Poliflw

Na twijfel van de lokale VVD werd het verbod op het afsteken van consumentenvuurwerk plots zonder de traditionele handhavingspartijen beslecht. ”Als liberaal sta ik voor vrijheid”, aldus Nadia Arsieni. “Maar jouw vrijheid stopt waar jij bij anderen schade veroorzaakt.” Met de steun van D66 ontstond er een progressieve meerderheid voor het verbod.

Progressieve meerderheid

Begin januari was het de Rotterdamse VVD die het debat in een stroomversnelling bracht. De partij staakte haar verzet tegen een vuurwerkverbod. De lokale VVD-fractie zag een verbod best zitten. Daar kwam weer verandering in toen het kabinet toezegde werk te willen maken van een gedeeltelijk verbod, op knalvuurwerk en pijlen. De lokale fractie sloot zich daarbij aan.

Eerst leek het verbod er dus te komen, toen weer niet, en uiteindelijk kwam het er dan toch doordat D66 de doorslag gaf. Samen met GroenLinks en de Partij voor de Dieren diende Nadia een motie voorstel voor een totaalverbod in.

Zo kwam het verbod er uiteindelijk zonder de traditionele law and order-partijen, maar met een progressieve meerderheid. Een samenwerking van collegepartijen (GroenLinks, D66, PvdA en CU-SGP) en oppositiepartijen (Partij voor de Dieren, DENK, NIDA en 50Plus) die elkaar vinden. De VVD stemde uiteindelijk wel voor het plan.

Slachtoffers

D66 heeft de evaluatie van de afgelopen jaarwisseling afgewacht. Daaruit bleek dat 61% van het letsel voortkomt uit siervuurwerk. De slachtoffers zijn vaak niet de mensen die het vuurwerk afsteken. Het zijn helaas vooral vaak omstanders, hulpverleners en dieren.

Nadia is duidelijk hierover: “Ik verdedig iedereens recht om voor zichzelf keuzes te maken, ook schadelijke keuzes. Maar je hebt nu eenmaal niet het recht om anderen de dupe te laten worden van die keuzes. De helft van de incidenten met vuurwerk gebeurt bij omstanders. De schade aan de stad is enorm. Dat vraagt om een keuze. Het is voor de Rotterdamse politie niet handhaafbaar om een verschil te maken tussen de verschillende soorten vuurwerk. Een afsteekverbod voor al het vuurwerk zorgt voor duidelijkheid, voor de Rotterdammer én voor de politie. Laten we investeren in professionele vuurwerkshows, zodat we veilig van vuurwerk kunnen genieten.”

Alternatieven

Het besluit om zelf afsteken te verbieden betekent wat D66 betreft niet dat er niks meer te doen is in de stad. “We willen voldoende professionele vuurwerkshows in de omgeving, zodat mensen daar ook samen heen kunnen gaan om elkaar te treffen en te proosten op het nieuwe jaar”, aldus Nadia. Samen met de VVD pleitte ze voor een show in elk gebied, zodat Rotterdammers in hun eigen wijk kunnen genieten van de jaarwisseling.

Het bericht Dankzij D66 meerderheid voor het vuurwerkverbod verscheen eerst op Rotterdam.

Arjan van Gils is een maand geleden, op 7 maart jl., benoemd tot wethouder namens D66 Rotterdam. Hoe is dat nu zo’n eerste maand? Wij vroegen het hem.

Hallo Arjan, sinds een kleine maand mogen we wethouder Van Gils zeggen. Hoe gaat het nu met je?

Goed. *lacht* Het is heel leuk, je stapt op een rijdende trein. Maar dat betekent ook snel schakelen: veel lezen, kennismaken, veel nieuwe gezichten en namen onthouden. Je wordt gelijk in het diepe gegooid. Dossiers als Feyenoord City en de Hoekse Lijn vragen direct aandacht. Ook zijn de voorbereidingen voor de Voorjaansnota nu in volle gang.

Binnen D66 ben je zeker geen onbekende te noemen. Hoe ben je eigenlijk ooit bij de partij betrokken geraakt?

Met enige omzwervingen via de PvdA en de VVD – toen die nog redelijk vrijzinnig en groen was. Op een zeker moment werkte ik op een departement met Thom de Graaf. Ik vond D66’ers toen wel al leuke mensen: optimistisch en ruimdenkend. Maar ik beschouwde D66 toch ook wel als een partij van ideeën en minder van daden. Wel was ik altijd al ras-D66’er qua gedachtengoed. Op een zeker moment ben ik actief geworden voor D66 in Velsen: ik ging toen het afdelingsbestuur in. Later werd ik ook actief in Pijnacker. Daarna ben ik landelijk voorzitter van de talentencommissie geworden en heb daar met onder meer Gerard Schouw intensief samengewerkt. Ik ben altijd betrokken gebleven bij de partij. In de loop van de jaren gaf ik talloze trainingen en was ik coach van een afdeling.

Je neemt een schat aan ervaring mee in het lokaal bestuur, maar je zit nu aan de andere kant van de tafel.  Welke wijsheid neem je mee vanuit je vorige betrekkingen waar je nu als wethouder de vruchten van plukt?

Daardoor overzie je het speelveld: je kent de VNG, de G4, de MRDH. Snapt de verhouding tussen provincie en steden, de dynamiek van het Rijk. Het geeft je overzicht op bestuurlijk Nederland, inclusief de mensen en telefoonnummers die daarbij horen. Daarnaast heb ik de volgende woorden goed in mijn oren geknoopt: ‘ambtenaren moeten gelijk hebben en bestuurders moeten gelijk krijgen’. De ‘facts & figures’ die de ambtelijke organisatie aandraagt moeten kloppen. Maar daarmee is nog niet gezegd dat ook de juiste beslissingen worden genomen. Daar moet de bestuurder voor zorgen. Deze moet op zoek naar draagvlak en zijn plannen overtuigend verdedigen. Zeker bij ingrijpende beslissingen en beeldbepalende plannen: dan moet je echt streven naar een brede meerderheid in de raad.

Rotterdam werd altijd bestempeld als een stad die nooit af is. Is dat nog steeds zo?

Dat is nog steeds zo. En ook als wij klaar zijn is dat nog steeds zo.

Niet alleen de stad, maar ook de politiek is in beweging. Hoe wil je als wethouder opereren?

Heel belangrijk: zo open mogelijk. Het heet niet voor niets ‘openbaar bestuur’. Ook moet je als overheid betrouwbaar zijn. Dat betekent dat je afspraken nakomt, maar dat je het ook duidelijk maakt wanneer je iets niet weet of niet gaat doen. Voor mij is altijd de vraag ‘wat maakt de stad beter?’ Je moet bereid zijn daarvoor te knokken. Juist als de condities beroerd zijn en de ambities hoog; dat is een uitdaging die ik graag aanga. Ik vind het onvoorstelbaar dat in een hoogconjunctuur 35.000 mensen in Rotterdam geen werk hebben. Dat je op achterstand staat als je wieg op Zuid ligt. Kansengelijkheid: daar is nog een wereld te winnen.

Het is een turbulente tijd; de wereld is in beweging. Verstedelijking is een globaal fenomeen, het land Nederland is straks misschien wel een van de vijftien wereldsteden. Je kunt dus niet alleen binnen de gemeentegrenzen denken en opereren. De vraagstukken van nu zijn ook breder dan dat. Uitdagingen op het gebied van klimaat, economie en wonen, die móet je in regionaal verband oppakken.

Tot slot: wat is je favoriete plek in Rotterdam?

Het mooiste zicht op Rotterdam heb je bij Veerhaven. Daar komt alles samen: de rivier, de hoogbouw op de Kop van Zuid, het groen. Daar is voelbaar waar Rotterdam groot mee is geworden, je loopt langs de statigheid van de havenbaronnen van weleer. Met uitzicht op de stad van de toekomst die aan de overkant is verrezen. En als ik even op adem wil komen kun je me vinden bij café Steijn op de Nieuwe Binnenweg met een Leffe Blond.

Kort cv

Arjan van Gils (63) is geboren in IJmuiden. Aan het begin van zijn loopbaan werkte hij bij de politie, bij de korpsen in Amsterdam en Rotterdam. Ook bij het ministerie van Binnenlandse Zaken ging hij over belangrijke politie-onderwerpen. Daarna werkte hij als gemeentesecretaris bij de gemeentes Enschede (1998-2005), Rotterdam (2005-2012) en Amsterdam (2012-2018).

Afgelopen anderhalf jaar was Van Gils secretaris/algemeen directeur van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Op 7 maart 2019. werd hij benoemd tot wethouder van Rotterdam. Zijn partij D66 heeft hem voor deze functie kandidaat gesteld. Portefeuille: Financiën, Haven, Organisatie, en Grote projecten.

Van Gils is getrouwd. Hij heeft een vrouw en drie kinderen en woont in Delfshaven.

Het bericht Kennismaken met…wethouder Arjan van Gils verscheen eerst op Rotterdam.