Poliflw

In een motie roept D66 de provincie woensdag op om meer openbare drinkwaterpunten in Overijssel te realiseren. Dit moet gebeuren in samenwerking met partners als Vitens, gemeenten en initiatieven zoals “ Join the Pipe”. Er zijn genoeg locaties waar watertappunten een welkome aanvulling zijn in de openbare ruimte. Denk aan toeristische overstappunten, campings, dorpskernen en bij sportverenigingen.

Voor D66 Statenlid en woordvoerder ruimte en water Renilde Huizenga is het glashelder: “Inwoners en toeristen genieten in Overijssel van de prachtige natuur. Vooral in de zomermaanden met warme en droge perioden vraagt dit om toegankelijk drinkwater. Dan wandel je of fiets je met de zon op je bol  door een mooi gebied en kan je bijna nergens je bidon vullen. En dat terwijl water drinken gezond is en bij het bewegen in de hitte erg belangrijk.”

Op dit moment zijn er zo’n 54 openbare drinkwatertappunten in heel Overijssel. Dat vraagt volgens Huizenga om uitbreiding: “Je kan je afvragen of het een taak van de provincie is, maar soms moet je de verantwoordelijkheid gewoon nemen en samen met partners doorpakken. Het maakt onze provincie aantrekkelijker en past bij de ambitie van een gastvrij Overijssel. En zo zorgen we ook nog eens voor minder afval van plastic flesjes.”

De indieners sturen aan op meer drinkwaterpunten in dorpskernen en bij toeristische informatie- en overstappunten. Daarnaast vraagt D66 de provincie ook om met een stimuleringsregeling te komen, zodat buurthuizen of sportverenigingen makkelijk een tappunt kunnen realiseren op hun locatie of bij hun pand. Ook voor ondernemers (bijvoorbeeld campings, recreatieondernemers, winkels) moet deze mogelijkheid bestaan. Tenslotte moet het aantal drinkwaterpunten inzichtelijk worden gemaakt en deze informatie online en offline worden verspreid. Zo weten recreanten ook waar ze hun waterfles kunnen vullen.

Het Nederlandse kraanwater behoort tot het beste van de wereld. Volgens Vitens blijkt uit onderzoek dat 87% van de mensen vindt dat kraanwater in de openbare ruimte beschikbaar moet zijn.

Op uitnodiging van Staatsbosbeheer zijn burgercommissielid Peter Schouten en ik een dagdeel op pad geweest met boswachter Jeroen den Hartog. We brachten een bezoek aan de Duursche Waarden vlakbij Wijhe. Na een warm ontvangst van Elke Kunen en hem in Informatiecentrum Den Nul kregen we gedegen uitleg over beleid, beheer en recreatieve doelen van hun organisatie. Samenwerking met alle belanghebbenden blijft een uitdaging, zeker als je gebieden openstelt voor bezoekers en maximaal ruimte wilt bieden aan het willen laten beleven van natuur.

We spraken er ook over om bij het bezoekerscentrum een emmer te kunnen lenen en die vol met afval en vooral PLASTIC weer in te gaan leveren: Zo maken we samen met alle bezoekers de natuur nog schoner. Jeroen gaat dit idee bespreken met alle partijen die werkzaam zijn in het centrum. Zou het dan toch lukken hier in Overijssel eens een proef mee te doen? Een van de suggesties uit mijn initiatiefvoorstel Plastic kan daarmee werkelijkheid worden. En als de proef succesvol blijkt gaan we straks wellicht vanuit alle bezoekerscentra de natuur een handje helpen!

Daarna gingen we het gebied in. De Duursche Waarden is een gebied van wel 120 ha toegankelijke natuur. Alleen al in het bezoekerscentrum komen jaarlijks rond de 40.000 mensen.  Er leeft onder anderen een slechtvalk op de oude steentoren van de vroegere steenfabriek. Die vogel is de snelste vogel op aarde met maximale snelheid van 250 km per uur. Maar ook bevers, veel libellen, visarenden, zeearenden en buidelmezen zijn hier thuis. De voormalige steenfabriek is een rijksmonument. Er leven veel vleermuizen. Overigens is het gehele gebied voor iedereen toegankelijk. Je hoeft niet op de paden te blijven, het is “streunnatuur”. Dus mocht je eens een mooie wandeling willen maken: ga op pad in de Duursche Waarden. Bezoek het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer en geniet van de rijke natuur in ons mooie Overijssel. Laat je verrassen!

Voor Peter en mij was het een waardevolle middag. Contacten zijn versterkt en we weten elkaar bij het behouden en versterken van natuur nog weer gemakkelijker te vinden. Dank aan Elke en Jeroen en tot ziens!

Wybren Bakker

Fractievoorzitter D66 Overijssel

Onlangs waren wij (Statenlid Jos Mooijweer en kandidaat-Statenlid Kyra Selles)

te gast in de Cleantech regio te gast. Daar werken ondernemers, onderwijs, maatschappelijke instellingen en acht gemeenten samen, over de provinciegrens van Overijssel en Gelderland heen. Aan de Overijsselse kant doet Deventer (en Zwolle) mee. Samen met inwoners en bedrijven wil de regio in 2030 energieneutraal zijn en in 2023 al de meest duurzame regio van Nederland. Dit zijn de topprioriteiten.

 

Maar het gaat om meer:

versterken van de innovatiekracht van het bedrijfsleven; aandacht voor human capital, snel, slim en schoon vervoer; een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven en talenten; een duurzame leefomgeving, waarin woningbehoefte en -aanbod goed zijn afgestemd op aantal en kwaliteit.

 

Agenda Cleantech regio

 

Alle ambities zijn samengebracht in de ‘agenda Cleantech regio 2019-2023’. Voor elk van de ambities formuleerde men concrete resultaten.

Binnen deze doelstellingen kunnen aparte programma’s worden opgestart. Twee daarvan springen in het oog: ‘Transform’ en ‘Cirkelwaarde’.

 

Verduurzamen woningen

In het programma Transform wordt ook samengewerkt met de gemeente Zwolle. De bedoeling is om 40.000 woningen, verdeeld over Apeldoorn, Deventer, Zutphen en Zwolle in vijf à zeven jaar te verduurzamen. Door de grootschalige aanpak kan dit kostenneutraal worden uitgevoerd, dus zonder extra kosten voor bewoners. Met dit programma zal 1/3 van de door hen beoogde 25% CO2-reductie in 2023 zijn gerealiseerd.

 

D66 is hierbij vooral benieuwd of er ook een innovatieve aanpak voor de panden in de oude binnensteden zal zijn, omdat het verduurzamen van deze huizen een lastige opgave zal zijn.

 

Afvalstroom

Bij het programma Cirkelwaarde wordt de huisafvalstroom van 2½ miljoen personen in 56 gemeenten verduurzaamd. De afvalverwerkingsbedrijven AVU, ROVA en Circulus-Berkel werken hierin samen met gemeenten en kennisinstellingen. Het gaat om het herwinnen en hergebruik van grondstoffen uit huishoudelijk afval met een focus op plastic, textiel, elektronica, biogeen (organisch afval) en luiers.

 

Energieregio’s

Het Rijk deelde onlangs het land in energieregio’s in. Hierbij zijn provinciegrenzen aangehouden. Dat betekent dat Deventer nu in een Overijsselse energieregio ligt, terwijl het voor de transitie- en duurzaamheidsopgave al over de provinciegrens heen werkte in de Cleantech regio. Dit hoeft elkaar niet te bijten, maar bestuurders van de Cleantech regio roepen Statenleden van beide provincies wel op om de samenwerking over de provinciegrenzen heen zo goed mogelijk te blijven faciliteren.

 

Voor ons een eerste ‘live’ kennismaking met Cleantech. Een interessante ontwikkeling, waarbij we ons ook afvroegen of de ambities van Cleantech nu niet in felle concurrentie met andere regio’s moeten worden verwezenlijkt. Immers, elke regio heeft haar eigen doelstellingen van duurzaamheid, transitie etc. Dus: hoe onderscheidend is de regio nog?

 

Grootschalig is goed

Wat verder goed was om te zien was dat grootschalige initiatieven voordeliger uitpakken. Dat betekent dus dat je niet al te gauw zelf of in kleine kring initiatieven moet nemen. Want aan ‘vooroplopen’ kleven grote risico’s voor de particuliere burger.

 

Wij danken de mensen van de Cleantechregio voor de hartelijke ontvangst.

Meer informatie

 

Jos Mooijweer

Kyra Selles

Bij de commissie Milieu en Energie sprak Statenlid Rob Wertheim (D66) zich uit tegen het pompen van afvalwater in de ondergrond. Wertheim riep Gedeputeerde Staten op om maximaal gebruik te maken van hun adviesrecht bij de Rijksoverheid. Om er zo voor te zorgen dat er geen afval meer gepompt wordt in de ondergrond van Overijssel en Twente in het bijzonder.

Op de agenda van de commissie stond de Gaswinning in Hardenberg. De gemeente Hardenberg maakt zich terecht zorgen over het injecteren van afvalwater in de oude gasvelden daar.

Ooit waren er 250 stortplaatsen in Overijssel. Ze komen uit de tijd dat we nog niet zo bezig waren met afval en afvalverwerking. Vanaf 1987 monitort de provincie continu de grond bij oude stortplaatsen. Dat leidt nu tot 'bijvangst': het oppervlaktewater en het grondwater blijkt op meerdere plaatsen ernstig vervuild. Niet door de oude stortplaats, maar door nieuwe agrarische bestrijdingsmiddelen... http://bit.ly/2Egkk8i

Ooit waren er 250 stortplaatsen in Overijssel. Je vind ze nu terug op de meest onwaarschijnlijke plekken. In recreatiegebieden of industrieparken, onder golfbanen en woonwijken. Ik kan me nog goed de commotie herinneren toen in Lekkerkerk een wijk gebouwd bleek te zijn op een voormalige stortplaats en daarna bleek dat de grond ernstig vervuild was. Zo ernstig dat alles uiteindelijk is afgegraven. Miljoenen heeft dat grapje gekost, maar vooral werden mensen zich ervan bewust dat er een akelig gevaarlijke erfenis bestond van het ongelimiteerd en ongecontroleerd dumpen van afval.

Veel oude stortplaatsen dateren uit de tijd dat we nog niet zo bezig waren met afval en afvalverwerking. Laat staan met de gevolgen ervan. Historisch lieten veel mensen in het buitengebied tegen betaling afval storten op hun terrein. Immers, ruimte genoeg. Met de kennis van toen was het een lucratieve bezigheid. En wat onder de grond zit, daar maalt niemand meer om. Met de kennis van nu mogen we dat minstens een misrekening noemen.

Toen de problemen van oude stortplaatsen duidelijk werden heeft elke provincie nagedacht over hoe er mee omgegaan zou moeten worden. Overijssel heeft ervoor gekozen ze allemaal te laten vallen onder de wet bodembescherming. Ook de 98% waar al tientallen jaren niets mee aan de hand lijkt. Dat beleid heeft als consequentie dat iedereen die iets wil met een voormalige stortplaats, behalve bij de eigen gemeente ook moet aankloppen bij de provincie voor een vergunning. Die voert dan een extra toets uit om te zien of de plannen niet op de een of andere manier in strijd zijn met de situatie aldaar. Op die manier is de veiligheid maximaal gegarandeerd.

De Staten werden onlangs bijgepraat over de stand van de stortplaatsen in Overijssel. Vanaf 1987 is sprake van voortdurende monitoring van de voormalige stortplaatsen, zowel van de legale als de illegale stortplaatsen. Veel daarvan zijn inmiddels “opgeruimd”. Anderen zijn afgedekt met zand, en soms is ook de bodem afgedekt zodat er geen schadelijke stoffen in het grondwater kunnen lopen. Er zijn peilbuizen in de stortplaats geplaatst, maar ook eromheen zodat te zien is of er toch onverhoopt geen oppervlaktewater vervuild wordt.

De controle van die peilbuizen leidt op dit moment tot “bijvangst”. Het oppervlaktewater en het grondwater blijkt op meerdere plaatsen ernstig vervuild. Niet door de stortplaats, maar door agrarische bestrijdingsmiddelen, met name die gebruikt in de teelt van mais.

Particuliere eigenaren van voormalige stortplaatsen worden “schuldige eigenaren” genoemd. Ze zijn aansprakelijk voor de gevolgen van de vuilstort die tientallen jaren geleden plaatsvond. Hoe zit het dan met de schuldige eigenaren die landbouwgif ‘storten’, denk ik bij mezelf. De intensieve landbouw gebruikt Overijssel als een stortplaats.

Als we in de toekomst goed drinkwater willen blijven garanderen is dat een belangrijk punt van aandacht. Zo leverde de bijpraatsessie in de Staten mij een onverwachte kijk op het fenomeen ‘stortplaats’ op. Over de oude maak ik me niet zoveel zorgen, over de nieuwe des temeer.

Het bericht Ondergronds verscheen eerst op PvdA Overijssel.

Afgelopen Statenvergadering werd het initiatiefvoorstel: ‘Plastic als grondstof, dat ruimt op!’ met ruime meerderheid aangenomen.

 

Initiatiefnemer Wybren Bakker (D66): ‘Ik ben ontzettend trots op dit resultaat. D66 staat voor een manier van politiek bedrijven waar we juist de inwoners, de ondernemers en de maatschappelijke organisatie nadrukkelijk betrekken bij het beleid. Dat is gebeurd bij dit initiatiefvoorstel. Een van de eerste successen is dat Overijssel zich zo snel mogelijk gaat aansluiten bij de statiegeld alliantie, aldus GS’.

 

Dit initiatiefvoorstel is een eerste stap om af te komen van onze verslaving aan plastic. Met dit voorstel zetten we een eerste stap richting circulaire economie én ruimen we het plastic op dat op plekken verdwijnt waar het niet hoort’.

Wybren Bakker (D66): ‘We zijn met zijn allen verslaafd aan plastic. Alleen in Overijssel openen we gemiddeld zeven plastic verpakkingen per dag. Met dit initiatiefvoorstel wordt nu gewerkt aan een oplossing voor onze verslaving’.

 

We gaan werken aan die verslaving:

Door plastic te zien als grondstof en niet als eindproduct.

Door het verminderen van het productievolume van plastic.

Door mensen te informeren over de waarde van plastic.

Door kansrijke initiatieven die plastic opruimen te stimuleren.

 

Op die manier krijgen we onze verslaving onder controle. Dit initiatiefvoorstel is daar een eerste stap in. D66 krijgt het voor elkaar!