Poliflw

Wat de SP betreft, wordt de zorg in Nijmegen niet aanbesteed aan de markt. Ondanks een eerdere wens van een meerderheid van de gemeenteraad voor zo min mogelijk marktwerking, kiest het college toch voor het aanbesteden van de jeugdzorg. Voor SP-gemeenteraadslid Petra Molenaar is dit onacceptabel. “De SP is 100 % tegen aanbesteden. De zorg leent zich niet voor marktwerking. We zien in overal in het land hoe het verkeerd kan gaan. Dat moeten we toch niet willen in Nijmegen?”

Deze maand nog besluit de Nijmeegse gemeenteraad over de invoering van brede basisteams. Die vervangen de huidige sociale wijkteams en worden verantwoordelijk voor de toegang en ambulante hulpverlening voor wmo en jeugd. In de brede basisteams komen diverse teams van zorgprofessionals zo dicht mogelijk bij de mensen te staan, zonder dat hiervoor eindeloos moet worden geïndiceerd. De SP kan dit plan zonder meer steunen, aldus Molenaar.

Echter, het college stelt ook voor om de jeugdzorg voortaan te gaan aanbesteden. Er komt dan één marktpartij die de opdracht krijgt de brede basisteams te gaan organiseren. Molenaar: “Wanneer we de zorg aan de markt geven, lopen we het risico dat lokaal gebonden professionals die de mensen en situatie hier goed kennen vervangen worden door een grote aanbieder uit de Randstad of – nog erger - een ander Europees land. Daar wordt niets of niemand beter van, behalve de portemonnee van de directeur. Marktpartijen zullen altijd hun eigen winst op de eerste plaats zetten, niet de kwaliteit van zorg. Een marktpartij kan ook nog eens failliet gaan, waardoor de continuïteit van zorg in gevaar komt.

Een meerderheid van de gemeenteraad lijkt de aanbesteding te gaan steunen. Molenaar: “Dat liberale partijen als VVD en D66 hier voor zijn, verbaast mij niet. Wel is het onbegrijpelijk dat GroenLinks, de Partij voor de Dieren en het CDA ook meegaan in het verpatsen van onze zorg aan de markt. Uit de toelichtingen die we van juristen hebben gekregen, blijkt dat aanbesteden helemaal niet verplicht is volgens Europese regelgeving, zoals sommigen beweren. Quasi-inbesteden, waarbij de gemeente de regie houdt, kán gewoon: het college geeft zelf aan dat het ‘niet de voorkeur heeft’, maar wel ‘een optie’ is. Wel of niet aanbesteden is dus gewoon een politieke keuze. Voor de SP is die keuze helder: de zorg is geen markt.”

De inzet van VVD Nijmegen om een versmalling van de Graafseweg goed te onderzoeken werd woensdag 31 mei beloond, er komt alsnog uitgebreide test.

In februari stelde het college zonder overleg en zonder uitgebreide onderbouwing voor om de Graafseweg te versmallen en zo meer ruimte te creëren voor fietsers ten koste van het autoverkeer. VVD Nijmegen is bang voor een groot verkeersinfarct in Nijmegen wanneer de Graafseweg versmald wordt, daarom pleitte VVD Nijmegen samen met de verschillende ondernemersverenigingen van Nijmegen en andere partijen voor een fysieke proefopstelling waarin één rijbaan tijdelijk afgezet wordt. De proefopstelling zou in de praktijk laten zien wat de gevolgen van een versmalling zouden zijn. Na een unaniem aangenomen motie in de gemeenteraad beloofde de wethouder een proef te zullen houden, maar later kwam ze terug op deze belofte. 

Na een spoedoverleg met de wethouder wordt nu de resetknop ingedrukt. Er komt een uitgebreide simulatie waarin de omliggende wijken, de S100, de singels en het Keizer Karelplein meegenomen worden en waarin de meest recente cijfers worden gebruikt.

Binnen twee weken ontvangt de Nijmeegse gemeenteraad dit nieuwe onderzoek. Woordvoerder Maarten Bakker is voorzichtig tevreden: “We zijn dus eigenlijk nog steeds op het beginpunt. Het college wil de Graafseweg versmallen en VVD Nijmegen maakt zich zorgen om gevolgen voor de bereikbaarheid van Nijmegen. We zijn tevreden met het nieuwe en betere onderzoek, maar wij zien nog steeds geen aanleiding om die weg smaller te maken. Daarnaast zien wij het risico dat het Keizer Karelplein volloopt door een smallere Graafseweg, dan hebben we een verkeersinfarct door de hele stad. We gaan het nieuwe onderzoek kritisch bekijken en op basis daarvan opnieuw de discussie over nut, noodzaak en gevolgen voeren.”