Poliflw

Door de decentralisatie en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen in het zogenaamde ‘sociaal domein’ zijn er grote tekorten ontstaan in met name de Jeugdzorg en de WMO. Voor de gemeente De Bilt bedraagt dit tekort alleen al dit jaar circa 1 miljoen euro. Dit kan niet meer opgevangen worden binnen datzelfde sociaal domein en al helemaal niet door middel van de ‘kaasschaaf methode’. Zonder structurele aanpassingen dreigt noodzakelijke dienstverlening zoals WVT en Tafeltje Dekje geheel te moeten worden afgeschaft. Dat gaan we als GroenLinks natuurlijk niet laten gebeuren.

Daarom heeft raadslid Peter Weyers samen met CDA en Fractie Brouwer het initiatief genomen om een raadswerkgroep Sociaal Domein op te zetten. In samenspraak met de betrokken wethouders Anne Brommersma (GroenLinks) en Madeleine Bakker (CDA) zoekt de werkgroep naar mogelijkheden om de dienstverlening zó te organiseren dat de controle op de inkoop en de uitgaven zodanig versterkt wordt dat op tijd kan worden ingegrepen als weer een tekort dreigt. Ook zoeken we naar mogelijkheden om de afhandelingskosten te beperken en niet onbelangrijk, als er tekorten ontstaan, dat dan de spaarzame middelen gaan naar hen die dat het hards nodig hebben.

Een van de problemen is dat de WMO en de Jeugdzorg zogeheten ‘open einde regelingen’ zijn. Dat betekent dat inwoners recht hebben op deze diensten en voorzieningen als zij daarvoor geïndiceerd zijn, ongeacht het beschikbare budget. Bij een tekort moet de gemeente dan bijpassen.

De vorig jaar door de rijksoverheid ingevoerde eigenbijdrage regeling voor de WMO is de belangrijkste reden voor de overschrijding daar. Sindsdien hoeft iedereen, ongeacht het eigen inkomen, nog maar een maximale eigen bijdrage van 17,50 euro per maand te betalen. Dan is het wel heel verleidelijk om de werkster te ontslaan en de huishoudelijke verzorging via de WMO te regelen. We zien dan ook een aanzienlijke toename van WMO uitgaven bij de hogere inkomensgroepen!

In de raadsvergadering van 2 juni diende de werkgroep een motie in met een voorstel voor een zestal interventies en deze werd met een ruimte meerderheid aangenomen. De volgende stap is om hier, samen met het college, verder vorm aan te geven.

De Biltse gemeenteraad is vooral met zichzelf bezig en heeft te weinig oog voor ontwikkelingen in de regio Utrecht. Die conclusie trekt fractievoorzitter Henk Zandvliet na afloop van het debat op 19 december over het Ruimtelijk Economisch Programma van de U10 (inmiddels U16). Aan de orde waren een uitgangspuntennotitie en een zogenaamd beleidskader voor de verdere ontwikkeling van dit programma. Vijftien gemeenteraden hadden hier inmiddels mee ingestemd. De raad van De Bilt (met uitzondering van CDA, VVD en GroenLinks) besloot beide stukken echter slechts ‘voor kennisgeving aan te nemen’. Daardoor zal De Bilt een stuk minder serieus worden genomen als het gaat om het uitoefenen van invloed op de manier waarop de regio werkt aan een gezamenlijk antwoord op de vragen die er voor de komende decennia op ons afkomen.

Natuurlijk is er op de beide voorgelegde documenten best kritiek mogelijk. In vrijwel alle gemeenteraden zijn daarom moties aangenomen die tot doel hebben de inhoud te verbeteren en inwoners meer te laten meepraten. Twee daarvan werden door GroenLinks ook in De Bilt ingediend. In de ene wordt gevraagd om de vervolgdocumenten in begrijpelijke taal op te stellen (dat was tot nu toe niet het geval) en om te zorgen voor inspraakmomenten. De tweede vroeg om behalve aan de thema’s wonen, werken, energie en bereikbaarheid ook serieus aandacht te schenken aan het thema ‘groen en landschap’. Aandachtspunten daarbij zijn onder meer biodiversiteit, cultuurhistorie en verduurzaming van de landbouw. Tegen deze laatste motie stemden Bilts Belang, PvdA, SGP en SP. Toch konden beide moties uiteindelijk rekenen op een meerderheid, waardoor alsnog een bijdrage wordt geleverd aan een gezamenlijke aanpak in regionaal verband.

De Biltse gemeenteraad is vooral met zichzelf bezig en heeft te weinig oog voor ontwikkelingen in de regio Utrecht. Die conclusie trekt fractievoorzitter Henk Zandvliet na afloop van het debat op 19 december over het Ruimtelijk Economisch Programma van de U10 (inmiddels U16). Aan de orde waren een uitgangspuntennotitie en een zogenaamd beleidskader voor de verdere ontwikkeling van dit programma. Vijftien gemeenteraden hadden hier inmiddels mee ingestemd. De raad van De Bilt (met uitzondering van CDA, VVD en GroenLinks) besloot echter beide stukken slechts ‘voor kennisgeving aan te nemen’. Daardoor zal De Bilt een stuk minder serieus worden genomen als het gaat om het uitoefenen van invloed op de manier waarop de regio werkt aan een gezamenlijk antwoord op de vragen die er voor de komende decennia op ons afkomen.

Natuurlijk is er op de beide voorgelegde documenten best kritiek mogelijk. In vrijwel alle gemeenteraden zijn daarom moties aangenomen die tot doel hebben de inhoud te verbeteren en inwoners meer te laten meepraten. Twee daarvan werden door GroenLinks ook in De Bilt ingediend. In de ene wordt gevraagd om de vervolgdocumenten in begrijpelijke taal op te stellen (dat was tot nu toe niet het geval) en om te zorgen voor inspraakmomenten. De tweede vroeg om behalve aan de thema’s wonen, werken, energie en bereikbaarheid ook serieus aandacht te schenken aan het thema ‘groen en landschap’. Aandachtspunten daarbij zijn onder meer biodiversiteit, cultuurhistorie en verduurzaming van de landbouw. Tegen deze laatste motie stemden Bilts Belang, PvdA, SGP en SP. Toch konden beide moties uiteindelijk rekenen op een meerderheid, waardoor alsnog een bijdrage wordt geleverd aan een gezamenlijke aanpak in regionaal verband.

De gemeente De Bilt wil al lange tijd meer woningen gaan bouwen. Dat is hard nodig, want als je in De Bilt geboren bent, is de kans groot dat je tot je 30e moet wachten voordat je je eerste huis kunt krijgen. De wachtlijsten voor een huurwoning blijven oplopen, de huizenprijzen blijven stijgen, in onze gemeente zelfs harder dan gemiddeld in Nederland. De gemeente gaat daarom invulling geven aan de afspraken in het coalitieakkoord: in de periode tot 2026 komen er 845 nieuwe woningen bij, waarvan 30% sociale huur. De grote vraag is nu: waar komen al die woningen?

Het College van BenW kreeg vorig jaar december de opdracht om in alle kernen naar mogelijke woningbouwlocaties te zoeken met daarbij een aantal randvoorwaarden, o.a. dat de grond al eigendom is van de gemeente. Die zoektocht heeft geresulteerd in een lijst van 13 locaties die volgens het college in aanmerking komen om te worden bebouwd. Daartegen kwam een groot aantal bezwaren van omwonenden, onder meer vanwege het mogelijk verdwijnen van speelplekken voor kinderen en het kappen van een aantal waardevolle bomen. Zij maakten tijdens een drietal hoorzittingen duidelijk dat er echt een andere keuze zou moeten worden gemaakt.

De fractie van GroenLinks kan zich in een groot deel van de bezwaren vinden en heeft zich daarom, in samenspraak met de andere coalitiepartijen (CDA, D66 en VVD), op het standpunt gesteld dat 10 van de 13 locaties van de lijst zouden moeten worden geschrapt, De 3 overblijvende locaties zijn de Berlagelaan naast het fietstunneltje, de Jachtlaan naast het gemeentehuis en een stuk grond naast de begraafplaats aan de 1e Brandenburgerweg. Daar kunnen in goed overleg met de omwonenden plannen worden ontwikkeld voor de bouw van sociale en middenhuurwoningen, rekening houdend met onder meer de toename van het verkeer die hier het gevolg van zal zijn.

Een definitief besluit over het collegevoorstel gaat genomen worden in de raadsvergadering van 28 november a.s. Duidelijk is wel dat de (gedeeltelijke) afwijzing van het collegevoorstel betekent dat elders nog een groot aantal woningen zal moeten worden gebouwd. Dat zou kunnen op een nog nader te bepalen plek in de buurt van Maartensdijk, maar daarvoor is toestemming nodig van de provincie die niet zo maar toelaat dat overal in het groene landschap wordt gebouwd. GroenLinks wil daarnaast dat de mogelijkheid wordt onderzocht dat op de Schapenweide (tegenover het RIVM) meer huizen worden gebouwd dan de (minimaal) 150 woningen waartoe de gemeenteraad afgelopen zomer besloot. Dat zou dan wel ten koste moeten gaan van de ruimte voor bedrijven en kennisinstellingen. Ook hierbij is zorgvuldig overleg met de omwonenden een voorwaarde, want ook in dit geval heeft bebouwing van het nu nog lege terrein consequenties voor bijvoorbeeld de verkeersafwikkeling.

Na een roerig en langdurig debat stemde de gemeenteraad op 11 juli jl. in met het plan om de Schapenweide (tegenover het terrein van het RIVM) te gaan bebouwen. Daarbij gaat het zowel om de vestiging van bedrijven op het gebied van de 'life sciences' als om tenminste 150 woningen, waarvan 30% sociale woningbouw en 30% middenhuur. GroenLinks beschouwt dit plan als een succes voor de inzet tijdens de coalitiebesprekingen in 2018. De andere coalitiepartijen hadden destijds een sterke voorkeur voor een puur bedrijfsmatige invulling, maar stemden ermee in dat de mogelijkheid van een gedeeltelijke invulling met woningbouw nadrukkelijk open zou worden gehouden. GroenLinks rekent erop dat er uiteindelijk meer dan 150 woningen gebouwd gaan worden en daarmee levert de Schapenweide een aanzienlijke bijdrage aan de opgave om de komende periode (2016-2026) 845 woningen toe te voegen aan de woningvoorraad, waarvan 450 bedoeld voor sociale huur (in de periode 2016-2030).

Tijdens het debat was er veel aandacht voor de verwachten toename van het autoverkeer en de gevolgen daarvan voor het woon- en leefklimaat in de omgeving. Op initiatief van de fracties van SGP en Bilts Belang besloot de raad dat de toekomstige ontwikkelaar van de Schapenweide verantwoordelijk wordt voor het, in goed overleg met de omwonenden, vinden van een aanvaardbare oplossing hiervoor. De genoemde twee partijen zorgden er samen met de coalitiepartijen (CDA, D66, GroenLinks en VVD) voor dat het uiteindelijke voorstel met een ruimte meerderheid werd aangenomen.

Een ander deel van de oppositie meende dat de Schapenweide al vergeven was aan het Serum Institute of India, de eigenaar van het RIVM-terrein, maar vanuit het College werd benadrukt dat een intentieverklaring over de ontwikkeling van de locatie niet het karakter heeft van een bindende overeenkomst. Bovendien is de Schapenweide eigendom van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), dat niet behoort tot de ondertekenaars van de intentieverklaring. Het RVB gaat nu op zoek naar een partij die het gebied wil gaan ontwikkelen op basis van de nu door de raad gekozen uitgangspunten. Een motie van afkeuring over de handelwijze van BenW werd dan ook met een ruime meerderheid verworpen.