Nieuws van CDA inzichtelijk

16937 documenten

In memoriam: Rick Brink

CDA CDA Hardenberg 14-05-2024 06:12

Rick is sinds 2013 actief voor het CDA. Eerst als bestuurslid van het CDA Hardenberg. Daarnaast kwam hij als kandidaat-raadslid op de kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2014. Rick haalde een glansrijke verkiezingsuitslag en begon in 2014 als raadslid voor het CDA. Tijdens het campagnevoeren voor de verkiezingen van 2014 kwamen wij erachter dat Rick ook nog best een kwajongen was. Toen we met een stand op de Markt in Hardenberg stonden bezocht een dame op leeftijd onze stand en sprak Rick aan met “zo jij bent dus die jongen die zo donders hard met je karretje door Hardenberg scheurt”. Van meet af aan was duidelijk dat Rick niet gehinderd werd door zijn handicap. Sterker nog, zijn handicap leek hem te motiveren om de gemeenteraad en de samenleving van Hardenberg inclusiever te maken.Als raadslid had hij veel contact met de inwoners. Politiek speelde zich vooral af aan keukentafels, in kernen en in persoonlijke gesprekken. Rick stond dicht bij de mensen. Wist wat er speelde en kende de signalen en zorgen van de samenleving.Deze signalen wist hij moeiteloos te vertalen in onze fractie en in de gemeenteraad.Als raadslid nam hij deel aan de werkgroep inclusie. Mede vanwege zijn enthousiasme en doorzettingsvermogen lukte het de gemeente Hardenberg om de titel ‘meest toegankelijke gemeente van Nederland’ te behalen. Bij dit soort zaken zat Rick het College van Burgemeester en Wethouders als een positieve terriër achter de broek om zaken geregeld te krijgen. Politiek was Rick op het lijf geschreven. Dat ondervonden we niet alleen in Hardenberg, het viel ook landelijk op. In maart 2018 werd Rick genomineerd als beste raadslid van Nederland. De tweede plaats die hij hier behaalde zegt veel over zijn politieke kwaliteiten. Hij was sterk aan de bal en wist andere spelers, zowel in voorhoede als achterhoede in hun kracht te zetten Na 4 jaar raadslid kreeg hij de kans om als fractievoorzitter aan de slag te gaan in onze lokale fractie. Na de gemeenteraadsverkiezingen bestond onze fractie uit 11 raadsleden. Rick was trots op onze winst en vergeleek onze fractie vaak met een elftal waarvan hij de aanvoerder mocht zijn. Hij gebruikte deze metaforen vanuit het voetbal niet voor niets; Rick was een voetbalfan in hart en nieren. Hij was sterk aan de bal en wist andere spelers, zowel in voorhoede als achterhoede in hun kracht te zetten.Toen hij in 2019 minister van gehandicaptenzaken werd, nam hij afscheid als raadslid maar het contact met de lokale fractie bleef goed. Vanaf het moment dat Rick opnieuw actief werd voor het CDA vanuit zijn rol als fractievoorzitter in de provincie wist hij onze fractie te vinden, hij sloot af en toe aan en was altijd bereid om mee te denken. Daarnaast was hij indien mogelijk meestal aanwezig op de ledenvergaderingen van het CDA Hardenberg. In deze vergaderingen greep hij meestal de kans om op enthousiaste wijze de aanwezigen te informeren over provinciale CDA aangelegenheden. Rick was een CDA’er in hart en nieren. Wat hem het meest aansprak is de gespreide verantwoordelijkheid. Hij deed wat hij kon, altijd meer dan 100% inzet en als het niet lukte, kende hij de wegen in ons centrale stelsel. Vanuit de Christelijke waarden en normen vond hij bij het CDA een mooie middenweg tussen politiek en zijn levensovertuiging. Wij missen in Rick een groots mens. Namens fractie en bestuur, Elma Soeten en Douwe Prinsse

Uitbreidingslocatie: Ruimte voor ca. 10.000 extra woningen in groene leefomgeving

CDA CDA Zwolle 13-05-2024 18:35

Raadsdebat 13 mei aanvulling bouwstenen Omgevingsvisie Vanavond bespreken wij in de raad de oogst van de bouwstenen die opgehaald zijn in het kader van de aanvulling van de omgevingsvisie. En dat is een rijke oogst. Complimenten voor de gedegen werkwijze. Al voelde het wat overweldigend bij het lezen. In de verstedelijkingsstrategie hebben we met de regio afgesproken dat we tot 2024 15.000 tot 20.000 woningen gaan bouwen. We hebben voldoende plancapaciteit voor de 10.000 woningen die we tot 2030 willen bouwen, uitgaande van een onzekerheidsmarge van 130% die we tot op heden hanteren. Voor de opgave van 5000 tot 15000 woningen die we tussen 2030 en 2040 moeten bouwen is er volgens de stukken onvoldoende plancapaciteit en zijn er geen bijbehorende locaties. Landelijke ontwikkelingen laten zien dat de onzekerheidsmarge van te realiseren nieuwbouwplannen toeneemt. Als CDA volgen wij daarom graag het advies van de “duiding bouwsteen wonen” om na 2030 een onzekerheidsmarge te hanteren van 200% op binnenstedelijke locaties en 150% op buiten stedelijke locaties. Dat betekent dat er fors meer plannen moeten komen. In het overzicht van de opbrengsten van deze bouwsteen wordt in vet gedrukt gewaarschuwd dat er een mismatch dreigt tussen vraag (groen-stedelijk) en aanbod (centrumstedelijk) (pag 3). Huishoudens zijn op zoek naar extra ruimte, zowel binnen als buiten de woning. Met nadruk wordt ook gewezen op het belang om de kwantitatieve groeiambitie met de kwalitatieve woonvraag uit het onderzoek mee te nemen in scenarioplanning. Het verwondert mijn fractie dat deze waarschuwingen niet terugkomen in de duiding van de bouwsteen wonen. De CDA-fractie ziet deze graag als kader toegevoegd en zet voor de periode na 2030 in op een verhouding 50% urbaan en 50% suburbaan. Zelfs als we naast de Ceintuurbaarzone alle mogelijke verdichtingsmogelijkheden van scenario B zouden uitvoeren is er dan wel voldoende plancapaciteit om aan onze toekomsNge huisvestingsvraag te voldoen? Voor de CDA-fractie is het gros van deze plannen ook niet acceptabel. Nog verder verdichten, extra sportveldjes inruilen voor woningbouw, hoogwaardig binnenstedelijk groen inruilen voor verdere verstening, het doet voor mijn fractie afbreuk aan de randvoorwaarden die we aan verdichting hebben gesteld. (pag 1 duiding stadsscan). (Versterken en benutten groen/blauwe kwaliteiten, verdichting als impuls voor sterke en leefbare wijken). We moeten onder ogen zien dat we niet om een scenario van een uitbreidingslocatie van ca 10.000 woningen heen kunnen. Mijn fractie zal hiervoor een motie in dienen. Het is een mogelijkheid om laag bio divers groen te transformeren naar een hoogwaardige groene bio diverse leefomgeving. Dit zou gecombineerd kunnen worden met een extra treinstation en zo een vliegwiel voor de mobiliteitstransitie kunnen zijn (randvoorwaarde verdichten 2). Dan kom ik bij mijn 2e punt, mobiliteit. Hoewel in Nederland meer en meer het STOMP principe wordt gehanteerd blijkt uit onderzoeken dat het autobezit tot 2050 niet af zal nemen. Door krappe parkeernormen te hanteren creëren we de burenruzies van de toekomst en er zijn straten en wijken in Zwolle waar we dat nu al zien gebeuren. Nu hoe‘ voor het CDA de auto niet standaard voor het huis te staan, maar zouden voldoende parkeermogelijkheden in de omgeving van de woning de leeYaarheid van de wijken niet juist ten goede komen? De CDA-fractie neigt er toe deze vraag posiNef te beantwoorden. Hoe kijkt de wethouder hier tegen aan? Binnen onze fractie leven ook zorgen over de Ceintuurbaan. Door het afwaarderen van de singelzone komt er meer verkeersdruk op deze rondweg, die door de noodzakelijke bereikbaarheid van het ziekenhuis en de aansluiNng van de N35 op de A28 toch al zwaar belast is. Ziet de wethouder mogelijkheden om een extra rondweg aan de noordzijde van Zwolle als extra scenario mee te nemen, zoals ook VNO NCW vraagt? Met betrekking tot de regionale economische ontwikkeling ziet het CDA regionaal een stevige ruimtevraag. Om de dagelijkse congestie in de ochtend naar en in de middag van de gemeente Zwolle niet nog groter te laten worden, wil het CDA oproepen om zoveel mogelijk van deze ruimtevraag te laten landen in gemeenten waar die woon-werkbalans omgekeerd is. Tenslotte de infrastructuur voor energie en water. Het aanbouwen van onze afhankelijkheid van fossiele energiebronnen en het minder stabiele weer heeft gevolgen voor ons dagelijks leven. Netcongestie, onvoldoende rioleringscapaciteit en onvoldoende waterbuffering, hittestress; het zijn allemaal problemen waar we de komende jaren meer en meer mee te maken zullen krijgen. Zwolle heeft in het coalitieakkoord de ambitie uitgesproken om al in 2040 aardgasvrij te zijn. Dit vraagt om een nieuwe infrastructuur. Als CDA ondersteunen het principe van zoveel als mogelijk lokaal opwekken en lokaal gebruiken, maar zien ook dat we de koppelingen met regionale en nationale netwerken nodig zijn. Zoals de noodzaak dat Zwolle meer Smart Energy Hubs gaat ontwikkelen en dat we aansluiting vinden op een landelijk waterstofnetwerk, allemaal van invloed op de omgeving. We kijken dan ook met belangstelling uit naar de uitwerking van de ambities waarvan er dit jaar in de raadsagenda genoeg van op de planning staan.

Rick Brink (38) plotseling overleden

CDA CDA Ommen 13-05-2024 14:29

Zaterdag 11 mei jl. bereikte ons het verschrikkelijke nieuws dat totaal onverwacht Rick Brink is overleden. Rick Brink ook weleens omschreven als ‘klein van stuk maar met grootste daden’, heeft zich altijd ingezet om de samenleving een stukje mooier en inclusiever te maken voor mensen met een beperking. Zijn credo: ‘ik ben geen beperking, maar ik heb een beperking’ maakten hem tot een unieke en ambitieuze persoon die in 2019 tot officieuze Minister van Gehandicaptenzaken werd benoemd. In die functie heeft hij veel kunnen betekenen voor mensen met een beperking. Voor CDA heeft hij zich altijd met hart en ziel ingezet voor onze mooie provincie. Eerst als raadslid en fractievoorzitter van CDA Hardenberg en later als fractievoorzitter van de Provinciale Staten. We zullen hem herinneren om zijn humor, zijn manier van verbinden, zijn tomeloze energie en niet aflatende inzet voor CDA. Wij wensen alle familie, vrienden en naasten heel veel sterkte met dit enorme verlies.

Henri Bontenbal: "Ecologisch burgerschap betekent ook je politiek inzetten voor duurzame ontwikkeling"

CDA CDA Zuid-Holland 13-05-2024 13:23

Op 13 mei gaf politiek leider Henri Bontenbal een referaat bij het derde Lubbers-Symposium georganiseerd in samenwerking door het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA en de denktank Socires over het thema 'ecologisch burgerschap'. In zijn referaat stond Henri stil bij de notie van ecologisch burgerschap, wat de consequenties daarvan zijn en wat dat betekent voor de politiek. Lees zijn volledige referaat hieronder. Beste vrienden, Het was voor Ruud Lubbers in 2015, drie jaar voor zijn overlijden, een groot genoegen toen paus Franciscus zijn groene encycliek Laudato Si publiceerde. Lubbers schreef, na het verschijnen daarvan, dat deze pauselijke brief hem een ‘immense vreugde’ gaf. (1) Dat gold in het algemeen voor de boodschap van de encycliek, namelijk de oproep aan alle mensen van goede wil om de zorg voor ons gemeenschappelijk huis serieus te nemen. Maar het gold in het bijzonder ook de specifieke verwijzing naar het Handvest van de Aarde. De encycliek citeert het Handvest als volgt: “Als nooit tevoren in de geschiedenis verplicht een gemeenschappelijke bestemming ons een nieuw begin te zoeken [...]. Laat onze tijd de geschiedenis ingaan als een tijdperk van de omslag naar een nieuwe eerbied voor het leven, de vastbeslotenheid om duurzame ontwikkeling te realiseren, een intensivering van de strijd voor rechtvaardigheid en vrede en de vreugdevolle viering van het leven.” Lubbers was in de jaren negentig één van de drijvende krachten achter het Handvest van de Aarde. In 2000 werd het Handvest van de Aarde, na een intensieve dialoog, gepresenteerd. Later schreef hij dat in die jaren negentig voor hem persoonlijk ‘een nieuwe wijze van denken’ was gegroeid, “een intellectuele omslag van economie naar ecologie, van de korte naar de lange termijn, van de confrontatie inherent aan globalisering en de consequenties daarvan naar de harmonie van een wereld die beschouwd wordt als een en ondeelbaar.” (2) Hij zag deze nieuwe manier van denken in het Handvest en in de encycliek terug. Duurzaamheid werd de nieuwe missie van Lubbers, zijn ‘leidmotief’, zoals hij het zelf zei. Duurzaamheid in de brede zin van het woord: werken aan sociale gerechtigheid, aan rechtvaardige verhoudingen in de wereld, aan duurzame ontwikkeling. Met andere woorden: duurzaamheid was voor hem, kortom, katholiek sociaal denken in actie. Het is mij een voorrecht te spreken op dit derde Lubbers-symposium. Vandaag staat het begrip ‘ecologisch burgerschap’ centraal. Een thema in de geest van Lubbers. Ik wil allereerst stilstaan bij die notie van ‘ecologisch burgerschap’. Wat betekent dit precies? Ten tweede wil ik ingaan op de consequentie ervan: wat betekent die notie van ecologisch burgerschap voor de manier waarop we naar het duurzaamheidsvraagstukkijken? Ten derde: wat betekent dit voor de politiek? Bij die drie vragen wil ik stilstaan. 1. Ecologisch burgerschap Allereerst enkele gedachten over ecologisch burgerschap. De paus constateert in Laudato Si’ terecht dat wetten en regels uiteindelijk deugdzaam gedrag niet kunnen afdwingen. Ecologisch burgerschap begint bij het ontwikkelen van een ‘ecologische gevoeligheid’ voor de gevolgen die onze consumptie heeft op anderen en op de schepping. Aan de basis van een ecologisch burgerschap liggen ‘overtuigingen en een gezindheid’, ‘die gunstig zijn voor de zorg voor het milieu’. Ecologisch burgerschap vraagt om een persoonlijk en maatschappelijk besef dat we de ‘mythen van de moderne tijd’ onszelf en de ander minder mens maken. Want het moderne denken denkt vanuit de ‘instrumentele rede’, ‘onbeperkte vooruitgang’, ‘consumentisme’ en ‘individualisme’. Nodig is een nieuw evenwicht: een nieuw innerlijk evenwicht, een nieuw evenwicht tussen onszelf en de ander, en tussen onszelf en alle andere levende wezens. Ecologisch burgerschap wordt concreet in gedrag dat rekening houdt met de ecologische en sociale gevolgen van ons handelen, ook voor mensen ver weg en in de toekomst. “Iets hergebruiken in plaats van het weg te werpen kan een daad van liefde zijn die onze waardigheid tot uitdrukking brengt”, schrijft de paus. Nee, onze individuele acties zijn geen druppel op een gloeiende plaat. “Van deze handelingen gaat in de maatschappij een weldadigheid uit die meer vruchten voortbrengt dan men kan constateren”, lees ik in Laudato Si. Deze opvoeding tot ecologisch burgerschap begint in het gezin. Daarin “leert men toestemming te vragen, “dank je wel” te zeggen als uitdrukking van een diep gevoelde waardering voor de dingen die wij krijgen, agressie of hebzucht te bedwingen en om excuus te vragen, wanneer wij iets verkeerds doen. Deze kleine gestes van oprechte hoffelijkheid helpen een cultuur van samenleven en van respect voor onze omgeving, op te bouwen.” Ecologisch burgerschap blijft niet beperkt tot individueledaden. We zijn niet alleen consumenten, maar ook burgers. We zijn onderdeel van een politieke gemeenschap. Politieke betrokkenheid is ook een weg om maatschappelijke en economische structuren zodanig te helpen veranderen, dat het algemeen welzijn, het bonum commune, gediendwordt. Ecologisch burgerschap betekent dus ook: je politiek inzetten voor duurzame ontwikkeling. 2. Anders kijken Als we nu vanuit dit perspectief van ‘ecologisch burgerschap’ kijken, wat betekent dit dan voor de manier waarop we naar het duurzaamheidsvraagstuk kijken? In de eerste plaats: het duurzaamheidsvraagstuk is een sociaal vraagstuk en geen technocratisch vraagstuk. In de politiek wordt de duurzame transitie al snel versmald tot technocratie: als we maar in 2030 of 2050 de klimaatdoelen halen, is het goed. Of, als we maar voldoende vertrouwen hebben in technisch-innovatieve oplossingen, komt het vanzelf goed. Nee, dat is een verkeerde manier van kijken. De boodschap van Laudato Si is dat duurzame ontwikkeling net zo goed een sociale ontwikkeling betekent. Ecologisch handelen is sociaal handelen. Burgerschap begint, zoals gezegd, met het besef dat je niet alleen op de wereld bent. Dat je rekening met elkaar houdt, ‘boodschap hebt aan elkaar’, om in de termen van Lubbers te blijven. Ecologisch burgerschap betekent een actieve betrokkenheid van burgers bij het beperken van de opwarming van het klimaat en de neergang van biodiversiteit wereldwijd. Het is mij te makkelijk dat sommige activisten het ecologische vraagstuk vooral op het bord van de overheid leggen. Systeemveranderingen zijn nodig, maar deze kunnen alleen gedragen worden door een samenleving die hierin actief participeert en aanjaagt. Zonder morele infrastructuur en inbedding slaagt een systeemverandering niet. Een systeem is ook een uitdrukking van die morele infrastructuur in een samenleving. In die zin is duurzame ontwikkeling een sociale kwestie, zoals ook het arbeidersvraagstuk dat was tijdens de Industriële Revolutie. Een sociale kwestie is niet een probleem dat door de overheid met beleid technocratisch kan worden opgelost; nee, een sociale kwestie is een vraagstuk dat een gesprek van de samenleving met zichzelf vraagt, een gesprek over de architectuur van de samenleving. Het vraagt vervolgens ook politieke en maatschappelijke betrokkenheid. Dus geen na-mij-de-zondvloed politiek van rechts-populistische partijen die de noodzakelijke veranderingen niet willen inzetten; wél een moedige en vasthoudende politiek die de sociale kwestie van een antwoord wil voorzien, de samenleving daarin betrekt, de ruimte geeft en faciliteert om een antwoord te geven op de noden van de dag. Dat brengt mij bij het tweede punt, namelijk dat het duurzaamheidsvraagstuk een kwestie is van gedeelde verantwoordelijkheid. Iedereen heeft een rol en een taak. Daarmee komen we als vanzelf bij een concept dat in de jaren tachtig in de periode van Lubbers in het CDA een leidend thema werd, namelijk het uitgangspunt van ‘de verantwoordelijke samenleving’. Dat concept zou voor de revitalisering van het CDA en voor onze visie op duurzame ontwikkeling wel eens opnieuw heel vruchtbaar kunnen zijn. Burgers zelf hebben een rol en taak. De wereld als ons gemeenschappelijk huis vraagt namelijk om een huishouden waarin de leden daarvan verantwoordelijkheid willen dragen voor elkaar en voor het huis zelf. Dat vraagt om actief burgerschap. Dat woord burgerschap is de afgelopen decennia toch een vies woord geworden voor sommigen. Linkse politiek wilde het individu bevrijden uit de knellende banden van traditie en gemeenschap, en het beste instrument was een sturende overheid en de immer uitdijende verzorgingsstaat. (3) De lasten van het bestaan werden gecollectiviseerd en de lusten geïndividualiseerd. Het gevolg was dat de eenmaal bevrijde burger ging denken dat individuele zelfontplooiing het hoogste doel in het leven was. Het persoonlijke succes kon je immers ook afmeten aan je carrière of bankrekening. En persoonlijke vrijheden die eenmaal verworven waren, moesten met hand en tand verdedigd worden. Progressief-liberale en rechts-liberale politiek vormden zo de voedingsbodem voor populistische politiek en hadden ook geen antwoord op vragen naar gemeenschapszin en geborgenheid. Hun gezamenlijke grond was namelijk: het individu en zijn of haar rechten was op de troon geplaatst. Het populisme zet vervolgens expliciet ‘de Nederlander op één’, waarbij in feite het egoïsme op de eerste plaats komt te staan. We zullen ons zelf bewust moeten worden dat dit dominante mens- en maatschappijbeeld, waarmee we onszelf de afgelopen decennia gevoed hebben, geen recht doet aan wie wij in essentie zijn en kunnen zijn. Wij zijn geen calculerende consument, wij zijn geen losstaande individuen met een overheid om ons te beschermen en een markt om onze behoeften te bevredigen. Wij mensen hebben een spirituele gezindheid. We willen onderdeel zijn van een gemeenschap. We willen serieus genomen worden in ons burgerschap. Ja, we zijn op dat punt veel kwijtgeraakt de afgelopen decennia. Maar ik ben ervan overtuigd dat burgerschap nog steeds bestaat. Kijk maar naar het vrijwilligerswerk dat nog steeds wordt gedaan. Kijk maar naar de talloze maatschappelijke initiatieven die worden ontplooid. Burgerschap moet steeds geactiveerd een aangemoedigd worden. Het is verleidelijk in de leugen van het autonome individu te blijven geloven. We moeten elkaar aanspreken of het feit dat we burger van een samenleving zijn. Dat is geen spruitjeslucht; dat is mensen eindelijk eens echt serieus nemen, zoals dat ook zo past bij de lange Europese culturele traditie. Want de Europese cultuur, zoals deze in eeuwen is gegroeid en gevormd, is een cultuur waarin de burger, met al zijn rechten en plichten, zijn vrijheid en verantwoordelijkheid, centraal stond. De burgerlijke cultuur is geboren uit de idee van de menselijke waardigheid en ontsproten uit een mensbeeld waarin de mens geworteld is in gemeenschappen, in relaties, in tradities, in lokale culturen. In 1990 zei Ruud Lubbers, reagerend op de crisis in de sociale zekerheid: ‘Nederland is ziek’. Ik zou nu, in 2024, willen zeggen: ontworteling is de ziekte van deze tijd en de bron van het huidige populisme. Zonder die verworteling raakt de samenleving verweesd. Ik zie op dit moment een samenleving van ontheemde mensen, die de verworteling missen en daardoor ook niet echt meer volwaardig burger kunnen en willen zijn. Deze ontworteling hangt samen met een zingevingscrisis. Is er nog iets dat groter is dan ons eenzame ik waarvoor we bereid zijn om ons in te zetten? Kortom, een toegewijde inzet op actief burgerschap is wat deze tijd nodig heeft. Dat vraagt ook om een visie op de rol van de overheid waarin deze niet als taak heeft om de samenleving ‘goed te maken’. Dat is niet de taak van de overheid. Haar taak is om mensen en gemeenschappen in staat te stellen om goed te zijn. De overheid, de staat geeft de samenleving niet vorm. Dat doen in eerste instantie actieve burgers en hun gemeenschappen zelf. Een verrassende bondgenoot in het pleidooi voor ecologisch burgerschap is filosoof en cabaretier Tim Fransen. In zijn boek ‘In onze tijd’ concludeert dat de nadruk op individuele vrijheden is doorgeschoten en het liberale vrijheidsbegrip onderdeel is van een vooruitgangsgeloof dat mede de oorzaak is van de ecologische crisis. “Een samenleving waarin individuele vrijheid ontaardt in maatschappelijke onverschilligheid, is op den duur ten dode opgeschreven”, schrijft hij. Een gezonde democratie heeft democratisch burgerschap nodig, een inzet voor het algemeen belang; een inzet die soms individuele offers vraagt in het belang van de grotere gemeenschap. Deze tijd heeft een hernieuwde inzet op burgerschap nodig, is zijn pleidooi. De afgelopen maanden heb ik wel eens gedacht: wat zou Ruud Lubbers van de protestacties van Extinction Rebellion gevonden hebben? Het is natuurlijk inlegkunde, maar ik denk dat hij er het volgende over gezegd zou kunnen hebben. Dat burgers zich actief inzetten voor duurzame ontwikkeling, is een goede zaak. Het getuigt van betrokkenheid op het algemeen welzijn, waarvan rechtvaardige verhoudingen in de wereld en zorg voor de schepping belangrijke onderdelen zijn. Maar ecologisch burgerschap vraagt om meer dan je stem laten horen. Ecologisch burgerschap is veel rijker dan dat. Je eigen inzet doet er ook, doet er vooral toe. Wat doe je als vader of moeder, als buurtbewoner, als verenigingslid, als lid van de vakbond, als werknemer, als werkgever, als ondernemer, als kiezer? ‘Don’t ask what your country can do for you, but what you can do for your country’. Idealen moeten allereerst tot uitdrukking komen in je eigen handelen, in een actief ecologisch burgerschap. Dat is niet een levenshouding van snelwegen blokkeren en chaos laten ontstaan, maar een levenshouding die zoekt naar het goede, een inzet die het verschil wil maken. 3. Wat betekent dit voor de politiek? Tot slot, wat betekent dit nu voor de politiek? Ik schets een aantal denklijnen. a) In de eerste plaats kunnen we van het duurzaamheidsvraagstuk een maatschappelijke missie maken. De samenleving verlangt naar een verhaal waar we met elkaar in kunnen geloven, en in kunnen investeren. De ‘vijf-voor-twaalf’-retoriek die steeds aan het duurzaamheidsvraagstuk wordt gekoppeld, is meestal niet vruchtbaar. Wat we nodig hebben is een verhaal dat de samenleving laat verlangen naar verandering en burgers en bedrijven activeert er zelf actief mee aan de slag te gaan. b) In de tweede plaats moeten we het duurzaamheidsvraagstuk bevrijden van de technocratische beheers- en controlezucht door de overheid. De overheid heeft de samenleving niet aan een touwtje en eindeloos maatwerk leveren is niet de oplossing. Dat betekent meer generiek stimuleringsbeleid. Dan kijk ik voor het bedrijfsleven bijvoorbeeld naar de Verenigde Staten waar met de Inflation Reduction Act bedrijven fors gestimuleerd worden duurzame investeringen te doen, zonder ingewikkelde subsidieaanvragen en administratieve rompslomp. Ook voor burgers kunnen stimuleringsmaatregelen nog veel toegankelijkeren simpeler worden gemaakt. c) In het burgerschapsonderwijs kunnen we ecologisch burgerschap een plek geven. Ik denk ook bijvoorbeeld aan de Maatschappelijke Diensttijd. Inmiddels hebben meer dan 100.000 jongeren eraan meegedaan. In het programma kunnen we werken aan duurzame ontwikkeling ook een plek geven. We kunnen jongeren wegwijs maken en enthousiasmeren voor banen en vrijwilligerswerk die aan de maatschappelijke missie van duurzame ontwikkeling bijdraagt. d) Het blijft nodig een appèl op elkaar en op de samenleving te blijven doen om een ecologisch burger te zijn van deze samenleving. We mogen en moeten mensen aanspreken op het feit dat ze burger van onze samenleving zijn, en niet alleen een consument met rechten. ‘Verantwoordelijkheid’ is – wat mij betreft – nog steeds het mooiste woord dat de filosofie van de christendemocratie samenvat; de mens is geroepen tot verantwoordelijkheid. Ook als het gaat om het duurzaamheidsvraagstuk. Ja, je mag van de burger verwachten dat zij – op haar manier, passend bij haar persoonlijke omstandigheden – ook in gedrag en levensstijl bijdraagt aan duurzame ontwikkeling. In consumptie, mobiliteit, energieverbruik. Dat is geen betutteling, dat is burgers serieus nemen als verantwoordelijke persoon. e) Van de overheid mag een visie op het doel van de economie verwacht worden die verder gaat dan een eenzijdige focus op economische groei. En ‘overheid’, dat betekent Europees, nationaal en regionaal. Lubbers wist dat al en publiceerde als minister van EZ al zijn ‘Nota inzake de Selectieve Groei’. Duurzame ontwikkeling als doel van de economie en als doel van industriepolitiek is een uitgangspunt dat veel breder is dan groei van het BBP; kwalitatieve groei conform het brede welvaartsbegrip zou het uitgangspunt moeten zijn. Niet alleen economische groei, de koopkrachtplaatjes en inflatiecijfers moeten het debat over de economie bepalen, maar vooral de vraag ‘hoe richten we de economie in zodat deze bijdraagt aan het algemeen welzijn, het bonum commune?’. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de economische groei die gerealiseerd wordt dankzij laagbetaalde arbeid door arbeidsmigranten in Nederland. Ook dat is een sociaal-ecologisch vraagstuk waar we onze ogen niet voor mogen sluiten. Tot slot. Vandaag staan we stil bij de nalatenschap van Ruud Lubbers aan de hand van het begrip ‘ecologisch burgerschap’. Ik zie het als onze opdracht om in de geest van Ruud Lubbers door te gaan met zijn actieve inzet voor duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling kan niet zonder een verantwoordelijke samenleving waarin ecologisch burgerschap verankerd is. Het is de opdracht voor het CDA om dit verhaal te vertellen, levend te houden en in politiek handelen om te zetten. (1)https://earthcharter.org/ruud-lubbers-comment-on-laudato-si (2)https://earthcharter.org/wp-content/assets/virtual-library2/images/uploads/NED-Lubbers.pdf (3)Ik volg hier Govert Buijs, De Eeuw van de burger, Groenlezing 2014: https://wi.christenunie.nl/uitgaven-details/10212103/groenlezingen/10227343/groenlezing-2014-de-eeuw-van-de-burger-govert-buijs

Clownerie

CDA CDA Lansingerland 13-05-2024 08:29

Met de vorming van de door Wilders zo gewenste coalitie wil het niet erg lukken. Over essentiële kwesties als de overheidsfinanciën, het klimaatbeleid en de internationale politiek zijn de onderhandelende partijen het sterk oneens. Maar, het lijkt erop dat naast BBB dat zich rekent tot vaste verkering van Wilders, ook het NSC van Pieter Omtzigt en de VVD van Dilan Yeşilgöz geen enkele uitwijk zien en dus krampachtig blijven vast houden aan de PVV. Er is wel veel enthousiasme, maar een groot gebrek aan inhoudelijke bagage. Het lijkt veel op clownerie, toneelspel en groepsegoïsme. Intussen duren de onderhandelingen nu al vijf maanden. Formeren is een vak Niet alleen onderhandelen, ook formeren is een vak, zeggen oud-onderhandelaars in Den Haag. Er kunnen politieke gevoeligheden zijn uit het verleden, die nog steeds een rol spelen. Twee van de vier partijen die nu formeren hebben nooit eerder meegedaan aan een kabinetsformatie, NSC en BBB. In opvallend veel media wordt het voortdurend voorgesteld alsof er voor de rechtse coalitie, waaraan nu al maanden wordt gewerkt, geen alternatief zou bestaan. Dat past in een frame, door Geert Wilders gekoesterd, dat de grote winst van de PVV betekent dat die behoort mee te regeren. Zoals hijzelf beweert: een eis van democratie. Maar: niet de grootste partij bepaalt uiteindelijk de samenstelling van de coalitie, maar de partij of partijen die voor de coalitievorming onmisbaar zijn. Het moet zonder haar medewerking niet mogelijk zijn een enigszins stabiele coalitie tot stand te brengen. De PVV is wel de grootste maar zij is niet onmisbaar. Onmisbaar voor de coalitievorming zijn twee partijen gezamenlijk: de VVD en het NSC. Die hebben samen de noodzakelijke 44 zetels die met anderen een meerderheid kunnen maken. Op al de kwesties waar VVD en NSC samen vierkant tegenover Geert Wilders staan, is de ideologische afstand tot een alternatieve coalitie met links een stuk minder groot, misschien met uitzondering van de gewenste financieel-economische politiek. Als het gaat over cultuur en publieke omroep, klimaatbeleid, internationale politiek en defensie is een vergelijk heel wel denkbaar. Democratische rechtsorde Dat is alleen al daarom van belang om vast te stellen, omdat met zulk een combinatie de democratische rechtsorde veel beter wordt gewaarborgd. Nog veel belangrijker: nu rond Europa de oorlog heerst, inclusief directe Europese betrokkenheid en de politieke spanningen levensgevaarlijke vormen beginnen aan te nemen, is het van essentieel belang dat er met gepaste spoed een stabiele regering tot stand komt met een constructieve relatie tussen regering en parlement. Dit is een situatie waarin bij uitstek in alternatieven moet worden gedacht en dus ook de bijbehorende risico’s dienen te worden genomen. Precies daar zit het probleem. Vooral de VVD heeft zichzelf volledig vastgereden in de kwestie van het migratiebeleid door daar een lijn te willen die sterk overeenkomt met die van Wilders, al lijden de liberalen niet of veel minder aan het fanatieke anti-islamisme waarmee de PVV behept is. Het is een strategische schijn beweging, de hete aardappel van het asielthema wordt toch maar even doorgeschoven. De VVD denkt zich daarom geen andere coalitie te kunnen veroorloven zonder zwaar verlies aan aanhang. Daarvoor is zij kennelijk bereid te riskeren dat, als de coalitie met de PVV er niet komt, desnoods nieuwe verkiezingen moeten worden aanvaard. Ik weet niet wat voor de VVD erger is: vroegtijdige nieuwe verkiezingen of een coalitie met links. Noodregering Met andere woorden, een alternatief voor een coalitie met rechts is wel mogelijk maar moet vooral worden gewild. Aan die wil ontbreekt het, voornamelijk uit angst voor de PVV. Er zijn, juist nu, situaties denkbaar om angstiger voor te zijn. Maar de ernst van de wereldpolitieke situatie wil op de een of andere manier maar niet tot de onderhandelende partijen doordringen. Er is alle reden om alsnog over een alternatief voor een rechtse coalitie na te denken. Die kan worden gevormd op dezelfde voorwaarden als de extraparlementaire constructie die informateur Kim Putters had bedacht: politieke leiders in de Tweede Kamer, een kort programma op hoofdzaken en bewindslieden die minstens ten dele van buiten de dagelijkse politiek komen. Noem het, als het moet, een noodregering. Het zou goed zijn als de formerende partijen aandacht vragen voor de bedreigde schepping en elementaire waarden, zoals omzien naar elkaar en zorg voor de leefbaarheid van de aarde. Steeds wanneer CDA’ers de afgelopen decennia weer eens moesten nadenken over de vraag waar de partij ook alweer voor staat, was dit het antwoord. Het kabinet regeert nu al negen maanden demissionair en lijkt steeds meer op een gewoon kabinet. Ook de Eerste Kamer laat zich gelden. Officieel mag de senaat wetsvoorstellen alleen afwijzen om juridische redenen, of omdat die niet uitvoerbaar zouden zijn. In de Eerste Kamer stemmen de formerende partijen soms zelfs volstrekt anders dan hun collega’s in de Tweede Kamer. Welk beleid uiteindelijk de eindstreep haalt, is daardoor voor niemand meer duidelijk. In afwachting van een nieuw rechts kabinet verzuipt de Kamer in incidentenpolitiek en neemt de Eerste Kamer steeds vaker de politieke leiding.

CDA geschokt door overlijden Rick Brink

CDA CDA Zuid-Holland 12-05-2024 17:59

Het plotselinge overlijden van Rick Brink heeft ons als CDA, en het CDA in Overijssel in bijzonder, diep geraakt. Met zijn enthousiasme, daadkracht en optimisme laat hij een onuitwisbare indruk achter. Niet alleen bij ons als CDA’ers, maar bij iedereen die op welke manier dan ook met hem te maken had. Als lijsttrekker bij de verkiezingen afgelopen jaar was hij onvermoeibaar, ondanks zijn beperkingen en zelfs nog een verkeersongeval waarbij hij gewond raakte. Als fractievoorzitter in Provinciale Staten van Overijssel en politiek leider van CDA Overijssel kwam Rick snel in zijn rol. Voorzitter Maarten Werksma van CDA Overijssel zegt ‘overweldigd’ te zijn door het trieste bericht. ‘Rick laat een grote leegte achter. We hebben hem leren kennen als een echte teamspeler. Altijd enthousiast en ondernemend. We zullen hem heel erg missen.’ Statenlid Laura Mak zegt dat de fractie Rick heeft leren kennen als een warme, energieke en behulpzame teamspeler met altijd tijd voor een vrolijke noot of een gulle lach. ‘Een groot gemis voor het CDA, in het bijzonder voor onze fractie, maar ook voor Provinciale Staten.’ ‘We zijn als partij en als fractie verslagen door het overlijden van Rick Brink. Rick was geliefd in onze partij’, reageert Henri Bontenbal, fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer. ‘Onvermoeibaar zette hij zich in voor het CDA, ook in moeilijke tijden. Zijn andere grote missie was om mensen met een beperking volwaardig deel te laten zijn van de samenleving. Hij was daarin echt een boegbeeld en een enorme doorzetter. Het overlijden van Rick doet ons als partij veel verdriet. We gaan Rick enorm missen en wensen zijn familie veel sterkte en kracht van God toe.’ CDA-partijvoorzitter Jean Wiertz reageert namens het landelijk bestuur en zegt zeer geschokt te zijn door het plotselinge overlijden van Rick Brink. ‘Rick was een echte volksvertegenwoordiger die in Hardenberg en Overijssel voor veel mensen het verschil heeft gemaakt. Wij waren als partij ongelofelijk trots op hoe Rick als minister van Gehandicaptenzaken keer op keer aandacht wist te vragen voor de belangen van mensen met een beperking. Wij gaan Rick ongelofelijk missen en wij wensen zijn familie en vrienden heel veel sterkte toe bij dit grote verlies.’

CDA geschokt door overlijden Rick Brink

CDA CDA Hellendoorn 12-05-2024 10:40

Het plotselinge overlijden van Rick Brink, CDA-fractievoorzitter in de Provinciale Staten van Overijssel, heeft ook ons als CDA Hellendoorn diep geraakt. Met zijn enthousiasme, daadkracht en optimisme laat hij een onuitwisbare indruk achter. Voorzitter Maarten Werksma van CDA Overijssel zegt ‘overweldigd’ te zijn door het trieste bericht. ‘Rick laat een grote leegte achter. We hebben hem leren kennen als een echte teamspeler. Altijd enthousiast en ondernemend. We zullen hem heel erg missen.’ Statenlid Laura Mak zegt dat de fractie Rick heeft leren kennen als een warme, energieke en behulpzame teamspeler met altijd tijd voor een vrolijke noot of een gulle lach. ‘We zijn als partij en als fractie verslagen door het overlijden van Rick Brink. Rick was geliefd in onze partij’, reageert Henri Bontenbal, fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer. ‘Onvermoeibaar zette hij zich in voor het CDA, ook in moeilijke tijden. Zijn andere grote missie was om mensen met een beperking volwaardig deel te laten zijn van de samenleving. Hij was daarin echt een boegbeeld en een enorme doorzetter. Het overlijden van Rick doet ons als partij veel verdriet. We gaan Rick enorm missen en wensen zijn familie veel sterkte en kracht van God toe.’ CDA-partijvoorzitter Jean Wiertz reageert namens het landelijk bestuur en zegt zeer geschokt te zijn door het plotselinge overlijden van Rick Brink. ‘Rick was een echte volksvertegenwoordiger die in Hardenberg en Overijssel voor veel mensen het verschil heeft gemaakt. Wij waren als partij ongelofelijk trots op hoe Rick als minister van Gehandicaptenzaken keer op keer aandacht wist te vragen voor de belangen van mensen met een beperking. Wij gaan Rick ongelofelijk missen en wij wensen zijn familie en vrienden heel veel sterkte toe bij dit grote verlies.’

Donderdag 30 mei 2024 - In gesprek met leden van het Europarlement

CDA CDA Ouder-Amstel 11-05-2024 18:51

De EU ná 6 juni 2024: Meer turbulentie of een veilige landing? Donderdag 30 mei 2024 - om 20.00 uur @Upper East (Uilenstede) In gesprek met PG Kroeger (Betrouwbare Bronnen) en Tom Berendsen (Lijsttrekker CDA EP) De verkiezingen van 6 juni voor het Europarlement staan voor de deur. Wat ga jij stemmen? Niet eerder in de afgelopen 30 jaar was de geopolitieke spanning zo groot als nu. Europa wordt bedreigd van buiten, maar misschien ook wel van binnen. Hoe sterk is de Europese democratie? En waar moet je op letten als je op 6 juni gaat stemmen? Kom op donderdag 30 mei om 20.00 uur naar Upper East aan de Laan van Kronenburg 7a. Over deze onderwerpen en meer spreken die avond PG Kroeger en Tom Berendsen. Kroeger is historicus, journalist en co-host van de wekelijkse podcast Betrouwbare Bronnen (met Jaap Jansen). Berendsen is de CDA lijsttekker bij de Europese verkiezingen en houdt zich onder meer bezig met industrie, energie en innovatie. Deelnam is gratis. Registratie gewenst.

Peulenstraat verandert in Peukenstraat (Raadspraat; Kompas 3 mei 2024)

CDA CDA Hardinxveld-Giessendam 11-05-2024 10:34

Een aantal weken geleden zagen de straten van Hardinxveld-Giessendam er anders uit dan normaal. Niet alleen de zon scheen vrolijk, maar ook een flink aantal CDA-leden trokken gewapend met grijpers en vuilniszakken de straat op. Hun doel: zwerfafval verzamelen. Met name in de Peulenstraat was er werk aan de winkel. Na afloop van de schoonmaakactie was de verbazing groot. De hoeveelheid zwerfafval, met name sigarettenpeuken, was werkelijk schokkend. Zoveel zelfs, dat de Peulenstraat gekscherend werd omgedoopt tot de 'Peukenstraat'. Deze actie van de CDA-afdeling mag dan met een knipoog zijn bedoeld, het onderstreept een serieus probleem: het zwerfafval in onze straten. Het is te triest voor woorden dat mensen zo weinig respect hebben voor hun eigen leefomgeving. Deze peuken en ander afval vervuilen niet alleen het straatbeeld, maar vormen ook een gevaar voor dieren en het milieu. De CDA-leden roepen alle inwoners van Hardinxveld-Giessendam dan ook op om hun steentje bij te dragen aan een schoner dorp. Gooi je afval in de prullenbak, en niet op straat! Het is een kleine moeite met een grote impact. Laten we samen zorgen dat Hardinxveld-Giessendam een dorp wordt waar we trots op kunnen zijn. Een dorp waar propere straten en een gezond milieu vanzelfsprekend zijn. De inzamelingsactie van de CDA was een succes, maar er is nog veel werk aan de winkel. We kunnen allemaal een verschil maken door bewuster om te gaan met afval. Naast een actie zoals hierboven, zijn er nog tal van andere kleine acties die je kunt ondernemen om zwerfafval te verminderen. Denk bijvoorbeeld aan het meenemen van een afvalzakje op wandelingen met je hond, of het aanspreken van mensen die hun afval op straat gooien. Samen maken we het verschil!

Vrijwilliger en/of Politiek Actief in Bernheze

CDA CDA Bernheze 11-05-2024 08:29

Vrijwilliger en/of Politiek Actief in Bernheze De afgelopen raadsvergadering was voor de cursusleden van Politiek Actief in Bernheze de afsluiting van hun (vrijwillige) cursusperiode. Mensen die zich vrijwillig inzetten kunnen rekenen op waardering voor hun inzet vanuit CDA Bernheze. Als partij hebben wij als vanzelfsprekend dan ook een bijdrage geleverd aan de cursus. Silvana Schoonenberg, die eerder ook de cursus gevolgd heeft, is geïnterviewd door de cursisten en samen met Adri School mocht ik deelnemen aan een voor mij nieuw fenomeen: speeddaten. Het was erg leuk om de drijfveer van de cursisten aan te horen en te reageren op de goed voorbereidde vragen. Een veel gestelde vraag was: wat maakt jullie politiek actief? Ook benieuwd naar het antwoord op deze vraag? Voel je vrij om mij of een van mijn fractiegenoten ernaar te vragen! Een andere blijk van waardering voor de vele vrijwilligers is de jaarlijkse uitreiking van de lintjes. Onze burgemeester trok erop uit om op verschillende plaatsen langs de deuren te gaan met de koninklijke onderscheidingen. Aan alle gedecoreerden: van harte! Maar uiteraard zijn de lintjes niet toereikend voor alle vrijwilligers binnen onze gemeente. Voor degene die zelf niet op de voorgrond staan en zichzelf op welke manier dan ook inzetten voor een ander, vanuit CDA Bernheze: dank voor de tomeloze inzet! Erwin van Kessel Raadslid CDA Bernheze CDA Bernheze: altijd in de buurt!

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.