Nieuws van politieke partijen in Heemstede over D66 inzichtelijk

5 documenten

Alternatieve begroting ChristenUnie: Duurzaam doorgaan

ChristenUnie ChristenUnie GroenLinks CDA D66 PvdA Heemstede 05-11-2019 21:18

https://haarlem.christenunie.nl/k/n2342/news/view/1281320/48317/DSC02792.JPGTijdens de eerste termijn van het debat over de begroting voor 2020 heeft de ChristenUnie een eigen alternatieve begroting ingediend. Wij zien mogelijkheden om de bezuinigingen van 10 miljoen anders in te vullen en tegelijkertijd geld vrij te maken voor onder andere de terugkeer van het mantelzorg compliment.

De alternatieve begroting van de ChristenUnie kunt u hier downloaden.

Lees hieronder de bijdrage van raadslid Frank Visser in de eerste termijn. Het college heeft op hoofdlijnen gereageerd op alle bijdragen van de fracties. Donderdag 7 november volgt de tweede termijn en wordt over alle moties en amendementen gestemd.

Voorzitter, 10 miljoen bezuinigen per jaar vanwege de lagere inkomsten van het Rijk. Dat is een enorme uitdaging. Lastige keuzes zijn onvermijdelijk. Ik heb dan ook waardering voor het pakket maatregelen die het college heeft gepresenteerd.

Maar zoals vorige week al gezegd: de ChristenUnie had graag wat te kiezen gehad. Bij de vorige bezuinigingsronde was er een menukaart waaruit de raad kon kiezen. Nu ligt er een totaal pakket en moeten wij de alternatieven maar zelf verzinnen. En dat terwijl de ambtenaren veel beter weten wat die alternatieven zijn dan wij als raadsleden. Ik vind het dan ook jammer dat het college na mijn verzoek van vorige week niet alsnog met een lijstje maatregelen is gekomen die realistisch zijn maar die het in het college niet hebben gehaald.

Voorzitter de uitdaging is nog groter dan die 10 miljoen. Want OPH wijst ons in een motie er terecht op dat sommige posten al jaren in het investeringsplan staan maar nooit zijn geïndexeerd. En de kans is groot dat alle investeringen die nodig zijn voor de groei van de stad zoals nieuwe schoolgebouwen en sportvoorzieningen en investeringen in mobiliteit voor de 10.000 extra woningen eerder meer dan minder kosten dan we nu denken.

Als ik dan kijk naar de begroting en het bezuinigingspakket die het college heeft gepresenteerd dan zijn er 4 keuzes waar de ChristenUnie het niet mee eens is:

De begroting leidt tot meer schulden: onderhoud van wegen wordt uitgesteld (dat is ook een schuld) en we sparen een paar jaar niet voor de reserve schuldverlichting. Dat maakt de gemeente financieel minder weerbaar Sommige punten coalitieakkoord worden losgelaten en andere juist niet, dat leidt tot verkeerde prioriteiten: ik kan niet uitleggen dat er wel geld komt voor nieuwe democratie, maar dat tegelijk wordt gesneden in de elementaire participatie rond herstructurering van wegen. Het derde punt is de reserve groei van de stad. Het college gaat daar minder geld voor sparen en besteed zelfs het complete gespaarde budget in voor het betalen van extra ambtenaren in 2020. Die ambtenaren zijn ook nodig voor de groei van de stad, maar dat had op een andere manier betaald moeten worden. Tenslotte zijn er nog veel losse eindjes in het bezuinigingspakket met nog niet ingevulde taakstellingen. Maar nog belangrijker: er liggen nog oude taakinstellingen die nog niet zijn ingevuld. Is de begroting dus niet te optimistisch? Natuurlijk: de septembercirculaire is gunstiger maar het college geeft zelf aan dat we ons hier niet rijk mee mogen rekenen omdat verschillende factoren hier nog niet in zijn verwerkt.

De ChristenUnie-fractie is aan de slag gegaan om zelf tot een evenwichtig pakket met alternatieven te komen. De ChristenUnie staat voor een Haarlem waar we omkijken naar elkaar en waar we mensen die zorg en hulp behoeven niet laten bloeden voor het financieel zware weer waar de gemeente in terecht is gekomen, maar waar we van iedereen een rechtvaardige bijdrage vragen. Wij staan voor een Haarlem waar we vooruit kijken en investeren in een gezonde en duurzame toekomst. Een stad waarin we hard werken om de woningnood aan te pakken.

Daarom dient de ChristenUnie de alternatieve begroting “Duurzaam doorgaan” in en ik roep het college op naar deze alternatieven te kijken.

De ChristenUnie kiest voor:

Lasten iets sterker laten stijgen met name daar waar mensen een dienst afnemen die nog niet kostendekkend is Bezuinigingen sneller doorvoeren om de gemeentelijke financiën solide te maken Daarmee een aantal ongewenste bezuinigingen terug draaien of verzachten Meer geld reserveren voor uitgaven groei van de stad en voor toegankelijkheid Het zoveel mogelijk overeind houden van de ambitie om de stad te verduurzamen Het deels al invullen van nog openstaande taakstellingen

Met onze voorstellen wijzigen wij de begroting van het college in de periode 2020-2024 structureel in totaal circa € 11 miljoen per jaar. Dit betreft circa € 5 miljoen intensiveringen (extra uitgaven en extra dotaties aan reserves) en € 6 miljoen ombuigingen (bezuinigingen en lastenverzwaringen). We draaien hierbij circa 40% van de bezuinigingen van het college terug, maar komen desondanks op een positiever saldo. Wij hopen dat onze alternatieve begroting de raad prikkelt en uitdaagt om de voorstellen van het college nog eens te heroverwegen.

Voorzitter, in totaal doet de ChristenUnie 40 voorstellen. Het voert te ver om die nu allemaal af te lopen. Een aantal daarvan heb ik ook omgezet in een amendement of een motie en die zal ik nu kort toelichten.

Amendement 2 Bewindvoerders belonen voor goed gedrag

Het college heeft voorgesteld om de inkomensgrens voor het verlenen van volledige vergoeding uit de bijzondere bijstand voor de kosten voor beschermingsbewindvoering te verlagen van 115% van de bijstandsnorm naar 100% van de bijstandsnorm;

Versnelde uitstroom bereik je niet door verlaging van de inkomensgrens, maar door verbetering van de beschermingsbewindtrajecten. Voor bewindvoerders is er echter momenteel geen prikkel om beschermingsbewindtrajecten zo kort mogelijk te laten zijn omdat zij een landelijk vastgesteld tarief krijgen en trajecten jaarlijks kunnen worden verlengd.

Daarom stellen wij voor om de inkomensgrens niet te verlagen maar een convenant te sluiten met bewindvoerders zoals de gemeente Rotterdam ook heeft gedaan. Bewindvoerders die trajecten snel afronden zouden ook een financiële beloning van de gemeente kunnen krijgen.

Amendement 6 Leges voor de ARK

Het college wil bezuinigen op de Adviescommissie Ruimtelijk Kwaliteit, juist op een moment dat we op veel plaatsen in de stad gaan bouwen. Wij vinden de brede welstandstoets door deze deskundige commissie van groot belang. Daarom zorgen wij in onze alternatieve begroting en in amendement 6 dat de ARK de brede welstandstoets kan blijven doen. Dekking vinden we door 1% hogere leges voor omgevingsvergunningen.

Het CDA komt met een ander voorstel met het zelfde doel maar met een andere dekking. Daar staat de ChristenUnie net als het CDA open in. Ik zie uit naar de reactie van het college.

Amendement 7 Inkomensgrens kwijtschelding gehandicaptenparkeren naar 120% De minimaregelingen gelden tot 120% van de bijstandsnorm. Voor leges voor aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats of een gehandicaptenparkeervergunning ligt de grens echter bij 100%. Wij brengen dit graag naar 120%. Dit doen we door het camping tarief in de toeristenbelasting te verhogen van 2 euro naar 2,50. Dat kan want omliggende gemeenten hebben momenteel een hoger tarief dan Haarlem. (NB: tijdens het debat werden wij er op gewezen dat de 100% grens in landelijke wetgeving is vastgelegd en dat de gemeente niet de bevoegdheid heeft een hogere grens vast te stellen. De ChristenUnie heeft dit amendement daarom ingetrokken)

Amendement 8 Mantelzorgcompliment

Haarlem biedt ondersteuning voor mantelzorgers maar op het vlak van waardering gebeurt heel weinig. Waar andere gemeenten een mantelzorgcompliment geven variërend van een cadeaubon tot wel 300 euro per jaar organiseert Haarlem alleen maar een slecht bezochte dag van de mantelzorger. De ChristenUnie wil het mantelzorgcompliment terug. Mantelzorgers verdienen deze waardering, al staat het gebaar natuurlijk niet in verhouding tot de grote inzet die zij doen. Het mantelzorgcompliment is ook een goed instrument om mantelzorgers als gemeente eerder in beeld te krijgen en zo beter te kunnen ondersteunen. Daarom reserveren wij hiervoor 250.000 euro. Wij dekken dit door de voorgestelde verhoging voor de OZB niet-woningen van 2022 reeds door te voeren in 2020.

Amendement 9 Meer havengeld is meer onderhoud

Wij willen niet bezuinigen op onderhoud. Goedkoop is hier duurkoop want later onderhoud plegen maakt dat vaak grotere ingrepen nodig zijn. Het bedrag van 550.000 vinden wij door verhoging van de havengelden en door het beschikbaar stellen van winterligplaatsen in de zomer voor toeristische boten. Kostendekkingsgraad van het havengeld is nu 35%. Wij stellen verhoging voor naar 53%. De ChristenUnie staat overigens open voor andere dekkingen.

Amendement 10 Verhuiskostenvergoeding niet verlagen

Wij zijn tegen de verlaging met 1000 euro van de verhuiskostenvergoeding voor mensen die vanwege een beperking gedwongen zijn te verhuizen. De geraamde opbrengst van € 35.000 per jaar halen wij liever uit een verhoging van de opbrengsten uit de hondenbelasting door verhoging van het tarief en/of betere handhaving op het aantal betalers. Ook hier: we staan open voor een andere dekking. Het kan bijvoorbeeld ook gevonden worden door het Milieuplein weer op zondag te sluiten. Dat levert 50.000 euro. Opening op zondag is niet nodig en ook niet efficiënt want het personeel is dan 2x zo duur.

Motie 11 Meer investeren in groei toegankelijkheid en fiets door efficiënt inkopen

Wij willen blijven investeren in voorzieningen voor de groei van de stad, in het toegankelijker maken van de stad en het fietsvriendelijker maken van Haarlem. Wij draaien bezuinigingen op deze punten daarom terug of maken ze kleiner. Dit kan volgens ons door kritisch te kijken naar de inkoop van de stad. Jaarlijks gaat dit om 330 miljoen euro. Wat opvalt is dat Haarlem zijn rekeningen laat betaald. Bedrijven zijn echter bereid korting te geven als je juist tijdig betaald, bijvoorbeeld binnen 8 dagen. Als een betalingskorting van 1% wordt afgesproken als de gemeente binnen 8 dagen betaalt en Haarlem lukt het om dit doel in 50% van de gevallen te halen dan scheelt dit op jaarbasis € 1,65 miljoen ! De ChristenUnie wil deze optie daarom onderzocht zien voor de komende kadernota.

Voorzitter ik rond af met een aantal vragen:

Het CDA heeft voorgesteld een software pakket aan te schaffen die het signaleren van mensenhandel en misstanden in de prostitutie helpt op te sporen. Wij vinden dit een heel goed voorstel. Volgens mij zou hier geen motie voor nodig moeten zijn. Kan het college toezeggen dat dit geregeld gaat worden? Graag antwoord op mijn vraag over de motie van GroenLinks t.a.v. statushouders als trainees. Ik wil zeker weten dat dit geld beschikbaar is en dat het dus niet ten koste gaat van andere belangrijke zaken voor statushouders Ik sluit mij aan bij de vragen over het fietspad langs de Rijksstraatweg. Als dit al niet meetelt voor achterstallig onderhoud, wat dan wel? Het college bezuinigt door minder maaien. Ik hoor van verschillende mensen dat Haarlem bomen ook minder kan snoeien, dat dat beter is voor veel bomen. Ik pleit niet direct om te bezuinigen maar ik wil wel een totaal plan rond het beheer van bomen. En dan het lerarentekort. Verschillende andere gemeenten zoals Amsterdam en Rotterdam hebben een actieprogramma. Wat doet Haarlem? Ik heb zelfs D66 als onderwijspartij hier niet over gehoord. Ziet het college mogelijkheden om scholen te helpen bijvoorbeeld bij het werven en ondersteunen van zij-instromers? En dan tenslotte de vuurwerk motie van PvdA en GroenLinks. Wij hebben hierover in onze fractie veel discussie. Op zich voel ik wel wat voor de gedachte om te stoppen met afsteken van vuurwerk door particulieren als ik kijk naar de gevolgen voor milieu, gezondheid, veiligheid, etc. Maar: hoe gaan we dit betalen want vuurwerkshows kosten geld. En vooral: hoe zit het met de handhaving. Ik constateer dat op dit vlak het nog niet goed gaat in Haarlem. Ik heb concrete verhalen over overlast in een wijk in Haarlem die is gemeld bij een wijkagent. Omdat er niets mee werd gedaan ging de melder maar naar het politiebureau. Daar bleek dat de wijkagent een tijdje niet meer werkte. Ook na melding op het politiebureau is er nog steeds niets gebeurd terwijl de overlast groot is. Wat gaat het college hieraan doen?

Voorzitter i.v.m. de spreektijd houd ik het hierbij voor de eerste termijn.

Tijdens de eerste termijn heeft de ChristenUnie nog twee amendementen ingediend die verder besproken zullen worden in de tweede termijn:

Amendement 33 Minder bezuinigen op subsidie breedtesport

Voor het stimuleren van de breedtesport is jaarlijks € 50.000 beschikbaar. Hiermee kunnen verenigingen worden versterkt, kan samenwerking met het sociaal domein tot stand worden gebracht en kunnen kinderen kennismaken met sporten via kennismakingslessen en scholentoernooien. De ChristenUnie is er tegen deze subsidie te halveren. Geld hiervoor vinden we door het camping tarief in de toeristenbelasting te verhogen van 2 euro naar 2,50. Dat kan want omliggende gemeenten hebben momenteel een hoger tarief dan Haarlem.

Amendement 34 Niet bezuinigen op urgente digitale transformatie

Het college bezuinigt 1,75 miljoen op investeringen in digitale transformatie of anders gezegd: noodzakelijke investeringen om de ICT van de gemeente op orde te krijgen. Uit de begroting en zelfs uit de onderbouwing van het bezuinigingspakket blijkt dat deze investeringen erg urgent zijn en dat de gemeente met grote risico’s te maken krijgt als deze transformatie niet stevig wordt doorgezet. De ChristenUnie vindt het daarom niet verantwoord om hier om te bezuinigen. Wij draaien daarom deze bezuiniging voor een groot deel terug. De dekking voor de extra kapitaallasten van deze investering vinden wij door de verhoging van enkele leges die momenteel niet kostendekkend zijn.

Hieronder kunt u alle moties en amendementen nalezen en de alternatieve begroting van de ChristenUnie downloaden.

2 AMENDEMENT Bewindvoerders belonen voor goed gedrag

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 4 november 2019,

In beraadslaging over de programmabegroting 2020-2024,

Constaterende dat:

Het college heeft voorgesteld om de inkomensgrens voor het verlenen van volledige vergoeding uit de bijzondere bijstand voor de kosten voor beschermingsbewindvoering te verlagen van 115% van de bijstandsnorm naar 100% van de bijstandsnorm; Dit gemotiveerd wordt omdat deze inkomensgrens een aanzuigende werking zou hebben en beschermingsbewind in veel gevallen een onnodig zwaar middel zou zijn; Het college schat dat het haalbaar moet zijn om 25% van de klanten binnen een jaar te laten uitstromen uit beschermingsbewindvoering en in te laten stromen in Budgetondersteuning op Maat (BooM);

Overwegende dat:

Verlaging van de inkomensgrens geen recht doet aan de kwetsbare positie van inwoners die onder bewind staan en de oplossing voor het probleem bij de verkeerde partij legt;

Verder overwegende dat:

De aanzuigende werking niet ontstaan is door genoemde inkomensgrens, maar door het feit dat een paar jaar terug de regeling landelijk van toepassing is verklaard voor mensen met problematische schulden (was eerst alleen voor mensen met mentaal onvermogen); De beoordeling of beschermingsbewind een geëigend middel is helemaal niet bij de gemeente ligt, maar bij de rechter en de rechtbank dit elk jaar toetst; Versnelde uitstroom niet wordt bereikt door verlaging van de inkomensgrens, maar door verbetering van de beschermingsbewindtrajecten; Er voor bewindvoerders momenteel geen prikkel is om beschermingsbewindtrajecten zo kort mogelijk te laten zijn omdat zij een landelijk vastgesteld tarief krijgen en trajecten jaarlijks kunnen worden verlengd; Bij de aanvraag reeds een bewindvoerder wordt aanbevolen, ook door de medewerkers van de gemeentelijke Schulddienstverlening, sociale raadslieden, maatschappelijk werkers, etc.[1]. De gemeente op basis van goede ervaringen, of intentieafspraken met bewindvoerders kan komen tot een lijst van bewindvoerders die zij, rechtstreeks dan wel via maatschappelijke partners, aan de kwetsbare inwoners van Haarlem wil aanbevelen; De gemeente Rotterdam met bewindvoerders een ‘samenwerkingsconvenant’ heeft opgesteld gericht op verbetering van de onderlinge werkprocessen, communicatie, integrale kwaliteitsborging en rol- en taakverdeling[2] Er ook winst te boeken is door de tijd te verkorten die zit tussen onderbewindstelling en aanmelding voor schulphulp;

Besluit:

Beslispunt 2 onder a en b te hernoemen naar b en c; In beslispunt b (nieuw) “De aanvullende voorstellen” te wijzigen in “De aldus gewijzigde aanvullende voorstellen”; Een nieuw beslispunt 2 a in te voegen luidende “De aanvullende voorstellen voor een sluitende begroting als volgt te wijzigen: De inkomensgrens voor beschermingsbewind wordt niet verlaagd. De taakstelling van 100.000 euro per jaar dient te worden bereikt door het effectiever en korter maken van bewindvoeringstrajecten. Hierover worden afspraken gemaakt in een convenant met bewindvoerders naar het voorbeeld van Rotterdam. Bewindvoerders die aantoonbaar werk maken van het verkorten van trajecten, het reduceren van de schuldenlast van hun cliënten, en/of toewerken aan afschaling naar lichtere vormen van inkomensbeheer worden beloond voor goed gedrag middels een financiële prikkel en het werken met ‘preferred supplierschap’”. En alle overige verwijzingen in de onderliggende stukken conform bovenstaand aan te passen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

6 AMENDEMENT Leges voor de ARK

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 4 november 2019,

In beraadslaging over de programmabegroting 2020-2024,

Constaterende dat:

Het college de advisering ruimtelijke kwaliteit wil terugbrengen naar het wettelijke minimum, namelijk de advisering rond welstand en monumentenzorg Dit betekent dat over andere ruimtelijke aspecten van een aanvraag niet meer wordt geadviseerd. Bovendien zal meer welstandstoetsing door ambtenaren gebeuren. Alleen de grotere projecten zullen dan nog worden voorgelegd aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit.

Overwegende dat:

Juist nu steeds meer ruimtelijke ontwikkelingen binnenstedelijk plaatsvinden de advisering van de ARK waardevol is en van belang voor het draagvlak van projecten en het verbeteren van de kwaliteit van deze projecten;

Besluit:

Beslispunt 2 onder a en b te hernoemen naar b en c; In beslispunt b (nieuw) “De aanvullende voorstellen” te wijzigen in “De aldus gewijzigde aanvullende voorstellen”; Een nieuw beslispunt 2 a in te voegen luidende “De aanvullende voorstellen voor een sluitende begroting als volgt te wijzigen:

De Advisering ruimtelijke kwaliteit blijft op het huidige niveau. De beoogde opbrengst van 50.000 per jaar vanaf 2021 dient te worden bereikt door verhoging van de leges voor omgevingsvergunningen met circa 1%”.

En alle overige verwijzingen in de onderliggende stukken conform bovenstaand aan te passen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

 

7 (ingetrokken) AMENDEMENT Inkomensgrens kwijtschelding gehandicapten parkeren naar 120%

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 4 november 2019,

In beraadslaging over de programmabegroting 2020-2024,

Constaterende dat:

In Haarlem het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart € 143 kost (herhaalde uitgifte € 74,60), de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats € 309, het verplaatsen ervan €143 en het verlengen per meter €67,60; Voor mensen met een laag inkomen dit hoge bedragen zijn en dat daarom een kwijtschelding geldt voor mensen met een inkomen tot 100% van de bijstandsnorm; Voor allerlei minima regelingen in onze gemeente de inkomensgrens is vastgesteld op 120% van de bijstandsnorm; Volgens de begroting de totale legesinkomsten voor gehandicapten parkeren jaarlijks €32.000 zijn;

Voorts constaterende dat:

De toeristenbelasting voor campings € 2 is en dit in 2019 € 24.000 oplevert; Het college voorstelt in 2021 ook voor vaartuigen toeristenbelasting te heffen tegen het campingtarief en dit € 40.000 zou moeten opleveren; In omliggende gemeenten een hoger tarief geldt. Zo rekent Zandvoort € 2,25 en Bloemendaal € 2,35;

Besluit:

Beslispunt 2 onder a en b te hernoemen naar b en c; In beslispunt b (nieuw) “De aanvullende voorstellen” te wijzigen in “De aldus gewijzigde aanvullende voorstellen”; Een nieuw beslispunt 2 a in te voegen luidende “De aanvullende voorstellen voor een sluitende begroting als volgt te wijzigen: Het campingtarief en het watertoeristentarief van de toeristenbelasting te verhogen naar € 2,50. De geraamde opbrengst van € 6.000 in 2020 en € 16.000 in de volgende jaren wordt ingezet voor verhoging van de Inkomensgrens kwijtschelding gehandicapten parkeren naar 120%”. En alle overige verwijzingen in de onderliggende stukken conform bovenstaand aan te passen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

8 AMENDEMENT Mantelzorgcompliment

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 4 november 2019,

In beraadslaging over de programmabegroting 2020-2024,

Constaterende dat:

In 2018 in Haarlem 4041 mantelzorgers geregistreerd waren en 16% overbelast was; Mezzo schat dat in Haarlem een kleine 7000 inwoners langdurige en intensieve zorg verlenen[1]; Veel gemeenten zoals in onze regio Velsen, Zaanstad en Haarlemmermeer, een mantelzorgcompliment verstrekken als blijk van waardering en als middel om met meer mantelzorgers in contact te komen; In de gemeente Hilversum het aantal aanvragen voor het mantelzorgcompliment sinds 2015 is verdubbeld en dit heeft geholpen om nieuwe mantelzorgers in beeld te krijgen; Haarlem in het verleden ook een mantelzorgcompliment verstrekte, maar nu alleen een slecht bezochte “Dag van de mantelzorger” aanbiedt naast het aanbod van collectieve en individuele ondersteuning en respijtvoorzieningen; Artikel 2.1.6 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning bepaalt dat “Bij verordening wordt bepaald op welke wijze het college zorg draagt voor een jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van cliënten in de gemeente.”; Het college als onderdeel van het bezuinigingspakket heeft voorgesteld 50% van de lagere algemene uitkering door de stijging van de WOZ-waarden van niet-woningen te compenseren via de OZB (€ 0,25 miljoen in 2020) en heeft voorgesteld in 2022 opnieuw de OZB niet-woningen met € 0,25 miljoen te verhogen;

Overwegende dat:

Ondersteuning iets vanzelfsprekends zou moeten zijn en dit wat anders is dan een jaarlijkse blijk van waardering;

Besluit:

Beslispunt 2 onder a en b te hernoemen naar b en c; In beslispunt b (nieuw) “De aanvullende voorstellen” te wijzigen in “De aldus gewijzigde aanvullende voorstellen”; Een nieuw beslispunt 2 a in te voegen luidende “De aanvullende voorstellen voor een sluitende begroting als volgt te wijzigen: De voorgestelde verhoging voor de OZB niet-woningen van 2022 wordt reeds doorgevoerd in 2020. De opbrengst hiervan (€ 0,25 miljoen) wordt in 2020 en 2021 ingezet voor herintroductie van het mantelzorgcompliment. Deze maatregel wordt medio 2021 geëvalueerd.”. En alle overige verwijzingen in de onderliggende stukken conform bovenstaand aan te passen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

9 AMENDEMENT Meer havengeld = meer onderhoud

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 4 november 2019,

In beraadslaging over de programmabegroting 2020-2024,

Constaterende dat:

Het college jaarlijks € 550.000 wil bezuinigen op het onderhoud van wegen, straatmeubilair en speeltoestellen; De kostendekkingsgraad van de havengelden in 2020 slechts 35% is, dit in 2018 nog 40% was, en dit mede komt door extra benodigde investeringen;

Overwegende dat:

Uitstel van noodzakelijk wegenonderhoud onverstandig is omdat het op een later moment alsnog moeten uitvoeren van onderhoud vaak duurder is omdat herstel dan kostbaarder is; De huidige staat van wegenonderhoud nog niet goed is getuige de vele wegen waar gaten in het wegdek zijn gevallen; Een nóg lager kwaliteitsniveau daarom onwenselijk is; Door uitstel van onderhoud een claim op toekomstige begrotingen wordt gelegd terwijl er nog grote opgaven komen voor de groei van de stad; Nu extra investeringen in het beheer van water en bruggen moeten worden gedaan ook de baathebbers hier aan zouden moeten bijdragen;

Besluit:

Beslispunt 2 onder a en b te hernoemen naar b en c; In beslispunt b (nieuw) “De aanvullende voorstellen” te wijzigen in “De aldus gewijzigde aanvullende voorstellen”; Een nieuw beslispunt 2 a in te voegen luidende “De aanvullende voorstellen voor een sluitende begroting als volgt te wijzigen: Het niveau beheer en onderhoud wordt niet verlaagd. De beoogde € 550.000 per jaar wordt gevonden door verhoging van de opbrengst van de havengelden tot een kostendekkingsgraad van 53%. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar verhoging van de bestaande tarieven maar ook of extra inkomsten kunnen worden gegenereerd door het in de zomer voor de pleziervaart openstellen van winterligplaatsen van de beroepsvaart”. En alle overige verwijzingen in de onderliggende stukken conform bovenstaand aan te passen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

10 AMENDEMENT Verhuiskostenvergoeding niet verlagen

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 4 november 2019,

In beraadslaging over de programmabegroting 2020-2024,

Constaterende dat:

Inwoners die moeten verhuizen om langer zelfstandig te kunnen worden in sommige gevallen een verhuiskostenvergoeding kunnen krijgen van € 3.500 bedoeld als een bijdrage in de kosten voor transport, wand-, vloer- en raambekleding; Het college voorstelt deze vergoeding met € 1.000 te verlagen en daarmee per jaar € 35.000 te besparen; Haarlem deze vergoeding in 2018 juist heeft verhoogd om beter aan te sluiten bij de Nibud normen voor de kosten voor raam-, vloer- en wandbedekking en de transportkosten[1]; Bij verplichte verhuizing bij sloop en renovatie huurders op grond van regels van het Rijk recht hebben op €6.095[2].

Voorts constaterende dat:

De hondenbelasting in Haarlem momenteel voor de eerste hond € 92,04 is. Velsen en Zandvoort hieronder zitten met € 86,42 respectievelijk € 82,80 en Heemstede hierboven met € 96,20. Bloemendaal kent geen hondenbelasting;

In Nederland de tarieven voor de hondenbelasting in de top 10 uiteenlopen van € 102,96 tot € 124,80[3]. Een verhoging van het tarief met 6 euro per jaar € 35.000 oplevert;

Besluit:

Beslispunt 2 onder a en b te hernoemen naar b en c; In beslispunt b (nieuw) “De aanvullende voorstellen” te wijzigen in “De aldus gewijzigde aanvullende voorstellen”; Een nieuw beslispunt 2 a in te voegen luidende “De aanvullende voorstellen voor een sluitende begroting als volgt te wijzigen: De verhuiskostenvergoeding wordt niet verlaagd. De geraamde opbrengst van € 35.000 per jaar wordt gedekt door een verhoging van de opbrengsten uit de hondenbelasting door verhoging van het tarief en/of betere handhaving op het aantal betalers”. En alle overige verwijzingen in de onderliggende stukken conform bovenstaand aan te passen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

 

11 MOTIE Meer investeren in groei, toegankelijkheid en fiets door efficiënt inkopen

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 4 november 2019,

In beraadslaging over de programmabegroting 2020-2024,

Constaterende dat:

De Haarlemse inkoop in 2018 € 330 miljoen bedroeg; De gemiddelde termijn dat facturen worden betaald 22 dagen is; In 2018 slechts € 23 miljoen aan facturen binnen 8 dagen betaald is door de gemeente; Veel leveranciers graag snel betaald willen worden en bereid zijn om betalingskorting te geven; Haarlem nog geen gebruik maakt van betalingskortingen; Het college als onderdeel van het bezuinigingspakket het bedrag dat jaarlijks wordt gespaard voor de reserve “groei van de stad” wil halveren; Deze reserve van groot belang is voor de noodzakelijke tijdige uitbreiding van het voorzieningenniveau die nodig is voor de voorziene groei van de Haarlemse bevolking (door de bouw van 10.000 woningen); Er nog een grote opgave ligt om Haarlem toegankelijk te maken en de fietsinfrastructuur op niveau te brengen;

Overwegende dat:

Als een betalingskorting van 1% wordt afgesproken als de gemeente binnen 8 dagen betaalt en Haarlem lukt het om dit doel in 50% van de gevallen te halen dit op jaarbasis € 1,65 miljoen scheelt; Met deze opbrengst zelfs meer gespaard zou kunnen worden voor de groei van de stad dan was voorzien voordat het college de bezuiniging doorvoerde en dat er dan zelfs ruimte is om extra te investeren in toegankelijkheid en in fietsvoorzieningen;

Verzoekt het college

Voor de komende kadernota te onderzoeken of de gemeente Haarlem bij inkoopcontracten kan gaan werken met contractueel afgesproken betalingskortingen in ruil voor spoedig betalen en dit zo mogelijk door te voeren bij alle contracten die vanaf 2020 worden gesloten of worden geactualiseerd; De opbrengsten van deze betalingskortingen te storten in de reserve “groei van de stad” en indien de opbrengst groter is dan € 500.000 uit dit bedrag structureel € 200.000 in te zetten voor maatregelen die de stad toegankelijker maken en € 200.000 voor fietsvoorzieningen;

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

33 AMENDEMENT Minder bezuinigen op subsidie breedtesport

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 4 november 2019,

In beraadslaging over de programmabegroting 2020-2024,

Constaterende dat:

Voor het stimuleren van de breedtesport jaarlijks € 50.000 beschikbaar is, en hiermee verenigingen kunnen worden versterkt, samenwerking met het sociaal domein tot stand kan worden gebracht en kinderen kunnen kennismaken met sporten via kennismakingslessen en scholentoernooien; Dit bedrag jaarlijks op basis van aanvragen van sportverenigingen wordt verdeeld; Het college voorstelt dit bedrag te halveren.

Voorts constaterende dat:

De toeristenbelasting voor campings € 2 per nacht is en dit in 2019 € 24.000 oplevert; Het college voorstelt in 2021 ook voor vaartuigen toeristenbelasting te heffen tegen het campingtarief en dit € 40.000 zou moeten opleveren; In omliggende gemeenten een hoger tarief geldt. Zo rekent Zandvoort € 2,25 en Bloemendaal € 2,35 per nacht;

Besluit:

Beslispunt 2 onder a en b te hernoemen naar b en c; In beslispunt b (nieuw) “De aanvullende voorstellen” te wijzigen in “De aldus gewijzigde aanvullende voorstellen”; Een nieuw beslispunt 2 a in te voegen luidende “De aanvullende voorstellen voor een sluitende begroting als volgt te wijzigen: Het campingtarief en het watertoeristentarief van de toeristenbelasting te verhogen naar € 2,50. De geraamde opbrengst van € 6.000 in 2020 en € 16.000 in de volgende jaren wordt ingezet voor het beperken van de bezuiniging op de subsidie voor breedtesport”. En alle overige verwijzingen in de onderliggende stukken conform bovenstaand aan te passen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

34 AMENDEMENT Niet bezuinigen op urgente digitale transformatie

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 4 november 2019,

In beraadslaging over de programmabegroting 2020-2024,

Constaterende dat:

Het college van de noodzakelijke € 8 miljoen investeringen in het IP in digitale transformatie een bedrag van € 1,75 miljoen wil uitstellen van 2020-2022 naar 2024 (verlaging kapitaallasten op de programmabegroting in 2021 t/m 2024: € 161.000, € 269.000, € 376.000, € 376.000); Uit antwoord op technische vragen blijkt dat de gevolgen hiervan nog niet duidelijk zijn; Tegelijk blijkt juist uit de begroting en zelfs uit de onderbouwing van het bezuinigingspakket dat de digitale transformatie erg urgent is en dat de gemeente met grote risico’s te maken krijgt als deze transformatie niet stevig wordt doorgezet; Niet alle leges in Haarlem kostendekkend zijn;

Overwegende dat

Het onverantwoord is om nu bij voorbaat al te bezuinigen op een post die zo risicovol is voor de gemeente; De digitale transformatie juist tot kostenbesparingen kan leiden;

Besluit:

Beslispunt 2 onder a en b te hernoemen naar b en c; In beslispunt b (nieuw) “De aanvullende voorstellen” te wijzigen in “De aldus gewijzigde aanvullende voorstellen”; Een nieuw beslispunt 2 a in te voegen luidende “De aanvullende voorstellen voor een sluitende begroting als volgt te wijzigen: De kostendekkingsgraad van de volgende leges te verhogen naar 100%: Verstrekking gegevens GBA, huidige kostendekkingsgraad 86%, opbrengst € 31.000 Kansspelvergunningen, huidige kostendekkingsgraad 75%, opbrengst € 2.000 Horecavergunningen, huidige kostendekkingsgraad 79%, opbrengst € 27.000 Evenementenvergunningen, huidige kostendekkingsgraad 59%, opbrengst € 49.000 Telecom en civiele werken, huidige kostendekkingsgraad 60%, opbrengst € 69.000 De opbrengst hiervan in te zetten voor hogere kapitaallasten voor het IP ten behoeve van het beperken van de bezuiniging op de post digitale transformatie”. En alle overige verwijzingen in de onderliggende stukken conform bovenstaand aan te passen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

 

Verhoging prostitutieleeftijd nog steeds onzeker

ChristenUnie ChristenUnie GroenLinks VVD D66 CDA Heemstede 17-07-2019 20:37

https://haarlem.christenunie.nl/k/n2342/news/view/1278111/48317/Nachtclub op de Wallen.jpgAl een paar jaar debatteert de gemeenteraad van Haarlem over verhoging van de minimumleeftijd voor sekswerkers van 18 naar 21 jaar. In de laatste raadsvergadering voor de zomer werd er voor de derde keer over gestemd. Drie raadsleden waren afwezig. De stemmen staakten bij een hoofdelijke stemming: er waren 18 voorstanders en 18 tegenstanders. Daarom moet na de zomer opnieuw worden gestemd. Drie andere voorstellen van de ChristenUnie om de prostitutieregels aan te scherpen werden wel aangenomen door de gemeenteraad.

ChristenUnie heeft samen met het CDA al en paar keer voorgesteld de prostitutieleeftijd te verhogen. Op een eerder voorstel reageerde het college echter dat er snel landelijke regelgeving zou komen en dat de raad beter dat kon afwachten. Die landelijke regelgeving kwam echter niet. Er is landelijk steun voor verhoging van de leeftijdsgrens maar over andere delen van de wetgeving rond prostitutie is nog veel discussie waardoor het inmiddels al bijna 10 jaar duurt voordat deze nieuwe regels worden ingevoerd.

Uiteindelijk kwam het college in 2017 alsnog met een eigen voorstel. Begin 2018 besloot echter een meerderheid van de gemeenteraad de beslissing uit te stellen. Er zou eerst een nieuwe discussie in de gemeenteraad nodig zijn en het liefst wachten veel partijen op de landelijke regelgeving.

Omdat de landelijke regelgeving door diverse omstandigheden lang op zich laat wachten heeft het college besloten het voorstel toch opnieuw voor te leggen aan de gemeenteraad. In het nieuwe stuk gaat de leeftijdsgrens nog steeds omhoog van 18 naar 21 jaar, maar is wel voorzien in een overgangsregeling voor sekswerkers die nu tussen de 18 en 21 jaar oud zijn. Het college benadrukt dat de nieuwe regels regionaal zijn afgestemd en dat de gemeente Haarlem één van de laatste gemeenten is die de nieuwe regels nog moet invoeren.

Helaas zijn nog steeds een aantal partijen in de gemeenteraad tegen dit voorstel. Dit ondanks het feit dat deskundigen zoals de GGD, de politie, het Scharlaken Koord en de nationale rapporteur mensenhandel aandringen op deze leeftijdsverhoging. Partijen als D66 en VVD zijn tegen omdat zij vrezen voor een vlucht in de illegaliteit en omdat zij liever een landelijke aanpak via het strafrecht zien dan een bestuurlijke aanpak via de Algemene Plaatselijke Verordening. De ChristenUnie heeft er op gewezen dat van een vlucht naar de illegaliteit geen bewijzen zijn in de andere gemeenten zoals Alkmaar, Haarlemmermeer en Amsterdam die inmiddels de leeftijdsverhoging al hebben doorgevoerd. In Amsterdam was zelfs een inspraakbijdrage namens zo’n 200 sekswerkers die pleiten voor de verhoging van de leeftijd.

Momenteel zijn naast D66 en VVD ook GroenLinks en SP tegen de leeftijdsverhoging. Als alle raadsleden na de zomer aanwezig zijn en elk raadslid stemt volgens de lijn van de fractie dan zijn er 20 tegenstanders van leeftijdsverhoging en 19 voorstanders. De ChristenUnie hoopt daarom dat een fractie zich nog zal bedenken of dat één raadslid anders zal stemmen dan zijn fractie.

Aanscherping regels

Omdat de raad nog niet tot een besluit kon komen over de leeftijd moet ook over het totale pakket aan regels rondom prostitutie nog na de zomer worden gestemd. Wel is er al gestemd over een viertal amendementen van de ChristenUnie om deze regels aan te scherpen. Van deze vier amendementen zijn drie amendementen overgenomen door de gemeenteraad. Dit betreft het voorstel om te zorgen dat sekswerkers niet wonen op hun werklocatie (en zo nog afhankelijker worden), het voorstel om klanten te verbieden seksuele handelingen te verrichten met een sekswerker bij een vermoeden dat geen sprake is van een vergunning voor een prostitutiebedrijf en het voorstel om geen uitzonderingen toe te staan op het verbod van de aanwezigheid van minderjarigen in een seksinrichting.

Het voorstel van ChristenUnie en SP om ook een minimum verhuurperiode voor sekswerkers vast te leggen haalde het niet. Het idee van dit voorstel, op basis van een tekst uit de modelverordening van de Vereniging Nederlandse Gemeenten, was om zo te voorkomen dat sekswerkers snel rouleren tussen verschillende inrichtingen zodat de controle op mensenhandel moeilijker wordt. Volgens het college heeft dit echter geen invloed omdat iemand ook een kamer kan huren in een prostitutiebedrijf en dan zelf de sekswerkers kan rouleren.

AMENDEMENT Eigen huis voor sekswerker

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 11 juli 2019,

In beraadslaging over de Algemene plaatselijke verordening,

Overwegende dat:

Artikel 3:12 lid 1 t/m 3 regelt dat het voor bezoekers verboden is zich in de seksinrichting te bevinden gedurende de tijd dat deze gesloten is; In de modelverordening van de VNG ook geregeld is dat sekswerkers ‘s nachts niet aanwezig mogen zijn in de inrichting; Deze bepaling van belang is omdat een sekswerker die ook aanwezig is gedurende de tijd dat de inrichting gesloten is veel afhankelijker is van de exploitant omdat wonen en werken dan samen kunnen gaan op één locatie; De exploitant en de beheerder hiervoor verantwoordelijk zijn;

Besluit

Aan artikel 3:12 een 5e lid toe te voegen luidende: “Het is de exploitant en de beheerder verboden een sekswerker te laten verblijven in een seksrichting tussen 01.30 en 06.30 uur”; De toelichting aan te vullen met: “Het vijfde lid richt zich tot de exploitant en de beheerder en heeft als doel te voorkomen dat seksinrichtingen door sekswerkers gebruikt worden om te overnachten.”

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

Frans Smit, OPHaarlem

AMENDEMENT Verbodsbepalingen klanten

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 11 juli 2019,

In beraadslaging over de Algemene plaatselijke verordening,

Overwegende dat:

In de voorgestelde wijziging van de APV voor exploitanten en sekswerkers allerlei regels gelden met het oog op het beschermen van sekswerkers; In het voorstel de klant geheel geen verantwoordelijkheid wordt gegeven ten aanzien van het beschermen van sekswerkers tegen illegale praktijken; Artikel 3:21 van de modelverordening van de VNG het mogelijk maakt klanten te verbieden seksuele handelingen te verrichten wanneer er een redelijk vermoeden is dat er sprake is van illegale prostitutie;

Besluit

Artikel 3:21 en de bijbehorende toelichting als volgt vast te stellen: Artikel 3:21 Verbodsbepalingen klanten 1. Het is een klant verboden seksuele handelingen te verrichten met een sekswerker van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat zij werkzaam is voor of bij een exploitant aan wie geen vergunning voor een prostitutiebedrijf is verleend. 2. Het is verboden op of aan de weg of op, aan of in een andere voor publiek toegankelijke plaats gebruik te maken van de diensten van een sekswerker. 3. Het in het tweede lid genoemde verbod geldt niet in een seksinrichting waarvoor een vergunning is verleend. TOELICHTING Artikel 3:21 Verbodsbepalingen klanten Dit artikel richt zich niet tot exploitanten of sekswerkers, maar tot hun (potentiële) klanten en is daarmee complementair aan enkele andere bepalingen van dit hoofdstuk. Kort gezegd is het enerzijds verboden om gebruik te maken van de diensten van een sekswerker die werkzaam is in het illegale circuit, anderzijds verbieden enkele artikelen de sekswerker om diensten (op een bepaalde wijze of op bepaalde plekken) aan te bieden, terwijl dit artikel de klant verbiedt om in te gaan op een aanbod. Dit betekent dat handhavend kan worden opgetreden tegen zowel de sekswerker als tegen de klant. Het in het eerste lid opgenomen verbod kan enkel aan de klant worden tegengeworpen voor zover hem enig verwijt kan worden gemaakt, bijvoorbeeld als de seksuele handelingen (zullen) plaatsvinden in een seksinrichting waarin de daarvoor mede verleende vergunning of een afschrift daarvan niet zichtbaar aanwezig is of als uit de wijze van adverteren kennelijk blijkt dat het om een onvergund prostitutiebedrijf gaat (zie artikel 3:13). Aan artikel 6:1 lid 1 wordt in de opsomming van artikelen toegevoegd “3:21”

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

Frits Garretsen, SP

AMENDEMENT Minderjarigen niet in seksinrichtingen

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 11 juli 2019,

In beraadslaging over de Algemene plaatselijke verordening,

Overwegende dat:

Artikel 3:12 lid 4 regelt dat minderjarigen niet aanwezig mogen zijn in seksinrichtingen; Daarbij echter de mogelijkheid wordt geboden bij vergunning hiervan af te wijken; Dit een onwenselijke toevoeging is ten opzichte van de VNG-modelverordening;

Besluit

In artikel 3:12 lid 4 te schrappen “, tenzij bij vergunning anders is bepaald”;

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

AMENDEMENT Minimale verhuurperiode werkruimte

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 11 juli 2019,

In beraadslaging over de Algemene plaatselijke verordening,

Overwegende dat:

Artikel 3:16 van de modelverordening van de VNG het mogelijk maakt dat een minimale verhuurperiode wordt vastgesteld om zo te voorkomen dat sekswerkers snel worden gerouleerd;

Besluit

Artikel 3:16 en de bijbehorende toelichting als volgt vast te stellen: Artikel 3:16 Minimale verhuurperiode werkruimte Een werkruimte wordt bij aanvang van het huren voor ten minste 8 aaneengesloten weken verhuurd. TOELICHTING Artikel 3:16 Minimale verhuurperiode werkruimte Met dit voorschrift wordt een minimale verhuurperiode van een aantal weken voor werkruimtes geïntroduceerd. Een minimale verhuurperiode bemoeilijkt het snelle rouleren van sekswerkers; iets dat in het bijzonder – maar niet bij enkel – bij de raamprostitutie speelt en dat het toezicht bemoeilijkt en dat een tactiek is die in de mensenhandel wordt gebruikt. Na de minimale eerste verhuurperiode mag per week (of zelfs dag) verhuurd worden. Ook parttime werken is overigens toegestaan, mits de eerste acht weken maar wordt gehuurd gedurende bijvoorbeeld 3 dagen per die acht weken. In die eerste weken hebben hulpverlenings­instanties dan voldoende gelegenheid gehad om een relatie met de prostituee op te bouwen en signalen van mensenhandel waar te kunnen nemen. Aan artikel 6:1 lid 1 wordt in de opsomming van artikelen toegevoegd “3:16”

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser, ChristenUnie

Frits Garretsen, SP

Meldpunt vuurwerkoverlast in Heemstede | Heemstede

GroenLinks GroenLinks D66 CDA Heemstede 13-12-2018 00:00

Tijdens de afgelopen raadsvergadering van 29 november opperde het CDA tijdens de rondvraag de mogelijkheid om vrijwillige vuurwerkvrije straten mogelijk te maken in Heemstede. GroenLinks was toen de enige partij die dat idee steunde. Duidelijk is dat er nog geen meerderheid in de gemeenteraad is om vuurwerk aan banden te leggen in Heemstede.

Toch is er goed nieuws voor bewoners van Heemstede, die last hebben van vuurwerk. De fracties van D66, GroenLinks en CDA hebben het college verzocht om een meldpunt voor vuurwerkoverlast op te zetten en vervolgens de klachten die binnenkomen te verzamelen en in januari aan de raad te presenteren. En dat verzoek is gehonoreerd.

Nog dit jaar komt er een meldpunt voor vuurwerkoverlast. Klachten daarover kan je op de website van de gemeente kwijt. Het college van B&W zorgt dat er op de homepagina van de gemeentelijke website een mogelijkheid komt tot melding van vuurwerkoverlast. Hier is een speciaal meldingsformulier voor ontwikkeld. Dit meldpunt wordt actief bekend gemaakt via de sociale media en kranten.

Ook een speciaal geopend telefoonnummer voor vuurwerkoverlast wordt actief gecommuniceerd. Dit telefoonnummer is bedoeld voor de bereikbaarheid van handhavers (BOA’s) van donderdag 27 december t/m zondag 30 december tussen 08.00 -22.00 uur, maandag 31 december van 08.00 – 18.00 uur en dinsdag 1 januari van 13.00 – 17.00 uur.

De evaluatie van de vuurwerkoverlast vindt plaatst in samenwerking met de politie, BOA’s, OO&V). De resultaten van de evaluatie komt naar de gemeenteraad. Dan komt de overlast door vuurwerk in ieder geval weer op de agenda.

Prostitutieleeftijd Haarlem toch niet verhoogd

ChristenUnie ChristenUnie D66 CDA Heemstede 16-02-2018 23:03

https://haarlem.christenunie.nl/k/n2342/news/view/1192524/48317/Sold for sex.jpgOp het laatste moment heeft een raadsmeerderheid voorkomen dat het prostitutie hoofdstuk in de Algemene Plaatselijke Verordening werd gemoderniseerd. De ChristenUnie-fractie is hier erg teleurgesteld over. Raadslid Frank Visser: “Na bijna 4 jaar debat zou de minimumleeftijd voor prostituees eindelijk worden verhoogd van 18 naar 21 jaar. De ChristenUnie had nog meer maatregelen willen nemen om mensenhandel en misbruik te voorkomen maar in plaats daarvan heeft de gemeenteraad het hele stuk weggestemd en kunnen we het debat weer van voor af aan beginnen.”

Al in het voorjaar van 2016 beloofde het college op verzoek van ChristenUnie en CDA nog voor de zomer met een voorstel te komen om de prostitutieleeftijd te verhogen naar 21 jaar. Het college wilde dit echter combineren met het geheel herzien van de APV en op veel punten onnodige regels afschaffen. Omdat de discussie hierover met de gemeenteraad lang duurde, kon pas deze week een definitief besluit worden genomen over het hele voorstel.

Het voorstel is door de gemeenteraad aangenomen maar onder aanvoering van D66 is besloten het hele prostitutiehoofdstuk ongewijzigd te laten en eerst te wachten totdat nieuwe wetgeving in de Eerste Kamer is aangenomen. Visser: “Het is helemaal niet nodig om te wachten op de nieuwe wetgeving. Het hele voorstel is al voorbereid op deze nieuwe wetgeving en is ook niet strijdig met de huidige wetgeving. Door een lastige discussie in de Eerste Kamer over een specifiek onderdeel van deze wet duurt het nu al jaren voordat deze wet wordt aangenomen. Daarom hebben veel gemeenten zoals Amsterdam en Utrecht inmiddels hun APV al aangepast waaronder de verhoging van de leeftijdsgrens voor prostituees naar 21 jaar maar ook bijvoorbeeld strenge eisen t.a.v. volksgezondheid en hygiëne. Waarom zouden we daarmee wachten? En als er na het aannemen van de wet iets in onze APV aangepast zou moeten worden dan kan dat ook zo gedaan worden. Veel gemeenten actualiseren hun APV jaarlijks, dat kan Haarlem ook doen!”

D66 voerde aan dat zij graag landelijk uniforme regelgeving wil en geen lokale afwijkingen. Visser: “Het hele voorstel van de APV is echter afgestemd met alle gemeenten in de politie regio Noord-Holland. Van Beverwijk tot Den Helder gelden straks dezelfde regels. Geen lappendeken dus. Door het voorstel niet aan te nemen is Haarlem nu de enige die juist afwijkende regels heeft. Amsterdam hoort tot een andere politieregio maar ook Amsterdam heeft, op een paar details na, dezelfde regels waaronder de hogere leeftijdsgrens van 21 jaar”

De ChristenUnie stelde juist voor om het prostitutiehoofdstuk op 6 punten nog verder aan te scherpen. D66 was het hier wederom niet mee eens omdat dan verschillen in de regio zouden ontstaan. Frank Visser: “Wij hebben helemaal geen gekke dingen voorgesteld. Het zijn allemaal teksten die rechtstreeks afkomstig zijn uit de modelverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Het gaat dan om bepalingen dat je in illegale situaties niet alleen de eigenaar van een seksinrichting kunt aanpakken maar ook de klant als die overduidelijk kon weten dat er sprake was van illegale zaken. Of een bepaling aan welke eisen een bedrijfsplan moet voldoen van een seksinrichting. Al deze bepalingen bieden extra mogelijkheden voor het college en B&W om de seksbranche goed te monitoren. Wij passen niets aan in de afspraken die op regionaal niveau zijn gemaakt.”

Slechts op één punt hebben wij iets voorgesteld waar de modelverordening van het VNG meerdere politieke opties biedt. Wij hebben voorgesteld het maximum aantal seksinrichtingen in Haarlem te beperken. Momenteel is dit maximum 26 terwijl er in de praktijk maar 12 zijn. Sommige gemeenten hanteren een 0-optie en geven geen enkele vergunning, andere gemeenten stellen geen maximum. Wij hebben voorgesteld om het maximum op 12 te zetten zodat er geen nieuwe seksinrichtingen kunnen komen. Ook hebben we in dit amendement voorgesteld raamprostitutie te verbieden. In Haarlem is gelukkig straatprostitutie al verboden zoals in de meeste gemeenten van Nederland. Wij vinden dat raamprostitutie mensonwaardig is en ook moet verdwijnen. Ik hoop dat als we over een aantal maanden opnieuw spreken over het prostitutiebeleid we alsnog kunnen zorgen dat raamprostitutie uit Haarlem zal verdwijnen”

AMENDEMENT Maximum aantal seksinrichtingen en einde aan raamprostitutie

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 15 februari 2018,

In beraadslaging over de Algemene plaatselijke verordening,

Overwegende dat:

Vergunningen voor seksinrichtingen in Haarlem voortaan maximaal 3 jaar geldig zijn en daarna kunnen worden verlengd; Het volgens de modelverordening van de VNG mogelijk is in de verordening een maximum te stellen aan het aantal seksinrichtingen; Het huidige maximum aantal seksinrichtingen in Haarlem 26 is (het aantal inrichtingen dat in 2000 gevestigd was in Haarlem); Het huidige aantal vergunde seksinrichtingen in Haarlem 12 is; Raamprostitutie met de nieuwe APV mogelijk blijft bij vergunde inrichtingen; Raamprostitutie mensonwaardig is en het daarom wenselijk is dat dit uiterlijk bij het verlengen van de bestaande vergunningen van seksinrichtingen verdwijnt;

Besluit:

Artikel 3:18 lid 2 te schrappen; Artikel 3:5 en de bijbehorende toelichting als volgt vast te stellen:

Artikel 3:5 0-optie raamprostitutiebedrijven, maximum aantal vergunningen voor seksinrichtingen

1. Voor het uitoefenen van een raamprostitutiebedrijf wordt geen vergunning verleend.

2. Er wordt voor in totaal ten hoogste 12 seksinrichtingen vergunning verleend.

TOELICHTING

Artikel 3:5 0-optie raamprostitutiebedrijven, maximum aantal vergunningen voor seksinrichtingen

Het maximum aantal vergunningen voor seksinrichtingen is bepaald op basis van het aantal verstrekte vergunningen op 1 januari 2018. Hierdoor kan het aantal vergunde seksinrichtingen niet toenemen.

En gaat over tot de orde van de dag.

 

Frank Visser

ChristenUnie

AMENDEMENT Eigen huis voor prostituee

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 15 februari 2018,

In beraadslaging over de Algemene plaatselijke verordening,

Overwegende dat:

Artikel 3:12 lid 1 t/m 3 regelt dat het voor bezoekers verboden is zich in de seksinrichting te bevinden gedurende de tijd dat deze gesloten is; In de modelverordening van de VNG ook geregeld is dat prostituees ‘s nachts niet aanwezig mogen zijn in de inrichting; Deze bepaling van belang is omdat een prostituee die ook aanwezig is gedurende de tijd dat de inrichting gesloten is veel afhankelijker is van de exploitant omdat wonen en werken dan samen kunnen gaan op één locatie;

Besluit

Aan artikel 3:12 een 5e lid toe te voegen luidende: “Het is een prostituee verboden zich te bevinden in een seksrichting tussen 01.00 en 07.00 uur”; De toelichting aan te vullen met: “Het vijfde lid richt zich tot de prostituee en heeft als doel te voorkomen dat seksinrichtingen gebruikt worden om te overnachten.”

En gaat over tot de orde van de dag.

 

Frank Visser

ChristenUnie

AMENDEMENT Verbodsbepalingen klanten

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 15 februari 2018,

In beraadslaging over de Algemene plaatselijke verordening,

Overwegende dat:

Het terecht is dat we exploitanten en prostituees allerlei regels opleggen met het oog op het beschermen van prostituees zoals door het college voorgesteld; Het onterecht is dat in het voorstel de klant geheel geen verantwoordelijkheid wordt gegeven ten aanzien van het beschermen van prostituees tegen illegale praktijken; Artikel 3:21 van de modelverordening van de VNG het mogelijk maakt klanten te verbieden seksuele handelingen te verrichten wanneer er een redelijk vermoeden is dat er sprake is van illegale prostitutie;

Besluit

Artikel 3:21 en de bijbehorende toelichting als volgt vast te stellen:

Artikel 3:21 Verbodsbepalingen klanten

1. Het is een klant verboden seksuele handelingen te verrichten met een prostituee van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat zij werkzaam is voor of bij een exploitant aan wie geen vergunning voor een prostitutiebedrijf is verleend.

2. Het is verboden op of aan de weg of op, aan of in een andere voor publiek toegankelijke plaats gebruik te maken van de diensten van een prostituee.

3. Het in het tweede lid genoemde verbod geldt niet in een seksinrichting waarvoor een vergunning is verleend.

TOELICHTING

Artikel 3:21 Verbodsbepalingen klanten

Dit artikel richt zich niet tot exploitanten of prostituees, maar tot hun (potentiële) klanten en is daarmee complementair aan enkele andere bepalingen van dit hoofdstuk. Kort gezegd is het enerzijds verboden om gebruik te maken van de diensten van een prostituee die werkzaam is in het illegale circuit, anderzijds verbieden enkele artikelen de prostituee om diensten (op een bepaalde wijze of op bepaalde plekken) aan te bieden, terwijl dit artikel de klant verbiedt om in te gaan op een aanbod. Dit betekent dat handhavend kan worden opgetreden tegen zowel de prostituee als tegen de klant. Het in het eerste lid opgenomen verbod kan enkel aan de klant worden tegengeworpen voor zover hem enig verwijt kan worden gemaakt, bijvoorbeeld als de seksuele handelingen (zullen) plaatsvinden in een seksinrichting waarin de daarvoor mede verleende vergunning of een afschrift daarvan niet zichtbaar aanwezig is of als uit de wijze van adverteren kennelijk blijkt dat het om een onvergund prostitutiebedrijf gaat (zie artikel 3:13).

En gaat over tot de orde van de dag.

 

Frank Visser

ChristenUnie

AMENDEMENT Minderjarigen niet in seksinrichtingen

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 15 februari 2018,

In beraadslaging over de Algemene plaatselijke verordening,

Overwegende dat:

Artikel 3:12 lid 4 regelt dat minderjarigen niet aanwezig mogen zijn in seksinrichtingen, maar de mogelijkheid wordt geboden bij vergunning hiervan af te wijken; Dit een onwenselijke toevoeging is ten opzichte van de modelverordening; In de toelichting bij Artikel 3:12 lid 3 een technische fout staat en een toelichting op Artikel 3:12 lid 4 ontbreekt;

Besluit

In artikel 3:12 lid 4 te schrappen “, tenzij bij vergunning anders is bepaald”; In de toelichting bij het derde lid de woorden “tweede lid” te vervangen door “derde lid”; De toelichting aan te vullen met: “Verder mogen personen die de leeftijd van 18 nog niet hebben bereikt niet worden toegelaten tot seksinrichtingen (vierde lid).”

En gaat over tot de orde van de dag.

 

Frank Visser

ChristenUnie

AMENDEMENT Minimale verhuurperiode werkruimte

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 15 februari 2018,

In beraadslaging over de Algemene plaatselijke verordening,

Overwegende dat:

Artikel 3:16 van de modelverordening van de VNG het mogelijk maakt dat een minimale verhuurperiode wordt vastgesteld om zo te voorkomen dat prostituees snel worden gerouleerd;

Besluit

Artikel 3:16 en de bijbehorende toelichting als volgt vast te stellen:

Artikel 3:16Minimale verhuurperiode werkruimte

Een werkruimte wordt bij aanvang van het huren voor ten minste 8 aaneengesloten weken verhuurd.

TOELICHTING

Artikel 3:16Minimale verhuurperiode werkruimte

Met dit voorschrift wordt een minimale verhuurperiode van een aantal weken voor werkruimtes geïntroduceerd. Een minimale verhuurperiode bemoeilijkt het snelle rouleren van prostituees; iets dat in het bijzonder – maar niet bij enkel – bij de raamprostitutie speelt en dat het toezicht bemoeilijkt en dat een tactiek is die in de mensenhandel wordt gebruikt. Na de minimale eerste verhuurperiode mag per week (of zelfs dag) verhuurd worden.

Ook parttime werken is overigens toegestaan, mits de eerste acht weken maar wordt gehuurd gedurende bijvoorbeeld 3 dagen per die acht weken. In die eerste weken hebben hulpverlenings­instanties dan voldoende gelegenheid gehad om een relatie met de prostituee op te bouwen en signalen van mensenhandel waar te kunnen nemen.

En gaat over tot de orde van de dag.

 

 

Frank Visser

ChristenUnie

AMENDEMENT Eisen met betrekking tot de vergunning

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 15 februari 2018,

In beraadslaging over de Algemene plaatselijke verordening,

Overwegende dat:

Artikel 3:6, 3:8 en 3:10 van de modelverordening van de VNG enkele eisen stellen aan de aanvraag van, de inhoud van en de wijziging van de vergunning; Een van deze eisen is dat een afschrift van de vergunning zichtbaar aanwezig is in de seksinrichting en dit het voor klanten mogelijk maakt te zien of sprake is van een legale seksinrichting; Een andere eis is dat het telefoonnummer waarmee wordt geadverteerd in de vergunning wordt opgenomen zodat wordt voorkomen dat dit nummer wat van belang is voor toezicht en handhaving vaak wijzigt; Ernstige verzuimen zoals het niet melden van gewijzigde omstandigheden, het niet voldoen aan de vereisten voor advertenties, het niet aanwezig zijn van de exploitant en het niet hebben van een deugdelijke bedrijfsadministratie van de werkzame prostituees volgens de modelverordening van de VNG (artikel 3:9 lid 1) moeten leiden tot het intrekken van de vergunning;

Besluit

In artikel 3:9 lid 1 toe te voegen; “f. is gehandeld in strijd met de artikelen 3:10, 3:13, aanhef en onder a, 3:13b lid 1, 3:14, 3:15 en 3:17, eerste lid, aanhef en onderdeel b, aanhef en onder 1°;” Artikel 3:6, 3:8 en 3:10 en de bijbehorende toelichting als volgt vast te stellen:

Artikel 3:6 Aanvraag

1. Een aanvraag om een vergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een door de burgemeester vastgesteld formulier.

2. Bij de aanvraag om een vergunning wordt vermeld voor welke activiteit vergunning wordt gevraagd, en worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:

a. de persoonsgegevens van de exploitant;

b. het nummer van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel;

c. of in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag de exploitant een vergunning voor een seksbedrijf is geweigerd of een aan de exploitant verleende vergunning voor een seksbedrijf is ingetrokken;

d. het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend;

e. het adres van een onder het seksbedrijf vallende seksinrichting;

f. het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt;

g. een geldig identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van de exploitant;

h. indien van toepassing, de verblijfstitel van de exploitant;

i. een actuele verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen, verstrekt door de Belastingdienst;

j. bewijs waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is tot het gebruik van de ruimtes bestemd voor de uitoefening van het seksbedrijf;

k. indien van toepassing, de plaatselijke ligging van de seksinrichting waarvoor vergunning wordt aangevraagd, door middel van een situatieschets met een noordpijl en schaalaanduiding;

l. indien van toepassing, de plattegrond van de seksinrichting waarvoor vergunning wordt aangevraagd, door middel van een tekening met een schaalaanduiding.

3. Als er een beheerder is aangesteld, is het tweede lid, onder a, b, c, g en h, van overeenkomstige toepassing op de beheerder.

4. Als de burgemeester dat nodig acht voor de beoordeling van een aanvraag, kan hij verlangen dat aanvullende gegevens worden overgelegd.

Artikel 3:8 Eisen met betrekking tot vergunning

1. De vergunning vermeldt in ieder geval:

a. de exploitant;

b. indien van toepassing, de beheerder;

c. voor welke activiteit de vergunning is verleend;

d. het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend;

e. het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt;

f. indien van toepassing, het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend;

g. de voorschriften of beperkingen die aan de vergunning zijn verbonden;

h. de geldigheidsduur van de vergunning;

i. het nummer van de vergunning.

2. De exploitant draagt er zorg voor dat de vergunning of een afschrift daarvan zichtbaar aanwezig is in de seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend, en dat tevens aan de buitenzijde van de seksinrichting zichtbaar is dat hij over een vergunning voor die seksinrichting beschikt.

Artikel 3:10 Melding gewijzigde omstandigheden

De vergunninghouder meldt elke verandering waardoor zijn seksbedrijf niet langer in overeenstemming is met de op grond van artikel 3:8, eerste lid, in de vergunning opgenomen gegevens, zo spoedig mogelijk aan de burgemeester. Deze verleent een gewijzigde vergunning, als het seksbedrijf aan de vereisten voldoet.

TOELICHTING

Artikel 3:6 Aanvraag

Met dit artikel wordt de wijze van indiening van de aanvraag om een vergunning geregeld, evenals welke gegevens en bescheiden moeten worden overgelegd. De vereiste gegevens worden nodig geacht teneinde een weloverwogen beslissing te kunnen nemen over de aanvraag om de vergunning.

Het overleggen van een situatietekening en plattegrond is uiteraard niet nodig als het een vergunning betreft die niet (mede) voor een seksinrichting wordt aangevraagd. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als het gaat om het bedrijfsmatig en tegen betaling verzorgen van webcamseks vanuit een locatie die niet voor publiek toegankelijk is; er is dan wel sprake van een seksbedrijf, maar niet van een seksinrichting.

Omdat in de toekomst naar verwachting steeds vaker bij indiening sprake zal zijn van digitale documenten, wordt geen specifieke schaalaanduiding voorgeschreven. De maatvoering moet uit de situatieschets (onder k) en tekening (onder l) blijken. Als bescheiden worden overgelegd, moet de gekozen schaal zodanig zijn dat de burgemeester er voldoende informatie uit kan halen om tot beoordeling van de aanvraag te komen.

Tot het eisen dat het telefoonnummer dat gebruikt zal worden in advertenties overgelegd moet worden – en in de vergunning zal worden vermeld (zie artikel 3:8, eerste lid, aanhef en onder e) – is gekomen met het oog op de toezicht en handhaving. Zo wordt bewerkstelligd dat een bepaald telefoonnummer waarmee geadverteerd wordt altijd te herleiden is tot een bepaald seksbedrijf, een bepaalde exploitant en het adres waar het bedrijf wordt uitgeoefend. Doordat het telefoonnummer bovendien in de vergunning zal worden vermeld wordt voorkomen dat het nummer vaak verandert, dan zou immers telkens op aanvraag de vergunning gewijzigd dienen te worden. In die zin is het een ‘vast’ telefoonnummer; dit kan ook een mobiel nummer zijn.

Als de burgemeester dat nodig acht voor de beoordeling van een aanvraag, kan hij verlangen dat aanvullende gegevens worden overgelegd (vierde lid). Uiteraard moeten die gegevens wel in verband staan met de weigeringsgronden van de aangevraagde vergunning.

Artikel 3:8 Eisen met betrekking tot vergunning

In dit artikel wordt bepaald welke gegevens in ieder geval in een vergunning worden vermeld. Hiermee wordt getracht het toezicht op en de naleving van de vergunningsvoorwaarden te faciliteren. Doordat het telefoonnummer op de vergunning staat wordt o.a. voorkomen dat dit nummer regelmatig wijzigt, waardoor het telefoonnummer – dat ook in advertenties gebruikt moet worden – niet langer herleidbaar zou zijn tot een bepaald vergund seksbedrijf. Als de exploitant een ander telefoonnummer wil hanteren, dan zal deze immers eerst een aanvraag in moeten dienen om de vergunning te laten wijzigen; aangezien dit tijd en geld (leges) kost valt te verwachten dat dit slechts sporadisch zal gebeuren. In die zin is het een ‘vast’ telefoonnummer; dit kan ook een mobiel nummer zijn. Hetzelfde doel heeft het tweede lid, dat daarnaast ook van betekenis is voor (mogelijke) klanten van een seksbedrijf: zij kunnen eenvoudig vaststellen of het om een vergund bedrijf gaat.

Artikel 3:10 Melding gewijzigde omstandigheden

Om oog te kunnen houden op relevante veranderingen moet de vergunningverlener daarvan weet hebben. De vergunninghouder wordt derhalve verplicht dergelijke wijzigingen te melden. Als er met inachtneming van de geldende regels geen bezwaar bestaat tegen een voortgezet bedrijf, wordt een gewijzigde vergunning verleend; daarbij behoeft niet de gehele procedure te worden doorlopen als ware het een aanvraag om een nieuwe vergunning. Afhankelijk van de aard van de wijzigingen kan ook de geldigheidsduur van de vergunning worden aangepast. Als blijkt dat de wijzigingen niet zijn gemeld, moet dat leiden tot het intrekken van de vergunning (artikel 3:9, eerste lid, aanhef en onder f).

En gaat over tot de orde van de dag.

 

Frank Visser

ChristenUnie

AMENDEMENT Bedrijfsplan beschermt gezondheid, veiligheid en zelfbeschikkingsrecht

De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 15 februari 2018,

In beraadslaging over de Algemene plaatselijke verordening,

Overwegende dat:

Het voorgestelde artikel 3:15 vereist dat een prostitutiebedrijf beschikt over een bedrijfsplan dat voldoet aan door het college op te stellen nadere regels; In de toelichting bij de APV niet wordt ingegaan op dit bedrijfsplan; Dit bedrijfsplan cruciaal is voor het beschermen van de gezondheid, de veiligheid en het zelfbeschikkingsrecht van prostituees Dit bedrijfsplan één van de centrale elementen is in de modelverordening van het VNG die aanleiding is voor de wijziging van de Haarlemse APV; In de modelverordening van de VNG de bepalingen over dit bedrijfsplan in artikel 3:15 integraal zijn opgenomen en deze of vergelijkbare bepalingen in de meeste grote steden waaronder Amsterdam, Rotterdam en Den Haag ook zijn opgenomen in de APV; Met de het overnemen van de tekst uit de modelverordening de mogelijkheid tot nadere regels blijft bestaan op grond van het voorgestelde artikel 3:2b; Met het overnemen van de tekst uit de modelverordening een technische wijziging noodzakelijk is in artikel 3:7 lid 6;

Besluit:

In Artikel 3:7 lid 6 “het bedrijfsplan niet voldoet aan het bepaalde in de nadere regels op grond van deze verordening” te wijzigen in “het bedrijfsplan niet voldoet aan het bepaalde bij artikel 3:15, eerste en tweede lid of aan het bepaalde in de nadere regels op grond van deze verordening” De toelichting bij artikel 3:7 lid 6 te wijzigen in: “Vergunning kan worden geweigerd als het bedrijfsplan niet voldoet aan het bepaalde in artikel 3:15 of het bepaalde bij nadere regels gesteld op grond van artikel 3:2b of als onvoldoende aannemelijk is dat de exploitant de bij artikel 3:17 en 3:13b gestelde verplichtingen zal naleven.” Artikel 3:15 uit het voorstel te vervangen door Artikel 3:15 uit de modelverordening van de VNG inclusief de bijbehorende toelichting uit de modelverordening waarmee de tekst komt te luiden:

Artikel 3:15 Bedrijfsplan

1. Een prostitutiebedrijf beschikt over een bedrijfsplan, waarin in ieder geval wordt beschreven welke maatregelen de exploitant treft:

a. op het gebied van hygiëne;

b. ter bescherming van de gezondheid, de veiligheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituees;

c. ter bescherming van de gezondheid van de klanten;

d. ter voorkoming van strafbare feiten.

2. De door de exploitant te treffen maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, waarborgen dat:

a. de hygiëne in een seksinrichting voldoet aan de algemene eisen die hiervoor in de branche gelden en dat dit controleerbaar is;

b. inzichtelijk en controleerbaar is welke maatregelen een exploitant in zijn bedrijfsvoering en inrichting van de werkruimten treft voor gezonde en veilige werkomstandigheden voor prostituees;

c. in de werkruimten te allen tijde voldoende condooms met een CE-markering voor gebruik beschikbaar zijn;

d. in de werkruimten voor de prostituees een goed functionerende alarmvoorziening aanwezig is;

e. de prostituee zich regelmatig kan laten onderzoeken op seksueel overdraagbare aandoeningen en door de exploitant voldoende geïnformeerd is over de mogelijkheden van een dergelijk onderzoek;

f. de prostituee niet gedwongen wordt zich geneeskundig te laten onderzoeken;

g. de prostituee vrij is in de keuze van de arts(en) die zij wil bezoeken;

h. de prostituee klanten en diensten kan weigeren zonder dat dat voor haar andere werkzaamheden gevolgen heeft;

i. de prostituee kan weigeren alcohol of drugs te gebruiken zonder dat dat voor haar werkzaamheden gevolgen heeft;

j. aan de voor de exploitant werkzame beheerder voldoende professionele eisen op het gebied van agressiebeheersing en bedrijfshulpverlening worden gesteld en waar nodig wordt gezorgd voor scholing hierin;

k. de exploitant zich een oordeel vormt over de mate van zelfredzaamheid van de prostituee voordat deze voor of bij hem gaat werken, teneinde vast te stellen of zij voldoet aan de eisen die hij hiervoor in zijn bedrijfsplan heeft opgenomen;

l. de exploitant voor elke voor of bij hem werkzame prostituee kan aantonen onder welke verhuur- of arbeidsvoorwaarden zij haar diensten aanbiedt;

m. de exploitant of beheerder zich er regelmatig van vergewist dat de prostituee niet door derden gedwongen wordt tot prostitutie en dat hij in dit kader informatie van hulpverleningsinstanties ter beschikking stelt;

n. de exploitant aan de voor of bij hem werkzame prostituees informatie ter beschikking stelt over de mogelijkheden om hulp te krijgen als een prostituee wil stoppen met haar werk in de prostitutie;

o. de overlast aan de omgeving van de onder het seksbedrijf vallende seksinrichtingen beperkt wordt.

3. Het bedrijfsplan wordt overgelegd bij de aanvraag om een vergunning.

4. De exploitant meldt een voorgenomen wijziging van het bedrijfsplan onverwijld aan de burgemeester. De wijziging wordt na goedkeuring van de burgemeester als onderdeel van het bedrijfsplan aangemerkt, als deze voldoet aan de eisen die overeenkomstig het eerste en tweede lid aan een bedrijfsplan worden gesteld.

5. De rechten voor prostituees, die worden gewaarborgd op grond van het tweede lid, worden op schrift gesteld en in een voor haar begrijpelijke taal uitgereikt aan elke prostituee die werkzaam is voor of bij de exploitant.

6. In de seksinrichting wordt in ten minste twee talen en voor de klant goed zichtbaar bekend gemaakt dat een prostituee klanten en diensten mag weigeren en mag weigeren alcohol of drugs te gebruiken.

TOELICHTING

Artikel 3:15 Bedrijfsplan

Ter versterking van de sociale positie van de prostituee is het van belang dat er in een prostitutiebedrijf maatregelen worden getroffen op het gebied van hygiëne en van de gezondheid, de veiligheid, het zelfbeschikkingsrecht van de prostituees. Daartoe moet bij het aanvragen van een vergunning de exploitant een bedrijfsplan overleggen, zodat vooraf kan worden beoordeeld of de exploitant voor deze punten voldoende oog heeft, en zorg draagt voor goede arbeidsomstandigheden. Deze verplichting geldt voor alle prostitutiebedrijven, dus ook voor escortbedrijven. Uiteraard volgt uit de aard van de werkzaamheden dat een bedrijfsplan van een escortbureau – op bepaalde punten – een andere uitwerking vereist dan een bedrijfsplan van een prostitutiebedrijf met een andere aard.

In het tweede lid, aanhef en onder a, is opgenomen dat de exploitant maatregelen treft om er voor te zorgen dat de hygiëne in een seksinrichting voldoet aan de algemene eisen die hiervoor in de branche gelden. Het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid  heeft in september 2013 de Hygiënerichtlijn voor Seksbedrijven (voorheen Hygiënerichtlijnen voor Seksinrichtingen) gepubliceerd. Deze richtlijn is geschreven voor exploitanten en eigenaren van seksbedrijven en wordt uitgegeven door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. De branche zelf, vertegenwoordigd door de Vereniging Exploitanten Relaxbedrijven en de Vereniging Legale Escortbedrijven, heeft aan het opstellen en bijwerken van deze richtlijn bijgedragen. In de richtlijn zijn zogenaamde hygiënenormen, dit zijn de minimale eisen aan een goed hygiënebeleid, opgenomen. Een exploitant van een seksbedrijf zal om te voldoen aan de maatstaven voor een goede hygiëne zich ten minste aan deze normen moeten houden.

Belangrijk doel van goede hygiëne in seksbedrijven is het voorkomen van (seksueel overdraagbare) ziektes. Dat is zowel voor de prostituees als de klanten van belang. Een goede hygiëne zorgt echter ook voor een veilige en prettige werkomgeving. Van de exploitant mag worden verwacht dat hij in het bedrijfsplan daarnaast inzichtelijk maakt hoe hij verder zorgt draagt voor gezonde en veilige werkomstandigheden voor prostituees. Dit is opgenomen in onderdeel in het tweede lid, aanhef en onder a en b. De veiligheid en gezondheid van een prostituee worden ook gediend met aparte garanties voor de kwaliteit van de werkomstandigheden in de werkruimten. Een prostituee moet daar altijd gebruik kunnen maken van een alarm waarmee zij hulp van derden kan inroepen als er wat misgaat. De luchtventilatie die in het kader van de algemene luchtkwaliteit en hygiëne afdoende is, brengt nog niet met zich mee dat de prostituee niet in te koude of te warme werkruimte haar diensten moet verrichten. In het tweede lid, aanhef en onder d, wordt zodoende geëist dat de exploitant aangeeft welke maatregelen hij hiervoor treft.

De normen die worden geformuleerd over het gebruik van condooms en de mogelijkheid om je als prostituee te laten controleren op seksueel overdraagbare aandoeningen waarborgen de gezondheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee. Deze normen zijn opgenomen in het tweede lid, aanhef en onder c en e. De prostituee mag niet verplicht worden zich geneeskundig te laten onderzoeken en heeft recht op een vrije artsenkeuze (tweede lid, aanhef en onder f). Bovendien moet de exploitant prostituees in de gelegenheid stellen zich regelmatig te laten onderzoeken op seksueel overdraagbare aandoeningen. Het moet niet zo zijn dat een prostituee vanwege de openingstijden van de seksinrichting waar zij werkzaam is, geen tijd heeft om zich bijvoorbeeld voor een SOA-onderzoek bij de GGD te melden. De exploitant dient er zorg voor te dragen dat onder de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees voldoende informatie- en voorlichtingsmateriaal in verschillende talen wordt verspreid over de aan prostitutie verbonden gezondheidsrisico’s en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van instellingen op het gebied van de gezondheidszorg en hulpverlening. De exploitant is daarnaast verplicht informatie over mogelijke uitstapprogramma’s aan de voor hem werkzame prostituees te verstrekken.

Een belangrijk aspect van het zelfbeschikkingsrecht is dat gewaarborgd is dat de prostituee vrij is te bepalen aan welke klanten zij seksuele diensten verleent en welke diensten zij al dan niet wil verlenen. Dit is ook bij de escort bijzonder van belang. Hoewel in een arbeidsrelatie geldt dat een werknemer opdrachten van de werkgever met betrekking tot de overeengekomen arbeid in beginsel moet opvolgen, dient het grondwettelijk gewaarborgde recht op lichamelijke integriteit daarboven altijd voorrang te krijgen. Een exploitant dient inzichtelijk te maken hoe in zijn bedrijf met dergelijke zaken wordt omgegaan (tweede lid, aanhef en onder h).

Vanwege de aard van de dienstverlening en de branche dient de exploitant er in ieder geval zorg voor te dragen dat degene die als beheerder werkzaam is, kan omgaan met agressieve klanten (tweede lid, aanhef en onder j). 

Het doel van hoofdstuk 3 is onder meer onvrijwillige prostitutie te bestrijden. Als een prostituee nauwelijks zelfredzaam is, geen Nederlands of Engels spreekt of bijvoorbeeld niet makkelijk geld kan wisselen, omdat ze niet kan rekenen, is moeilijk voor te stellen dat zij vrijwillig voor de prostitutie heeft gekozen. De exploitant kan zich met eenvoudige middelen hiervan een beeld vormen. In het bedrijfsplan moet worden vastgelegd welke vereisten de exploitant minimaal stelt aan de zelfredzaamheid van de bij hem werkzame prostituees en hoe hij dit controleert (tweede lid, aanhef en onder k). In dat kader is het ook onderdeel van een deugdelijke bedrijfsvoering om als exploitant periodiek een gesprek te voeren en daarbij vooral te letten op signalen van uitbuiting of onvrijwilligheid. Prostituees moeten in dat kader ook steeds over hun rechten geïnformeerd worden. Het is aan de exploitant om ook informatie van hulpverlenende instanties beschikbaar te stellen (tweede lid, aanhef en onder m).  Ook informatie over de mogelijkheden om met het werk als prostituee te stoppen moet door de exploitant beschikbaar worden gesteld (tweede lid, aanhef en onder n).

Het bedrijfsplan dient bij de aanvraag om een vergunning overgelegd te worden, zodat het op dat moment getoetst kan worden (derde lid). Als een exploitant nadien een wijziging wenst door te voeren in zijn bedrijfsplan, dan dient hij deze ter goedkeuring voor te leggen aan de burgemeester (vierde lid).

En gaat over tot de orde van de dag.

 

Frank Visser

ChristenUnie

Voorkom mensenhandel en controleer op illegale prostitutie

ChristenUnie ChristenUnie D66 VVD CDA Heemstede 14-11-2017 19:49

https://haarlem.christenunie.nl/k/n2342/news/view/1138638/48317/Nachtclub op de Wallen.jpgZo'n 95% van de gemeenten heeft geen beleid voor de aanpak van mensenhandel. Dit staat in het rapport van de Nationaal rapporteur mensenhandel. De nationale rapporteur stelt tevens dat 35% van de gemeenten geen idee heeft of mensenhandel in hun gemeente plaatsvindt. De Haarlemse ChristenUnie-fractie heeft daarom schriftelijke vragen ingediend.

Een bijkomende ontwikkeling die veel invloed heeft op de steeds meer onzichtbaar wordende prostitutiebranche is het groeiende online aanbod van prostitutie. Volgens het Prostitutie Controle Team van de politie Oost-Nederland bieden elke dag duizenden niet-vergunde sekswerkers zich online aan, al dan niet vrijwillig. Geschat wordt dat dat er in heel Nederland 6000 zijn op een doordeweekse dag. In de weekenden zijn dat er veel meer.

De internetprostitutiemarkt bestaat grotendeels uit vrouwen die zonder vergunning werken achter gesloten deuren, buiten het zicht van de reguliere controles. Deze vorm van prostitutie is daardoor veel lastiger te controleren dat het traditionele bordeel met vergunning. 

De groeiende onzichtbare sector valt samen met de afname van het aantal legale bordelen. De ‘markt’ heeft zich verplaatst naar het ondergrondse illegale circuit. En juist daar zitten volgens een woordvoerder van het genoemde Prostitutie Controle Team relatief veel slachtoffers die seksueel worden uitgebuit.

In het Regeerakkoord 2017-2021´Vertrouwen in de toekomst´ van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, is opgenomen dat er wordt geïnvesteerd in de regionale Prostitutie Controle Teams. Ook worden alle vormen van bedrijfsmatige seksuele dienstverlening, waaronder ook escort en zelfstandig werkende prostituees, vergunningplichtig om zo ongewenste verplaatsingen van prostitutie naar minder zichtbare delen van de sector te voorkomen,

De ChristenUnie-fractie wil graag weten in hoeverre het college zicht heeft op de bedrijfsmatige seksuele dienstver0lening buiten de vergunde seksinrichtingen en wat het college doet in de strijd tegen mensenhandel. Binnen het Integrale Meerjarenbeleidsplan Veiligheid 2015–2018 van Zuid-Kennemerland zijn er zes gemeentegrens overschrijdende prioriteiten aangewezen. Eén van deze prioriteiten is de aanpak van ondermijning door georganiseerde criminaliteit met specifieke inzet op de aanpak van onder andere mensenhandel. In het lokale Actieprogramma Integrale Veiligheid en Handhaving 2017 komt het woord mensenhandel echter niet voor en wordt alleen gesproken over illegale prostitutie, aanpassen van het prostitutiehoofdstuk in de APV, het uitstapprogramma voor prostituees en het bewaken van de hygiëne en veiligheid in de prostitutiebranche. De ChristenUnie-fractie is daarom benieuwd welke inspanningen de gemeente Haarlem zelf, en in samenwerking met de regionale partners, verricht.

Vragen:

Kent u het bericht “95% van gemeenten heeft geen beleid aanpak mensenhandel” (1) , het bericht “Online mensenhandel: zo werkt het prostitutie controle team”(2) , de tiende rapportage van de Nationale Rapporteur Mensenhandel (3) en herinnert u zich uw antwoorden op artikel 38 vragen van de ChristenUnie-fractie inzake mensenhandel d.d. 13 januari 2015 (4) ? Kent u het rapport van de commissie Lenferink uit 2015, dat de aanleiding was voor de Nationaal rapporteur mensenhandel om genoemd onderzoek uit te voeren (5) ? Is er in Haarlem een ketenregisseur mensenhandel zoals opgenomen in het referentiekader “Basisniveau bestuurlijke aanpak van mensenhandel” (6) (7)? Is er in Haarlem -al dan niet in regionaal verband- een zorgcoördinator voor slachtoffers van mensenhandel (één van de belangrijkste aanbevelingen uit het rapport Lenferink)? Wat is het huidige beleid op de gebieden prostitutie en mensenhandel, en wat zijn eventuele voorgenomen beleidswijzigingen? Is het college het met de ChristenUnie eens dat er één integrale visie, en daarop gebaseerd beleid moet komen ten aanzien van prostitutie, met daarin bijzondere aandacht voor de slachtoffers daarvan? Is het college het met de ChristenUnie eens dat er één integrale visie, en daarop gebaseerd beleid moet komen ten aanzien van mensenhandel, met daarin bijzondere aandacht voor de slachtoffers daarvan? Kunt u aangeven hoe vaak in Haarlem sinds de beantwoording van de artikel 38 vragen uit 2015 per jaar controles zijn geweest bij seksinrichtingen en hoe vaak bij massagesalons zonder vergunning als seksinrichting en wat hiervan de resultaten waren? Herkent het college ook in onze regio de toename van vormen van ondergrondse prostitutie waarover het Prostitutie Controle Team Oost-Nederland spreekt?  Heeft u zicht op het aantal prostituees dat buiten een vergunde seksinrichting werkt en op het aantal escort bedrijven dat actief is in Haarlem? Wat is de visie van Haarlem op thuisprostitutie?  Hoe heeft de gemeente Haarlem het toezicht op alle vormen van (al dan niet illegale) prostitutie vormgegeven? Op welke manier vindt er momenteel in Haarlem controle plaats op prostitutie buiten vergunde seksinrichtingen (bijvoorbeeld prostitutie die wordt aangeboden via internet, thuisprostitutie en dergelijke)? Heeft het college hiermee voldoende zicht op alle vormen van prostitutie Haarlem? Zo ja, waaruit blijkt dat? En zo niet, wat is er nodig om wel voldoende in beeld te krijgen van de prostitutie? Is het college het met de ChristenUnie eens dat voor het opsporen van misstanden in de prostitutiebranche er meer nodig is dan de reguliere controles? Is er in onze regio ook een internetteam dat illegale prostitutie gericht aanpakt? Zo nee, bent u bereid met een dergelijke aanpak te starten? Heeft de Politie Noord-Holland gerichte aanpak op bestrijding van mensenhandel? Zo nee, bent u bereid in de Driehoek voor te stellen met een dergelijke aanpak te starten? Kunt u de raad bij de beantwoording van deze vragen informeren over de uitkomst hiervan? Controle op misstanden en zorg voor de prostituees moeten hand in hand gaan. Regionaal is het doel om jaarlijks 35 prostituees te begeleiden naar een hulpverleningstraject t.b.v. uitstroom uit de prostitutie. Kunt u aangeven wat de resultaten op dit gebied zijn de afgelopen jaren?

[1] https://www.nu.nl/binnenland/4999073/95-procent-van-gemeenten-heeft-geen-beleid-aanpak-mensenhandel.html

[2] https://revu.nl/artikel/online-mensenhandel-zo-werkt-het-prostitutie-controle-team

[3] https://www.nationaalrapporteur.nl/Publicaties/Tiende-Rapportage-Mensenhandel/tiende-rapportage-mensenhandel.aspx

[4] https://gemeentebestuur.haarlem.nl/bestuurlijke-stukken/2014482633-beantwoording-vragen-ex-art-38-van-het-RvO-van-de-CU-fractie-inzake-mensenhandel-en-handhaving-massagesalons.pdf

[5] https://vng.nl/files/vng/nieuws_attachments/2014/20150409-gemeenten-en-opvang-slachtoffers-mensenhandel-commissie-lenferink_0.pdf

[6] https://www.wegwijzermensenhandel.nl/organisatieprofielen/Gemeenten.aspx

[7] http://www.hetccv.nl/instrumenten/Prostitutiebeleid/index?filter=Achtergrondinformatie#8

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.