rechtvaardigheid? Sluit je dan nu aan!

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.