Poliflw

Vorige week stond het toekomstrapport van onderzoeksbureau Radar over onze drie welzijnsstichtingen op de agenda van de commissie. Het rapport is kortgezegd vernietigend over het gemeentelijk beleid. Zo staat er in het rapport dat duidelijk beleid wordt gemist, er onvoldoende kennis is bij de gemeente en de welzijnsstichtingen het maar moesten doen met vage afspraken. Mede naar aanleiding van de gesprekken in de afgelopen maanden hebben de drie welzijnsstichtingen zelf het besluit genomen om een fusietraject te starten. Een traject dat alleen kan slagen als onze gemeente flink aan de slag gaat met goed welzijnsbeleid.Wat ging er aan vooraf?In de afgelopen jaren hebben we als gemeenteraad vaak gesproken over de drie welzijnsstichtingen die onze gemeente rijk is: de SWOS, SWOK-midden en de Stichting WON. Deze welzijnsstichtingen voeren taken van de gemeente uit op het gebied van welzijn en zorg. Denk hierbij aan het doorverwijzen en informeren van inwoners bij vragen, helpen van jongeren met problemen, het aanbieden van verschillende (dagbestedings-)activiteiten, klusjesdienst, vrijwillig vervoer naar het ziekenhuis, mantelzorgondersteuning en nog veel meer. De welzijnsstichtingen hebben zelf medewerkers in dienst, maar steunen vooral op de inzet van honderden vrijwilligers: in totaal zijn er bij de drie stichtingen zo'n 600(!) vrijwilligers actief. Deze medewerkers en vrijwilligers voeren onmisbare taken uit waar de gemeente gedeeltelijk verantwoordelijk voor is.In de gemeenteraad ging het eigenlijk altijd over de financiën: de welzijnsstichtingen krijgen bij elkaar ruim één miljoen euro aan subsidie van de gemeente en omdat onze gemeente vanaf 2015 de nullijn hanteert kwamen ze de afgelopen jaren flink in de financiële knel. Dat terwijl er in de afgelopen jaren wel taken bij zijn gekomen voor de welzijnsinstellingen. Inhoudelijk spraken we bijna nooit over de welzijnsstichtingen, mede omdat de financiële middelen altijd gelijk kwamen bovendrijven. Het beeld wat dan vaak bleef hangen was die van een moeizame relatie tussen de wethouder, ambtenaren en de drie welzijnsinstellingen. Als CDA-fractie hebben we, samen met o.a. de PvdA en SGP, regelmatig aangedrongen op betere communicatie en verstandshoudingen en meer strategische sturing vanuit het college.Steeds werd beterschap beloofd.Dat beeld - van een moeizame relatie en de focus op financiën en een kloppende boekhouding -wordt bevestigdin dit rapport.Roepende in de woestijnHet rapport draait niet om de zaken heen. De welzijnsinstellingen maakten er afzonderlijk het beste van, maar waren ook een roepende in de woestijn. Er is een gezegde: wie geen doel heeft, kan ook niet verdwalen.Dat lijkt hier ook het geval, al maakt het rapport duidelijk dat we zo ook niet op een einddoel uit gaan komen. Eén van de meest treffende - en daarmee ook schokkende -zinuit het rapport is wat ons betreft die op pagina 20: ‘De welzijnsinstellingen hebben de overtuigingdat de gemeente onvoldoende kennis heeft van hetgeen zij uitvoeren, waarmee impliciet gezegd wordt dat er ook onvoldoende belangstelling is.’ Het college gaf voorafgaand aan de bespreking aan liever niet al te veel terug te willen kijken op het verleden. Nou, dat snappen we. De conclusies uit het rapport zijn inderdaad iets waar je als college liever niet op terug wil kijken. De reactie van het college is wat ons betreft ook wegduiken van de conclusies. Hetbespreken en aannemen vande conclusies uit het rapport zijn essentieel om de komende tijdwél een goed welzijnsbeleid neer te zetten. Gelukkig vond de wethouder dat ook, maar dan zal de gemeente de komende tijd wel flink aan de bak moeten.Als gemeenteraad moeten we niet alleen niet het college, maar ook kritisch naar onszelf kijken. Hebben we als gemeenteraad niet genoeg de vinger aan de pols gehouden? Misschien niet – de welzijnsstichtingen hebben vaak genoeg aan de bel getrokken en eerdere studies van onze Rekenkamercommissie lieten een vergelijkbaar beeld zien. Het Sociaal Domein is zo complex dat we als raad blijkbaar ook niet zo goed met onze kaderstellende rol weten om te gaan. In de vergadering is op initiatief van onze fractie het voorstel gedaan om als raad het voortouw te nemen om tot een nieuw visiedocument te komen, dat is namelijk waar de welzijnsstichtingen op wachten. Als deze er is, kunnen zij verder.Hoe nu verder?Onze fractie is blij dat de welzijnsinstellingen inmiddels elkaar hebben gevonden. Fusie was voor ons nooit een doel op zich, maar alleen mogelijk als alle drie de welzijnsstichtingen er zelf achter zouden staan. Dat heeft even geduurd, maar dit zijn processen van lange adem. De verschillen in organisatie en werkwijze tussen de welzijnsinstellingen maken het er ook niet makkelijker op en dit zal ongetwijfeld tijdens de fusiebesprekingen nog voor de nodige discussies zorgen. We zijn dan ook benieuwd of fusie per 2021 haalbaar is. Er liggen nog genoeg complexe vervolgvragen, hoe om te gaan met de subsidiëring, de huisvestingskosten, etc., etc. Liever iets meer tijd zodat het zorgvuldig gaat dan haastige spoed… Wat ons betreft zijn we dat verplicht aan de ruim 600 vrijwilligers die zich elke week inzetten voor de medemens, zorgvuldigheid is geboden.Daarnaast maakt het rapport nog iets anders duidelijk. Om tot een succesvolle fusie en een goed welzijnsbeleid te komen, speelt de gemeente een cruciale rol. De conclusies uit het rapport geven een verontrustend beeld, namelijk die van onvoldoende regie en een gebrek aan visie vanuit de gemeente. De kernvraag is dan ook: is onze gemeente wel in staat om op een meer strategisch niveau met het onderwerp welzijn bezig te zijn en visie en beleid te ontwikkelen? Hoe gaan we dat als raad aanpakken? En, hoe gaat het college dit aanpakken? De welzijnsinstellingen vragen om betere communicatie, duidelijkere kaders en betere werkafspraken. In de raadsvergadering van 17 maart 2020 zullen we daar als raad samen met het college verder over spreken.Irma Bultmanraadslid CDA Krimpenerwaard

Vorige week stond het toekomstrapport van onderzoeksbureau Radar over onze drie welzijnsstichtingen op de agenda van de commissie. Het rapport is kortgezegd vernietigend over het gemeentelijk beleid. Zo staat er in het rapport dat duidelijk beleid wordt gemist, er onvoldoende kennis is bij de gemeente en de welzijnsstichtingen het maar moesten doen met vage afspraken. Mede naar aanleiding van de gesprekken in de afgelopen maanden hebben de drie welzijnsstichtingen zelf het besluit genomen om een fusietraject te starten. Een traject dat alleen kan slagen als onze gemeente flink aan de slag gaat met goed welzijnsbeleid.Wat ging er aan vooraf?In de afgelopen jaren hebben we als gemeenteraad vaak gesproken over de drie welzijnsstichtingen die onze gemeente rijk is: de SWOS, SWOK-midden en de Stichting WON. Deze welzijnsstichtingen voeren taken van de gemeente uit op het gebied van welzijn en zorg. Denk hierbij aan het doorverwijzen en informeren van inwoners bij vragen, helpen van jongeren met problemen, het aanbieden van verschillende (dagbestedings-)activiteiten, klusjesdienst, vrijwillig vervoer naar het ziekenhuis, mantelzorgondersteuning en nog veel meer. De welzijnsstichtingen hebben zelf medewerkers in dienst, maar steunen vooral op de inzet van honderden vrijwilligers: in totaal zijn er bij de drie stichtingen zo'n 600(!) vrijwilligers actief. Deze medewerkers en vrijwilligers voeren onmisbare taken uit waar de gemeente gedeeltelijk verantwoordelijk voor is.In de gemeenteraad ging het eigenlijk altijd over de financiën: de welzijnsstichtingen krijgen bij elkaar ruim één miljoen euro aan subsidie van de gemeente en omdat onze gemeente vanaf 2015 de nullijn hanteert kwamen ze de afgelopen jaren flink in de financiële knel. Dat terwijl er in de afgelopen jaren wel taken bij zijn gekomen voor de welzijnsinstellingen. Inhoudelijk spraken we bijna nooit over de welzijnsstichtingen, mede omdat de financiële middelen altijd gelijk kwamen bovendrijven. Het beeld wat dan vaak bleef hangen was die van een moeizame relatie tussen de wethouder, ambtenaren en de drie welzijnsinstellingen. Als CDA-fractie hebben we, samen met o.a. de PvdA en SGP, regelmatig aangedrongen op betere communicatie en verstandshoudingen en meer strategische sturing vanuit het college.Steeds werd beterschap beloofd.Dat beeld - van een moeizame relatie en de focus op financiën en een kloppende boekhouding -wordt bevestigdin dit rapport.Roepende in de woestijnHet rapport draait niet om de zaken heen. De welzijnsinstellingen maakten er afzonderlijk het beste van, maar waren ook een roepende in de woestijn. Er is een gezegde: wie geen doel heeft, kan ook niet verdwalen.Dat lijkt hier ook het geval, al maakt het rapport duidelijk dat we zo ook niet op een einddoel uit gaan komen. Eén van de meest treffende - en daarmee ook schokkende -zinuit het rapport is wat ons betreft die op pagina 20: ‘De welzijnsinstellingen hebben de overtuigingdat de gemeente onvoldoende kennis heeft van hetgeen zij uitvoeren, waarmee impliciet gezegd wordt dat er ook onvoldoende belangstelling is.’ Het college gaf voorafgaand aan de bespreking aan liever niet al te veel terug te willen kijken op het verleden. Nou, dat snappen we. De conclusies uit het rapport zijn inderdaad iets waar je als college liever niet op terug wil kijken. De reactie van het college is wat ons betreft ook wegduiken van de conclusies. Hetbespreken en aannemen vande conclusies uit het rapport zijn essentieel om de komende tijdwél een goed welzijnsbeleid neer te zetten. Gelukkig vond de wethouder dat ook, maar dan zal de gemeente de komende tijd wel flink aan de bak moeten.Als gemeenteraad moeten we niet alleen niet het college, maar ook kritisch naar onszelf kijken. Hebben we als gemeenteraad niet genoeg de vinger aan de pols gehouden? Misschien niet – de welzijnsstichtingen hebben vaak genoeg aan de bel getrokken en eerdere studies van onze Rekenkamercommissie lieten een vergelijkbaar beeld zien. Het Sociaal Domein is zo complex dat we als raad blijkbaar ook niet zo goed met onze kaderstellende rol weten om te gaan. In de vergadering is op initiatief van onze fractie het voorstel gedaan om als raad het voortouw te nemen om tot een nieuw visiedocument te komen, dat is namelijk waar de welzijnsstichtingen op wachten. Als deze er is, kunnen zij verder.Hoe nu verder?Onze fractie is blij dat de welzijnsinstellingen inmiddels elkaar hebben gevonden. Fusie was voor ons nooit een doel op zich, maar alleen mogelijk als alle drie de welzijnsstichtingen er zelf achter zouden staan. Dat heeft even geduurd, maar dit zijn processen van lange adem. De verschillen in organisatie en werkwijze tussen de welzijnsinstellingen maken het er ook niet makkelijker op en dit zal ongetwijfeld tijdens de fusiebesprekingen nog voor de nodige discussies zorgen. We zijn dan ook benieuwd of fusie per 2021 haalbaar is. Er liggen nog genoeg complexe vervolgvragen, hoe om te gaan met de subsidiëring, de huisvestingskosten, etc., etc. Liever iets meer tijd zodat het zorgvuldig gaat dan haastige spoed… Wat ons betreft zijn we dat verplicht aan de ruim 600 vrijwilligers die zich elke week inzetten voor de medemens, zorgvuldigheid is geboden.Daarnaast maakt het rapport nog iets anders duidelijk. Om tot een succesvolle fusie en een goed welzijnsbeleid te komen, speelt de gemeente een cruciale rol. De conclusies uit het rapport geven een verontrustend beeld, namelijk die van onvoldoende regie en een gebrek aan visie vanuit de gemeente. De kernvraag is dan ook: is onze gemeente wel in staat om op een meer strategisch niveau met het onderwerp welzijn bezig te zijn en visie en beleid te ontwikkelen? Hoe gaan we dat als raad aanpakken? En, hoe gaat het college dit aanpakken? De welzijnsinstellingen vragen om betere communicatie, duidelijkere kaders en betere werkafspraken. In de raadsvergadering van 17 maart 2020 zullen we daar als raad samen met het college verder over spreken.Irma Bultmanraadslid CDA Krimpenerwaard

Afgelopen dinsdag verschenen de politieke reacties (in 250 woorden) op de begroting voor 2020 in Het Kontakt. Lees hieronder de inbreng van de CDA-fractie.De gemeente Krimpenerwaard heeft een sluitende begroting en dat is mooi. De werkelijkheid is nog gunstiger dan het college laat zien. De forse extra inkomsten vanuit het Rijk - o.a. voor de jeugdzorg - en de verkopen van de Eneco-zijn niet meegenomen. Er is dus ruimte om meer te investeren in de samenleving en verenigingen.Wat het CDA Krimpenerwaard betreft, wordt er meer geld uitgetrokken voor de bestrijding van drugsoverlast en voor woningbouw voor jongeren en ouderen. Passend en op schaal bouwen, zodat onze inwoners van jong tot oud hun 'thuis' in de Krimpenerwaard kunnen behouden. Als jongeren niet wegtrekken, betekent dit ook dat winkels, (sport)verenigingen, scholen, etc. hun deuren niet hoeven te sluiten. Ook wil het CDA Krimpenerwaard direct investeren in het herstructureren van de diverse winkelgebieden en het (financieel) blijven ondersteunen van verenigingen die zo ongelofelijk belangrijk zijn voor de kernen.We blijven ons verbazen dat de coalitie de toeristenbelasting en de havengelden op het hoge niveau wil houden. Deze belastingen zijn notabene door de VVD-wethouder met 52% en 43% verhoogd en zijn fors hoger dan in omliggende gemeenten.Het CDA Krimpenerwaard staat voor een snellere en betere bereikbaarheid van de gemeente: of het nu gaat om het aanvragen van een traplift, het zoeken van een nieuwe baan, of een vergunning voor een dakkapel; de gemeente zal werk moeten maken van goede en duidelijke communicatie. Dat vraagt om een verandering in denken: denken vanuit én met de inwoner. Daarnaast blijven we werken aan het openen van gemeenteloketten in de grotere kernen.

Het CDA Krimpenerwaard is kritisch over de kwaliteit van het bouwvoorstel van het college van het AZS-terrein in Schoonhoven, zoals besproken in de raadscommissie afgelopen dinsdagavond. Natuurlijk moeten erop dit terrein woningen gebouwd worden en is Gemiva er ook zeer welkom. Daar zijn we het met elkaar wel over eens. Maar: het plan moet ook passen in de omgeving en naar de mening van de omwonenden moet wel goed worden geluisterd en moet er goed overleg mogelijk zijn. Het is een belangrijke opgave van de overheid om te werken aan de vertrouwensrelatie met de inwoners; dat begint allereerst met hen serieus te nemen. Gegeven het grote aantal insprekers en het niet betrekken van de Archeologische Werkgroep Schoonhoven en de Historische Vereniging Schoonhoven is er tot nu toe van het luisteren en goed overleg te weinig terechtgekomen. Het is de wens van het CDA dat de gemeente de bewoners serieus neemt. Zeker in een tijd dat we voortdurend spreken over Burgerparticipatie en Verbinden. Terecht dat naast het CDA ook andere fracties, waaronder de coalitiepartijen VVD en CU, heel kritisch gereageerd hebben op de uitwerking tot nu toe. Veel reparatiewerk dus. Dat is jammer, want de tijd die daarmee gemoeid gaat, kan niet besteed worden aan andere bouwplannen voor de woningen die we wel hard nodig hebben in de Krimpenerwaard.

De raadsvergadering van 29 mei stond bijna geheel in het teken van het formatieproces en het voorgestelde coalitieprogramma. FormatieprocesTen aanzien van het proces zal het duidelijk zijn dat de CDA-fractie buitengewoon teleurgesteld is over de situatie dat zij zo snel buiten het formatieproces is gezet. Het is onverteerbaar dat de (in)formateur van der Hek binnen vier dagen heeft besloten om de onderhandelingen in te gaan met VVD, VGBK, ChristenUnie en D66. In de verantwoording hierover gaf de formateur aan dat de verschillen erg klein waren, maar waarom er dan met de kleinst mogelijk meerderheid geformeerd moet worden die in een percentage nog geen 50% van de stemmen vertegenwoordigd, is tot heden een geheim wat wel bewaard wordt. Het is ook verontrustend dat de VGBK zo snel de SGP heeft ingewisseld voor D66, alsof ze een stuk frustratie van zich af moet schudden. D66 zal zich beslist volgzamer opstellen dan de SGP en op een aantal vraagstukken kan het roer omgegooid worden. Maar de kans dat de coalitie daarin doorschiet is wel erg groot zo blijkt uit het coalitieprogramma. OpeningstijdenOp het gebied van horeca en evenementen wordt nu eindelijk de al eerder door het CDA ingediende amendementen uitgevoerd om tot ruimere openingstijden te komen. Dit heeft uiteraard onze instemming. Maar om nu op voorhand te stellen dat in alle kernen de supermarkten open kunnen, terwijl het gemeentebestuur in intensief overleg met de verschillende winkeliersverenigingen een retailvisie aan het vormen is waar dit onderwerp ook besproken wordt, is wel erg jammer en wordt ook door de winkeliersverenigingen niet gewaardeerd. De aanpak van de college wordt door hen als onbehoorlijk ervaren, aldus de vele insprekers. Voor de duidelijkheid: de CDA-fractie is geen principiële tegenstander van de supermarkten open op zondag. Wel pleiten wij er nadrukkelijk voor om dit samen met de winkeliersverenigingen en per kern te bekijken. Ouderkerk aan den IJssel is nu eenmaal anders dan Schoonhoven en die eigenheden moeten we respecteren, dat hoort bij een goed kernenbeleid. De aanpak tot nu toe lijkt vooral de grootgrutters in de Krimpenerwaard te ondersteunen.AsielzoekersDe genoemde voorwaarden waar binnen deze coalitie zou willen werken aan de opvang van asielzoekers stralen eigenlijk uit dat de gemeente Krimpenerwaard hier niets mee wil doen overeenkomstig de standpunten van de VGBK en VVD. Dat de CU vervolgens stelt dat zij ervoor gezorgd hebben dat onderwerpen als deze dankzij hun inzet toch een beetje gered zijn voor de Krimpenerwaard en vervelende discussies over deze onderwerpen hiermee voorkomen worden, doet wel erg de wenkbrauwen fronsen. Het meedoen aan een college lijkt een stuk belangrijker dan te zorgen voor een stevige bestuur die op een grotere meerderheid steunt of het voeren van de goede debatten in de raad in plaats van de wat snel gesloten (veelal ook) onduidelijke compromissen. Wankele brugIn de inbreng van het CDA is de coalitie getypeerd als een wat wankele brug, een typering die plotsklaps erg versterkt werd door de situatie dat de wethouder van D66 slechts 21 van de 31 van de stemmen wist te vergaren. Een wat vervelende start die voorkomen had kunnen worden door een sterker formatieproces.Wij zullen het met deze coalitie moeten doen. Dat is de politieke realiteit van vandaag en uiteraard zal de CDA-fractie zich inzetten om te komen tot een goede samenwerking met de partijen en het college. Immers, net iets neer dan 50% van de stemmers hebben niet om dit college gevraagd.Jan Dekkerfractievoorzitter CDA Krimpenerwaard

Op dinsdagavond 24 april vond de eerste raadsvergadering in de nieuwe samenstelling plaats. Tijdens deze vergadering zijn de nieuwe commissieleden beëdigd. Namens het CDA zijn Marc Advocaat, Norbert Arnold, Frank Moné en Hans Verkerk benoemd tot commissielid. Gefeliciteerd en veel succes! We zijn blij dat jullie bij de fractie zijn gekomen en dat onze fractie weer compleet is!Coen Hoogendijk nieuwe fractiesecretarisTijdens het fractieberaad op maandag 23 april is Coen Hoogendijk benoemd tot fractiesecretaris. Fijn dat Coen deze rol op wil pakken en wij zijn blij dat we er een enthousiaste en jonge kracht bij hebben bij de fractie!