Nieuws van PvdA in Nederland over CDA inzichtelijk

21 documenten

Kabinet moet nú investeren in onze toekomst

PvdA PvdA VVD D66 CDA Nederland 15-06-2019 08:51

Door Lodewijk Asscher, Kirsten van den Hul op 15 juni 2019 Delen  

Iedere dag gaan vele bevlogen en betrokken leraren naar hun werk. Om les te geven aan onze kinderen. Maar ze zijn met steeds minder.

Over een paar jaar heeft het onderwijs maar liefst 4200 onvervulde vacatures. Een groeiend probleem dat een hele generatie dreigt te raken.

Er worden wekelijks klassen naar huis gestuurd. Simpelweg omdat er geen leraar te vinden is.

Het kabinet trok extra geld uit, maar er is meer nodig om het tij te keren. Leraren en ouders kwamen de afgelopen tijd meermaals in actie. Er waren stakingen en een massale demonstratie van 40.000 mensen op het Malieveld. Tegen de te hoge werkdruk, en voor extra investeringen. De werkdruk blijft te hoog. Er ontstaan noodgedwongen vierdaagse schoolweken en er worden wekelijks klassen naar huis gestuurd. Simpelweg omdat er geen leraar te vinden is.

En dat lerarentekort raakt vooral de kinderen die al minder kansen hebben. Juist hun scholen hebben steeds meer moeite een goede leraar te vinden. De groeiende kansenongelijkheid in onze samenleving wordt door het lerarentekort alleen maar versterkt.

Aanstaande maandag zullen wij voorstellen doen waar leraren, ouders en kinderen iets aan hebben.

Het kabinet is sinds vorige week haar meerderheid in de Eerste Kamer kwijt, maar lijkt dit nog niet te beseffen. Aanstaande maandag zullen wij voorstellen doen waar leraren, ouders en kinderen iets aan hebben. Daarbij hoort in elk geval het dichten van het salarisverschil tussen het primair en voortgezet onderwijs en een eerlijker beloning voor leraren in het voortgezet speciaal onderwijs. We hopen daarmee coalitiepartijen D66, VVD, CDA en CU te overtuigen dat we nu in actie moeten komen. Zodat ieder kind zeker is van een eerlijke start, en dat begint bij een goede leraar voor de klas.

Herken jij dit en vind je ook dat er meer moet gebeuren? Deel dan dit bericht!

Getekend,

Lodewijk Asscher Kirsten van den Hul

Tweede Kamerlid

Tweede Kamerlid

Nijmegen 3: go green?

PvdA PvdA Partij voor de Vrijheid VVD CDA Nederland 12-06-2019 12:18

De volgende ochtend ontmoet ik Dolly Toonen, in café Lux, in het centrum van de stad. Zij is bekend in de stad van haar buurt initiatief, ‘soepie doen’. In buurthuizen, of andere centrale plekken in wijken en buurten koken mensen soep voor hun buurtgenoten. Iedereen kan aanschuiven voor ‘een soepie doen’. Het initiatief is een schot in de roos. Het versterkt banden tussen buurtgenoten en zorgt er voor dat iedereen een lekkere maaltijd kan krijgen.

Het is niet vanzelfsprekend dat Dolly haar hoofd boven het maaiveld zou kunnen uitsteken. Als kind groeide ze op in een eenoudergezin, met weinig zicht op enig perspectief. Bovendien werd ze heel vroeg moeder en kon ze pas diploma’s halen toen de kinderen haar daartoe ruimte boden. Ze volgde uiteindelijk een studie personeelsbeleid en organisatiekunde en kon aan de slag als consulent bij een sociale werkplaats in Uden-Oss. “Ik gun iedereen zulke kansen, ongeacht waar je wieg staat. En, ook toen het nog niet vanzelfsprekend was, heb ik altijd geloofd dat ondernemerschap en sociaal beleid niet alleen goed samen kunnen gaan, maar elkaar ook kunnen versterken,” zegt ze nadat we een kopje koffie en thee hebben besteld. Op enig moment werd ik gevraagd om naar de sociale werkplaats in Nijmegen over te stappen. Daar hebben we van een afdeling een succesvol schoonmaakbedrijf gemaakt, waarbij onze medewerkers een volwaardig diploma konden halen, dat landelijk werd erkend.” Vanzelfsprekend was het behalen van een diploma voor vele medewerkers niet. Laaggeletterdheid in combinatie met een heel praktische inslag betekende dat de opleiding moest worden aangepast. Pictogrammen in plaats van moeilijke woorden, bijvoorbeeld. Engels uit het lesprogramma maar wel praktische trainingen er in. Zo konden ook de mensen van de sociale werkplaats een echt, volwaardig diploma halen. En een aantal van hen werden zelfs praktijkdocenten bij dezelfde opleiding.

Dolly Toonen

De bezuinigingen op de sociale werkplaatsen werden in 21 april 2011 door het VVD-CDA kabinet, met gedoogsteun van de PVV ingezet. Dat leidde tot reeks van reorganisaties en veranderingen, waarmee ook Dolly en haar werknemers te maken kreeg.

Na verloop van enkele jaren zette ze een grote stap en begon voor zichzelf, met een facilitair-schoonmaakbedrijf. Dat ging snel goed; er waren voldoende opdrachten, voldoende mensen. Maar niet alles was rozengeur en maneschijn. Als sociaal ondernemers nam ze graag mensen in dienst met een afstand tot de arbeidsmarkt. Maar dat bleek niet zo eenvoudig als je op het eerste gezicht zou denken. Ze kreeg te maken met mensen die die doorgestuurd werden door de sociale dienst, en niet zelden bleken zij geen of een vervelend arbeidsverleden te hebben. Zo waren er jongeren, zonder vaste woon en verblijfplaats, die in een auto sliepen, of bij vrienden en dat nooit vertelden aan de sociale dienst, uit angst voor represailles. Maar geen of slechte nachtrust had natuurlijk wel effect op hun functioneren. Anderen, werkloze ouderen bijvoorbeeld, voorzagen een risico wanneer ze geen vaste aanstelling zouden krijgen en dus zouden terugvallen op een lagere WW uitkering. Het gevolg daarvan was dat mensen niet aan het werk gingen, om hun WW rechten niet te verliezen. “En wat ook heel naar was,” bekent Dolly, “waren de mensen met schulden. Mijn medewerkers en ik werden niet zelden op zeer agressieve wijze benaderd door schuldeisers. Ik moest dan allerlei toeren uithalen om te voorkomen dat loonbeslag op mij, als kleine ondernemer, zou worden verhaald.”

Over al die zorgen dacht Dolly veel na, en verzon oplossingen. Toen Jeroen Dijsselbloem, toenmalig minister van Financiën, in Nijmegen een spreekbeurt hield, sprak ze hem aan, en werd vervolgens uitgenodigd om in den Haag te komen spreken. Dat werd een vruchtbaar gesprek, niet in het minst omdat haar belangstelling voor de politiek werd geactiveerd. “Misschien moest ik niet langer aan de kant blijven staan, maar gaan proberen om van binnenuit iets te veranderen, dus actief worden,” verzucht Dolly Toonen.

Het ondernemerschap slokte haar volledig op. Intussen heeft ze de balans hersteld, door opdrachten af te stoten en met een kleiner bedrijf verder te gaan. Daarnaast doet ze interim opdrachten en is er voldoende tijd voor haar vrijwilligerswerk voor kwetsbare jongeren, voor ‘soepie doen’ en het politieke vrijwilligerswerk wat ze binnen de PvdA heeft opgenomen. Bovendien is ze sinds kort burgerraadslid in de kleine PvdA fractie in Nijmegen. Dolly: “Je kunt als maatschappelijk ondernemers echt onderwerpen in beweging brengen en zaken veranderen, maar uiteindelijk moeten politici er iets mee doen. Vandaar mijn engagement.”

Later die dag ben ik te gast bij de ouders van Giselle Schellekens. Leo en Bess Schellekens wonen in de wijk Wolfskuil, ten westen van het oude centrum van Nijmegen. Leo en Bess hebben vele jaren in verschillende Afrikaanse landen geleefd en gewerkt, alvorens zij naar Nijmegen terug keerden. Voor de gelegenheid hebben ze via via Adam el Hadj uitgenodigd, een 42 jarige man uit Soedan en als vanzelfsprekend wordt er gegeten, en lekker bovendien. Ondertussen vertelt Adam zijn verhaal. Negen jaar geleden, in een vluchtelingenkamp in Egypte, werd Adam op voorspraak van de UNHCR ( Vluchtelingen organisatie van de Verenigde Naties) door de Nederlandse regering overgebracht naar ons land. Hij had nog nooit van Nederland gehoord, en vond het er, na aankomst, voornamelijk koud. In Khartoum, de hoofdstad van Soedan, had hij landbouw economie gestudeerd, maar moest op enig moment als politieke activist vluchten voor het gewelddadig Soedanese regime. Zijn vader, op zijn beurt gevlucht uit Libië, was een handelaar. Hij ontmoette Adam’s moeder tijdens een handelsmissie in Zuid Soedan. Voor het goede begrip, van Noord naar Zuid Soedan is een afstand van 3000 kilometer…. dus net zo ver als van Amsterdam naar Marrakesh in Marokko, of van Groningen naar Ankara in Turkije. “Eens in Nederland”, vertelt Adam, “vervolgde ik mijn langbouwstudie aan de hogeschool in Wageningen. Ik heb daar nog twee jaar gestudeerd en mijn studie acht jaar geleden afgerond.” Hij verontschuldigt zich voor zijn beperkte kennis van het Nederlands, zoveel en zo vaak heeft hij niet de kans om met Nederlanders in contact te komen. Evenwel, spreekt en verstaat hij de taal prima; zijn onzekerheid is begrijpelijk en eigenlijk verdrietig. Het geringe aantal Nederlandse contacten ligt niet aan hem… en dolblij is hij wanneer Bess voorstelt om hem te helpen zijn Nederlands te verbeteren. Overigens naast Nederlands en Engels spreekt Adam nog vier Afrikaanse talen en Arabisch. Maar ondanks zijn studie, ondanks zijn talenkennis en ervaringen is zijn droom om bij een Nederlands bedrijf of een internationale organisatie te werken, niet gelukt. Zijn leeftijd, afkomst en achtergrond maken het moeilijk om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek; zijn netwerk is, zoals voor veel nieuwkomers in Nederland, nu eenmaal niet zo groot.

Adam el Hadj

“Ik heb daarom een eigen bedrijfje opgezet,” vertelt Adam bescheiden. “Joyful Earth heet het en ik importeer uit Afrika onder andere hibiscusthee, die door mijn zusje en andere vrouwen wordt geproduceerd. De thee wordt in Nijmegen al in verschillende winkels verkocht.” Een ander project wat hij heeft ontwikkeld is ‘Go Green’. Daar steekt hij veel tijd in. Adam: “Samen met een team van acht mensen helpen we nieuwkomers, voornamelijk uit Afrika bij alles bij vraagstukken van duurzaamheid en energie transitie. Bijvoorbeeld, veel Eritrese jongens hebben echt geen idee hoe ze moeten omgaan met een kachel in huis, wat de kosten daarvan zijn en wat duurzaamheid betekent. Zij zijn gewend aan de zon, aan warmte, ze lopen liefst in een T shirt, zoals thuis. Dus geven we uitleg over het beruik van de kachel, dat je een trui moet aantrekken… We nieuwkomers is dat allemaal nieuw. We proberen ons altijd te verplaatsen in de ervaringen en kennis van die jongens. Daarom, leggen alles uit en helpen we waar we kunnen, met Go Green. We hebben voor ons werk zelfs een kleine subsidie gekregen van het stadsbestuur.” Het Huis van Compassie, elders in de wijk is de uitvalsbasis van Adam en Go Green. Hier komen dagelijks Eritrese en andere Afrikaanse jongeren samen. Wanneer mijn gastvrouw aanbiedt om hem Nederlandse les te geven, neemt hij het aanbod van harte aan. Niet veel later moet Adam zich verontschuldigen; nieuwe afspraken wachten. Het is zijn wens om zo snel als mogelijk een volwaardig inkomen te verdienen… Dat vraagt inzet en ondernemerschap en dus ook, in Nederland, om afspraken op tijd na te komen. “In Afrika is dat anders,” zegt hij bij het afscheid lachend, “daar is een afspraak een richttijd; een kwartiertje later is vanzelfsprekend Hier in Nederland niet; daarom moet ik nu gaan. Go green…” En weg is Adam el Hadj.

Stof tot nadenken

Felle kritiek in Eerste Kamer op nieuwe wet arbeidsmarkt

PvdA PvdA VVD CDA Nederland 29-05-2019 09:41

Door Esther-Mirjam Sent op 29 mei 2019 Delen  

Fractievoorzitter Esther-Mirjam Sent stelde veel kritische vragen en liet ook het sociaaldemocratische alternatief zien. Op dinsdag 28 mei wordt er gestemd en gaan wij proberen deze wet tegen te houden.

Mensen willen zeker zijn van vast werk met een fatsoenlijk salaris. Goed werk is de basis voor een goed leven. Het is je inkomen en je toekomst. Het is erbij horen en plezier hebben met je collega’s. Goed werk met een vast salaris is daarom heel belangrijk.

Goed werk is de basis voor een goed leven.

Helaas is die zekerheid sinds de jaren negentig langzaamaan minder geworden. Inmiddels heeft Nederland een van de meest flexibele arbeidsmarkten van Europa. Veel mensen hoppen van baan naar baan, van nul-urencontract naar gedwongen zelfstandigheid. Dit biedt geen perspectief op een zeker inkomen. Bovendien bouw je geen pensioen op voor later.

Kortom, de arbeidsmarkt is uit balans. En daarbij is de flexibiliteit ook ongelijk verdeeld. Ben je jong, laagopgeleid, vrouw of heb je een migratieachtergrond, dan heb je meer kans op een flexibel contract. Waar flexibele arbeid een goede oplossing kan zijn voor bepaalde situaties, wordt het ingericht als structurele invulling van wat normale vaste banen horen te zijn. Zo ontstaat er onzeker werk, dat minder betaalt en waar minder in wordt geïnvesteerd.

Een wet die de broodnodige balans op de arbeidsmarkt zou herstellen, is dus hard nodig. Om zzp’ers te beschermen tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid. Om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en de belastingvoordelen voor zzp’ers aan te pakken. Maar de wet die het kabinet heeft gemaakt, doet hier allemaal niets aan. Onaf, onduidelijk en teleurstellend; dat was niet alleen mijn oordeel, maar ook het oordeel van bijna alle wetenschappers die we als Eerste Kamer hebben bevraagd.

https://www.pvda.nl/nieuws/felle-kritiek-in-eerste-kamer-op-nieuwe-wet-arbeidsmarkt/

Een wet die de broodnodige balans op de arbeidsmarkt zou herstellen, is dus hard nodig.

De wet zorgt namelijk voor meer onzekerheid. Allereerst wordt de ontslagbescherming uitgekleed. Het wordt makkelijker om mensen te ontslaan en de transitievergoeding wordt lager en gemaximeerd. Daarnaast wil het kabinet het weer mogelijk maken om drie jaar in tijdelijke dienst te zijn, waardoor werknemers minder snel een vast contract krijgen. Er zitten ook wel positieve kanten aan de wet, zoals dat het kabinet de premie voor vaste contracten wil verlagen om zo deze contracten aantrekkelijker te maken voor werkgevers en dat er strengere eisen komen voor oproepcontracten. Maar ook daar zouden wij liever nog wat ambitieuzer zijn en minder uitzonderingen toestaan.

De PvdA wil de flexibilisering van onze arbeidsmarkt tegengaan. Zekerheid moet weer de norm worden. Gijs van Dijk heeft in de Tweede Kamer al een aantal sociaaldemocratische voorstellen gedaan en wij hebben daar nog twee voorstellen aan toegevoegd.

Allereerst willen we dat alle zelfstandigen ook een minimumdekking moeten krijgen tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid. Hiermee beschermen we zzp’ers en wordt het ook betaalbaarder om verzekerd te zijn. Zzp’ers zijn nu vaak 20 tot 25 procent goedkoper, wanneer ze geen pensioen opbouwen en de kosten daarvan niet in hun tarieven doorberekenen. Dat is oneerlijke concurrentie en drukt de lonen.

Zelfstandigen moeten ook een minimumdekking krijgen tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid.

Ten tweede willen we de platformeconomie meer aan banden leggen. Digitale werkplatformen, zoals Uber, Temper en Roamler, zouden ertoe kunnen leiden dat het aantal zzp’ers in Nederland de komende jaren enorm toeneemt. Niet alleen uitzendkrachten, maar ook werkenden in kortdurende en oproepcontracten kunnen op grote schaal op een zzp-platform terecht komen. Veel van deze mensen zouden veel liever een vast contract krijgen.

Het debat in de Eerste Kamer was helaas nog teleurstellender dan het wetsvoorstel zelf. Hoewel er forse kritiek was op het wetsvoorstel, werd het duidelijk dat de coalitiepartijen hadden afgesproken hiervoor te stemmen. De VVD en het CDA dienden een motie in om ‘voor de zomer van 2019’ (dat is dus binnen een maand!) alsnog met zzp-beleid te komen. Wat ons betreft had dat juist een belangrijk onderdeel moeten zijn van deze wet en kan dat niet achteraf nog gerepareerd worden. Als we deze wet kunnen tegenhouden, dan kan het kabinet gaan werken aan een wet die écht balans brengt op de arbeidsmarkt.

Vice-Fractievoorzitter

De keus deze week: drie keer rechts of sociaaldemocratie

PvdA PvdA VVD CDA Nederland 16-05-2019 11:09

Door Lodewijk Asscher op 16 mei 2019 Delen  

Rechts zet vol in op verkiezingen in Amerikaanse stijl..

Onderzoek van Maurice de Hond laat zien dat vier partijen donderdag de grootste kunnen worden: Forum voor Democratie, de VVD, het CDA of  de PvdA. Drie keer rechts of de sociaaldemocratie.

Drie keer rechts of de sociaaldemocratie.

Frans Timmermans wil voorzitter worden van de nieuwe Europese Commissie. Hij is door alle sociaal democratische partijen in Europa gekozen als hun Spitzenkandidaat. Niet om alles bij het oude te laten maar om de koers van Europa te veranderen.

Deze verkiezingen gaan over de vraag of we werkelijk nog meer rechts beleid willen – met conservatieven, met neoliberalen, met autocraten als Orban – of dat we Europa voor de mensen heroveren met een progressief alternatief. Wat dat uitmaakt?

Tweede Kamerlid

Samen kunnen we onze idealen waarmaken.

Doe mee en word nu lid!

https://www.pvda.nl/nieuws/de-keus-volgende-week-drie-keer-rechts-of-sociaaldemocratie/

Tegenstellingen in Twente. Over macht en onmacht. (1)

PvdA PvdA VVD CDA Nederland 28-03-2019 12:30

In Almelo is de voorzitter van de landelijk VVD bestuurdersvereniging, Arjen Gerritsen burgemeester. Hij is verantwoordelijk voor onder andere de openbare orde en veiligheid in de voormalige textielstad. Hij zette in de voorbije herfst ’s nachts, een leger en politiemacht van 450 manschappen in om enkele drugshandelaren in de Nieuwstraat buurt op te pakken. Bij de acties kwamen moeders en kinderen in de knel met trauma’s tot gevolg, zo vertelde me een verontwaardigde schooldirecteur. Het maakte de burgemeester niets uit.

De jonge VVD wethouder Arjen Maathuis (daarvoor ‘programma-manager’ bij een naburige gemeente) is verantwoordelijk voor sociale zaken, werkgelegenheid en economie binnen een rechts college. De gemeente mag een jaarlijkse inkomenstoeslag vaststellen voor de armste inwoners. Voor die gezinnen stond die eenmalige jaarlijkse uitkering op 500 euro. Alleenstaanden konden rekenen op 350 euro. De VVD wethouder vond dat daar een eind aan moest komen. Hij verlaagde de inkomenstoeslag naar 100 euro voor gezinnen en 80 euro per jaar voor alleenstaanden. Op die manier zouden deze mensen gestimuleerd worden om vanuit de bijstand te gaan werken. Dat is Almelo en dat is het ware gezicht van rechts beleid, gesteund door het CDA en rechtse, lokale partijen. Het ergste is dat diezelfde kwetsbare groep armoede over draagt van generatie op generatie. Voor hen ontbreekt perspectief, zoals een voormalig raadslid uit Enschede me ooit eens toevertrouwde, “omdat de samenleving er nooit in zijn geslaagd voor deze groepen een zinvol alternatief te vinden na de sluiting van de textielfabrieken in de vorige eeuw.” Dat maakt dit harde rechtse besluit zo onaanvaardbaar: het is bedoeld om mensen te vernederen en uit te sluiten.

De kleine PvdA fractie, met Arjan de Vries en Jorien Geerdink, is  naast en tussen die mensen gaan staan en nam het voor hen op, in de gemeenteraad. Jorien Geerdink ging mee naar de rechtbank, toen juist deze kwetsbare mensen werden opgelicht door een bewindvoerder. Tweede Kamerlid Gijs van Dijk op zijn beurt, legde de kwestie voor in Den Haag, tijdens de debatten in het parlement. Het laat zien dat de sociaaldemocratie meer dan ooit een rol te spelen heeft.

Dat bleek ook tijdens mijn bezoek aan de gemeente ’Hof van Twente’. Dat is de omgeving van Diepenheim, Goor, Markelo en Delden. In het lichtglooiende coulissen landschap worden akkers en velden afgewisseld met houtwallen en percelen bos. De schaalvergroting in de landbouw heeft hier natuurlijk ook haar landschappelijks sporen nagelaten, maar in vergelijking met de streek boven Almelo, is het hier nog steeds liefelijk en aantrekkelijk. Alleen bij Diepenheim liggen al zes kastelen, het thuis voor de oude Gelderse landadel. Verderop ligt het landgoed Twickel bij Delden, met het grootse kasteel, het park, de tuinen en omringende bossen en landerijen. Dat is een geliefd oord, voor wandelaars en fietsers. Ik was te gast bij mijn oud collega Margot Gunderman en haar man en bij de leden en het bestuur van de lokale afdeling van de PvdA. Ze namen me mee naar Diepenheim, een dorp wat haar bekendheid ontleent aan de activiteiten van de Kunstvereniging. Marinus Aaftink, een van de bestuursleden van het eerste uur, van de Kunstvereniging leidt ons naar de expositiezaal van de Kunstvereniging, waar (inter) nationale moderne kunst wordt getoond. In de directe nabijheid zijn er bijzondere aangelegde tuinen (landart) en is er een centrum voor moderne tekenkunst.

Marinus Aaftink

Even verderop laat Marinus Aaftink trots het jongste project zien waarbij hij betrokken was, de lokale herberg de Pol die werd omgetoverd tot een groot multifunctioneel cultureel centrum met de schitterende theaterzaal, Er zijn mooie voorstellingen te zien en de verschillende (muziek) verenigingen hebben hier hun plaats en er is een café restaurant, en een bibliotheek natuurlijk, waar je net als elders, automatisch boeken kunt belenen en inleveren. Met een slimme ingreep is het prachtige vlakke vloer theater om te toveren tot een openlucht theater. Waar vind je zoiets? En ook al beperken bezuinigingen de mogelijkheden, en moeten de vrijwilligers van het eerste uur zachtjes aan het stokje overdragen aan een volgende generatie, de toekomst van Diepenheim lijkt tot in lengte van jaren verzekerd. Het is een geliefd oord voor (welgestelde) toeristen en het barst er van de B&B gelegenheden; de kunsten dragen de lokale economie. Later ontmoette ik twee oude PvdA-ers Wim Leetink (90) uit Goor, en de geboren Amsterdammer, in Delden woonachtige prof. em. Ger Boerlijst. De één, Wim Leetink, vertelde het verhaal van een arbeidersleven in Twente. Van thuis uit lid van de SDAP, later vanaf de start van de PvdA, de vakbond, de Vara… Hij werd opgeleid als banketbakker en oefende dat vak ook 17 jaar uit, maar zijn liefde lag er niet. Bovendien verdiende hij te weinig; in de fabriek kon je een derde meer loon krijgen. Toen de kans zich aanbood, was de overstap snel gemaakt. Wim ging werken bij de giertij Dikkers in Goor, werd daar een echte vakman maar een noodlottig ongeval met uraniumafval van de Urenco uit Almelo (die aan twee collega’s het leven kostte) kwam hij op 43 jarige leeftijd in de WAO. Einde carrière. Nu, op hoge leeftijd, is hij nog steeds intensief betrokken bij het wel en wee van de lokale PvdA. Hij maakt flyers (zijn advies: geef een duidelijke eenvoudige boodschap mee en gebruik grote letters) en slaat geen bijeenkomst over. Wim woont in een bejaardenhuis, fietst elke dag nog tien kilometer in de omgeving en is zo fit als een hoentje.

Het verhaal van Ger Boerlijst is als de klassieke roman over de opkomst van het arbeidersbeweging en volksverheffing. Het begint in de tweede helft van de negentiende eeuw in de Amsterdamse Jordaan, in de armste omstandigheden wanneer de grootvader van de nu 86 jarige Ger als diamantbewerker een gezin onderhoudt en daarnaast actief wordt zowel in de diamantbewerkersbond als in een vereniging die arbeiders een betere huisvesting garandeert. Zij zijn dan aanhangers van dominee Ferdinand Domela Nieuwenhuis, in Nederland de grondlegger van de socialistische beweging. Zijn zoon, de vader van Ger, werd drogist, een kleine middenstander in Nieuw Zuid. Ger vertelt over de deportaties door de Duitsers, de bezetters, van hun Joodse buren, vriendjes en vriendinnetjes van school. En hoe hij na de oorlog na het gymnasium kon gaan studeren. Hij kreeg het aanbod om te gaan werken bij Philips in Eindhoven, als bedrijfspsycholoog. Later stapte hij over naar de universiteit van Twente en werd er hoogleraar. Hij volgt de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt nog steeds en maakt zich zorgen over de flexibilisering, die de binding met het bedrijf en dus een gemeenschap ondermijnt. Aan de keukentafel, in het gezelschap van enkele bestuursleden van de lokale PvdA afdeling, zegt de geboren Amsterdammer: “Mensen denken nu gemakkelijk dat ze autonoom zijn en als zelfstandige heel makkelijk te kunnen switchen maar wanneer men boven de 45 jaar is en dan plotseling te maken krijgt met ingrijpende veranderingen in het leven en het werk, blijkt al gauw dat die enorme flexibiliteit een valkuil vormt, waar je niet gemakkelijk meer uit komt.” Ger Boerlijst constateert dat de binding met een bedrijf, en dus een gemeenschap, steeds minder wordt en dat het de grote opdracht is voor de politiek en de sociaaldemocratie om die binding tussen de burgers te herstellen.

Voormalig gemeentehuis Diepenheim

Een eindje verderop, in Markelo, is dat ook een zorg voor de gepensioneerde onderwijsman, Herman Wevers, een van de vier raadsleden van de PvdA in de gemeenteraad. Bij een kopje koffie schetste hij de geschiedenis van de streek, met de dominantie van de belangen van de landbouw en hun vertegenwoordigers bij de christendemocraten en liberalen. “De plankgasboeren wordt hier echt geen strobreed in de weggelegd,” zei hij. Plankgasboeren dacht ik, wat zijn dat nou weer? Herman legde het uit: bij ruilverkavelingen worden de houtwallen en kleine bosjes in het landschap weggenomen en het landschap geëgaliseerd, om zo de percelen voor grote zware en efficiënte trekkers toegankelijk te maken. Met die zware trekkers kun je vol gas over het land. Plankgasboeren… De maatschappelijke verhoudingen zijn in de loop der tijd niet wezenlijk veranderd. In Goor, bijvoorbeeld, vertelt Herman, is een honderd jaar oude wijk met arbeiderswoningen, het Tuindorp. De woningbouwstichting heeft weinig trek om juist deze woningen te renoveren en klimaatbestendig te maken. In plaats daarvan wordt er voor gekozen om de huurwoningen van beter gesitueerden op te knappen. Dat zijn stille maar heel politieke keuzes van woningbouwbestuurders. Herman verbijt zich.

De sociaaldemocratie had in Twente een sterke, krachtige positie. Die is de afgelopen jaren vrijwel volledig verdwenen, vooral in de belangrijkste Twentse steden, zoals Enschede, Hengelo, Almelo. In de gemeente ‘Hof van Twente’ gaat het relatief nog redelijk; de fractie in de gemeenteraad bestaat uit vier volksvertegenwoordigers. Maar ook hier blijft de macht in handen van de traditionele christendemocraten en liberalen. Tijdens mijn tocht, de voorbije maanden, hoorde ik van veel vrijwilligers in de afdelingen hoe moeilijk het is en wordt, om de plaatselijke sociaaldemocratie in stand te houden, terwijl we later dit jaar juist herdenken dat de sociaaldemocratische beweging 125 jaar geleden werd opgericht. Het ledenbestand wordt steeds maar ouder en de aanwas van jongeren blijft achter. Hoe het tij te keren? Het bestuur en de leden van de afdeling, benieuwd naar mijn verhalen, kwamen die avond bijeen in een café in Goor. We wisselden verhalen en ervaringen uit; het is een vrolijke, plezierige en optimistische avond, ook al is het nog maar een klein gezelschap. Annemieke Wissink, lijsttrekker voor de PvdA bij de provinciale verkiezingen in Overijssel is optimistisch. “We hebben straks een leuke ploeg,” zegt ze. “We komen er weer boven op.” We nemen afscheid op het plein voor het nieuwe, reusachtige gemeentehuis van in Goor. Het is koud, en donker, maar we hebben hoop, en vertrouwen.

Op weg naar de noordelijk gelegen gemeente Twenterand, breek in hoofd weer eens over de zorgen om de lokale democratie. Het is niet een probleem van de sociaaldemocratie; ook andere landelijke partijen kampen met een steeds teruglopend ledenaantal en steeds minder en steeds oudere actieve leden in de lokale afdelingen. Bovendien geldt dat zodra een partij verantwoordelijkheid neemt voor het bestuur, (gemeentelijk, provinciaal of landelijk) het vertrouwen van de burgers verliest. Wat zegt het dat een programma-manager sociaal domein van een gemeente, even later een politiek verantwoordelijk wethouder is voor datzelfde sociaal domein bij een andere gemeente? Wat is een bibliotheek zonder bibliothecaris? Stel je voor dat de bibliotheek van Gouda, de Chocoladefabriek, geen Erna Staal als directeur zou hebben, met haar een grenzeloze kennis van en liefde voor boeken? Zou de Chocoladefabriek ooit tot leven kunnen komen? Waarom zou je een bibliotheek organiseren met een computer maar zonder een bezielende geest? Anders gezegd, hoe leer de mensen kennen die niet naar de bibliotheek gaan en er wel plezier aan zouden kunnen beleven? Hoe zie je wie wel en niet kan lezen? En hoe zorg je er voor dat wie niet kan, maar wel wil lezen, daartoe de kans, de mogelijkheid krijgt? Sterker, wie opent je een boekenrij van ruggen tot een bron van tijd, van ruimte en kennis? Dan de woningbouwstichting, die zonder blikken of blozen de armste wijk in Goor veronachtzaamd? Anders gezegd, hoe kun je volkshuisvesting organiseren wanneer een woningbouwstichting niet om kijkt naar de slechtste woningen, naar de kwetsbaarste mensen? Of, hoe kun je volkshuisvesting organiseren wanneer door de Europese Commissie in Brussel wordt bepaald met welk inkomen wie wel en niet een sociale huurwoning mag betrekken? Wat kan de lokale politiek daaraan nog doen? Praten tot je een ons weegt of, in het gunstigste geval, de wensen van college en raad overbrengen bij de directeur van een woningbouwstichting en hopen, …hopen dat hij luistert? Hij is ten slotte directeur van een autonoom publiek bedrijf, zoals een school dat is, of een ziekenhuis. Landelijke regels beperken de grenzen van hun ‘speelruimte’, maar verder zijn deze publieke ondernemingen autonoom. Het zijn ’de professionals’, de managers en bestuurders die uitmaken wie, wat waar en waarom.  De lokale democratie staat even goed onder druk. Hoe het tij te keren?

Goede zorg zal de coalitie een zorg zijn

PvdA PvdA VVD D66 CDA Nederland 13-03-2019 13:41

Door John Kerstens op 13 maart 2019 Delen  

Deze week kon je daarvan weer een niet zo fraai staaltje zien. Want opnieuw werd een aantal moties dat ik indiende door de hele oppositie gesteund, maar stemden de coalitiepartijen (CDA, CU, D66 en VVD) tegen. Gevolg: telkens één stem te weinig, moties afgewezen.

En dus komt er geen concreet plan om een eind te maken aan de doorgeschoten marktwerking in de zorg.

En dus komt er geen concreet plan om een eind te maken aan de doorgeschoten marktwerking in de zorg, te beginnen in de wijkverpleging. Aanleiding voor die motie waren de grote woorden die minister De Jonge daarover vorige week in een kranteninterview gebruikte. Gisteren werd helder dat dat verkiezingspraatjes waren, of een sollicitatie naar de plek van Buma, en dat het CDA als het erop aankomt bij de VVD (die fel reageerde op het interview van De Jonge) onder de plak zit. En dat is jammer want als de minister z’n woorden meende en dus echt ‘het licht had gezien’, was een Kamermeerderheid om de uitwassen van die marktwerking nu echt aan te pakken binnen bereik geweest. Overigens zullen we als PvdA gewoon doorgaan met het indienen van goede pannen daarvoor.

Wat er ook niet komt, is extra geld voor betere salarissen voor zorgmedewerkers. Die zijn hard nodig om te voorkomen dat elk jaar opnieuw 80.000 mensen de sector verlaten. En dat terwijl er al een gigantisch tekort aan personeel is, met alle gevolgen van dien: van langere wachtlijsten en operatieafdelingen die sluiten tot overwerkte zorgmedewerkers. Vertrekkers uit de sector noemen vaak het te lage salaris als een van de redenen voor hun vertrek. Daar móet dus iets aan gebeuren. En dat kan ook, want er is geld. Dit jaar moeten de cao’s  van meer dan één miljoen mensen die in de zorg werken worden vernieuwd. Daar waar de onderhandelingen al zijn begonnen, zijn ze vastgelopen. Het kabinet, de coalitie dus, heeft hier de sleutel in handen: bij de voorjaarsnota kan extra geld worden uitgetrokken. Helaas dus. Niet belangrijk blijkbaar.

Wat er ook niet komt, is extra geld voor betere salarissen voor zorgmedewerkers.

De coalitie stemde ook tegen mijn voorstel dat moet voorkomen dat voor de zorg bestemd geld opnieuw terugvloeit naar de staatskas. De afgelopen jaren ging dat al om een paar miljard. Geld voor de zorg moet naar de zorg. Logisch, zou je denken. Maar niet voor minister en coalitie. Een gemiste kans.

Tenslotte kreeg ik de handen van coalitiepartijen niet op elkaar voor het voorstel om in geval van een fusie of overname ook te toetsen wat de gevolgen daarvan zijn voor de kwaliteit en de betaalbaarheid van de zorg. Belangrijk, zeker ook tegen de achtergrond van buitenlandse ondernemingen (uit Engeland en Frankrijk bijvoorbeeld) die zich momenteel ‘inkopen’ in de Nederlandse zorgsector. Maar dat vinden CDA, CU, D66 en VVD dus blijkbaar niet.

De zekerheid van goede zorg dichtbij als je die nodig hebt komt steeds meer onder druk te staan.

De vechtende vier van de kibbelcoalitie gaan regelmatig ruziënd over straat. Maar als het gaat om het verbeteren van de zorg, iets wat wel een gevecht waard is zou je denken, houdt men zich koest. En dat is bizar. Want terwijl de economie draait als een tierelier en het geld zo links en rechts over de plinten klotst, komt de zekerheid van goede zorg dichtbij als je die nodig hebt steeds meer onder druk te staan.

De PvdA vindt dat onaanvaardbaar.

Tweede Kamerlid

Boter bij de vis: marktwerking in de zorg

PvdA PvdA D66 ChristenUnie VVD CDA Nederland 05-03-2019 15:05

Door John Kerstens op 5 maart 2019 Delen  

Op zich geen nieuws, zou je denken. Want zowel de PvdA als andere oppositiepartijen zeggen dat al een tijdje. En zowat iedereen in het land vindt dat al langer. Maar wat wel nieuws was, was dat de minister namens de vier coalitiepartijen had gesproken. Dat verzekerde althans een van de vele communicatiemedewerkers van het ministerie in dezelfde krant. Dàt nieuws bleef vervolgens welgeteld twee hele uren goed. Want terwijl CDA en ChristenUnie zich in stilzwijgen hulden (tot op de dag van vandaag), beschuldigde D66 de minister van ‘hoog-over-verhalen’ en meldde de VVD dat de minister wel iets beters te doen had dan (even samengevat) de zorg in de ellende te storten.

En zo kenden we de kibbelcoalitie weer: ruziënd over straat.

En zo kenden we de kibbelcoalitie weer: ruziënd over straat.

De Partij van de Arbeid was blij met de ommezwaai van de minister: wij stemden in 2006 tegen de Zorgverzekeringswet, waarmee marktwerking in de zorg werd geïntroduceerd en wijzen al een tijd op de nadelige effecten ervan. Maar De Jonge moet nu wel laten zien dat ’t hem menens is. Dat het om méér gaat dan een verkiezingspraatje of een sollicitatie naar de baan van partijleider van het CDA.

De Jonge moet nu wel laten zien dat ’t hem menens is.

Hij zal daarbij méér moeten doen ook dan ‘de acties’ die hij in bedoeld kranteninterview aankondigde.

Méér dan een nota bene al door het vorige kabinet ingediend wetsvoorstel (dat het toezicht op nieuwe toetreders verbetert) na het twee jaar in de la te hebben laten liggen daar nu uit te halen.

Méér dan het op aandringen van de oppositie naar Brussel af te reizen in verband met het krankzinnige aanbestedingscircus in de zorg.

Méér ook dan het en passant bij het oud vuil zetten van de vrijheid van mensen om zèlf te kiezen.

Het is vooral van belang of de minister bereid is werk te maken van voorstellen van de PvdA en andere partijen om die doorgeslagen marktwerking aan te pakken.

En daarbij is vooral ook van belang of de minister bereid is werk te maken van voorstellen van de PvdA en andere partijen om die doorgeslagen marktwerking aan te pakken. Of hij bereid is dat te doen via een meerderheid waarvan niet alle coalitiepartijen deel uitmaken. Een meerderheid zonder de VVD en/of D66 bijvoorbeeld.

The proof of the pudding is in the eating’, zoals de Engelsen zeggen.

Tweede Kamerlid

Seksuele intimidatie vernedert mensen

PvdA PvdA CDA Nederland 28-02-2019 15:07

Door Lodewijk Asscher op 28 februari 2019 Delen  

In grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam kunnen acht op de tien vrouwen erover meepraten. Ik kan daar echt boos over worden. Dit beperkt mensen in hun vrijheid. Je moet gewoon zeker kunnen zijn dat je veilig over straat kunt.

Je moet gewoon zeker kunnen zijn dat je veilig over straat kunt.

Negentig procent van de slachtoffers geeft toe uiteindelijk toch andere kleding aan te doen. Of in het donker niet meer de straat op te gaan. Of bewust een andere route te nemen. Seksuele intimidatie gaat in je hoofd zitten. Langzaam maar zeker tast het je vrijheid aan. Niet voor niks was het de minister van emancipatie die onlangs in Frankrijk vergelijkbare wetgeving invoerde. Je moet gewoon vrij zijn om je te kleden zoals je zelf wilt. Die vrijheid is het verdedigen waard.

Daarom dien ik vandaag met mijn CDA-collega Madeleine van Toorenburg het wetsvoorstel Seksuele Straatintimidatie in.

Daarom dien ik vandaag met mijn CDA-collega Madeleine van Toorenburg het wetsvoorstel Seksuele Straatintimidatie in. Een wet die een norm stelt. Onlangs was er een man in Rotterdam die kusgebaren maakte naar vrouwen en vroeg waar ze heen gingen. Voor die vrouwen voelde het ontzettend intimiderend, maar de rechtbank kon hem niet straffen voor die teksten. Dergelijk intimiderend gedrag is namelijk niet verboden. Daarom is het zo belangrijk dat deze wetgeving er komt.

Met deze wet laten we de daders duidelijk weten dat hun gedrag niet normaal is.

We mogen hier niet te licht over denken. Seksuele intimidatie vernedert mensen. Het reduceert ze tot een lustobject. Ontdoet hen van hun menselijkheid. Daarom komt het bij de slachtoffers vaak zo hard aan. Met deze wet laten we de daders duidelijk weten dat hun gedrag niet normaal is. Dat het niet langer is toegestaan. Dat we elkaar in dit land met respect behandelen.

Tweede Kamerlid

Compenseer Nederlanders voor hogere energierekening

PvdA PvdA D66 CDA Nederland 19-02-2019 15:07

Door Lodewijk Asscher op 19 februari 2019 Delen  

Directe aanleiding is de verhoging van de energiebelasting door het kabinet. Een ordinaire belastingmaatregel van ruim 400 miljoen die niks doet voor het milieu, maar mensen wel op kosten jaagt.

Een hele dure blunder.

En het kabinet was gewaarschuwd. Al in december waren er berekeningen waaruit bleek hoe slecht deze maatregelen gingen uitpakken. Maar het kabinet hield vol. De berekeningen waren ‘bangmakerij’ (aldus Mona Keijzer, CDA). En ‘iedereen gaat er op vooruit’ (aldus Kajsa Ollongren, D66). Vandaag moesten ze toegeven dat ze rekenden met verouderde cijfers. Een hele dure blunder. Vooral ook voor de mensen die straks de rekening in de bus krijgen.

Het minste wat moet gebeuren is het teruggeven van de 400 miljoen belastingverhoging. Onmiddellijk

Het kabinet moet deze fout direct herstellen. Minister Wiebes baalt ervan maar dat is niet genoeg. Voor mensen met een laag inkomen is deze tegenvaller bovenop de duurdere boodschappen door de BTW verhoging niet zomaar op te vangen. Het kabinet wil nu wachten tot volgend jaar maar dat is niet eerlijk. Het minste wat moet gebeuren is het teruggeven van de 400 miljoen belastingverhoging. Onmiddellijk

Tweede Kamerlid

Herman Hoften lezing: Vragen stellen.

PvdA PvdA VVD Partij voor de Dieren CDA Nederland 28-01-2019 22:00

Door Mei Li Vos op 28 januari 2019 Delen  

Lieve linkse mensen, beste sociaaldemocraten,

We zijn hier vanwege Herman Hoften, ruim elf jaar na zijn overlijden. Omdat we elk jaar deze bijzondere, moedige en zachtmoedige sociaaldemocraat willen herdenken. 

Met deze herdenkingslezing geven we de lessen door die we van Herman konden leren.

Voor mijn werk binnenkort in de Eerste Kamer is het leven van Hoften inspirerend: het beoordeel je, en soms verzet je je, tegen wetten en regels die niet aan ons sociaaldemocratische ideaal voldoen. Want dat doet de Eerste Kamerfractie: oordelen of een wet voldoet aan onze idealen.

Toen ik aan het lezen was over het verzetswerk van Herman speelde uiteraard het gedicht van Remco Campert door mijn hoofd. U weet wel, verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden.  Het zijn vooral de laatste zinnen uit dat gedicht die iedereen wel kent, maar de aanloop naar die zinnen zijn eigenlijk te mooi om te laten gaan.

Gedichten zijn sowieso goed om vaker voor elkaar te lezen, de Eerste Kamer fractie heeft ook de goede gewoonte om de wekelijkse fractievergadering te besluiten met een gedicht. Het maakt je toch zachter en ontvankelijker voor de mensen en hun angsten en verlangens voor wie je volksvertegenwoordiger bent.

Hier is Remco Campert:

Verzet begint niet met grote woorden

maar met kleine daden

zoals storm met zacht geritsel in de tuin

of de kat die de kolder in zijn kop krijgt

zoals brede rivieren

met een kleine bron

verscholen in het woud

zoals een vuurzee

met dezelfde lucifer

die een sigaret aansteekt

zoals liefde met een blik

een aanraking iets dat je opvalt in een stem

jezelf een vraag stellen

daarmee begint verzet

en dan die vraag aan een ander stellen

Campert weet met een paar woorden de enorme gevolgen van iets dat klein begint te schetsen. Die ene lucifer die een sigaret, of een vuurzee aansteekt. Die kleine bron langzaam maar gestaag eindigt in kolkende stromen in de delta. Je grote liefde die ooit begon met die steelse aanraking.

Verzet dat de loop van de geschiedenis bepaalde begon ook zo. Met een eenvoudige vraag: Is dit wel normaal?

En hoe meer mensen zich dat afvragen, hoe minder de status quo de status quo kan blijven.

We leven nu niet in oorlog.

Er is geen bezetter.

We hebben een democratie waarin iedereen die dat wil een politieke partij, kerk, vakbond of demonstratie kan beginnen. Met het uitoefenen van je democratische grondrechten kan je soms dingen kan veranderen.

De Partij voor de Dieren vind ik bij uitstek een voorbeeld van het geweldige Nederlandse systeem: hoe een kleine, beetje exotische partij, de koers van het denken over dieren kon veranderen. 

Je democratisch recht uitoefenen kan in Nederland, en gemakkelijk ook. Hoe hard Forum voor Democratie ook schopt tegen het systeem, dankzij het systeem krijgen ze een plek in de politiek en ook nog eens subsidie om te zeggen dat de subsidie niet deugt.

We leven niet in oorlog, en ons systeem laat alle geluiden toe, maar dat betekent niet dat het altijd rechtvaardig is. Ik zie namelijk wel een aantal situaties, of statussen quo waar je vragen bij kan stellen. Waar je wellicht verzet tegen moet willen plegen. Ze zijn niet zo vastomlijnd, ze zijn geleidelijk het leven van alledag binnengeslopen. Je krijgt er niet acuut pukkeltjes van.

Een status quo is soms onherkenbaar, denk aan vissen in het water die door een andere vis worden begroet met de vraag, hoe is het water vandaag? En dat die vissen dan zeggen, welk water? Ze zien het niet omdat ze er middenin zitten. Maar als je even opzij stapt en van een afstand kijkt naar een status quo dan zie je soms dat er iets niet klopt.

Net zoals iemand anders eerder ziet dat je de knopen van je jas verkeerd hebt dichtgeknoopt dan jijzelf. Of nog erger, dat je gulp open staat. Ik ben dan altijd wel blij als iemand zo moedig is om dat even te zeggen. Het doorbreken van gênante situaties vergt ook moed.  Maar goed, we hebben het over het herkennen van de status quo. Het bewustzijn van die status quo en hoe die er is gekomen is het begin van verzet, als dat nodig is.

Als student een heel nuttig onderscheid in verschijningsvormen van macht: de drie vormen van macht van Lukes.

De eerste vorm van macht is duidelijk zichtbaar. De overheid die het geweldsmonopolie heeft, of de macht om besluiten te nemen. Maar ook de macht die een sterkere man over een vrouw of kind kan uitoefenen, een grotere groep over een kleinere groep, of in de tijd van Herman Hoften, de Duitse bezetter die de macht kon uitoefenen als bezetter.

De tweede verschijningsvorm van macht is de macht om de agenda te bepalen. We zagen een paar weken geleden de VVD opzichtig proberen de agenda van de komende verkiezingscampagne te bepalen. Met een paar boude uitspraken over de kosten van het klimaat en een dreigement over het opblazen van het kabinet wilde Klaas Dijkhoff de sterke man voor de gewone man zijn.

Het is dat we deze trucjes al zo vaak hebben gezien dat ze weinig effect meer hebben. Bovendien kleefde nog wel heel erg aan de VVD dat ze een jaar bezig waren geweest om een belastingverlaging voor multinationals er doorheen te krijgen. Ze moeten echt nog even hun best doen om geloofwaardig te zijn voor de gewone man. De VVD lijkt trouwens met dat gehamer op de gewone man de overgrote meerderheid van de Nederlanders te vergeten,  de bijzondere mannen en alle soorten vrouwen.

Meestal gaat agendavorming subtieler. De internationale gokbedrijven bijvoorbeeld, die graag met gokken op internet geld willen verdienen. Het gebeurt al, maar nu is het nog illegaal, omdat onze gokwet verouderd is en is geschreven in de tijd dat er nog geen internet bestond. Ze wisten de agenda zo te beïnvloeden dat de nieuwe gokwet het over liberaliseren van de gokmarkt had. Dat klonk vroeger in de Paarse tijden misschien nog best aardig, maar in de Kamer kwamen wij er op tijd achter dat de nieuwe gokwet, die we wel degelijk nodig vonden de verkeerde agenda had. De wet moest van karakter veranderen, het doel zou moeten zijn reguleren, niet liberaliseren.

De derde verschijningsvorm van macht is de macht om de wensen van mensen te manipuleren, om de normen en waarden te beïnvloeden, dus de macht om wat normaal is te bepalen. Een heel mooi voorbeeld van iemand die de normen en waarden ter discussie stelde vind ik Maarten Luther.

Ik ben Luthers opgevoed, het beeld van  Luther die stellingen aan de deur van de kerk van Wittenberg spijkerde heeft mijn denken en fantasie behoorlijk beïnvloed. Luther kwam tot het inzicht dat de kerk, zeg maar het water waar hij in zwom, een verkeerd beeld van God gaf, en de relatie van de mens tot God. Dat was nogal een inzicht dat het Christendom fundamenteel wijzigde.

Maar genoeg over de verschijningsvormen van macht. We moeten het hebben over het uitdagen van de macht, over vraagtekens zetten bij de macht, en dus bij de status quo die er ingeslopen is.

We moeten het hebben over mensen die de vraag stellen: waarom vinden we dit wel normaal?

II Verzetsstrijders in tijden van vrede

PO in Actie

Waarom verdienen wij eigenlijk zo weinig?

Dat vroegen drie docenten op drie verschillende basisscholen zich af. Ze ontdekten via sociale media dat ze alledrie dezelfde vraag hadden. Ze vroegen het aan meer mensen. Meer docenten vroegen zich af waarom ze minder verdienden dan docenten in het voortgezet onderwijs. Ze startten een facebookpagina. Binnen een paar weken had deze pagina meer dan 44.000 volgers.

De vraag werd luider en luider, en door steeds meer mensen gesteld. Waarom verdienen wij eigenlijk zo weinig?

De antwoorden op de vraag waren bijzonder pijnlijk. Eerst de staatssecretaris van onderwijs, die antwoordde dat een klas vol pubers zwaarder is dan een klas vol basisschoolleerlingen. Hoongelach was zijn deel.

Het andere antwoord was eigenlijk schokkender. Die hoorde ik op een vakbondsbijeenkomst. Na de grote bezuinigingsoperatie van 1984, de zogeheten HOS operatie gingen alle nieuwe leraren flink minder verdienen. Ondertussen en misschien ook wel vanwege de verminderde salarisperspectieven werden steeds meer vrouwen docent. De gedachte was dat vrouwen het lesgeven vaak als bijverdienste deden, in deeltijd, en dat het gezinsinkomen er niet van afhankelijk was. En dus dat ze daarom niet zo veel hoefden te verdienen.

PO in Actie besloot om mee te onderhandelen met de CAO. Ze richtten een tijdelijke vakbond op, omdat ze perse wilden dat nu eens de docenten zelf aan de onderhandelingstafel zouden zitten. Uiteindelijk kregen ze samen met de andere onderwijsbonden 270 miljoen euro erbij. Maar dat is niet voldoende om de kloof met het voortgezet onderwijs te dichten. En al helemaal niet als je voor het hele onderwijs een radicale verandering wil

En de rest is nog geen geschiedenis, want 15 maart een algehele staking van peuter tot hoger onderwijs. Bijna het hele onderwijs sloot zich aan bij de vragenstellers van het eerste uur. Op 15 maart staat de volgende vraag centraal.  Waarom vinden we het normaal dat onderwijs gezien wordt als een uitgave? Waarom vinden we het eigenlijk niet normaal om onderwijs als een investering te zien, een investering in onze kinderen en dus onze samenleving?

Hele zinnige vragen die je net als de docenten van POinActie dat deden moet blijven stellen, tot er een beter antwoord komt.

Waarom zijn tabaksfabrikanten geen moordenaars?

Of denk aan de aanklacht tegen de tabaksindustrie. Longarts Wanda de Kanter vroeg zich af waarom we roken nog steeds zo normaal vinden. Na vele long patiënten te hebben gezien die maar niet konden stoppen met roken was dat eigenlijk een logische vraag.

Die vraag wordt nu vaak wordt gesteld, maar jaren geleden was dat een hele rare vraag, omdat meer dan de helft van de Nederlanders rookte. Inclusief vele PvdA-ers. U kent de beelden van het kabinet Den Uyl met asbakken, sigaren, shag en peuken. Dat vinden we niet meer normaal.

Maar nog steeds is het een normale gedachte dat roken of er mee stoppen je eigen keuze is. Dat is ook jarenlang het succesvolle frame van de tabaksindustrie geweest. Roken moet mogen, roken is vrijheid, roken is je eigen keuze. En dat de overheid niet zo zeuren want die verdient zoveel accijns op tabak. En het allerergste verwijt wat je in Nederland iemand kan maken: de antirooklobby is betuttelend. Nou, dan trekken we ons schielijk terug in ons hoekje want betuttelen in Nederland is bijkans nog erger dan diefstal op oplichting.

Maar Wanda de Kanter stelde ook de vervolgvraag.  Roken is dus niet normaal, maar zijn de sigarettenfabrikanten eigenlijk niet strafbaar? In feite maken ze een product dat dodelijk kan zijn, of mensen zeer ernstig kan mishandelen. En ze hebben gelogen over de verslavende stoffen in sigaretten.

Advocate Benedicte Ficq stelde deze vraag samen met twee long patiënten in een aanklacht tegen de tabaksindustrie. En meer mensen deden mee: op de website sickofsmoking.nl kunnen mensen deze aanklacht ondersteunen. Het Openbaar Ministerie besloot dat het geen mogelijkheid ziet om een strafzaak tegen de tabaksproducenten te beginnen, omdat sigaretten een weliswaar schadelijk maar legaal genotsmiddel zijn.

Maar Ficq zet door, en in het buitenland worden ook dergelijke zaken voorbereid.  Het laatste woord is nog niet gezegd over het verzet tegen de tabaksindustrie. Roken is niet normaal.

De vraag van Nemr

Een simpele vraag werd ook gesteld door Nemr van 9 jaar. Hij was een van de kinderen die programmamaker Tim Hofman volgde in zijn documentaire over het kinderpardon. Nemr vroeg aan verschillende politici “Waarom mag ik niet blijven?”. Simpele vraag, maar als je het jongetje voor je staat heeft niemand daar een goed antwoord op.  Papier is echt geduldiger dan een jongetje met een brilletje.

De antwoorden op de simpele vraag  zijn immers zeer ongemakkelijk.

Vanwege de regels.

Omdat anders andere kinderen en hun ouders dan ook komen.

Omdat het hier te vol is.

Omdat we jouw onderwijs niet kunnen betalen.

Omdat we denken dat je moslim bent en dat willen we hier niet.

Omdat ik bang ben voor mijn kiezers.

Het zijn allemaal rotantwoorden, die de politici als ze eerlijk waren, hadden kunnen geven, maar niet durfden. Omdat er een echt jongetje voor ze stond.

‘Maar als ik naar Irak moet dan ga ik dood?!?” vroeg Nemr ook nog aan Klaas Dijkhof. ‘Ja dus?’ was het antwoord van Dijkhof. Ook al bedoelde hij het niet zo, en was het vast gemeen geknipt, op zo’n vraag heb je gewoon geen antwoord. Maar de vraag moet blijven gesteld.

Het gevolg van deze vraag was wel dat 253.000 mensen dezelfde vraag gingen stellen. Dat waren de 253.000 mensen die de petitie van Tim Hofman ondertekenden. De petitie vraagt de Tweede Kamer nog een keer zich te buigen over de kinderpardonregeling en in de tussentijd de 400 kinderen die nu in de knel zitten te laten blijven.

De vraag bereikte ook de leden van het CDA, die hier natuurlijk al langer buikpijn over hadden. Ook binnen het CDA bleven mensen de vraag stellen: waarom kunnen zij niet blijven? waarom kunnen we die pardonregeling niet verbeteren? En uiteindelijk ging vorig weekend ook het CDA om. De fractie kon de vraag niet meer negeren. En dat de huidige regeling gewoon geen goed antwoord op de vraag is.

Het is zaak dat de vraag blijft gesteld worden. Ook nu temidden van het politieke gevecht in de coalitie om de kinderpardonregeling, laat de vraag niet wegebben in politiek-strategisch gekrakeel over de coalitie en wie nu het eerste begon om aan het regeerakkoord te morrelen. Want het is niet normaal om kinderen die Nederlands spreken en denken het land uit te zetten, simpelweg omdat dat nu eenmaal de regels zijn. Dan verander je de regels, als die leiden tot abnormale situaties.

Alledaags racisme

Nog iets wat we normaal zijn gaan vinden, maar waar je je tegen moet verzetten: alledaags racisme, verpakt in vrijheid-van-meningsuiting retoriek.

De racistische beledigingen die de demonstranten tegen Zwarte Piet over zich heen kregen waren zo schaamteloos, zo vernederend dat ik er misselijk van werd. Wat ik nog erger vond, mensen schaamden zich niet voor hun racistische taal. Open en bloot, met naam en toenaam. Dat lot valt meer mensen die zich uitspreken en niet helemaal wit zijn ten deel, vooral op sociale media.

Wat is dit? Waarom is dit soort taal niet meer taboe? Is dit dan de totale vrijheid van meningsuiting, dat je je donkerste gevoelens mag uiten? Moeten we dit normaal vinden?

Ik vind het gevaarlijk. Frans Timmermans sprak er ook over op het congres vorige week.  In de context van het vluchtelingenbeleid. Als we uit angst voor iets, wat dat dan ook moge zijn, verlies van onze identiteit, of verlies van sociale zekerheid menselijkheid van onze medemens afpakken, dan kan op een gegeven moment hun lot je niet meer interesseren. dan kijk je weg als mensen vanwege hun uiterlijk, afkomst of geloof in elkaar worden geslagen.

Ik wil best begrijpen dat mensen verandering niet leuk vinden. Dat ze in opstand komen als iemand ze beticht van racisme. Maar accepteer geen racistische praat. Dan neem je mensen hun menselijkheid af. Racisme is nooit normaal. Mag het ook nooit worden. We moeten vaker zeggen: genoeg, dit soort taal accepteren we hier niet, dat is niet normaal. Dan moet je van goede huize komen om te argumenteren dat racistische taal een heel goed idee is.

De economische status quo

Wij sociaaldemocraten hebben de komende tijd ook nog wel wat verzet te plegen tegen de economische status quo. De status quo die zegt dat multinationals slechts 10% belasting hoeven te betalen. De status quo die zegt dat steeds meer mensen in flexbanen zullen moeten werken. De status quo die zegt dat de vermogens van de extreem rijken steeds sterker stijgen en de salarissen van werknemers en tarieven van zzp’ers niet of nauwelijks kunnen stijgen.

De status quo die zegt dat er altijd op de publieke zaak moet worden bezuinigd, nu bijvoorbeeld weer op de gesubsidieerde rechtsbijstand. De status quo die zegt dat de overheid te groot en te log is, en die zegt dat de markt zo goed is in welvaart creëren. Dat de markt een perfect en efficiënt ordeningsmechanisme is. Dat is het niet, anders hadden we niet zo enorm veel wetten en toezichthouders die de markt een beetje moeten beteugelen, maar toch, ondanks dat geloven nog steeds te veel mensen dat de markt efficiënt is en de overheid log.

Quod non.

De parlementaire enquete naar de Fyra, de hogesnelheidstrein die er niet kwam, liet zien dat het idee marktwerking de wereld niet vanzelf ordent. En complexe processen als het aanleggen van een hogesnelheidstrein al helemaal niet. Sterker nog, hoe meer markt er werd geïntroduceerd bij de aanleg en bouw van de lijn, hoe duurder het proces werd. Immers, hoe meer marktpartijen, hoe meer coördinatoren, hoe meer juristen, hoe meer nieuw op te richten BV’s, overlegorganen, aanbestedingen, mislukte aanbestedingen en vervolgens weer rechtszaken.

Ik zeg niet dat de overheid het perfect had gedaan, maar feit is wel dat er nog steeds geen hogesnelheidslijn is.  Althans niet van Nederland, met onze #marktwerking. Frankrijk heeft er wel een door Nederland rijden, de TGV, maar dat is een staatsbedrijf.

Hoewel de voorbeelden eindeloos zijn dat de markt niet tot perfecte uitkomsten leidt – zie ook de financiële markten met hun financiële fantasieproducten – toch mag je er niet al te veel vragen bij stellen. Voor je het weet ben je een communist die alles in staatshanden wil leggen. Een feitelijk gesprek over de rol van de staat en de plek van de markt wordt is door de politiek nog steeds niet goed gevoerd. Herman Tjeenk Willink is volgens mij een van de weinigen die consequent de gedachte dat de overheid slecht is heeft weersproken.

Ik weet nog goed dat bijna alle boeken over de overheid in de jaren negentig er vanuit gingen dat de overheid te log, te duur en te bureaucratisch was. Als je burgers en bedrijven maar hun gang zou laten gaan dan kwam het allemaal vanzelf wel goed. Dat denke was een gevolg van een consequent neoliberaal project, dat doorsijpelde in het denken over de overheid.

We hebben ook een minister-president die dat nog steeds gelooft. Een minister president die ten overstaan van zijn ambtenaren zegt dat de trap van bovenaf moet worden schoongeveegd als hij het over de noodzakelijke bezuinigingen op de overheid heeft. Maar wie vraagt hem of dat wel zo is? Is de overheid echt altijd log, en niet in staat tot innovaties? Betalen we echt te veel voor onze publieke diensten?

De econome Mariana Mazzucato laat met een bak aan voorbeelden zien dat de overheid de meest baanbrekende innovaties heeft voortgebracht. Door het publiek gefinancierde onderzoek voor de ruimtevaart en defensie hebben we internet, mobiele telefonie, tefalpannen, medicijnen, geneeskundige doorbraken. 

In haar nieuwste boek laat ze zien hoe ons begrip van waarde totaal geperverteerd is. Hoezo tellen we dividenden, bonussen en milieuschade opruimen als waarde? Waarom waarderen we dat soort parasitaire waarden evenveel als het telen van tomaten of repareren van schoenen of auto’s? Als je dat wat echt waarde toevoegt gaat meten en waarderen zal je de economie radicaal veranderen.

Kate Raworth, ook een eigenwijze econoom stelde de vraag waarom de economie altijd moet groeien.  Waarom is dat eigenlijk normaal? Terwijl op een gegeven moment, als je even natuurkundig denkt de aarde wel moet ontploffen of imploderen, doordat de grondstoffen op zijn en de vuilnisbelten overlopen.  Alle gangbare economenwijsheden tartte ze met haar donutmodel van de economie.

Deze twee economen worden nu nog door een flink deel van de mannenbroeders verguisd om hun stellingen, maar het kan zomaar zijn dat we de inzichten van deze twee vrouwen gewoon vinden, en ze mainstream zijn geworden. Maar uiteraard niet eerst voordat ze door andere economen en politici voor gek zijn verklaard. Luther werd eerst ook voor gek verklaard.

Ik heb wel een lijstje vragen die we kunnen stellen aan de hoeders van de economische status quo.

Ik zou aan Shell wel eens willen vragen wat er gebeurt als ze meer belasting gaan betalen, of in ieder geval even veel als een MKB bedrijf. Wie moet volgens Shell betalen voor de publieke voorzieningen hier, de geweldige infrastructuur, het onderwijs? Wat is de reden dat Shell er zo weinig voor betaalt? Gaat het bedrijf dan failliet? Kunnen ze dan de aandeelhouders niet meer betalen? Gaan ze dan verhuizen? En waarom, omdat de aandeelhouders dan de kost niet meer kunnen betalen? Is het enkele feit dat er in een ander land wat meer verdiend kan worden genoeg reden om je land van oorsprong te verlaten? Moeten we dan evenveel mededogen met Shell hebben met economische migranten, die de armoede in hun land willen ontvluchten?

Ik zou aan de werkgevers, via Hans de Boer, willen vragen waarom ze zo veel flexwerkers inhuren. Of ze echt zo onzeker zijn. Of het echt beter voor het bedrijf is als ze na twee tijdelijke contracten een ingewerkte medewerker weer laten gaan. Hoeveel geld ze besparen door mensen via payrollconstructies in te huren.

Ik zou wel eens aan de meest vermogende Nederlanders willen vragen wat er gebeurt als ze meer belasting gaan betalen op hun vermogensaanwas. Moeten ze dan hun vastgoed verkopen? Zullen ze dan naar het buitenland verhuizen? En waarom gaan ze dan weg? Kunnen ze hier echt niet blijven leven in de wetenschap dat een vergelijkbaar rijk iemand in een ander land minder belasting betaalt? Is dat zo onverteerbaar dat ze er niet van kunnen slapen? Zijn ze bang dat hun kinderen in armoede zullen opgroeien? Kunnen ze niet meer hun levensstijl aanhouden als ze meer belasting gaan betalen?

Ik zou ook aan de ceo’s op Davos willen vragen wie bepaalt en waarom welk deel naar de aandeelhouders gaat en welk deel naar de werknemers? En waarom ze niet gewoon meer belasting betalen als ze goed onderwijs en een beter milieu elk jaar weer centraal stellen in hun debatzaaltjes.

Wat gebeurt er als de Tinbergennorm wordt ingevoerd? Dat de meestverdienende collega maximaal 10 keer meer krijgt dan de minstverdienende werknemer.  Of de vraag die Europarlementarier Paul Tang stelt: waarom betalen Facebook en Google ons eigenlijk niet voor onze data?

Ze kijken je nu nog scheel aan als je die vragen stelt, of je helemaal van Lotje getikt bent.

Blijf deze vragen toch maar vragen. Je krijgt dezelfde antwoorden, maar hoe vaker je de vraag stelt, hoe absurder het antwoord wordt.

Nog even geheel terzijde, maar valt het jullie ook op dat het vaker dan vroeger vrouwen zijn die in verzet komen? Mazucato en Raworth, vrouwen die de economische vanzelfsprekendheden op hun kop zetten. Pussy Riot in Rusland, voornamelijk vrouwen die de macht van Poetin uitdagen. De Gele Hesjes protesten in Parijs. De scholierenopstand tegen wapenbezit. De March for our Lives, begin met een 11 minuten speech door het jonge meisje Emma Gonzalez. De stakingen van scholieren tegen het lakse klimaatbeleid: allemaal meisjes, begon met een Zweeds meisje die elke week een ochtend spijbelt. Alexandria Ocasio Cortez, het jongste congreslid ooit, uit de Bronx, die gewoon vraagt waarom de rijken niet 70% belasting kunnen betalen.

Natuurlijk, er zijn ook zeer veel moedige mannen die het verzet ontketenen, denk aan de mannen die ik net noemde, van PO in Actie, Tim Hofman,  maar het is onmiskenbaar dat bij de verzetsbewegingen van nu meer vrouwen de verzetsvraag stellen.

III Sociaaldemocratische waarden als je ijkpunt

Als je vragen gaat stellen bij de status quo dan doe je dat vanuit een referentiekader. Ideeën over goed en kwaad. Idealen, of een ideologie.

Ideologie vinden we een eng woord. Links, vonden we lange tijd ook eng. Maar de conservatieven en neoliberalen hebben echt een ideologie. Een idee over hun ideale wereld. Conservatieven zien daar het liefst mannen aan de top en vrouwen aan het aanrecht. Liberalen geloven in een wereld waarin iedereen elkaars concurrent is. Wel in alle vrijheid hoor, je kan in alle vrijheid ook kiezen om in de stront te zakken. Alleen praten ze er niet zo over.

Ik denk dat wij sociaaldemocraten niet zo bescheten moeten zijn om onze idealen en ideologie te formuleren. Met het Van Waarde project van de WBS van de vorige directeur Monica Sie waren we eigenlijk een heel eind. En vertaal dat nou eens in een verhaal over hoe wij de ideale wereld zien.

Ik denk dat dat een wereld is waar de meerderheid van de Nederlanders graag in zou willen wonen. 60% van de Nederlanders is eigenlijk sociaaldemocraat, durf ik wel te stellen.

Want wie wil dit nu niet: Fantastisch onderwijs voor ieder kind, geen behoefte meer aan dure bijlessen of privé scholen. Betaalbaar openbaar vervoer. Voor rijken en armen dezelfde goede zorg. Mooie pleinen, straten, parken en bossen waar iedereen van kan genieten. Internet als basisvoorziening. Een land dat voorloper is bij de heropstanding van internationale solidariteit. Een land waar ze met de slimste uitvindingen de economie groener en circulair maken. Een land waarin iedereen zijn of haar gelijke deel aan belastingen betaalt.

IV Verzet en vertrouwen

Verzet lijkt een beetje op vertrouwen. Vertrouwen verkrijg je langzaam. Door vele kleine daden, die consequent op het grote idee erachter wijzen. Kleine stappen, simpele vragen, kleine daden. We bouwen langzaam, geduldig, in de oppositie, in onze directe omgeving, de school, op het werk, in de buurt aan het vertrouwen. Je bent immers altijd en overal sociaaldemocraat.

Als de verkiezingsuitslag de PvdA enigzins gunstig is en ik in de Eerste kamer volksvertegenwoordiger word ga wil ik samen met de andere PvdA senatoren deze  kleine en grote vragen stellen. Vragen die je moet stellen bij sommige wetten. Wat zit hier achter? Leidt deze wet wel tot de samenleving die wij willen? Welk  ‘normaal’ veronderstelt deze wet eigenlijk? En willen wij dat wel ‘normaal’ vinden? Als het antwoord nee is, dan stemmen we tegen.

De Eerste Kamer is die plek in ons bestel waar je slechte wetten kan tegenhouden. En de regering weer met vragen op pad kan sturen. In tegenstelling tot mensen die denken dat de Eerste Kamer een overbodig orgaan is denk ik dat het bij uitstek de plek is waar je iets losser van de waan van de dag terug kan gaan naar je waarden. En in alle rust de vragen kan stellen die gesteld moeten worden: willen we dit eigenlijk wel normaal vinden?

Ik kom weer bij Herman Hoften. Waarom ging hij in verzet tegen de Duitsers? Waarom deed hij niet als zoveel anderen, wennen aan het nieuwe Duitse normaal? Hoften was lid van de AJC, en kwam uit een rood nest. Dat was zijn normale situatie. Dit waren ook de groepen waar mensen elkaar scherpten, informeerden, de groepen waar hij niet alleen stond. Dit waren de groepen waar mensen elkaar overtuigden dat  ze het niet normaal moesten vinden dat Joden werden ontmenselijkt.

Verzet is vaak niet een heldendaad van een individu. Verzet komt meestal tot stand omdat je je gesterkt voelt in je overtuiging door anderen. Natuurlijk er zijn ook eenzame helden. Maar de meeste helden zijn samen met anderen tot hun heldendaden gekomen.

Daarom. Laten we onze vereniging sterk houden. Elkaar blijven scherpen. Blijven discussiëren onderling. Onze waarden blijven verdedigen. Elkaar ondersteunen bij het stellen van de vervelende en kritische vragen. Samen. Want een sociaaldemocraat ben je niet alleen.

Oud-politicus

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.